NEDERLANDS INSTRUCTIEHANDLEIDING



Vergelijkbare documenten
Bedankt voor het kopen van een Canon-product.

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5DA2 8 0

NEDERLANDS INSTRUCTIEHANDLEIDING

MultiSport DV609 Nederlands

2015 Multizijn V.O.F 1

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3MA280

2015 Multizijn V.O.F 1

EF24-70mm f/2.8l II USM

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5TA280

2015 Multizijn V.O.F 1

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV7CA280

SPORTCAM HANDLEIDING. Lees en volg deze instructies voordat u het apparaat gebruikt.

DF-705 Handleiding Voor informatie en ondersteuning,

Gebruikershandleiding voor gegevensoverdracht van camera naar camera

Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 20D

EF70-300mm f/4-5.6 IS USM

INSTRUCTIEHANDLEIDING NEDERLANDS INSTRUCTIE- HANDLEIDING

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV6YA280

Handleiding Plextalk PTN1. Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1

Nokia Extra Power DC-11/DC-11K /2

Inhoud. Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3

DC C30/C40 Digitale camera Gebruiksaanwijzing

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3JA280

INSTRUCTIEHANDLEIDING NEDERLANDS CEL-ST2HA281. CANON INC Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo , Japan

Bediening van de Memory Stick-speler

BLUETOOTH-AUDIO-ONTVANGER/Z ENDER

Nokia Mini Speakers MD /1

Nederlands. Multifunctionele. Digitale camera. Gebruikershandleiding

Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 30D

NL Jam Plus. Hartelijk dank voor de aanschaf van de HMDX Jam Plus draadloze luispreker. Waar je een Jam vindt, vind je een feest!

GEBRUIKERSHANDLEIDING CDC300

DIGITAL DOOR VIEWER 2.0 GEBRUIKERSHANDLEIDING

Inleiding. Inhoud van de verpakking. Nederlandse versie. JB Sweex 4.2 Megapixel Digitale Camera

Handleiding voor printersoftware

3.5'' Digitale Fotolijst

Downloaded from MACRO PHOTO LENS. MP-E 65mm f/ NLD. Handleiding

Nieuwe Functies BL B00

CAL. Y182, 7T32 ALARM CHRONOGRAAF

EF-S18-135mm f/ IS

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW3PA280

Inhoud. Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3

Gebruikershandleiding voor de Nokia Video-telefoonhouder PT-8 (voor de Nokia 6630) Uitgave 1

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing

DIGITAL DOOR VIEWER GEBRUIKERSHANDLEIDING

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Nokia Music Speakers MD-3

Handleiding Ltl Acorn Scouting Camera

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Spanning Capaciteit (mm) (mm) (g) (V) (mah) PR10-D6A PR70 1,4 75 5,8 3,6 0,3 PR13-D6A PR48 1, ,9 5,4 0,83 PR312-D6A PR41 1, ,9 3,6 0,58

Gebruikershandleiding. Digitale Video Memo

EF85mm f/1.2l II USM NLD. Handleiding

CAL. AS32 Horloge op zonne-energie

Inhoud Veiligheidsadviezen... 4 Ingebruikname... 6 Gebruik... 7

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding

Gebruikershandleiding

Opdrachten. Druk dit document af en maak hierop aantekeningen tijdens uw fotosessies

Nokia Mini Speakers MD /1

Basisinstructiehandleiding NEDERLANDS

2. Monitor schermweergave

Action Cam FullHD 1080P Wifi Action Cam FullHD 1080p. Handleiding HANDLEIDING 1

Bluetooth-eenheid BU-20 Handleiding voor afdrukken. Inhoudsopgave Voorafgaand aan de ingebruikname...2 Voorzorgsmaatregelen...3 Afdrukken...

SingStar Microphone Pack Gebruiksaanwijzing. SCEH Sony Computer Entertainment Europe

Nieuwe Functies. Versie 2.00

EOS 6D (WG) EOS 6D (N)

Byzoo Sous Vide Hippo

Bedankt voor het kopen van een Canon-product.

INSTRUCTIEHANDLEIDING

HDR- FOTOGRAFIE. Inleiding. Het digitale beeld - Bijlage

HANDLEIDING BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK ONDERDEELNR

Uw gebruiksaanwijzing. PIONEER AVIC-S1

Digitale Video. Gebruikershandleiding

Verwarming en ventilatie

Bee-Bot Oplaadbare, kindvriendelijk, programmeerbare vloerrobot

Handleiding Quick start

Boven- en Zijaanzicht

De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden.

Multifunctionele Digitale camera

INSTRUCTIEHANDLEIDING NEDERLANDS

Nieuwe Functies. Versie 3.00

Handleiding Prestan AED UltraTrainer

HS-2R Radio-hoofdtelefoon van Nokia Gebruikershandleiding Uitgave 2

Gebruiksaanwijzing. OV-BaseCore7(Z)

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

WAARSCHUWING! Niet geschikt voor kinderen onder de 36 maanden. Verstikkingsgevaar!

sweex_jb000040_man_nl :34 Page 1 Nederlandse versie 2

Handleiding Blackview Dual Dashcam GPS dashcam

Aan de slag. Model: 5800d-1. Nokia 5800 XpressMusic , Uitgave 1 NL

De mogelijkheden van de Image Data Converter

X-Pro2. Nieuwe Functies. Versie 4.00 DIGITAL CAMERA

I. Kennismaken met uw camera 1. Configuratie en installatie

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR

Industriële instrumenten van Konica Minolta. Veiligheidsmaatregelen

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions

Nokia MD-4 miniluidsprekers

NEDERLANDS INSTRUCTIEHANDLEIDING

Bedieningen Dutch - 1

Multifunctionele Digitale camera

Transcriptie:

INSTRUCTIEHANDLEIDING NEDERLANDS INSTRUCTIEHANDLEIDING

Bedankt voor het kopen van een Canon-product. De EOS-1Ds Mark II is een hoogwaardige, digitale AF-spiegelreflexcamera met een grote (36 mm x 24 mm), 16,70 megapixel CMOS-sensor. De camera is compatibel met alle EF-lenzen van Canon (behalve de EF-S-lens) en is ontworpen voor het maken van snelle opnamen precies zoals u ze wilt hebben. De camera beschikt over uiterst nauwkeurige AF-gebieden en is verder uitgerust met diverse functies voor alle vormen van fotografie, van volautomatische opnamen tot professioneel en creatief werk. In deze instructiehandleiding leest u alles over de juiste bediening van deze camera. Camera testen voor gebruik Maak voordat u de camera gaat gebruiken een aantal proefopnamen en controleer of deze goed op de geheugenkaart zijn opgeslagen. Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en de beelden niet kunnen worden opgenomen of gelezen door een pc, is Canon niet verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak. Copyright Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik van opnamen van mensen en bepaalde onderwerpen anders dan voor privé-gebruik. Ook het maken van opnamen van bepaalde openbare optredens, exposities en dergelijke kan verboden zijn. Canon en EOS zijn handelsmerken van Canon Inc. Adobe is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation. Windows is een geregistreerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en overige landen. Macintosh is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation in de Verenigde Staten en overige landen. SD is een handelsmerk. Alle overige bedrijfsnamen en handelsmerken die in deze handleiding worden genoemd, zijn eigendom van de respectieve eigenaren. * Deze digitale camera ondersteunt Design rule for Camera File System 2.0 en Exif 2.21 (ook wel Exif Print genoemd). Exif Print is een standaard voor een verbeterde compatibiliteit tussen digitale camera's en printers. Wanneer de camera wordt aangesloten op een printer die voldoet aan Exif Print, wordt informatie over de camera-instellingen opgenomen en geoptimaliseerd. Hierdoor wordt een betere afdrukkwaliteit verkregen. 2

Controlelijst onderdelen Controleer of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt. U kunt de bijbehorende accessoires ook controleren aan de hand van het systeemoverzicht (p. 170 ). EOS-1Ds Mark II / Camerabehuizing (inclusief oculairdop, cameradop en deksel batterijcompartiment. Ingebouwde lithiumbatterij voor de datum en de tijd.) Ni-MH-batterij NP-E3 (met beschermdeksel en instructies) Ni-MH-batterijoplader NC-E2 (met instructies) Gelijkstroomkoppelingsset DCK-E1 (met instructies) Brede draagriem L5 Interfacekabel IFC-450D4 Interfacekabel IFC-400PCU Videokabel VC-100 EOS DIGITAL Solution Disk Digital Photo Professional Disk Beknopte gebruikershandleiding Beknopte gebruikershandleiding voor het maken van opnamen. EOS-1Ds Mark II Instructiehandleiding (het document dat u nu leest) EOS-1Ds Mark II Software-instructies Hierin vindt u uitleg over het overzetten van afbeeldingen naar een pc en het bewerken van RAW-afbeeldingen. Beknopte handleiding over de hoofdfuncties van Digital Photo Professional Garantiebewijs *Bewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig. * Het gebruik van geheugenkaarten van Canon wordt aanbevolen. 3

Inhoudsopgave 4 Inleiding Controlelijst onderdelen... 3 Tips en waarschuwingen voor het gebruik... 8 Namen van de onderdelen... 10 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt... 16 1 Aan de slag 17 Opladen van de batterij... 18 Installeren en verwijderen van de batterij... 20 Het gebruik van een gewone wandcontactdoos... 22 Bevestigen en verwijderen van een lens... 23 Installeren en verwijderen van de geheugenkaart... 24 Basisgebruik... 27 Menugebruik... 32 De standaardinstellingen herstellen... 36 Dioptrische aanpassing... 37 Datum en tijd instellen... 38 Batterij voor datum/tijd vervangen... 39 Reinigen van de CMOS-sensor... 40 De nekriem en de handriem bevestigen... 42 2 Opname-instellingen 43 Opnamekwaliteit instellen... 44 ISO-waarde instellen... 47 Witbalans selecteren... 48 Aangepaste witbalans... 49 Kleurtemperatuur instellen... 51 Witbalans corrigeren... 52 Automatische reeksopnamen op basis van de witbalans... 53 Kleurmatrix selecteren... 55 Aangepaste instellingen voor kleurmatrix aanmaken... 56 Bewerkingsparameters instellen... 58 Instellen van de map en de geheugenkaart... 60 Een nieuwe map maken... 60 Een map selecteren... 61 Een geheugenkaart selecteren... 61 Beide geheugenkaarten gebruiken voor opslag (back-up)... 62 Methoden voor bestandsnummering... 63 3 Autofocusmodi en transportmodi 65 De AF-modus selecteren... 66 AF-punten selecteren... 68

Het AF-punt registreren en inschakelen...70 Activeringsgebied AF-punt...72 AF-gevoeligheid en maximaal diafragma van de lens...73 Als autofocus niet werkt (handmatige focus)...75 Transportmodus selecteren...77 Bediening met de zelfontspanner...78 4 Belichting 79 Een lichtmeetmodus selecteren...80 AE-programma...84 AE-sluiterprioriteit...86 AE-diafragmaprioriteit...88 Preview scherptediepte...89 Handmatige belichting...90 Belichtingscompensatie instellen...92 Reeksopnamen met automatische belichting...93 AE-vergrendeling...95 Bulb-opnamen...96 LCD-paneelverlichting...96 Spiegel opklappen...97 Oculairafsluiter...97 Flitsfotografie...98 5 Opnameweergave 101 Opnamen bekijken...102 Opnamen automatisch roteren...104 Opnameweergave...105 Weergaveformaat wijzigen...106 Beeldvergroting...109 Een opname roteren...110 Opnamen op de tv bekijken...111 Wispreventie...112 Geluid toevoegen aan een opname...114 Opnamen wissen...115 Een geheugenkaart formatteren...118 6 Rechtstreeks afdrukken vanaf de camera 121 7 DPOF: Digital Print Order Format 137 8 De camera aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren 145 1 2 3 4 5 6 7 8 9 9 Referentiemateriaal 161 5

Veiligheidsmaatregelen Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op de juiste manier te gebruiken. 6 Voorkomen van ernstig letsel en dodelijke ongevallen Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen en explosies door onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen: - Gebruik geen batterijen, voedingsbronnen of accessoires die niet in deze handleiding worden genoemd. Gebruik geen zelfgemaakte of aangepaste batterijen. - Sluit de batterij en de back-upbatterij niet kort en probeer ze niet te demonteren of te wijzigen. Verhit de batterij of de back-upbatterij niet en probeer deze niet te solderen. Stel de batterij of de back-upbatterij niet bloot aan vuur of water. Stel de batterij of de back-upbatterij ook niet bloot aan grote fysieke schokken. - Installeer de batterij en de back-upbatterij op de juiste manier (+ ). Plaats nooit oude en nieuwe of verschillende soorten batterijen bij elkaar. - Laad de batterij niet op bij een temperatuur die buiten het toegestane bereik ligt van 0 C - 40 C (32 F - 104 F). Overschrijdt de oplaadtijd niet. - Steek geen vreemde metalen voorwerpen in de elektrische contacten van de camera, de accessoires, de verbindingskabels en dergelijke. Houd de back-upbatterij buiten het bereik van kinderen. Waarschuw direct een arts als een kind een batterij heeft doorgeslikt. (De chemicaliën in de batterij kunnen de maag en de ingewanden beschadigen.) Dek de elektrische contacten van de batterij of de back-upbatterij af voordat u deze wegdoet, om te voorkomen dat deze contact maken met andere metalen voorwerpen of batterijen. Zo voorkomt u brand of explosies. Voorkom brand door de oplader direct uit de wandcontactdoos te halen en te stoppen met opladen, als er bij het opladen van de batterij grote hitte, rook of schadelijke damp vrijkomt. Verwijder de batterij of de back-upbatterij onmiddellijk als deze lekt, van kleur of van vorm verandert, of als er rook of giftige damp vrijkomt. Pas op dat u hierbij geen brandwonden oploopt. Voorkom dat de inhoud van de batterij in aanraking komt met ogen, huid en kleding. Dit kan blindheid en huidaandoeningen tot gevolg hebben. Als de inhoud van de batterij in contact komt met uw ogen, huid of kleding, moeten deze direct met overvloedig water worden afgespoeld zonder te wrijven. Ga daarna meteen naar een huisarts. Houd de apparatuur tijdens het opladen buiten bereik van kinderen. Kinderen kunnen stikken als zij het snoer rond hun nek krijgen of een elektrische schok krijgen. Houd snoeren altijd uit de buurt van hittebronnen. Door de hitte kan het snoer vervormen en het isolatiemateriaal kan smelten wat brand of elektrische schokken kan veroorzaken. Flits niet in het gezicht van automobilisten. Door de verblinding kunt u een ongeluk veroorzaken. Flits niet in de buurt van de ogen van een persoon. Het gezichtsvermogen kan hierdoor beschadigd raken. Houd altijd minimaal 1 meter afstand bij het met flits fotograferen van kinderen. Verwijder de batterij en haal de stekker uit de wandcontactdoos als u de camera of een accessoire langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u elektrische schokken, warmteontwikkeling en brand. Gebruik de apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas. Zo voorkomt u een explosie of brand.

Als u de apparatuur laat vallen en de behuizing zodanig beschadigd raakt dat de inwendige onderdelen bloot komen te liggen, raakt u deze dan niet aan. Deze onderdelen staan mogelijk onder stroom. Demonteer of wijzig de apparatuur niet. Er staat een hoge spanning op de interne onderdelen en deze kunnen een elektrische schok veroorzaken. Kijk niet door de camera of de lens naar de zon of een andere felle lichtbron. Uw gezichtsvermogen kan hierdoor worden aangetast. Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen. De nekdraagriem kan bij kinderen tot verstikking leiden. Berg de apparatuur niet op in een vochtige of stoffige ruimte. Hiermee voorkomt u brand en elektrische schokken. Vraag toestemming voordat u de camera gebruikt in een vliegtuig of ziekenhuis. De elektromagnetische golven die door de camera worden afgegeven, kunnen storingen veroorzaken in de instrumenten van vliegtuigen of de medische apparatuur in ziekenhuizen. Voorkom brand en elektrische schokken door onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht te nemen: - Steek de stekker altijd helemaal in de wandcontactdoos. - Pak het netsnoer nooit met natte handen vast. - Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u de stekker uit de wandcontactdoos haalt. - Voorkom beschadigingen van het netsnoer door er niet in te krassen of te snijden, en deze niet te knikken of er een zwaar voorwerp op te plaatsen. Draai of knoop de netsnoeren niet. - Sluit niet teveel stekkers aan op één contactpunt. - Gebruik geen snoeren waarvan het isolatiemateriaal is beschadigd. Haal zo nu en dan de stekker uit de wandcontactdoos en haal met een droge doek het stof rond de contactdoos weg. In een stoffige, vochtige of vette omgeving kan het stof op de wandcontactdoos vochtig worden en kortsluiting veroorzaken, wat weer kan leiden tot brand. Voorkomen van letsel en schade aan apparatuur Laat de apparatuur niet achter in een auto die in de zon staat of in de nabijheid van een warmtebron. De apparatuur kan heet worden en brandwonden veroorzaken. Loop niet met de camera als deze op een statief is bevestigd. Dit kan letsel veroorzaken. Controleer of het statief stevig genoeg is om de camera en de lens te dragen. Laat de lens of een camera met een lens niet zonder lensdop in de zon staan. De zonnestralen kunnen door de lens worden gebundeld en brand veroorzaken. Bedek de batterijoplader niet en wikkel deze ook niet in een doek. Hierdoor kan de warmte niet weg en kan de behuizing vervormen of in brand vliegen. Verwijder de batterij en de back-upbatterij direct als u de camera in het water laat vallen of als er water in de camera komt. Verwijder de batterijen ook als er metaaldeeltjes in de camera komen. Hiermee voorkomt u brand en elektrische schokken. Gebruik en plaats de batterij en de back-upbatterij niet in een hete omgeving. Hierdoor kan de batterij gaan lekken en kan de levensduur van de batterij afnemen. De batterij of de backupbatterij kan ook te heet worden en brandwonden veroorzaken. Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de apparatuur schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn schadelijk voor de gezondheid. Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het product niet naar behoren functioneert of moet worden gerepareerd. 7

Tips en waarschuwingen voor het gebruik Behandelen van de camera Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan fysieke schokken. De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Verwijder de batterij en breng de camera direct naar uw Canon-dealer als de camera nat is geworden. Droog de camera af met een droge doek als er waterspatten op de camera zijn gekomen. Wrijf de camera grondig schoon met een licht vochtige doek als deze in aanraking is gekomen met zoute lucht. Houd de camera buiten het bereik van apparaten met sterke magnetische velden zoals magneten of elektrische motoren. Houd de camera eveneens uit de buurt van apparaten die sterke radiogolven uitzenden, zoals grote antennes. Sterke magnetische velden en radiogolven kunnen storingen veroorzaken en opnamegegevens beschadigen. Laat de camera niet achter in een extreem warme omgeving, zoals in een auto die in direct zonlicht staat. Door de hoge temperaturen kan de camera defect raken. De camera bevat elektronische precisieschakelingen. Probeer nooit de camera te demonteren of zelf reparaties of onderhoud uit te voeren. Gebruik een blower om stof van lens, zoeker, spiegel of focusscherm te blazen. Gebruik geen reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen bevatten om de camerabehuizing of lens schoon te vegen. Neem voor het verwijderen van hardnekkig vuil contact op met uw Canon-dealer. Raak de elektrische contacten van de camera nooit met uw vingers aan. Als u dat wel doet, kunnen de contacten gaan roesten. Roest op de contacten kan leiden tot een foutieve werking van de camera. Als de camera plotseling van een koude in een warme omgeving terechtkomt, kan zich condens vormen op de camera en op de inwendige delen. Voorkom condensvorming door de camera eerst in een afgesloten plastic tas te plaatsen. Laat de camera zich aanpassen aan de hogere temperatuur voordat u hem uit deze tas haalt. Gebruik de camera niet als zich hierop condens heeft gevormd. Zo voorkomt u beschadiging van de camera. Verwijder de lens, de geheugenkaart en de batterij en wacht tot de condens is verdampt. Verwijder de batterij en berg de camera op een koele, droge en goed geventileerde plaats op als u deze gedurende langere tijd niet gaat gebruiken. Ook als de camera is opgeborgen moet u de sluiter zo nu en dan enkele malen bedienen om te controleren of de camera nog goed functioneert. Vermijd opslag op plaatsen waar bijtende chemicaliën worden gebruikt, zoals een donkere kamer of een laboratorium. Test alle functies voordat u de camera weer gaat gebruiken nadat de camera langere tijd niet is gebruikt. Als u de camera langere tijd niet hebt gebruikt en u opnamen wilt gaan maken van een belangrijke gebeurtenis, is het raadzaam de camera te laten controleren door uw Canon-dealer of zelf te controleren of de camera goed functioneert. 8

LCD-paneel en LCD-scherm Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en meer dan 99,99% actieve pixels heeft, kunnen er onder de maximaal 0,01% resterende pixels enkele dode pixels voorkomen. Dode pixels hebben altijd dezelfde kleur, bijvoorbeeld zwart of rood. Dit is geen defect. De dode pixels zijn ook niet van invloed op de opgeslagen opnamen. Bij lage temperaturen kunnen het LCD-scherm en het LCD-paneel trager reageren. Bij hoge temperaturen kan het scherm zwart worden. In beide gevallen zullen het scherm en het paneel bij kamertemperatuur weer normaal functioneren. Geheugenkaarten Geheugenkaarten zijn precisie-instrumenten. Laat de geheugenkaart niet vallen en stel deze niet bloot aan trillingen. Door fysieke schokken en trillingen kunnen de op de kaart opgeslagen opnamen verloren gaan. Gebruik of bewaar geheugenkaarten niet in de buurt van objecten met sterke magnetische velden zoals tv's, luidsprekers of magneten of op plaatsen met statische elektriciteit. In dergelijke omgevingen kunnen de op de CF-kaart opgeslagen opnamen verloren gaan. Plaats geheugenkaarten niet in direct zonlicht of in de buurt van hittebronnen. Door de warmte kunnen de kaarten vervormen, waardoor ze onbruikbaar worden. Mors geen vloeistoffen op geheugenkaarten. Bewaar geheugenkaarten altijd in een doosje ter bescherming van de opgeslagen opnamegegevens. Met sommige geheugenkaarten van een ander merk dan Canon kunt u mogelijk geen opnamen opslaan en afspelen. Gebruik in een dergelijk geval een geheugenkaart van Canon. Buig de kaarten niet en stel ze niet bloot aan grote krachten of fysieke schokken. Bewaar geheugenkaarten niet op hete, stoffige of vochtige plaatsen. Elektrische contacten van de lens Nadat u de lens hebt losgedraaid van de camera, bevestigt u de lensdoppen of plaatst u de lens met de achterkant naar boven om krassen op het lensoppervlak en de elektrische contacten te voorkomen. Contacten Waarschuwing bij langdurig gebruik De camera kan heet worden als de schakelaar <4> lange tijd is ingesteld op <1>. Dit is geen defect. Het langdurig vasthouden van een hete camera kan echter wel een lichte verbranding van de huid veroorzaken. 9

Namen van de onderdelen Voor gedetailleerde informatie worden tussen haakjes referentiepaginanummers gegeven (p.**). Lensbevestigingsgaatje (p.23) Spiegel (p. 97) Lampje zelfontspanner (p.78) Ontspanknop (p.28) Draagriemhouder (p.42) Lensvergrendelingspin Lensontgrendelingsknop (p.23) Lensbevestiging Handgreep Contacten (p.9) Previewknop scherptediepte (p.89) Aan-/uitschakelaar bij verticaal gebruik (p.31) I Knop voor flitsbelichtingsvergrendeling/ multi-spotmeting bij verticaal gebruik (p.31, 151/82) Hoofdinstelwiel bij verticaal gebruik (p.31, 29) Ontspanknop bij verticaal gebruik (p.31, 28) Handriemhouder Statiefhouder Cameranummer Cameradop (p.23) 10

Flitssynchronisatiecontacten Q Lichtmeetmodusselectie- /Flitsbelichtingscompensatieknop (p. 80/81) E Selectieknop AF-modus (p. 66) R Selectieknop transportmodus (p.77) i ISOwaardeknop (p.47) Y AEB-knop (p.93) Draagriemhouder (p.42) D PC-aansluitbus (p.100) F Aansluitbus afstandsbediening (N3 type) Ontgrendelknop batterijvak (p.21) Hendel voor openen batterijvak (p.21) Batterij (p.18) Beeldvlakmarkering W Selectieknop opnamestand (p. 84) Knop dioptrische aanpassing (p.37) Zoekeroculair Cameraschoen U Knop LCD-paneelverlichting (p.96) I Knop voor flitsbelichtingsvergrendeling/ multi-spotmeting (p.151/82) O Belichtingscompensatie- /diafragmaknop (p.92/90) 6 Hoofdinstelwiel (p.29) LCD-paneel (p.13) P/a Hulp-/Witbalanscorrectieknop (gelijktijdig indrukken) (p.70/52) A/y AE-vergrendeling/verkleinen (p.95/109) S/u AFpuntselectie/ vergroten (p.68/109) Oculairafsluithendel (p.97) 7 Snelkeuzewielknop (p.16) 5 Snelkeuzewiel (p.30) A/y Knop voor AE-vergrendeling/ verkleinen bij verticale gebruik (p.31, 95/109) S/u Knop voor AFpuntselectie/vergroten bij verticaal gebruik (p.31, 68/109) P/a Hulp-/witbalanscorrectieknop (gelijktijdig indrukken) bij verticaal gebruik (p.31, 70/52) 4 Aan-/uitschakelaar (p.27) 11

H Beveiligings- /geluidopnameknop (p.112/114) M Menuknop (p.33) X Selectieknop (p.33) LCD-scherm (p.32, 36) Oculairdop (p.37) SD-kaartsleuf* (p.24) Deksel geheugenkaartsleuf (p.24) V Weergaveknop (p.60, 105) e/r Knop voor geheugenkaartselectie vergroten (p.61, 109) L Wisknop (p.115) LCD-paneel achterzijde (p.14) N Selectieknop beeldgrootte (p.44) Knop voor reeksopnamen op basis van witbalans (p.53) G Wisknop (p.36) Uitwerpknop CF-kaart (p.25) Lees-/ schrijfindicator (p.25) Hendel voor geheugenkaartsleufdeksel (p.24) Opnamemicrofoon (p.114) B Witbalansselectieknop (p.48) q VIDEO OUTaansluitbus (p.111) C DIGITALaansluitbus Aansluitbus voor rechtstreeks afdrukken CF-kaartsleuf (p.24) Deksel batterijcompartiment (p.20) * In deze handleiding wordt met SD-kaart de SD-geheugenkaart bedoeld. 12

LCD-paneel aan de bovenzijde Diafragma Aantal reeksopnamen (AEB) AF-puntselectiemodus (AF, [ ], HP) Nummer geheugenkaart (1, 2) Opnamestand d : AE-programma a : Handmatige belichting s : AE-sluiterprioriteit f : AE-diafragmaprioriteit Lichtmeetmodus qevaluatieve meting wdeelmeting rspotmeting egemiddelde meting met nadruk op het midden Sluitertijden Bulbbelichting Belichtingstijd bulbbelichting (min:sec) AF-puntselectiemodus ([ ], SEL) Flitsbelichtingsvergrendeling (FEL) Bezig (busy) Foutcodes (Err) ISO-waarde Resterende opnamen ISO-waarde Timer zelfontspanner Belichtingstijd bulbbelichting (uren) Foutcode Opnamen die nog moeten worden opgeslagen AF-modus X: One-Shot AF Z: AI Servo AF Schaal belichtingsniveau Pictogram batterijstatus zxbn mpictogram Persoonlijke functies yflitsbelichtingscompensatie haeb Transportmodi u Enkele opname i Continu-opname k Zelfontspanner (10 sec.) l Zelfontspanner (2 sec.) Waarde belichtingscompensatie AEB-bereik Waarde flitsbelichtingscompensatie Bij werkelijk gebruik worden alleen de symbolen weergegeven die in die situatie van toepassing zijn. 13

LCD-scherm aan de achterzijde Witbalans Q Automatisch W Daglicht E Schaduw R Bewolkt Y Bulbbelichting U TL-verlichting I Flits O Aangepast P Kleurtemperatuur Beeldgrootte 3 Groot 4 Medium1 5 Medium2 6 Klein 1 RAW 123 RAW+groot 124 RAW+Medium1 125 RAW+Medium2 126 RAW+klein Pictogram gegevensoverdracht Pictogram CF-kaartselectie Pictogram SD-kaartselectie Geheugenkaartindicator Blauw/amber Witbalanscorrectie Groen/magenta Witbalanscorrectie Niveau reeksopnamen op basis van witbalans Mapnummer Bestandnr. Kleurtemperatuur Persoonlijke witbalans Bij werkelijk gebruik worden alleen de symbolen weergegeven die in die situatie van toepassing zijn. 14

Zoekerinformatie Zone centrale spotmeting Laser-mat scherm AF-gebied AF-punt q Handmatige belichting w AE-vergrendeling AEB in werking Multi-spotmeting r Flits gereed Flitsbelichtingsvergrendeling onjuist e High-speed flitssync (p. FP-flits) Sluitertijden Bulbbelichting AF-puntselectiemodus ([ ], SEL) Flitsbelichtingsvergrendeling Bezig (busy) Diafragma AF-puntselectiemodus (AF, [ ], HP) Nummer geheugenkaart (1, 2) y Belichtingscompensatie Flitsbelichtingscompensatie uwitbalanscorrectie ISO-waarde Maximumaantal opnamen bij continu-opname p JPEG-pictogram ofocusbevestigingslampje Resterende opnamen ISO-waarde Timer zelfontspanner Standaardbelichtingsindex Schaal belichtingsniveau : 1 stap : 1/3 stap Overbelichting Belichtingsniveauindicator Overbelichting bij flits Belichtingsniveau Flitsbelichtingsniveau Onderbelichting bij flits Onderbelichting 15

Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt In de tekst staat het pictogram <4>voor de hoofdschakelaar. Bij alle handelingen die in deze handleiding worden beschreven, wordt ervan uitgegaan dat de schakelaar <4> is ingesteld op <1> of <d>. Het pictogram <6> staat voor het hoofdinstelwiel. Het pictogram <5> staat voor het snelkeuzewiel. Het pictogram <7> staat voor de snelkeuzewielknop. Bij alle handelingen met het instelwiel <5> wordt aangenomen dat de schakelaar <7>al is ingesteld is op <1>. Controleer of deze werkelijk is ingesteld op <1>. De pictogrammen en markeringen die in deze handleiding verwijzen naar knoppen, instelwielen en instellingen op de camera corresponderen met de pictogrammen en markeringen op de camera zelf. Voor meer informatie worden tussen haakjes referentiepaginanummers gegeven (p.**). In deze instructiehandleiding wordt de camera gedemonstreerd met een Canon EF50mm f/1,4 USM-lens. In de procedurebeschrijvingen wordt er van uitgegaan dat de menufuncties en persoonlijke voorkeuren staan ingesteld op de standaardinstellingen. Het pictogram 3geeft aan dat de instelling in het menu kan worden gewijzigd. (9) en (8) geven aan dat de beschreven functie gedurende 6 of 16 seconden actief blijft nadat u de knop loslaat. In deze handleiding worden de volgende waarschuwingssymbolen gebruikt: 16 : Dit waarschuwingssymbool duidt op een waarschuwing ter voorkoming van opnameproblemen. : Bij dit opmerkingssymbool wordt aanvullende informatie gegeven.

1 Aan de slag Dit hoofdstuk legt een aantal voorbereidende stappen en de basisbediening uit voor de EOS-1Ds Mark II. 17

Opladen van de batterij Raadpleeg de instructies voor het Ni-MH-batterijpakket NP-E3 of de Ni-MH-batterijlader NC-E2 voor meer informatie over het gebruik van de batterij. 1 Sluit het netsnoer aan. s Het <POWER>-lampje licht op. 2 Verwijder het beschermdeksel en plaats de batterij. Bevestig het deksel aan het kapje van het batterijcompartiment en berg deze op. Als de camera geen batterijen bevat, dient u het beschermdeksel te plaatsen om kortsluiting te vermijden. 18

3 Laad de batterij op. s Wanneer u de batterij plaatst, begint deze automatisch op te laden en licht het <CHARGE>-lampje op. s Wanneer de batterij volledig is opgeladen, knippert het lampje snel (tweemaal per seconde). s Het duurt ongeveer 120 minuten om een lege batterij volledig op te laden. Verwijder de batterij na het opladen en haal het netsnoer uit de wandcontactdoos. 19

Installeren en verwijderen van de batterij De batterij installeren 1 2 Verwijder het kapje van het batterijcompartiment. Houd het kapje aan beide zijden vast en trek het los. Installeer de batterij. Terwijl u de batterij naar binnen duwt, draait u de ontgrendelknop in de richting van de pijl. Als de rubberen ring van de batterij (om water buiten te houden) niet schoon is, reinigt u deze met een vochtige, katoenen doek. Rubberen ring Het batterijniveau controleren Wanneer de schakelaar <4> op <1> (p.27) staat, wordt het batterijniveau als volgt aangegeven: z x : Batterijniveau OK. : Batterijniveau is laag. b : Batterij is bijna leeg. n : Batterij moet worden opgeladen. 20

Batterijduur Temperatuur Resterende opnamen Bij 20 C Ongeveer 1200 Bij 0 C Ongeveer 800 De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op testcriteria van CIPA (Camera & Imaging Products Association). Het feitelijke aantal opnamen kan lager zijn dan hierboven is aangegeven, afhankelijk van de opnameomstandigheden. Het aantal mogelijke opnamen neemt af naarmate het LCD-scherm vaker wordt gebruikt. Het aantal mogelijke opnamen neemt ook af als u de ontspanknop langere tijd half ingedrukt houdt of de autofocus activeert zonder een foto te maken. Als u de Ni-MH-batterij herhaaldelijk oplaadt zonder dat deze helemaal leeg is, neemt de capaciteit van de batterij af. Raadpleeg de instructies voor de Ni-MH-batterijlader NC-E2 als u wilt vermijden dat de capaciteit van de batterij afneemt. De batterij verwijderen 1 2 Klap de ontgrendelknop van de batterij naar buiten, en draai deze in de richting van de pijl. Druk op de ontgrendelknop van de batterij en verwijder de batterij. 21

Het gebruik van een gewone wandcontactdoos Met de gelijkstroomkoppelingsset DCK-E1 kunt u de camera aansluiten op een gewone wandcontactdoos en hoeft u niet bang te zijn dat de batterij leegraakt. 1 Plaats de gelijkstroomkoppeling. Terwijl u de koppeling naar binnen duwt, draait u de ontgrendelknop in de richting van de pijl. 2 Sluit de netsnoerstekker aan. 3 Sluit het netsnoer aan. Als u de camera niet meer gebruikt, zet u de schakelaar <4> op <2> en verwijdert u de stekker uit de wandcontactdoos. 22 De gelijkstroomkoppeling is niet waterbestendig; zorg dus dat deze niet nat wordt wanneer u buiten werkt. Wanneer de schakelaar <4> op <1> staat, mag u de stekker van de gelijkstroomkoppeling of wisselstroomadapter niet uit de wandcontactdoos verwijderen. Anders schakelt de camera uit. Als de camera uitschakelt, verwijdert u de gelijkstroomkoppeling uit de camera en plaatst u deze opnieuw.

Bevestigen en verwijderen van een lens Een lens bevestigen 1 2 3 Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting van de pijl. Plaats de lens. Plaats de lens op de camera zodat de rode punten precies boven elkaar staan en draai de lens in de richting van de pijl totdat deze op zijn plaats klikt. Op de lens stelt u de focusinstellingsknop in op <f>. Als deze is ingesteld op <g>, is autofocus niet mogelijk. 4 Verwijder de voorste lensdop. De lens verwijderen Druk op de lensontgrendelingsknop en draai de lens in de richting van de pijl. Draai de lens totdat de rode punt bovenaan staat en verwijder de lens. Wanneer u de lens plaatst of verwijdert, dient u ervoor te zorgen dat er geen stof in de camera komt via de lensbevestiging. 23

Installeren en verwijderen van de geheugenkaart De camera is geschikt voor zowel een CF-kaart als een SD-kaart. Er moet ten minste één kaart zijn geïnstalleerd om opnamen mogelijk te maken. Als beide kaarten zijn geïnstalleerd, kunt u selecteren op welke kaart de afbeeldingen moeten worden opgeslagen. (p. 61) Als u een SD-kaart gebruikt, moet de schakelaar voor schrijfbeveiliging omhoog staan om schrijven/wissen in te schakelen. De kaart plaatsen 1 Open het deksel. Klap de ontgrendelknop van het deksel omhoog en draai deze in de richting van de pijl. 2 3 Plaats de geheugenkaart in de camera. De linkersleuf is voor de CF-kaart en de rechtersleuf is voor de SD-kaart. Als u de CF-kaart verkeerd inbrengt, kunt u de camera beschadigen. Zoals weergegeven in de afbeelding, houdt u de bovenkant van de kaart naar u toe, terwijl u de rand met de rij kleine gaatjes helemaal in de sleuf schuift. Sluit het deksel. Duw het deksel naar binnen totdat de ontgrendelknop van het deksel zich weer op zijn oorspronkelijke plaats bevindt. 24

4 Zet de knop <4> op <1>. s Het aantal mogelijke opnamen wordt weergegeven op het bovenste LCD-paneel en in de zoeker. s Mapnummer en bestandsnummer worden weergegeven op het LCD-scherm op de achterzijde. Het pictogram voor de gebruikte geheugenkaart wordt ook weergegeven. De camera is compatibel met Type I en Type II CF-kaarten. De kaart verwijderen 1 2 Voordat u het deksel opent. Zet de knop <4> op <2>. Zorg dat de lees-/schrijfindicator uit is en busy (bezig) niet wordt weergegeven op het bovenste LCDpaneel. Open vervolgens het deksel. Verwijder de geheugenkaart. Druk op de uitwerpknop om de CF-kaart te verwijderen. Als u de SD-kaart wilt verwijderen, drukt u deze in en laat u deze los. 25

De lees-/schrijfindicator brandt of knippert als de opname wordt gemaakt, als er gegevens worden overgebracht naar de geheugenkaart en als er gegevens worden opgeslagen, gelezen of gewist op de geheugenkaart. Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, mag u de volgende handelingen niet uitvoeren. Anders kunt u de opnamegegevens beschadigen. U kunt ook de geheugenkaart of de camera beschadigen. De camera schudden of ergens tegenaan stoten. De geheugenkaartsleuf openen. De batterij verwijderen. Wanneer een opname wordt verwerkt en opgeslagen op de geheugenkaart (lees-/schrijfindicator brandt of knippert), kunt u het menu niet gebruiken. Wanneer de geheugenkaart vol is, wordt de waarschuwing Card Full (Kaart vol) weergegeven op het LCD-paneel en in de zoeker. U kunt nu geen opnamen meer maken. Vervang de geheugenkaart door een exemplaar dat niet vol is. Zie pagina 119 als Card Err (Kaartfout) wordt weergegeven op het LCD-paneel. Weergave Kaart vol Weergave Kaartfout Geheugenkaartnr. Als u een geheugenkaart met een lage capaciteit gebruikt, kunt u mogelijk geen grote afbeeldingen opslaan. Microdrivekaarten zijn kwetsbaarder voor trillingen en fysieke schokken. Indien u een microdrive gebruikt, dient u op te letten dat de camera tijdens het opslaan of afspelen van opnamen niet wordt blootgesteld aan trillingen of fysieke schokken. Raak de contacten van de SD-kaart niet aan met uw vingers of met metalen voorwerpen. 26

Basisgebruik Aan-/uitschakelaar De camera werkt alleen als de schakelaar <4> is ingeschakeld. <2>: De camera is uitgeschakeld en werkt niet. <1> : Zet de schakelaar in deze positie om de camera in te schakelen. <d> : Dit is hetzelfde als <1>, behalve dat er een pieptoon is te horen wanneer het onderwerp is scherpgesteld in de modus One-Shot AF of met de handmatige focus. Om de batterij te sparen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld nadat deze 1 minuut niet is gebruikt (p.35). Om de camera weer in te schakelen, drukt u de ontspanknop half in. Als u aan de schakelaar <4> op <2> draait terwijl de opnamen worden opgeslagen op de geheugenkaart, wordt het resterende aantal opnamen dat moet worden opgeslagen, weergegeven op het bovenste LCD-paneel. Als alle opnamen zijn opgeslagen, worden het scherm en de camera uitgeschakeld. 27

De ontspanknop De ontspanknop heeft twee fasen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken. Half indrukken (9) Hiermee activeert u de automatische focus (AF) en het automatische belichtingsmechanisme (AE), waarmee de sluitertijd en het diafragma worden bepaald. De belichtingsinstelling (sluitertijd en diafragma) wordt weergegeven op het LCD-paneel en in de zoeker. Helemaal indrukken De sluiter ontspant en de opname wordt gemaakt. 28 Als u de ontspanknop half indrukt en (9) zijn verstreken, moet u de knop nogmaals half indrukken en een moment wachten voordat u volledig indrukt voor een opname. Als u de ontspanknop helemaal indrukt zonder deze eerst half in te drukken of als u de ontspanknop half indrukt en daarna volledig, zal de opname toch nog een moment worden vertraagd. Ongeacht hoe de camera is ingesteld (opnameweergave, menugebruik, opnameopslag, enz.), u kunt meteen weer fotograferen door de ontspanknop half in te drukken.

Het instelwiel <6> gebruiken Het instelwiel <6> wordt vooral gebruikt voor opname-instellingen. U kunt het op drie manieren gebruiken: (1) Wanneer u een knop indrukt, draait u aan het instelwiel <6> totdat de gewenste instelling wordt weergegeven op het LCD-paneel. Wanneer u de knop loslaat, wordt de geselecteerde instelling van kracht en is de camera klaar voor een opname. Op deze manier kunt u de opnamemodus, AF-modus, lichtmeetmodus, transportmodus, enz. instellen. (2) Druk op een knop en draai aan het instelwiel <6>. Wanneer u een knop indrukt, blijft de functie zes seconden lang (9) geselecteerd. Tijdens deze zes seconden kunt u de gewenste instelling maken met het instelwiel <6>. Wanneer de functie niet meer actief is of wanneer u de ontspanknop half indrukt, is de camera klaar voor een opname. Op die manier kunt u het AF-punt selecteren of de knop <O> indrukken om de belichtingscompensatie in te stellen. (3) Draai alleen aan het instelwiel <6>. Terwijl u het LCD-paneel raadpleegt, draait u aan het instelwiel <6>. Op die manier kunt u de sluitertijd, het diafragma, enz. instellen. 29

Het instelwiel <5> gebruiken Het instelwiel <5> wordt gebruikt om het AF-punt en het LCDscherminstelling te selecteren. Dit instelwiel <5> werkt alleen als de schakelaar <7> op <1> staat. U kunt dit instelwiel <5> op drie manieren gebruiken: 30 (1) Druk op een knop en draai tegelijkertijd aan het instelwiel <5>. Op deze manier kunt u verschillende menu-opties selecteren en instellen of de flitsbelichtingscompensatie instellen. Wanneer u de knop loslaat, wordt de geselecteerde instelling van kracht. Met dit instelwiel kunt u ook afbeeldingen selecteren en bekijken op het LCDscherm. (2) Druk op een knop en draai aan het instelwiel <5>. Wanneer u een knop indrukt, blijft de functie ervan zes seconden lang (9) actief. Tijdens deze zes seconden kunt u de gewenste instelling maken met het instelwiel <5>. Wanneer de functie niet meer actief is of wanneer u de ontspanknop half indrukt, is de camera klaar voor een opname. Op die manier kunt u het AF-punt selecteren of de belichtingscompensatie instellen. (3) Draai alleen aan het instelwiel <5>. Terwijl u draait aan het instelwiel <5>, kijkt u naar de instelling in de zoeker of op het LCD-paneel. Op die manier kunt u het diafragma instellen in de modus voor handmatige belichting van de camera.

Verticaal fotograferen Om verticaal te fotograferen, heeft de verticale greep (onderaan de camera) een ontspanknop, een hoofdinstelwiel, een knop voor AF-puntselectie, een AE-vergrendelingsknop, een helpknop en een knop voor flitsbelichtingsvergrendeling/multi-spotmeting. Voordat u de knoppen van de verticale greep gebruikt, zet u de aan-/ uitschakelaar voor de verticale greep op aan. Wanneer u de verticale greep niet gebruikt, zet u de aan-/uitschakelaar voor de verticale greep op uit, om te vermijden dat de knoppen onbedoeld worden gebruikt. 31

Menugebruik Met de menu's kunt u diverse optionele instellingen maken, zoals bewerkingsparameters, datum/tijd, persoonlijke voorkeuren, enz. Terwijl u naar het LCD-scherm kijkt, gaat u door naar de volgende stap met de knop <M>, de knop <X> en het instelwiel <5> op de camera. De knop <M> De knop <X> LCD-scherm <5> Weergavemenu Opnamemenu Tabblad Instellingenmenu 1 Instellingenmenu 2 Aangepast/ persoonlijke functies Menu-items Menu-categorieën 32 Ook wanneer een menu wordt weergegeven, kunt u direct teruggaan naar de opnamemodus door de ontspanknop half in te drukken. In de beschrijvingen van de menufuncties wordt er hierna vanuit gegaan dat de menu-items of -instellingen worden weergegeven.

Procedure menu-instelling 1 2 3 4 Geef het menu weer. Druk op de knop <M> om het menu weer te geven. Druk nogmaals op de knop om het menu te sluiten. Open het menu en volg de onderstaande procedure: Selecteer een tabblad (zxcbn). Houd de knop <M> ingedrukt, selecteer een tabblad met het instelwiel <5> en laat de knop vervolgens weer los. Selecteer een menu-item. Houd de knop <X> ingedrukt, selecteer een menu-item met het instelwiel <5> en laat de knop vervolgens weer los. Selecteer de gewenste menuinstelling. Houd de knop <X> ingedrukt, en draai aan het instelwiel <5> en laat de knop vervolgens weer los. De instelling wordt onmiddellijk toegepast. 33

5 Sluit het menu af. Druk op de knop <M> om af te sluiten. Menu-instellingen <z> Opnamemenu Handm. witbalans JPEG-kwaliteit Parameters Kleurmatrix Bekijken 34 Handmatige instelling van de witbalans Compressieverhouding voor 3, 4, 5, 6. Standaard Set 1 Set 2 Set 3 Stel in 1 Standaard 2 Portret 3H verzadig 4 Adobe RGB 5L verzadig 6KM instel1 7KM instel2 Stel in Uit Aan Aan (info) Kijktijd Ruisreductie ISO(vergroten) 2 sec. 4 sec. 8 sec. Vastzetten Uit Aan Uit Aan <x> Weergavemenu Afbeeldingen Beveilig beveiligen tegen wissen Roteren Roteren Wis alles op de Wis alle afbeeldingen kaart Geeft aan welke Print Opties afbeeldingen moeten worden afgedrukt Overbel. Uit waarschuwing Aan Toon Uit AF punten Aan Toon histogram Helder RGB

<c> Instellingenmenu 1 Uitschakelen Bestandsnr. BackUp Beeldomkeren Instell. Opslaan Instellingen laden Formatteren 1 min. 2 min. 4 min. 8 min. 15 min. 30 min. Uit Auto reset Continu M- reset Uit CF-kaart SD-kaart Aan Uit Instellingen opslaan op geheugenkaart. Camera-instellingen laden? Initialiseert en wist de kaart Beschikbaar in de talen: Engels, Duits, Frans, Nederlands, Deens, Fins, Italiaans, Noors, Zweeds, Spaans, Vereenvoudigd Chinees en Japans. <b> Instellingenmenu 2 LCD 5 niveaus Helderheid Datum/Tijd Taal Video Systeem Firmware Sensor schoonmaken Stel Datum & Tijd in 12 talen NTSC PAL Update? firmware wordt geüpdatet SVP volg de procedure beschreven in Instructies voor sensor cleaning <n> Menu Aangepaste / Persoonlijke functies Persoonlijke voorkeuren (C. Fn) Persoonlijke functies (P.Fn) Wis alle persoonlijke voorkeuren Wis alle pers. instellingen Hiermee past u de camera aan Groepen persoonlijke functies registreren Hiermee wist u de persoonlijke voorkeuren en herstelt u de standaardinstellingen. Hiermee wist u alle persoonlijke instellingen. 35

Het LCD-scherm Als u gebruikmaakt van het LCD-scherm, kunt u het instelwiel <5> gebruiken, zelfs als de schakelaar <7> op <2> staat. U kunt het LCD-scherm niet als zoeker gebruiken om opnamen te maken. Als u de helderheid van het LCD-scherm wilt aanpassen, selecteert u het tabblad <b> en vervolgens [LCD Helderheid]. De standaardinstellingen herstellen Opname-instellingen Opnamestand <d>ae-programma AF-modus One-Shot AF Lichtmeetmodus Evaluatieve meting Transportmodi Enkel AF-puntselectie AE-vergrendeling Belichtingscompensatie Flitsbelichtingscompensatie flitsbelichtingsvergrendeling AEB persoonlijke voorkeuren AF-puntregistratie Automatisch 0 (Nul) 0 (Nul) Geannuleerd Geannuleerd Geannuleerd Huidige instellingen bewaard Middelste AF-punt Houd de knoppen <N> en <B> tegelijkertijd gedurende twee seconden ingedrukt. s De standaardinstellingen van de camera worden als volgt weergegeven. Beeldregistratie-instellingen beeldgrootte Witbalans Reeksopnamen op basis van de witbalans Compensatie op basis van witbalans Parameters Kleurmatrix 3 (Groot) Q Uit 0 (Nul) Standaard 1 Standaard 36

Dioptrische aanpassing 1 2 Verwijder de oculairdop. Pak beide zijden van de oculairdop beet en schuif de dop omhoog om deze te verwijderen. Draai aan de diopterknop. Draai de knop naar rechts of links totdat het AF-punt of de middelste spotmetingszone in de zoeker scherp is. 3 Plaats de oculairdop terug. Als het beeld in de zoeker na de dioptrische aanpassing van de camera nog niet scherp is, wordt aanbevolen om de Dioptrische aanpassingslenzen E (10 typen) te gebruiken. (p. 169) Vasthouden van de camera Om scherpe opnamen te krijgen, houdt u de camera stil om bibberen te minimaliseren. Horizontaal fotograferen Verticaal fotograferen Houd de camera stevig vast met uw rechterhand en druk beide ellebogen licht tegen uw lichaam. Houd de lens onderaan vast met uw linkerhand. Druk de camera tegen uw gezicht en kijk door de zoeker. Voor een stabiele houding plaatst u een voet voor de andere. 37

3Datum en tijd instellen 1 2 3 4 Selecteer [Datum/Tijd]. Selecteer het tabblad <b>. Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [Datum/Tijd] te selecteren. Laat de knop <X> vervolgens los. Stel de datum en tijd in. De selectie schakelt over naar het volgende item telkens wanneer u drukt op de knop <X>. Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om het juiste getal te selecteren. Laat de knop <X> vervolgens los. Stel het formaat van de datumweergave in. Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om een van de volgende weergaveformaten te selecteren. [dd/mm/jj], [mm/dd/jj], [jj/mm/dd]. Laat de knop vervolgens los. Druk op de knop <M>. s De datum en de tijd worden ingesteld, en het menu verschijnt weer. 38 Iedere opname wordt opgeslagen met de datum en de tijd waarop de opname is gemaakt. Als de datum en de tijd niet juist zijn ingesteld, wordt de verkeerde datum/tijd opgeslagen. Zorg ervoor dat u de datum en de tijd correct instelt.

Batterij voor datum/tijd vervangen De levensduur van de back-upbatterij voor datum/tijd is ongeveer 10 jaar. Als de datum/tijd wordt gereset, vervangt u de back-upbatterij door een nieuwe CR2025 lithiumbatterij, zoals hieronder wordt uitgelegd. 1 2 Zet de schakelaar <4> op <2> en verwijder de batterij. De back-upbatterij bevindt zich aan de bovenzijde van het batterijcompartiment. Verwijder het deksel van de back-upbatterij. Maak de schroef los om het deksel te verwijderen, zoals afgebeeld. 3 Verwijder de batterij. (+) 4 Plaats een nieuwe backupbatterij. De pluszijde van de batterij moet omhoog wijzen. 5 Bevestig het deksel. Plaats de batterij en zet de schakelaar <4> op <1>. De datum/tijd wordt weergegeven op het LCD-scherm. Stel de datum/tijd in. 39

3Reinigen van de CMOS-sensor De CMOS-sensor is te vergelijken met de film in een gewone filmcamera. Elk stofje of ander vreemd deeltje dat op de sensor achterblijft, kan op de foto s zichtbaar worden als donkere spikkels. Om dit te voorkomen, volgt u de hier volgende procedure om de CMOSsensor te reinigen. Denkt u eraan dat de CMOS-sensor zeer gevoelig is. Indien mogelijk moet u de beeldsensor laten reinigen door een Canon Service Center. Als u de CMOS-sensor wilt schoonmaken, gebruikt dan u gelijkstroomkoppelingsset om de camera aan te sluiten op een gewone wandcontactdoos. Als u de batterij gebruikt, dient deze volledig te zijn opgeladen. Haal de lens van de camera voordat u de sensor reinigt. 1 Plaats de gelijkstroomkoppelingsbatterij en zet de schakelaar <4> op <1>. 2 3 Selecteer [Sensor schoonmaken]. Selecteer het tabblad <b>. Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [Sensor schoonmaken] te selecteren. Laat de knop <X> vervolgens los. Selecteer [OK]. Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [OK] te selecteren. Laat de knop <X> vervolgens los. s Het LCD-scherm wordt uitgeschakeld. 40

4 5 6 Druk de ontspanknop helemaal in. s De spiegel wordt opgeklapt en de sluiter wordt geopend. De CMOS-sensor schoonmaken Gebruik een blaasbuisje om stof op het oppervlak van de CMOS-sensor voorzichtig te verwijderen. Sluit het menu Sensor schoonmaken. Zet de knop <4> op <2>. s De camera wordt uitgeschakeld, de sluiter gaat dicht en de spiegel wordt weer dichtgeklapt. Zet de schakelaar <4> op <1>. De camera is klaar om een opname te maken. Schakel de camera niet uit terwijl u de CMOS-sensor schoonmaakt. Als de stroom wordt onderbroken, gaat de sluiter dicht en kunnen de sluitergordijnen worden beschadigd. Gebruik een blaasbuisje zonder borsteltje. Het borsteltje kan het oppervlak van de CMOS-sensor beschadigen. Steek het blaasbuisje niet verder dan de lensbevestiging in de camera. Als de stroom wordt onderbroken, gaan de sluitergordijnen dicht en kan het blaasbuisje deze beschadigen. Gebruik nooit lucht of gas uit flessen om de sensor schoon te maken. De druk kan de sensor beschadigen of de spray kan de sensor bevriezen. 41

De nekriem en de handriem bevestigen De nekriem bevestigen De handriem (optioneel) bevestigen 1 4 2 5 3 6 De nekriem bevestigen 42 Nadat u de riem hebt vastgemaakt, trekt u deze strak zodat deze niet uit de gesp kan glijden.

2 Opname-instellingen Dit hoofdstuk legt de instellingen uit voor het maken van digitale opnames: opnamekwaliteit, ISO-waarde, witbalans, kleurmatrix en bewerkingsparameters. 43

3Opnamekwaliteit instellen U kunt de beeldgrootte (opgeslagen pixels) en de JPEG-kwaliteit (compressieverhouding) instellen. Bij het selecteren van de beeldgrootte kunt u ook aangeven of u tegelijkertijd RAW- en JPEG-opnamen wilt opslaan. Het selecteren van de beeldgrootte Bij alle instellingen behalve <1> wordt de opname opgeslagen in de hoogwaardig JPEG-indeling. <1>-opnamen moeten met de meegeleverde software worden bewerkt. Bij de instellingen 126/5/ 4/3 wordt de opname tegelijkertijd in RAW- en JPEG-indeling opgeslagen. De beeldgrootte selecteren Houd de knop <N> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de gewenste beeldgrootte te selecteren. Laat de knop <N> vervolgens los. 44 Overzicht beeldgrootte Beeldgrootte (gemiddeld aantal opgeslagen megapixels) Afdrukgrootte 3 (Groot) 4992 x 3328 (16,6) A2 of groter 4 (Medium1) 3600 x 2400 (8,6) A3 5 (Medium2) 3072 x 2048 (6,3) A4 6 (Klein) 2496 x 1664 (4,2) Kleiner dan A4 1 (Raw) 4992 x 3328 (16,6) A2 of groter JPEG-beeldbestanden hebben de extensie jpg en RAW-beeldbestanden hebben de extensie cr2. RAW- en JPEG-afbeeldingen die tegelijkertijd worden opgeslagen, komen in dezelfde map - met hetzelfde bestandsnummer maar met verschillende extensies (cr2 en jpg). JPEG-afbeeldingen zijn geschikt voor rechtstreeks afdrukken en het opgeven van een afdrukvolgorde. Als u 3, 4, 5 of 6 selecteert, wordt rechts in de zoeker het pictogram <p> weergegeven. (Behalve bij gelijktijdige opnamen in RAW en JPEG.)

De RAW-indeling Afbeeldingen in RAW-indeling moeten nog worden bewerkt op een pc. Hiervoor is enige kennis vereist, maar de benodigde software is meegeleverd. <1>-opnamen worden bewerkt volgens de kleurmatrix, de witbalans en de bewerkingsparameters zoals die op het moment van de opname waren ingesteld. Tijdens de beeldbewerking kunnen onder anderen de witbalans en het contrast van de RAW-afbeelding nog worden aangepast. Rechtstreeks afdrukken en het aangeven van een afdrukvolgorde is niet mogelijk bij RAW-afbeeldingen. Beeldbestandsgrootte en capaciteit geheugenkaart Beeldgrootte Bestandsgrootte (ongeveer, in MB) Maximumaantal opnamen Maximale opnamereeks 3 5,5 80 32 4 3,2 135 59 5 2,6 169 78 6 1,9 229 122 1 14,6 25 11 123 18 9 124 21 9 125 22 9 126 22 9 Het maximumaantal opnamen is gebaseerd op een geheugenkaart van 512 MB. De bestandsgrootte en het maximumaantal opnamen zijn gebaseerd op de testcriteria van Canon (JPEG-kwaliteit: 8, bewerkingsparameters: normaal, ISO 100, enzovoort). De werkelijke bestandsgrootte en het maximumaantal opnamen is afhankelijk van het onderwerp, de JPEG-kwaliteit, de opnamestand, de ISO-waarde, de bewerkingsparameters en dergelijke. Op het LCD-paneel aan de bovenzijde kunt u zien hoeveel opnamen er nog op de geheugenkaart kunnen worden vastgelegd. In de zoeker wordt het maximumaantal opnamen weergegeven (tot maximaal 99) als bij de afbeeldingsgrootte S (klein) is geselecteerd. 45

De JPEG-kwaliteit (compressieverhouding) instellen U kunt bij de standen 3/4/5/6 de opnamekwaliteit instellen. Selecteer [JPEG-kwaliteit]. 1 Selecteer het tabblad <z>. Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de gewenste [JPEG kwaliteit] te selecteren. Laat de knop <X> vervolgens los. 2 3 Selecteer de beeldgrootte. Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de gewenste beeldgrootte te selecteren (3/4/5/6). Laat de knop vervolgens los. Stel de gewenste opnamekwaliteit in. Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de gewenste [JPEG kwaliteit] te selecteren. Laat de knop vervolgens los. Hoe groter het getal, hoe hoger de kwaliteit (en hoe lager de compressie). 46 Bij een hogere opnamekwaliteit wordt het maximumaantal opnamen op de geheugenkaart kleiner. Bij een lagere opnamekwaliteit wordt het maximumaantal opnamen op de geheugenkaart juist groter. De JPEG-kwaliteitsniveaus 1 tot en met 5 worden aangegeven met <o> en de niveaus 6 tot en met 10 worden aangegeven met <i>.