Vragen kinderopvang bij begroting en jaarverslag OCW en begroting SZW



Vergelijkbare documenten
De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 juni 2010 Betreft kinderopvangtoeslag vanaf 2011

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Kinderopvangtoeslag vanaf 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gemeenten gaan de afgelopen jaren steeds vaker over tot omvorming van hun peuterspeelzalen naar kinderopvang. In die gemeenten worden

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard.

Het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Feiten en cijfers over Kinderopvang

NOTA VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Op de voordracht van van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 juli 2015, nr , gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BAOZW/U Lbr. 11/015

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Gelet op artikel 1.7, tweede, derde, vijfde en zesde lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van. 2014;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Kinderopvang tot 2015: krimp en yuppificatie zet door

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Gelet op de artikelen 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang 1 ;

betaald eigen risico zorgkosten

Gelet op de artikelen 1.6, zevende lid, 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1 ;

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang per

De opbouw van de notitie is als volgt. Sectie 2 beschrijft de varianten. Sectie 3 beschrijft de effecten op de werkgelegenheid.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De bruikbaarheid van koopkrachtplaatjes

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0

Factsheet kinderopvang januari 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Toekomstverkenning peuterspeelzaalwerk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Memo Aan: College Cc: Van: Wethouder Van de Wardt Datum: 10 maart 2015 Kenmerk: 15ini00570 Onderwerp: Harmonisatie Peuterspeelzalen

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 september 2015

Vergadering Algemeen Bestuur

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Gelet op de artikelen 1.8, eerste lid, en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang;

Datum: 18 februari 2015 Betreft: Onderzoek alternatieve vormgeving kinderopvangtoeslag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Memo beperken inkomenseffecten

Toelichting bij de SZW-Adviestabel ouderbijdragen kinderopvang 2004 Percentagetabel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

INKOMENSEFFECTEN VAN DE ZORGVERZEKERINGSWET EN DE WET OP DE ZORGTOESLAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

INBRENG VAN EEN VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten)

Kinderopvang als banenmotor binnen de belastingherziening

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van (datum invullen), (nummer invullen);

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

BAOZW/U Lbr. 09/139

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NOTA VAN TOELICHTING. I. Algemeen. 1. Inleiding

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Advies: In te stemmen met bijgaande raadsinformatiebrief en deze door te sturen naar de raad.

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 3 augustus ECSD/U Lbr. 17/042 (070)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Voorstel van wet tot het niet indexeren van het basiskinderbijslagbedrag in de Algemene Kinderbijslagwet per 1 juli 2013 (33 525)

Prinsjesdag 2015: 10 wijzigingen voor je portemonnee

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in Nibud, september 2013

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Alleenstaande ouders en kindregelingen

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht 'Koopkracht gezinnen in veertig jaar amper gestegen? 1

27926 Huurbeleid. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 11 oktober 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vraag en Antwoord Harmonisatie peuterspeelzaalwerk gemeente Maastricht

Portefeuillehouder: Ter behandeling in de vergadering van: de commissie samenleving d.d. 30 oktober 2017 de Raad d.d.

Notitie Subsidiering Peuteropvang gemeente Krimpen aan de IJssel

Transcriptie:

Vragen kinderopvang bij begroting en jaarverslag OCW en begroting SZW Begroting OCW Vraag 20 Kunt u uiteenzetten wat de bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag voor gevolgen hebben voor alle inkomensgroepen? Kunt u specificeren hoeveel de lage- midden- en hoge- inkomens er per maand op achteruit gaan ten opzichte van 2010 in 2011, 2012, 2013, 2014 en 2015? Onderstaande tabel presenteert de inkomenseffecten van de maatregel die door het vorige kabinet per 2011 is genomen voor verschillende huishoudens die gebruik maken van kinderopvang. Uit de tabel blijkt dat een grote meerderheid van de huishoudens er relatief ten opzichte van hun besteedbaar inkomen tot 2% op achteruit gaat. De spreiding in het inkomenseffect wordt mede veroorzaakt door een verschillend gebruik van kinderopvang per inkomensgroep. Hierdoor kan het inkomenseffect negatiever uitvallen, indien het gebruik van kinderopvang groter is. Tabel: Inkomenseffecten voor huishoudens die kinderopvang gebruiken Inkomenseffect Minimum Minimummodaal 1x - 1,5x modaal 1,5x - 2x modaal 2x - 3x modaal >3x modaal Totaal geen effect 18% 3% -1 tot 0% 67% 60% 59% 54% 43% 55% 53% -2 tot -1% 17% 27% 38% 44% 54% 23% 40% -3 tot -2% 17% 13% 3% 2% 4% 4% 4% <-3% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% % aantal huishoudens 2% 7% 15% 26% 31% 19% 100% Daarnaast zal ook dit kabinet per 2012 bezuinigen op de kinderopvangtoeslag. De komende periode wordt bekeken hoe de voorgenomen bezuiniging vorm gegeven kan worden, met inachtneming van de afspraken in het Regeerakkoord op dit punt. Omdat de inkomenseffecten afhankelijk zijn van de gekozen invulling van de maatregelen zijn deze nog onbekend. Vraag 113 Welke bijdrage betalen de werkgevers nu percentueel mee aan de totale kosten van de kinderopvang? De invoering van de Wet kinderopvang is gebaseerd op de gedachte dat formele kinderopvang tripartiet gefinancierd wordt door de overheid, de werkgevers en de ouders. Sinds 1 januari 2007 betalen werkgevers verplicht mee via een opslag op de wachtgeldpremie. Daarvoor was de bijdrage nog vrijwillig. De opslag op de wachtgeldpremie is echter niet zo berekend dat er precies 1/3 van de uitgaven aan kinderopvang uit wordt bekostigd. Als de kosten van kinderopvang stijgen maar de grondslag van de opslagpremie stijgt minder hard mee, dan hoeft het opslagpercentage niet dienovereenkomstig te wijzigen.

Onderstaande tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van de procentuele aandelen van de bijdragen van de verschillende partijen. Tabel aandeel bijdrage overheid, werkgever en ouders 2007-2011 2007 2008 2009 2010 2011 Collectief 82% 82% 79% 78% 74% w.v. belastingmiddelen 56% 58% 57% 55% 50% w.v. werkgeverspremie 26% 24% 22% 23% 24% Ouders 18% 18% 21% 22% 26% Vraag 114 Wat levert het op wanneer de ouderbijdrage voor de kinderopvang sterker inkomensafhankelijk gemaakt wordt voor het tweede en volgende kind, net als dat nu het geval is voor het eerste kind? Er zijn veel mogelijkheden om de tweede kind tabel sterker inkomensafhankelijk te maken dan nu het geval is. In de Heroverweging Kindregelingen zijn verschillende mogelijkheden doorgerekend. Zo staat daar de opbrengst van het versnellen van de afbouw van de tweede (en volgende) kindtabel naar 64%. Een andere variant die in dat kader is doorgerekend, is het gelijktrekken van de subsidie voor het tweede kind aan de huidige subsidie voor het eerste kind en de subsidie voor volgende kinderen die gelijk wordt aan de huidige subsidie voor het 2e kind. Vraag 115 Wanneer kan de Kamer meer informatie verwachten over het versterken van het recht van ouders in de kinderopvang, zodat ouders meer rechten hebben om in verweer te komen tegen kinderopvangorganisaties die meer uren berekenen dan ouders feitelijk afnemen? Het vorige kabinet heeft de Tweede kamer in haar brief van 5 februari 2010 geïnformeerd over maatregelen om de positie van ouders in de kinderopvang te versterken. Er is toegezegd om de Kamer eind dit jaar te informeren over de nadere uitwerking van deze maatregelen. Vraag 116 In hoeverre lukt het de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) om alle gastouders, peuterspeelzalen en kinderopvangorganisaties te controleren? De invoering per 1 januari 2010 van het directe toezicht op de kwaliteit van de gastouders, betekent in ieder geval voor 2010 en 2011 een sterke uitbreiding van de werkzaamheden van de GGD-en en de gemeenten voor toezicht en handhaving. Om deze uitbreiding mogelijk te maken heeft het vorige kabinet voor 2010 en 2011 per jaar 10 miljoen euro extra in het gemeentefonds beschikbaar gesteld voor toezicht en handhaving op de kinderopvang. Gemeenten en GGD en hebben zich op deze uitbreiding van taken voorbereid. Zo zijn bijvoorbeeld extra inspecteurs aangesteld. Deze uitbreiding van werkzaamheden was aanleiding voor maatwerk voor het toezicht bij de kindercentra in 2010. Daarom zijn met de

bestuurders van VNG, GGD Nederland en Inspectie van het Onderwijs afspraken gemaakt om middelen en personeel zo efficiënt mogelijk in te zetten voor het toezicht in de kinderopvang. Voor extra werkzaamheden voor de gemeenten en de GGD-en voor het toezicht op de kwaliteit van de peuterspeelzalen (inclusief vve) is in 2010 2 miljoen euro in het gemeentefonds beschikbaar. Vanaf het jaar 2011 is het totale bedrag voor het toezicht en handhaving van de kwaliteit van de peuterspeelzalen structureel 5 miljoen euro. De termijn voor een aanvraag voor registratie van het peuterspeelzaalwerk gaat vanaf de invoering van de wet per 1 augustus 2010 in en eindigt een jaar later op 1 augustus 2011. In een volgend overleg met de bestuurders van VNG, GGD Nederland en Inspectie van het Onderwijs zullen ook voor 2011 afspraken worden gemaakt om middelen en personeel zo efficiënt mogelijk in te zetten voor het toezicht in de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. Jaarverslag en Slotwet OCW Vraag 25 Wat is de invloed van de kinderopvangtoeslag op het gebruik van kinderopvang De kinderopvangtoeslag dient om de financiële toegankelijkheid van de kinderopvang te garanderen. Een hogere toeslag maakt kinderopvang makkelijker financieel bereikbaar voor ouders. Dat leidt tot twee effecten: Enerzijds verhoogt de hogere toeslag de arbeidsparticipatie. Anderzijds leidt de hogere toeslag tot substitutie van informele opvang voor formele opvang. Het tegenovergestelde geldt voor een verlaging van de toeslag.

Begroting SZW Vraag 54 Wat is het verband tussen de bezuinigingen op de kinderopvang en de arbeidsparticipatie? Vraag 67 Kan de regering een doorrekening geven van het participatie-effect van de bezuiniging op de kinderbijslag? Vraag 68 Welk aandeel van deze participatiedaling komt voor de rekening van vrouwen? De kinderopvangtoeslag is een instrument om de arbeidsparticipatie van, met name vrouwen, te bevorderen. Het effect van de bezuiniging op de arbeidsparticipatie zal mede afhangen van de gekozen invulling van de maatregel. De komende periode wordt bekeken hoe de voorgenomen bezuiniging zo goed mogelijk vorm gegeven kan worden, met inachtneming van de afspraken in het Regeerakkoord. Daarbij zullen zowel inkomens- als participatie-effecten worden meegewogen. Vraag 62 Klopt het dat overschrijding in de kinderopvang vanaf 2011 gedekt wordt door een gelijke proportionele aanpassing van de kinderopvangtoeslagtabel voor zowel het eerste als het tweede kind en dat op deze wijze de aanpassing een procentueel gelijk koopkrachteffect heeft voor alle inkomensniveaus tot circa 113 000 euro per jaar, zoals in de Miljoenennota op p. 62 staat? Is het niet zo dat de aanpassing in 2011 een ongelijk procentueel gelijk koopkrachteffect heeft omdat er gekozen is voor een inkomensneutrale invulling (iedereen gaat ongeveer evenveel meer betalen)? Is zeker dat vanaf 2012 de bezuiniging zodanig wordt ingevuld dat de aanpassing en procentueel gelijk koopkrachteffect heeft? Het is niet zo dat, zoals de vraag impliceert, iedereen evenveel meer gaat betalen aan kinderopvang. De bezuiniging die in 2011 ingaat, is zo vormgegeven dat ieder huishouden bij een gelijk gebruik van kinderopvang er, bij benadering, relatief evenveel op achteruit gaat in besteedbaar inkomen. Dit betekent dat lagere inkomens in absolute termen er minder op achteruit gaan dan hogere inkomens; procentueel ten opzichte van hun besteedbaar inkomen gaan ze er evenveel op achteruit. De aanvullende bezuiniging vanaf 2012, waartoe is besloten in de Miljoenennota 2011 en in het Regeerakkoord, is nog niet ingevuld. Het regeerakkoord noemt het afbouwen van de kinderopvangtoeslag voor het eerste en voor het volgende kind voor de hogere inkomens. Deze maatregel zal vooral de hoogste inkomens raken. De komende periode wordt bekeken hoe de voorgenomen bezuiniging zo goed mogelijk vorm gegeven kan worden, met inachtneming van de afspraken in het Regeerakkoord. Daarbij zullen zowel inkomens- als participatie-effecten worden meegewogen. Vraag 60 Kan de regering uitleggen waarom de bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag niet zijn meegenomen in de ramingen? Acht de regering het wenselijk dat

gezinnen met kinderen die gebruik maken van de kinderopvangtoeslag er gemiddeld genomen veel meer op achteruit gaan dan andere kwetsbare groepen in de koopkrachtramingen voor 2011? Graag nadere toelichting Vraag 61 Kan de minister aangeven waarom bezuinigingen als de kinderopvangtoeslag niet zijn meegenomen in de ramingen? Kan de minister het koopkrachtbeeld van gezinnen die gebruik maken van kinderopvangtoeslag inzichtelijk maken? De effecten van de bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag zijn toegelicht in de bijlage inkomensbeleid van de begroting en zijn ook meegenomen in de aldaar opgenomen puntenwolk. Daarnaast is de omvang van het gemiddelde effect benoemd in een voetnoot bij de koopkrachttabel voor 2011. Het effect is niet meegenomen in de koopkrachttabel zelf omdat in de tabel alleen de effecten van generieke, verplichte regelingen zijn verwerkt. Omdat niet alle huishoudens met kinderen gebruik maken van formele kinderopvang, en het effect bovendien per huishouden verschilt, zijn wijzigingen in de kinderopvangtoeslag niet opgenomen in de standaard koopkrachttabel.