Brandpreventie Academie 07/06/2016 Rudolf van Mierlo Efectis Nederland 1 Inhoud o Achtergrond: Bouwbesluit en NEN 6075 o Bepaling rookdoorlatendheid Sa en S200 Consequenties van invoering 2 1
Beheersen rookverspreiding; hoe? o Rook weren bij scheidingen door afdichting van scheidingen o Rook weren bij scheidingen door drukverschil Overdruk/onderdruk-systemen o Rook weren uit delen van ruimten door opvang elders Rook/warmte afvoer met opvang in rookbuffers Het gaat hier alleen over rook weren met scheidingen! 3 Wat is het idee bij rookwerendheid? o Gebouwen zijn ingedeeld in brandcompartimenten (BC s) om de uitbreiding van brand te beperken o BC s zijn ingedeeld in rookcompartimenten* om de verspreiding van rook te beperken, met als doelen: kort verblijven en tegen rook beschermd zijn korte afstand lopen om aan rook te ontsnappen *: In Bouwbesluit 2012 heten rookcompartimenten: sub-brandcompartimenten (subbc s) 4 2
van scheidingen: 1e optie o via brandwerendheid (oude BB-regel): De rookwerendheid is (in tijd) 1,5 maal de brandwerendheid op de afdichting (E-criterium) Achterliggende gedachte: een scheiding weerstaat warme rook langer dan een hetere brand (1,5 maal???) o Maar: Een brandwerende scheiding kan veel rook doorlaten!!! (het E-criterium verhindert dit niet) Actieve (bijv. opschuimende) afdichtingsmiddelen: leveren pas een goede rookwerendheid na activering (bij de standaard brandkromme na >5 minuten) bij koude rook kan activering lang duren of niet optreden vóór activering: openstaande kieren rond deurbladen, grote open oppervlakten van ventilatieroosters, 5 Rookdoorlatendheid bij E-criterium o Rook uit brandwerende scheiding (brandwerendh.test): N.b.: De foto s geven een indruk van de lekkage-openingen; de doorgelaten rook komt hier uit de constructie zelf 6 3
van scheidingen: 2e optie o op basis van lekdichtheid Voor deuren en luiken een Europese testmethode: EN 1634-3:2004+C1:2007: Bepaling van de brandwerendheid van deuren en luiken, deel Rookwerende deuren en luiken EN 1634-3 gebruikt een lekdichtheidsmeting bij 10, 25 of 50 Pa drukverschil => voldoen aan Sa en/of S200 7 NEN 6075 o Wordt vanuit het Bouwbesluit aangestuurd voor de weerstand tegen rookdoorgang (WRD) tussen ruimten o Bevat twee bepalingsmethoden (in NEN 6075): WRD op basis van brandwerendheid (E-criterium; x 1,5 ) WRD op basis van rookdoorlatendheid o De rookwerendheid / rookdoorlatendheid wordt uitgedrukt in behalen van de prestaties Sa en S200 o Huidige versie: NEN 6075:2011+C1:2012 8 4
NEN 6075 o 1e optie: methode 1,5 x E-waarde brandwerendheid: Constructie-onderdelen: E20 => Sa, E30 => S200 Ventilatiesysteem: brandklep E20-NEN 6069 of NEN 6077 of ventilatiesysteem moet 20 min blijven werken of ventilatiesysteem mag slechts toe- en afvoeropeningen hebben in een subbc o 2e optie: methode rookdoorlatendheid: Deuren / luiken: Sa of S200 (volgens EN 1634-3 en EN 13501-2+A1) Andere constructieonderdelen: NEN 6075 vertaalt andere rookwerende eigenschappen naar Sa en S200 9 Sa of S200 o Resultaat: allerlei constructieonderdelen met de eigenschap S200, Sa of geen van beide o Aannamen: Voldoen aan S200 betekent ook aan Sa 2x Sa in serie betekent S200 o Wat is weerstand tegen rookdoorgang tussen ruimten? Op elk uitbreidingstraject de gevraagde rookwerendheid Veel constructiedelen met gaten in de zelfde scheiding => vele malen een rookdoorlaat horend bij S200 of Sa Eis op component-niveau ((nog) niet op ruimteniveau) 10 5
Wettelijke rookwerendheidseisen (in BBL) o BBL is opvolger van Bouwbesluit (en andere Besluiten) Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) voorjaar 2019 van kracht Concept-BBL juli 2016 voor consultatie gepubliceerd, zodat de industrie zich kan voorbereiden BBL bevat voor nieuwbouw eisen aan echte rookwerendheid (met Sa en S200) Eisen op hoofdlijnen: Rookscheidingen niet meer brandwerend (tenzij beschermde subbc s en BC s) Vooral Sa in niet-slaapgebouwen Vooral S200 in slaap-gebouwen 11 Wettelijke rookwerendheidseisen (in BBL) o Na invoering van het BBL: Worden veel minder brandwerende scheidingen geplaatst / brandwerende producten verkocht Worden veel meer rookwerende scheidingen geplaatst / rookwerende producten verkocht 12 6
Inhoud o Achtergrond: Bouwbesluit en NEN 6075 o Bepaling rookdoorlatendheid Sa en S200 Consequenties van invoering 13 Rookdoorlatendheid per constructieonderdeel o Testnorm EN 1364-3 o Situatie per constructieonderdeel: Deuren / luiken Ventilatiesystemen Rookgasafvoersystemen Doorvoeringen en naden Overige constructie-onderdelen 14 7
Wat is het idee bij de EN 1634-3-test? o Hoeveel lucht / rook lekt door het constructie-onderdeel bij een drukverschil? o Principe van de testopstelling: Een drukdoos (-50 tot +50 Pa), kan tot 200 C verwarmd De drukdoos heeft één open zijde waartegen het proefstuk komt (zoals bij de brandwerendheidtest) 15 16 De testopstelling 8
EN 1634-3 o Sa-bepaling (standaard): Meet lekkage van drukdoos en ondersteunende constructie Meet lekkage met proefstuk (zonder onderspleet): bij +10 Pa en 20 C gedurende 2 min. bij +25 Pa en 20 C gedurende 2 min. De meting mag in de andere richting worden gedaan zonder het proefstuk om te draaien door -10 en -25 Pa (onderdruk in de drukdoos ) te gebruiken 17 EN 1634-3 o S200-bepaling (standaard) na de Sa-bepaling: Verhoog de temperatuur in 30 minuten naar 200 C Meet lekkage met proefstuk: bij +10 Pa en 200 C gedurende 2 min. bij +25 Pa en 200 C gedurende 2 min. bij +50 Pa en 200 C gedurende 2 min. Meet lekkage van drukdoos en ondersteunende constructie bij 200 C Voor de meting in de andere richting moet een nieuw proefstuk andersom worden aangebracht en moeten bovenstaande stappen worden herhaald 18 9
EN 1634-3 resultaten o Toepassingsgebied testresultaat: Algemeen regels Regels voor specifieke deur/luiktypen EXAP-regels in EN 15269, diverse delen (en EN 15725) o Klassering volgens EN 13501-2: 19 Deuren / luiken o Methode 1,5 x E-waarde brandwerendheid: E20 => Sa ; E30 => S200 o Methode rookdoorlatendheid: Sa of S200 bepalen volgens EN 1634-3 en EN 13501-2+A1 Overstroomrooster in deur moet samen met deur meten o Consequenties rookdoorlatendheid Andere opbouw deur (specifiek Sa en S200) (Extra) afdichting rondom deur Geen onderspleet bij S200 deur: valdorpel of aanslag nodig Geen opschuimende ventilatierooster in deur 20 10
Ventilatiesystemen kanaal (zonder klep) o Methode 1,5 x E-waarde brandwerendheid: E20 cf. NEN 6069 (NEN-EN 1366-1 of NEN 6076) => Sa E30 cf. NEN 6069 (NEN-EN 1366-1 of NEN 6076) => S200 o Methode rookdoorlatendheid: E en/of S volgens EN 1366-1 en EN 13501-3+A1; Sa: E20 of S volgens EN 13501-3+A1; S200: E20 S volgens EN 13501-3+A1 21 Ventilatiesystemen - kanaal (zonder klep) o Lekkage door ventilatiekanaal Bij vlamdichtheid betrokken op afdichting E: maximaal 15 m3/h, per m2 klep, bij brand buiten kanaal Bij smoke leakage S: maximaal 10 m3/h, per m2 klep, bij brand buiten kanaal 22 11
Ventilatiesystemen - klep o Methode 1,5 x E-waarde brandwerendheid: Klep: E20 cf. NEN 6069 (NEN-EN 1366-2) of NEN 6077; of Ventilatiesysteem met mechanische afvoer moet 20 min blijven werken; recirculatie moet zijn uitgeschakeld; of Een ventilatiesysteem mag slechts toe- en afvoeropeningen hebben in een subbrandcompartiment 23 Ventilatiesystemen - klep o Methode rookdoorlatendheid: Klep: E en/of S volgens EN 1366-2 en EN 13501-3+A1; E: o.a. max. 360 m3/h, S: max. 200 m3/h; beide per m2 klep Sa: E20 of S volgens EN 13501-3+A1; S200: E20 S volgens EN 13501-3+A1 Klep moet sluiten bij rook in ruimte of Ventilatiesysteem met mechanische afvoer moet 20 min blijven werken; recirculatie moet zijn uitgeschakeld; of Een ventilatiesysteem mag slechts toe- en afvoeropeningen hebben in een subbrandcompartiment 24 12
Ventilatiesystemen o Belangrijke consequenties (bij rookdoorlatendheid) Rookmeldersturing ipv smeltlood Voor Sa volstaat S-klep biedt mogelijkheden voor toepassing rookkleppen 25 Rook/Warmteafvoersystemen o Methode rookdoorlatendheid: Kanaal: rookwerendheid alleen beschouwen als grenzend aan meerdere ruimten E en/of S volgens EN 1366-8/-9 en EN 13501-4+A1 Klep: rookwerendheid alleen beschouwen als klep geen functie heeft in toevoer/afvoer-regeling E en/of S volgens EN 1366-10 en EN 13501-4+A1 klep moet sluiten bij rook in ruimte van waaruit de rookdoorlatendheid wordt bepaald Sa: E20 of S volgens EN 13501-4+A1 S200: E20 S volgens EN 13501-4+A1 26 13
Doorvoeringen en naden o Methode rookdoorlatendheid: Sa blinde doorvoering: <3 m3/h per m2 volgens EN 1026 Sa standaard doorvoering: <30 m3/h volgens EN 1026 en EN 1366-3 Sa naad: <0,1 m3/h per m en < 3 m3/h per m2 volgens EN 1026 S200: Sa + E20 27 Doorvoeringen en naden o Belangrijke consequenties (bij rookdoorlatendheid) Sparing altijd afdichten met niet-poreuze materialen Bij Sa volstaat alleen afdichting; afdichting is van ander type dan bij S200 en brandwerendheid Bij S200 doorvoer naast afdichting meestal ook brandwerende voorziening; afhankelijk van type doorvoer 28 14
Overige constructie-onderdelen o Methode rookdoorlatendheid: Ventilatieroosters en overstroomcomponenten: Testen samen met deur of wand Wanden en vloeren zonder openingen: Sa: geen rookdoorlatende constructie-onderdelen + geen zichtbare openingen S200: Sa + E20 Overige constructie-onderdelen Sa : luchtdoorlatendheid < 10 m3/h.m2 volgens EN 1026 + geen zichtbare openingen S200: Sa + E20 Alternatief voor alle constructie-onderdelen: op overeenkomstige wijze = Sa en S200 volgens EN 1634-3 29 Samenvattend o Besluit Bouwwerken Leefomgeving: Concept juli 2016; van kracht voorjaar 2019 Voor nieuwbouw rookdoorlatendheid (waar Sa en S200?) o Bepaling van WRD cf. NEN 6075:2011 +C1:2012 Basis: brandwerendheid E of rookdoorlatendheid Sa / S200 Bepaling van Sa en S200 per constructie-onderdeel EN 1634-3: (alt.) methode voor alle constructie-onderdelen o Consequenties: Minder brandwerende scheidingen / producten Meer rookwerende scheidingen / producten 30 15
Afsluiting VRAGEN? Bedankt voor uw aandacht! Rudolf van Mierlo Efectis Nederland 31 32 16