8 In Beeld Filip Naudts: La clé du boudoir In een ritme van één grote individuele tentoonstelling om de vier jaar, probeert fotograaf Filip Naudts de aandacht van de fotoliefhebber vast te houden. Eerst was er het omvangrijke project Auromatic, tevens vergezeld van een boekuitgave, in 2002 volgde Erfenis van het moederlandschap en in 2006 toonde hij zijn Histoire de l oeil : beelden van interpretaties van schilderijen van o.a. de Vlaamse Primitieven, werken van Gustav Klimt of Magritte. Telkens, en net als nu in La clé du boudoir, met Vlaamse BV s als model. Filip Naudts: Dagdagelijks werk ik voor diverse opdrachtgevers en in diverse sectoren, maar met mijn vrij werk kom ik slechts om de vier jaar met nieuw werk naar buiten. In die lange periode sla ik beelden die me bijblijven op in mijn geheugen, mijn biologische harde schijf. Als de tijd rijp is voor productie, raadpleeg ik de verzamelde beelden en die fungeren dan als een soort voorzetje bij het improvisatietheater in mijn fotostudio. Mijn fascinatie voor afbeeldingen van vrouwen in de schilderkunst bestaat al lang en gebruikte ik ook reeds in mijn vorige reeks Histoire de l oeil. Verder tracht ik, net als iedereen die al wat ouder wordt, veel meer te relativeren. Ook het begrip schoonheid valt daaronder. En dat doe ik meestal door wat subtiele humor te verwerken in mijn beelden om zo de ernst van alles te relativeren. Ook mijn eigen werk, dat overigens geen afspiegeling is van de feitelijke werkelijkheid, maar van mijn gefantaseerde dus onwerkelijke idealiteit. Belangrijk is ook om te weten dat mijn fotoreeks inhoudelijk evolueerde naarmate ze in samenwerking met mijn modellen groeide. Je mag dit project dus gerust een groepsproject noemen. Alle opnames vonden plaats in mijn eigen studio Guarda La Fotografia tussen september en december 2009 en buiten mezelf en mijn dochter passeerden deze keer opnieuw alleen maar bekende vrouwen. In alfabetische volgorde zijn dat: Antje De Boeck, Erika Van Tielen, Fleur van Groningen, Gilda De Bal, Gorcha Davydova, Kim Hertogs, Lady Linn, Linde Merckpoel, Maaike Cafmeyer, Martine de Kok en Veerle Dobbelaere. Haartooi en make-up werden professioneel verzorgd door De Client in Lochristi en voor de tentoonstelling zal professor Dr. Johan Swinnen een essay schrijven. De titel La clé du boudoir is gebaseerd op een specifieke foto uit de serie, een eerder surrealistische opname die ik van Gilda De Bal maakte. In de foto zien we een diep gedecolleteerde Gilda met gesloten ogen en in een sacrale pose. Een derde element, mijn hand, komt te voorschijn tussen Gilda s haren en plukt een sleutel uit het decolleté. Het is de sleutel die me de toegang verschaft tot een denkbeeldig boudoir, de vrouwenkamer zoals ze in mijn verbeelding bestaat. De pose als referentie naar het portret In La clé du boudoir wordt het portretgegeven beklemtoond door de statige pose die doet vermoeden dat de modellen niet voor een fotograaf, dan wel voor een portretschilder uit de 18de eeuw poseren. Gefixeerd en gedistingeerd. Ook en vooral in mijn zelfportret is de opzettelijkheid van de aangenomen pose duidelijk merkbaar. Om het portretgebeuren te beklemtonen houdt Veerle Dobbelaere bijvoorbeeld op haar beurt het bolle/ovale glas voor haar aangezicht als was ze zelf het resultaat van het portret. In functie van het antidateren speelt de keuze van de kledij ook een grote rol, waarbij de molenkraag een steeds terugkerend attribuut is. Het gebruik hiervan heeft een veredelend effect, maar door hem in een foute context te gebruiken wordt die veredeling meteen getemperd: de molenkraag als tutu voor een ballerina, als sierhoofddeksel bij Gilda De Bal of in combinatie met een ontbloot bovenlijf bij mijn zelfportret. Dit is humor die de ernst van het geposeerde portret doet relativeren en er een luchtige noot aan geeft: telkens mijn streefdoel. De keuze om in mijn vrije werk bekende vrouwen te fotograferen is niet nieuw. Bizar vind ik het wel dat ik er geen afstand kan van nemen maar ik meen de oorzaak te vinden in mijn werk in opdracht. Hierin word ik immers steeds opnieuw geconfronteerd met de bekende mensen en deze confrontaties leiden progressief tot nieuwe verleidingen om hen bij mijn vrij werk te blijven betrekken. Ik moet dan ook geen modellen van de straat plukken om te casten. Sommige van mijn bekende modellen gaan immers heel gewillig met mij mee in mijn artistieke projecten. Zo stond Erika Van Tielen reeds enkele uren na mijn telefonisch aanzoek in mijn studio klaar voor een fotosessie: van bijna-slimste-mens-ter-wereld tot mooiste mens ter wereld. Omdat ik in de serie nood had aan een zwanger model werd de zwangere Maaike Cafmeyer benaderd, en na wat subtiel lobbywerk via Bart De Pauw, uiteindelijk ook bereid gevonden. Het slabbetje en de witte sporen van slagroom op en rondom haar mond suggereren dat ze net haar buikje heeft rond gegeten. In aanvulling met mijn vorige fotoreeks, waarin mijn zoon poseerde, mocht nu mijn vijfjarige dochter Yang mee op de fotoscène en ook zal een zelfportret weer deel uitmaken van de tentoonstelling. Het lijstje met namen van mensen die ik ooit nog eens zou willen fotograferen, is oneindig lang, evenwel zonder favorieten. Mijn belangrijkste selectiecriterium is niet de bekendheid, maar wel het inlevingsvermogen van het model in mijn eigen kunstmatig wereldje, eerder schilderachtig romantisch en tijdloos. Wie er dan binnen vier jaar opduikt, is nu ook voor mij nog een grote onbekende. (js) n Expositie La clé du boudoir van Filip Naudts, nog tot eind maart 2010 in Galerie Van Campen & Rochtus, Verschansingstraat 52, Antwerpen. Info: www.galerievcr.be
In Beeld 9 Filip Naudts / Veerle Dobbelaere
10 In Beeld Filip Naudts / Zelfportret
In Beeld 11 Filip Naudts / Linde Merckpoel
12 In Beeld Filip Naudts / Linde Merckpoel
In Beeld 13 Filip Naudts / Erika Van Tielen