Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.



Vergelijkbare documenten
Eindexamen wiskunde B1-2 vwo II

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur

Ook de volledige spiraal van de stroken van lengte 1, 3, 5,, 99 past precies in een rechthoek.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2

Examen VWO. wiskunde B1,2

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde B vwo I

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni uur

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 31 mei uur

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 woensdag 28 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. Wiskunde B Profi

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B vwo I

Correctievoorschrift VWO

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Examen VWO. wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2

Examen VWO. wiskunde B1

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 16 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2001-II

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2004-II

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. wiskunde B1. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:00 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. wiskunde B 1,2

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo I

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1

Examen VWO. wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 woensdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-I

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2002-II

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni uur

Examen VWO wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 18 mei uur

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. Wiskunde B Profi

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 donderdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2007-II

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 20 mei uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 22 juni uur

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2002-I

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Voorbeeldexamen Wiskunde B Havo

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur

Transcriptie:

Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 ji 3.30-6.30 uur wiskde B,2 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 7 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 pten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel pten met een goed antwoord behaald knen worden. ls bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening vereist is, worden aan het antwoord meestal geen pten toegekend als deze verklaring, uitleg of berekening ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. ls er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. 949-052-a-VW-2-o

Een rij De rij u0, u, u2, u 3, is voor n vastgelegd door de recursievergelijking = met startwaarde u 2 0 =. 2 De rij u0, u, u2, u 3,... is convergent. 4p Bereken exact de limiet van deze rij. De eerste termen van de rij u0, u, u2, u 3, zijn, 2, 3, 4, 2 3 4 5. Op grond hiervan wordt vermoed dat voor elke n 0 de volgende formule geldt: n = + n + 2 n + 5p 2 Toon aan dat = voor elke n voldoet aan de recursievergelijking n + 2 =. 2 949-052-a-VW-2-o 2 lees verder

Onnodig ingewikkeld? Een gezonde volwassene is s morgens langer dan aan het einde van de dag. De ustralische wetenschapper D. Burgess heeft dit verschijnsel onderzocht en publiceerde in 999 de volgende formule voor de lengtefractie S: S = ln( 0,0026t+ 2,783). Hierin is t het aantal uren nadat een persoon is opgestaan en S de verhouding tussen de lengte L van die persoon ten opzichte van zijn lengte L 0 bij het opstaan. L Dus S =. L 0 Meneer Jansen heeft als hij uit bed komt een lengte van 70,0 cm. 4p 3 Bereken na hoeveel tijd meneer Jansen volgens de formule 2,0 cm korter is geworden. Geef je antwoord in minuten nauwkeurig. We gaan er in het vervolg van de opgave van uit dat een persoon na het opstaan 6 uur actief is, dus na 6 uur weer gaat slapen. In figuur is de grafiek van S als fctie van t getekend. Deze grafiek lijkt zo op het eerste gezicht een rechte lijn, maar door de formule weten wij dat dit niet zo is. 6p 4 Leg met behulp van de tweede afgeleide uit of er voor 0 t 6 sprake is van toenemende of afnemende daling. figuur,000 S 0,990 0,980 0 2 4 6 8 0 2 4 6 t De grafiek van S valt nagenoeg samen met de rechte lijn door de pten (0;,0000) en (6; 0,9872). Is de formule van S met de natuurlijke logaritme, zoals gepubliceerd door de ustralische wetenschapper, niet onnodig ingewikkeld? We zouden voor S ook gewoon een lineaire fctie van t knen nemen. We vergelijken daarom de formule S = ln( 0,0026t+ 2,783) met de formule S = 0,0008t+,0000 die hoort bij de rechte lijn door de pten (0;,0000) en (6; 0,9872). We nemen weer meneer Jansen, met een lengte van 70,0 cm bij het opstaan, als voorbeeld. Met behulp van beide formules k je op elk tijdstip t (met 0 t 6) de lengte van meneer Jansen in de loop van de dag uitrekenen. Ook k je op elk tijdstip t het verschil tussen de uitkomsten van beide formules bekijken. 4p 5 Bereken het maximale verschil voor de lengte van meneer Jansen dat de twee formules knen opleveren. 949-052-a-VW-2-o 3 lees verder

Gelijkzijdige driehoeken Gegeven is een gelijkzijdige driehoek BC. l is de lijn door C, evenwijdig aan B. Pt E ligt op l aan dezelfde kant van BC als. Pt D ligt zó op de lijn BC dat ED = 60. Zie figuur. Deze figuur staat ook op de uitwerkbijlage. figuur E l B C D Vierhoek CDE is een koordenvierhoek. 3p 6 Bewijs dit. Driehoek DE is gelijkzijdig. 5p 7 Bewijs dit. Gegeven zijn de lijnen k en m en een pt. Zie figuur 2. In de volgende vraag zoeken we een gelijkzijdige driehoek waarvan één van de hoekpten is, waarvan een ander hoekpt op k ligt en waarvan het derde hoekpt op m ligt. Daartoe tekenen we eerst de gelijkzijdige driehoek BC waarbij B en C beide op k liggen. Zie figuur 3. 4p 8 Teken in de figuur op de uitwerkbijlage een gelijkzijdige driehoek KM, waarbij K op k ligt en M op m. Licht je werkwijze toe. figuur 2 m k figuur 3 m k B C 949-052-a-VW-2-o 4 lees verder

Evenwijdige lijnen De fctie f is gegeven door 4 2 f ( x) = 4 x. De grafiek van f snijdt de x-as in pt (4, 0) en de y-as in pt B (0, 4). Voor elke waarde van c is de lijn k met vergelijking y = x+ c evenwijdig aan de lijn B. Voor c > 5 sluiten de x-as, de lijn k, de y-as en de lijn B een trapezium in dat door de grafiek van f in twee delen wordt verdeeld. Zie figuur. figuur y 5 4 3 B k f 2 O 2 3 4 5 x 8p 9 Bereken algebraïsch voor welke exacte waarde van c deze twee delen gelijke oppervlakte hebben. 949-052-a-VW-2-o 5 lees verder

Een leugendetector Een leugendetector meet allerlei aspecten van het lichaam (ademhaling, hartslag, bloeddruk, zweten) tijdens een verhoor. Het idee achter het gebruik van een leugendetector is dat iemands lichaam zich anders gedraagt wanneer hij of zij liegt dan wanneer hij of zij de waarheid spreekt. Men heeft onderzocht in hoeverre een leugendetector betrouwbaar is. De uitkomsten zijn als volgt: als iemand liegt, wordt hij door de leugendetector in 88% van de gevallen ook als leugenaar aangewezen (en in 2% van de gevallen wordt hij niet als leugenaar aangewezen); als iemand de waarheid spreekt, wordt hij door de leugendetector in 25% van de gevallen toch als leugenaar aangewezen (en in 75% van de gevallen wordt hij niet als leugenaar aangewezen). Vijf mensen worden onderworpen aan een verhoor. Het is zeker dat één van hen liegt en dat de andere vier personen de waarheid spreken. Bij het verhoor wordt gebruikgemaakt van de leugendetector. 3p 0 Bereken de verwachtingswaarde van het aantal personen dat bij dit verhoor door de leugendetector als leugenaar wordt aangewezen. Er zijn twee manieren waarop de leugendetector één van de vijf mensen die worden verhoord kan aanwijzen als leugenaar: de leugenaar wordt aangewezen als leugenaar en de waarheidsprekers niet; één van de waarheidsprekers wordt aangewezen als leugenaar en de andere vier personen niet. 5p Bereken de kans dat één van deze vijf mensen door de leugendetector als leugenaar wordt aangewezen. De kans dat iemand die de waarheid spreekt toch door de leugendetector als leugenaar wordt aangewezen, is 25%. Daaruit volgt bijvoorbeeld dat de kans dat hij van tien mensen die de waarheid spreken er minstens één aanwijst als leugenaar ongeveer 94% is. Dat is onacceptabel hoog. De leugendetector moet worden verbeterd zo dat de kans dat hij van tien mensen die de waarheid spreken er minstens één als leugenaar aanwijst, hoogstens 50% is. 5p 2 Bereken hoe groot de kans dat de leugendetector iemand die de waarheid spreekt als leugenaar aanwijst maximaal mag zijn. 949-052-a-VW-2-o 6 lees verder

Ellips in een cirkel Gegeven is een cirkel c met middelpt M en een pt F binnen deze cirkel. De ellips e is de meetkdige plaats van de pten die gelijke afstanden tot cirkel c en pt F hebben. figuur c In figuur is een gedeelte van e getekend en een straal M van de cirkel. Deze figuur staat ook op de uitwerkbijlage. 3p 3 Teken in de figuur op de uitwerkbijlage het snijpt van ellips e en de straal M. Licht je werkwijze toe. F M In figuur 2 is een soortgelijke situatie getekend, met F en op een andere plaats. De straal M snijdt de ellips in pt B. Deze figuur staat ook op de uitwerkbijlage. 4p 4 Bewijs dat MBF = 2 MF. Je kt hierbij gebruik maken van de figuur op de uitwerkbijlage. figuur 2 c M B F Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina. 949-052-a-VW-2-o 7 lees verder

Bebuikte rechthoeken Binnen een cirkel met straal 4 bekijken we gebieden die bestaan uit een rechthoek (met de hoekpten op de cirkel), aan de rechter kant aangevuld met een cirkelsegment. Zo n gebied heeft dan de vorm van een rechthoek met een buik. Zie figuur. figuur figuur 2 4 hoogte t 8 8 In figuur 2 is het gebied verdeeld in twee cirkelsectoren, beide met middelptshoek t radialen, en zes gelijke rechthoekige driehoeken. Deze driehoeken hebben ook een hoek met grootte t radialen. De oppervlakte O van het gebied is een fctie van t, met 0 < t < π. 2 Er geldt: Ot () = 6t+ 24sin2 t. 6p 5 Toon de juistheid van deze formule aan. 4p 6 Bereken de exacte waarde van O als de hoogte van het gebied 4 is. Bij een bepaalde hoogte is de oppervlakte O maximaal. 7p 7 Bereken de exacte waarde van deze hoogte. 949-052-a-VW-2-o* 8 lees verder einde