T O E R D. bewakingsverslag



Vergelijkbare documenten
Routekaart Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

T O E R D. bewakingsverslag

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Big Days Groot-Amsterdam

WETLAND TELLINGEN LEPELAARPLASSEN: 2013

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Required species Netherlands Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No numbers means not required

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Required species Belgium Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No number means not required

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Checklist van de vastgestelde vogelsoorten binnen Blokkersdijk

BMP rapport Gat van Pinte 2013

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

BMP rapport Gat van Pinte 2012

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2013 voor CCWO

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Lepelaar vrij schaars klein aantal klein aantal

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha

Euro Birdwatch 2012 Jaarlijkse trekteldag

SOORTEN DIE GEBRUIKT ZIJN VOOR DE BEPALING VAN DE LIVING PLANET INDEX IN NOORD-HOLLAND

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO

BMP rapport. Gat van Pinte Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

BMP rapport. Gat van Pinte 2017

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Broedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012

Soortenlijst vogels Vogel- en Florareis Armenië 29 april t/m 10 mei 2015 Kaukasus Plus Reizen pag. 1

Nieuwsbrief Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren Oostende januari 2006

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voor die teller die in het broedseizoen boven de 100 soorten in zijn blok uitkomt is er een leuke verrassing (zie hieronder).

Samenvatting feedback Nationale Vogelweek 2016

Datum: Woensdag 26 juni Excursie: Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Vogellijst Soort / Datum 29.jun 30.jun 1.jul 2.jul 3.jul 4.jul 5.jul 6.jul 7.jul / TOT

Vervolgens reden we via de Torenvalkweg naar de Oostvaardersplassen. We besloten van start te gaan met een wandeling over het Oostvaardersveld.

BROEDVOGELINVENTARISATIE VAN DE HOENWAARD IN Gerritsen. door: G.J. Vogelwerkgroep Grote Rivieren.

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura gebieden

BMP rapport. Gat van Pinte 2018 (1 e Concept) Wakende Holenduif. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Augustus 2018

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks uur.

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans

Nieuwsbrief PTT Januari 2018

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

Datum: 13 april Excursie: Ochtendexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2015 voor CCWO

Weekendje Texel oktober 2016

Vogelmonitoring Midden-IJsselmonde N. Godijn

TREKTELLEN 2006 TELPOST OOLMANSWEG Aagje van der Wulp

Donderdag 19 mei 2016: Avondexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Handleiding online invoer Broedvogel Monitoring Project met autoclustering

Lijst waargenomen vogel, amfibie- en zoogdiersoorten Bulgarije 30 mei - 2 juni 2009 Stichting Natuurreizen

BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag

Datum: Vrijdag 5 april Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gidsen: Taco & Pim

Datum: Maandag 21 mei Excursie: Zuid-Kennemerland, Duinen & Polder. Gids: Pim

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

Datum: 13 mei Excursie: Brabantse Biesbosch. Gids: Pim

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

Vogelbevolking op De Beer door opzichter Van Doorn, Mededelingenreeks Natuurmonument De Beer 6

KNNV afdeling Hoorn/West-Friesland. Lutjebroekerweel

Lauwersmeer excursie, mei Vogelwerkgroep IVN Zuidwest Veluwezoom

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra

Datum: Vrijdag 14 juni Excursie: Middagexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

De rustende grote meeuwen zijn deze keer niet op de parkeerplaats te vinden. Het ziet er heel verlaten uit.

Wintertelling 2012/13 voor de Vogelatlas in Noord Holland Noord en Zuid

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011

Datum: Dinsdag 28 mei Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gids: Pim

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

Datum: 13 april Excursie: Middagexcursie Brabantse Biesbosch. Gids: Pim

Inventarisatieverslag Territoriumkartering Broedvogels in Nationaal Natuurnetwerk De Hilver

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

Nationale Databank Flora en Fauna Uitvoerportaal

Vogels van weide/boerenland en plas-dras

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

2 juni 2018: Dagexcursie naar de Oostvaardersplassen. Gids: Pim

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.

Diepholz, Duitsland Voorjaar met Kraanvogels! 9 t/m 11 maart 2018

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

BIBLIOTK-EK RIJKS: VOOR OE USSELMttRPOLDcRS WERKDOCUMENT. door. W. Dubbeldam Abw maart. X 7t. ^TJ, 6wo

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2017 voor CCWO

Nieuwsbrief PTT December 2013

Broedvogelinventarisatie. Wijchens Meer-west,Wijchen. Hans Hollander, 2008

Excursie: De Brabantse Biesbosch Vanaf Werkendam ( )

Transcriptie:

T O E R D bewakingsverslag 1 9 9 7

Inhoudsopgave blz. 1. Inleiding 1 - Korte kenschets 1 - Taak en doelstelling 2 - Personeel en vrijwilligers 2 2. Omschrijving van het gebied 3 3. Overzicht gebeurtenissen 1997 5 4. Inventarisatie 11 4.1. Broedvogels 11 4.2. Niet-broedvogels 29 4.3. Lijst van broed- en niet broedvogels 1985-1997 34 4.4. Hoogwatertellingen 38 4.5. Zoogdieren 39 4.6. Reptielen en amfibieën 40 4.7. Insecten 40 4.8. Overige biologische groepen 42 5. Overige waarnemingen 42 5.1. Vliegtuigen 42 5.2. Recreatie 43 Literatuurlijst 44

Eigendom : Dienst der Domeinen Beheerd door : "It Fryske Gea", provinciale vereniging voor natuurbescherming in Fryslân. Huize Olterterp, Van Harinxmaweg 17, 9246 TL Olterterp Ligging : Oostelijk gedeelte van Ameland, bestaande uit een deel van de Oerderduinen, t Oerd, de kwelder "De Hon" en een aangrenzend gedeelte van het wad. Totale oppervlakte : 870 ha (waarvan 600 ha natuurgebied en 270 ha watervogelreservaat). Topografische kaart : 2c/2d 1 : 25.000 2 west 1 : 50.000. Begrenzing gebied Noordzijde : Vanaf paal 20.600 langs de zuidzijde van het Spijkerpad tot de N.A.M. locatie, vervolgens om de N.A.M. locatie tot strandpaal 23, dan in rechte lijn naar strandpaal 24 en hiervandaan in noordelijke richting tot de waterlijn; verder langs de waterlijn in oostelijke richting tot de coördinaat x = 193.000 y = 609.000. Oost- en zuidzijde : Een gebroken lijn gevormd door de coördinaten x = 193.000 y = 609.000 (H); x = 194.000 y = 609.000 (L); x = 194.000 y = 608.000 (J); x = 192.000 y = 607.000 (K); x = 190.000 y = 607.000 (L) en vervolgens naar de rijksgrens op het zuidelijke deel van t Oerd (M). Westzijde : Vanaf de rijksgrens op het zuidelijk deel van t Oerd, langs de oostkant van het pad en uitzichtplateau op de Oerdblinkert; vervolgens langs de oostkant van het fietspad tot de splitsing van het fietspad in westelijke en noordelijke richting. Vanaf deze splitsing langs de noordkant van het fietspad met werkweg in westelijke richting tot de oostkant van het noord-zuid lopende pad dat uitkomt bij strandpaal 20.600. Uitzondering : Van het boven begrensde gebied is het fietspad vanaf de splitsing naar de Oerdblinkert tot het Spijkerpad nabij strandpaal 21.600 uitgezonderd. Bodemtype : Mariene zandgrond met in het duingebied jong kalkarm dekzand en op de kwelder jonge zeeklei. Toegankelijkheid : Vrij toegankelijk, afgezien van een gedeelte dat in het broeden trekseizoen afgesloten is als broedvogelreservaat (van 15/3 tot 15/8) en hoogwatervluchtplaats (van 15/3 tot 15/9). Wel is dit reservaat toegankelijk via een wandelroute en excursies. 1. INLEIDING 1 Voor u ligt het jaarverslag van het natuurgebied t Oerd van It Fryske Gea. In dit verslag wordt een overzicht gegeven van de gebeurtenissen die zich in 1997 op t Oerd hebben afgespeeld en de inventarisatieresultaten van 1997. KORTE KENSCHETS VAN HET NATUURGEBIED T OERD

Overig personeel: tijdens broed- en recreatieseizoen (15-3/15-9) F. Oud, Buren en R. de Ree, Nes. Vrijwilligers C.A.Kooiker, A.de Boer en P.Brouwer 2 TAAK EN DOELSTELLING De taak van "It Fryske Gea" op Oost-Ameland is het beheer en onderhoud als natuurreservaat d.w.z. - bewaking als broedgebied en pleisterplaats (wetland); - inventarisatie van flora en fauna (broedvogels en winter- en trekvogels); - excursies flora, fauna (broedvogels, winter- en trekvogels) en landschap; - begeleiding van het publiek (openstelling, bebording, wandelroutes e.d.); - onderzoek (vegetatie-ontwikkeling, ontwikkeling fauna); - bescherming van de natuurwaarden; - het herstellen van optredende verstuivingen ten gevolge van recreatie-schade; - het gebied vrijhouden van zwerfvuil of anderszins; - alle werkzaamheden die voor bovengenoemde maatregelen noodzakelijk zijn. Doelstelling: - maximaal instandhouden en/of vergroten van de natuurwaarden; - spontane ontwikkeling van flora en fauna; - bevorderen van het natuurlijk verloop van de vegetatiesuccessie. PERSONEEL EN VRIJWILLIGERS Personeel: een vaste functionaris (R.T.Kiewiet) Verantwoordelijk voor: - het dagelijks beheer in het terrein; - regelen van werkzaamheden en inventarisaties e.d. door derden; - contactpersoon voor "It Fryske Gea" op Ameland (diverse instanties, o.a. Domeinen, Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer, Gemeente Ameland, Rijkspolitie, Vogelwacht, Wildbeheerseenheid Ameland, Jachtcombinatie).

2. OMSCHRIJVING VAN HET GEBIED 3 Het gebied bestaat uit een duingebied, de Oerderduinen, Het Oerd (behalve het gedeelte dat in het bezit is van N.V. de Vennoot) een aansluitend kweldergebied, de gehele Hon en een aangrenzend gedeelte van het wad. De totale grootte van het gebied is 870 ha, waarvan een gedeelte in het broedseizoen is afgesloten. Het duingebied De Oerderduinen maakten vroeger deel uit van een aaneengesloten duinenrij. In een periode van afbraak ontstonden de Amelander slenkdoorbraken. Drie grote duincomplexen bleven over nl. het Hollumer-, Ballumer-, Nesser- en het Oerderduinencomplex. In een volgende periode overwon de zandaanvoer de afbraak en mede door menselijk ingrijpen ontstond weer een aaneengesloten geheel. De Oerderduinen zijn meer dan 400 jaar oud. Op een kaart van 1573 stond hier reeds een duincomplex afgebeeld. Ten zuiden van de huidige Oerder Blinkert (hoogste punt van Ameland, 24 meter hoog) heeft vermoedelijk het dorp Oerd gelegen. Er liep waarschijnlijk nog een duinenrij ten zuiden om dit dorp heen (nu wad). In de loop der tijden hebben zich grote verschuivingen voorgedaan. De oudste duinen in het Oerdcomplex zijn meer dan 200 jaar oud. In het beschermde gebied hebben de kern van "het hoogland" (met toppen tot 16 meter) en de duinen in het zuid-oosten van het reservaat (tot 12 meter) deze ouderdom. Ook de duinenrij langs het wad heeft een behoorlijke ouderdom, nl. 120 jaar. Van 1854 tot 1910 breidde het oude duingebied zich langzaam naar het noorden uit. Dit gedeelte vormt de uitlopers van "het hoogland" en sluit aan de zuidkant enkele lage duinvalleien in. Na de aanleg van de Kooi-Oerd-Stuif (van 1882-1890) ontwikkelden zich vrij snel nieuwe duinketens ten noorden van "het hoogland" die naar het zuidoosten afbuigt en de grootste vallei van het reservaat insluit. Deze duinenrij is nog tamelijk grillig van vorm met weinig grote hoogteverschillen. Oorzaak van deze kenmerken is dat zich niet lang daarna (1930) noordelijk hiervan een nieuwe duinenrij begon te ontwikkelen. Dit is de noordelijkste duinformatie van het reservaat. Ten noorden van het gebied heeft de tendens van duinvorming zich nog jaren voortgezet, tot 1960. In 1960 is men begonnen met de aanleg van een nieuwe stuifdijk langs de Noordzee, welke plaatselijk jonge duintjes verbond en werd verlengd tot paal 23 (1962) waar op dit moment een boorlocatie door de N.A.M. is geplaatst. Oostelijk van paal 23 ontwikkelt zich nu een nieuw duinveld dat door de stormen aan veel verandering onderhevig is. Aan de plantengroei is de ouderdom van de duinen vaak af te lezen. Het komt echter ook voor dat zich in de oudere gedeelten secundaire duinvorming ontwikkelt, wat weer een jonge plantengroei tot gevolg heeft. Ook door kalkgehaltebepalingen kan met de ouderdom soms vaststellen. De jonge Noord-Europese duingebieden zijn tamelijk kalkarm, de ZuidEuropese kalkrijk. Nederland ligt op de grens van deze twee gebieden. Het waddendistrict is primair kalkarm, het duindistrict kalkrijk. De oostpunt van Ameland lijkt echter overeen te komen met Schiermonnikoog en is primair vrij kalkrijk. De oudere duinen worden steeds kalkarmer. Een uitzondering vormt de meeuwenkolonie. Door de aanvoer van schelpenresten is het kalkgehalte hier weer hoger.

De Kwelder De Hon 4 De vorm van de oostpunt van Ameland is aan voortdurende verandering onderhevig. In het begin van deze eeuw breidde de zandplaat zich naar het oosten uit. Het kweldergedeelte van het reservaat is eigenlijk in twee gedeelten te verdelen. Het eerste gedeelte tot ongeveer paal 23 is jong en het gedeelte vanaf paal 23 zeer jong. Het oostelijke gedeelte van de Hon is eigenlijk geen kwelder te noemen maar een strandvlakte met sikkelduinen. In 1949 was het hele gebied ten oosten van de duinen nog een kale zandplaat. Na de voltooiing van de stuifdijk tot paal 23 (het zogenaamde Spijkerpad) vormde zich het eerste kweldergedeelte. Door de aanleg van de stuifdijk werd de zandplaat minder vaak overspoeld. Bovendien liep de zandplaat nu alleen van de wadzijde onder water (met uitzondering van zeer zware stormvloeden). Daar de zee hier veel rustiger is kon zich een sliblaagje op het zand afzetten. Hierop vestigde zich een pioniervegetatie (soortenarm) die het slib vasthield en de stroomsnelheid verder afremde, waardoor een versnelde ophoging plaatsvond. Hierna kwam het terrein boven de gemiddeld hoogwaterlijn te liggen, waardoor het zoutgehalte afnam en ze voor andere plantensoorten geschikt en dus veel soortenrijker werd. Dit eerste kweldergedeelte wordt gekenmerkt doordat aan de kustlijn erosie plaatsvindt. Er ontstaat een miniatuurklif en direct aan het wad grenzen plantengemeenschappen die kenmerkend zijn voor de hoge kwelder (Rood zwenkgras, Strandkweek, Engels gras). De geulen die in dit gedeelte voorkomen zijn smal en hebben steile wanden. Na de ontwikkeling van Biestarwegrasduintjes ten oosten van paal 23 vond ook op dit gedeelte van de zandplaat kweldervorming plaats. De kwelder op de Hon heeft een vrij smalle en tamelijk abrupte overgang van een wat hogere kwelder met veel Rood zwenkgras naar het wad toe. In een meer centraal gelegen depressie ligt een vegetatie met Lamsoor en Zeeweegbree. In noordelijke richting is er een geleidelijke overgang naar een pionierduinvegetatie.

5 3. OVERZICHT GEBEURTENISSEN 1997 Hieronder vindt U enkele feiten dan wel gebeurtenissen die het afgelopen jaar gespeeld hebben op t Oerd en de Hon op Ameland. Op 7 januari start de Heidemij haar jaarlijkse hoogtemetingen i.v.m. de bodemdaling door de gasboringen op t Oerd. Deze metingen nemen ongeveer 2 weken in beslag en er worden afspraken gemaakt over de spelregels van het gebruik van het gemotoriseerd verkeer en het toezicht hierop. Op 14 januari is er overleg met o.a. het Ministerie van LNV aangaande de nieuwe bebording op de Hon. Op 14 januari is er overleg met de Vogelwacht over de broedresultaten van de roofvogels. 23 januari. 2 journalisten zijn aanwezig om tekst en foto s te maken over het gebied. 28 januari. Overleg met het IBN over het bodemdalingsonderzoek. 30 januari. Overleg met het Natuurcentrum over de nieuw in te richten expositie. 31 januari. Overleg met de WBE Ameland over het jachtbeleid en het autoverkeer op t Oerd. 7 februari. Overleg met het VVV over de excursies. 18 februari. Overleg met LNV over de eierraapvergunningen in het NB-wet gebied op De Hon. 17 maart start bewaking natuurreservaat 't Oerd. De eerste weken worden besteed aan het verwijderen van zwerfvuil c.q. opdrijfsel in het gebied. Verder worden de palen om het gebied geplaatst en wordt de observatiehut geplaatst. 18 maart. 3 dagen muizenonderzoek i.s.m. het Natuurcentrum. In maart werd geconstateerd dat de smalle kwelder langs t Oerd weer meer afslag vertoonde. Ook de bomensterfte in vallei 5 bleek enstiger vormen aan te nemen. Dit was al aangekaart bij de bodemdalingscommissie en een vervolgonderzoek is opgestart. 27 maart. Opname waterpeilbuizen. 27 maart. Op verzoek informatie verstrekt over de natuurontwikkeling op Oost-Ameland. 4 april. Overleg met de NAM over de extra werkzaamheden op de locatie. Dit gaat o.a. met lawaaioverlast gepaard. In april is er 1540 kg plastic opdrijfsel wat in het natuurgebied met storm was achtergebleven afgevoerd naar de vuilnisbelt.

6 11 april. Overleg met de NAM aangaande het extra plaatsen van een referentiepunt voor het bodemdalingsonderzoek. Op 11 en 12 april is meegewerkt aan de jaarlijkse reewildtelling van de WBE Ameland. Het betrof een avond-morgen-avond telling. 15 april. Een beroepskokkelaar betreed het verboden gebied op het wad voor een inspectie. 16 april. Beheersoverleggroep vergadering. Deze groep is opgericht n.a.v. de NB-wet om de bevolking voor te lichten over het te voeren beleid in deze gebieden. Op 18 april wordt er door onze vereniging een voorlichtingsavond gehouden voor leden en belangstellenden over het te voeren beleid. 28 april. Opname waterpeilbuizen. Op 13 mei breekt een toerist haar been in het gebied. Deze is per ambulance afgevoerd. 14 mei. Symposium over Lepelaars bijgewoond te Lelystad. 15 mei. Start vlinderonderzoek. 15 mei. Voorlichting gegeven over het gebied aan functionarissen van de NAM. 21 mei. Overleg met het IBN over de struweelsterfte in het gebied. 26 mei. Overleg met de NAM aangaande hun werkzaamheden op dit moment. Het blijkt dat in het broed- en toeristenseizoen nogal wat werkzaamheden uitgevoerd worden wat soms gepaard gaat met lawaaioverlast en hoog boven de duinen uitstekende kranen. 28 mei. Voorlichting gegeven aan een groep studenten over het gebied. 28 mei. Opname waterpeilbuizen. 30 mei. Wederom overleg met de NAM over de werkzaamheden. Er wordt rekening gehouden met onze wensen om de lawaaioverlast te beperken en het landschap visueel zo weinig mogelijk te ontsieren. 3 juni. Ter plaatse voorlichting gegeven aan de milieu-amtenaren van de Politie Friesland. 5 juni. Overleg met de Vlinderstichting over de aanwezige vlinderroute en de monitoring hiervan. 13 juni. Werkbezoek van dhr. O. Overwijk van de werkgroep Lepelaars. 16 juni. Lichte vernielingen aangericht aan de bebording.

7 17 juni. Vergadering Werkgroep Uitvoering Milieu Ameland. 17 juni. Werkbezoek van het kantoorpersoneel van het IBN-DLO te wageningen. Speciaal aandacht wordt op hun verzoek besteed aan de aspecten van de bodemdaling. 22 juni. Enkele jonge roofvogels worden geringd. 23 juni. Overleg met het SOVON aangaande de hoogwatertellingen in het gebied. 28 juni. Waterpeilbuis opname. 9 juli. Overleg met de Vlinderstichting. 10 juli. I.h.k.v. de bodemdaling worden er panoramafoto s gemaakt van de Hon. 14 juli. Hans Donner doet onderzoek naar de nachtvlinders in het gebied. 15 juli. Meegewerkt aan de strandschoonmaakdag i.s.m. de Gemeente. 17 juli. Overleg met het IBN-DLO over het onderzoek van de bodemdaling. 28 juli. Bebording wordt aangepast om het gebied wat valt onder de Natuurbeschermingswet. 18 juli. Waterpeilbuis opname. In deze periode werd met de strandtractorrittenhouders overleg gevoerd aangaande de nieuwe spelregels op de oostpunt van Ameland. Er zijn afspraken gemaakt om deze ritten af te stemmen op de flora en fauna in het gebied. 31 juli. Er worden 2 reebokjes van de Fûgelhelling te Ureterp uitgezet. 1 augustus. Werkbezoek van U.G. Hosper en L. Dijkstra. 11 augustus. Overleg met het VVV over de excursies in het gebied. 11 augustus. Overleg met het IBN-DLO over het bodemdalingsonderzoek. 15 augustus. Einde bewaking van het duingebied t Oerd. 15 augustus. Het IBN-DLO en de NAM zijn een aantal dagen in het gebied aanwezig voor het vervolgonderzoek van de struweelsterfte. 23 augustus. Kees Dijkema van het IBN-DLO te Texel is een week aanwezig voor vegetatie-opname voor de bodemdaling. Hieraan gekoppeld zijn meerdere besprekingen over dit onderwerp en de werkzaamheden.

28 augustus. Waterpeilbuis opname. 8 7 september. De traditionele Oerdrit van de Amelander Rij en Men Vereniging vindt plaats. 10 september. Bericht binnengekregen van de Brandweer dat oostelijk van de Hon een ponton losgeslagen is waaruit olie lekt. Hierop is enkele dagen controle uitgevoerd. Het bleek dat het niet op Oost-Ameland is aangespoeld. 10 september. Meerdere keren dit seizoen bleek dat de helikoptervluchten naar de zeeboorlocatie de verkeerde route nemen. Dit veroorzaakte verstoring in het gebied en boven het eiland. Hierover is contact opgenomen met de NAM. Vanaf dat moment werd er weer boven de Noordzee gevlogen zoals afgesproken. 11 september. Met de zeehondencreche Pieterburen weer enkele zeehonden uitgezet die op Oost-Ameland waren gevonden als huilers. 12 september. Einde bewaking de Hon. De borden worden weer verwijderd van het gebied en de observatiehut verdwijnt weer naar de bewoonde wereld. 18 september. Voorlichting bijgewoond van de NAM aangaande hun booractiviteiten op t Oerd deze winter. Gevraagd is om voor 15 maart het gebied te verlaten. Dit was 15 april. 15 Maart is tevens de datum dat op Ameland de meeste natuurterreinen worden afgesloten. Ook is gevraagd om de te plaatsen lichtmasten van buiten naar binnen te zetten en bij het eventueel affakkelen, dit overdag te doen. Hierdoor kan de overlast voor de natuur en de toerist beperkt blijven. 22 september. Het Waterloopkundig Laboratorium te Delft is een aantal dagen aanwezig i.h.k.v. het bodemdalingsonderzoek. Overleg wordt gevoerd en assistentie wordt verleend.

9 25 september. Vlak voor de kust, om de boorlocatie op zee, drijft een duidelijk zichtbare substantie van 1 tot 2 km lang. Dit lijkt een milieu bedreigende situatie mede doordat het opkomend water is en het aannemelijk lijkt dat deze vloeistof op Oost- Ameland of in de Waddenzee terechtkomt. Ook wordt waargenomen dat er op dat moment een klein vliegtuigje laag over de zeelocatie cirkelt. Hierna is actie ondernomen om uit te zoeken wat hier gaande is. RWS directie Noordzee en Waddenzee is gebeld omdat deze verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van het zeewater. Bericht terug ontvangen dat dit geen aangelegenheid is van hun directie omdat het hier een boorlocatie betreft. Het Staatstoezicht op het Mijnwezen gebeld die hier de vergunninggever is en ook de verantwoordelijke instantie is. Hierna is op ons verzoek een milieuvlucht uitgevoerd door de Kustwacht. Het al eerder geconstateerde vliegtuigje bleek niet te bestaan op dat moment. Even later komt er schrijven binnen bij de Kustwacht van de NAM dat e.e.a. is toegestaan volgens een vergunning van het Staatstoezicht op het Mijnwezen en dat de lozing ongeveer 8 dagen zal duren. Het zou gaan om kalk. Bij diep navragen bleek dagen later dat deze vergunning een algemene vergunning was uit 1983. Het Staatstoezicht op het Mijnwezen belooft watermonsters te nemen om uit te zoeken om welke substantie het werkelijk gaat. Deze zijn later genomen door de NAM ( de lozer zelf) en worden alleen geanaliseerd op schriftelijk verzoek van onze vereniging. De NAM verzekerd ons mondeling dat e.e.a. niet nadelig is voor het milieu. Verder spreken ze hun verontwaardiging uit over het feit dat wij argwanend zijn over deze situatie. In principe was dit einde oefening. Het blijkt dat de controle op zulke situaties niet onafhankelijk kan gebeuren. Ook het Staatstoezicht op het Mijnwezen is het met ons eens dat e.e.a. wat dubieus overkomt bij de buitenwacht, immers de vergunninghouder controleert zichzelf of ze wel of niet werken volgens de milieuvoorschriften. Belooft is om hier in de toekomst beter rekening mee te houden. 28 september. Een enkele klacht komt binnen van toeristen over lawaai-overlast van de landlocatie van de NAM op t Oerd. 17 oktober. Overleg met de SOVON. 22 oktober. Diverse milieu-ambtenaren van de gemeenten in Friesland worden rondgeleid in het gebied. 22 oktober. Op de Beheersoverleggroep vergadering wordt het beleid en het beheer van het afgelopen half jaar toegelicht aan de leden.

10 23 oktober. Jaarlijks overleg met het Natuurcentrum. 29 november spoelen 2 potvissen aan op de zuidkant van de Hon. Dezelfde dag zijn ze onder veel bekijks samengevoegd bij de 2 dieren die bij paal 18 zijn aangespoeld. Deze dieren zijn later ontleed en geschikt gemaakt om de skeletten tentoon te stellen in meerdere musea. Rond deze tijd komt het verslag Vervolgonderzoek Duin- en Meidoornsterfte en Bodemdaling Oost-Ameland uit. De effecten van de bodemdaling op de vegetatie van Oost-Ameland als gevolg van de gaswinning door de NAM, worden in het kader van een uitgebreid monitoringprogramma onderzocht. Over de voorspellingen van de effecten van de bodemdaling is in 1987, en over de monitoring na 8 jaar gaswinning in 1995, uitgebreid gerapporteerd. In 1995 zijn in het kader van het monitoringprogramma de effecten op de vegetatie in de duingebieden van Oost-Ameland voor de vierde maal bestudeerd. Dit onderzoek vindt plaats middels waarnemingen aan een beperkt aantal geselecteerde permanente kwadraten (pq s), dat verspreid in het gebied is aangelegd. In de pq s zijn in 1995 de vegetaties, ten opzichte van 1986, natter geworden. De echte zoete plantensoorten zijn afgenomen en de zilte soorten toegenomen. De droge duinen veranderden weinig. Buiten deze permanente kwadraten zijn ook veranderingen waargenomen. Op enkele plaatsen trad opvallende struweelsterfte op van Duindoorn en van Eénstijlige meidoorn. Juist op plaatsen met een aanzienlijke bodemdaling. In het vooronderzoek zijn alternatieve doodsoorzaken uitgeschakeld waarna nu geconcentreerd wordt op verzilting als oorzaak van duindoornsterfte en inundatie met zoet water als oorzaak van meidoornsterfte. In 1999 is er de eindrapportage. R.T.Kiewiet Opzichter Met dank aan de vrijwilligers A. de Boer, C.A.Kooiker en P.Brouwer die dit seizoen meegeholpen hebben om de rust in het gebied te handhaven en bij hun inventarisaties van het gebied. Ook dank aan de Politie Ameland die meerdere keren geassisteerd heeft bij de hoogwatertellingen.

4. INVENTARISATIE 11 Door locatie op zang- en territoriumgedrag hebben we soorten en aantallen kunnen bepalen. Ook zijn er van bepaalde soorten (bijv. Kauw en Fazant) zo nauwkeurig mogelijke schattingen gemaakt, omdat deze soorten op zang- en territoriumgedrag moeilijk zijn te inventariseren. 4.1. broedvogels aantal broedparen t Oerd / de Hon 1997 1. BERGEEND 75 29. RIETZANGER 11 2. WILDE EEND 34 30. GRASMUS 31 3. EIDEREEND 218 31. BRAAMSLUIPER 15 4. SLOBEEND 2 32. FITIS 54 5. KRAKEEND 4 33. HEGGEMUS 7 6. FAZANT 45 34. GRASPIEPER 51 7. SCHOLEKSTER 205 35. ROODBORSTTAPUIT 5 8. KIEVIT 3 36. WITTE KWIKSTAART 12 9. WULP 12 37. KNEU 12 10. TURELUUR 5 38. RIETGORS 13 11. GRUTTO 5 39. NACHTEGAAL 12 12. ZILVERMEEUW 2625 40. GR. VLIEGENVANGER 3 13. STORMMEEUW 182 41. TUINFLUITER 11 14. KOKMEEUW 5 42. ZWARTKOP 3 15. BR.KL.MANTELMEEUW 248 43. KLEINE KAREKIET 1 16. HOLENDUIF 34 44. TJIFTJAF 13 17. HOUTDUIF 21 18. KOEKOEK 2 45. BRUINE KIEKENDIEF 2 19. VELDUIL 1 46. VISDIEF 24 20. VELDLEEUWERIK 46 21. ZWARTE KRAAI 2 47. TORTELDUIF 1 22. KAUW 48 48. SPOTVOGEL 1 23. EKSTER 15 49. LEPELAAR 16 24. TAPUIT 20 50. BLAUWE KIEKENDIEF 3 25. WINTERKONING 16 51. TURKSE TORTEL 1 26. SPR.HAANRIETZANGER 12 52. WATERHOEN 1 27. BOSRIETZANGER 21 28. KLUUT 4 53. BONTBEKPLEVIER 1

12 FLUCTUATIES VAN HET AANTAL BROEDPAREN OVER DE LAATSTE 12 JAAR SOORT / JAAR 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 1.BERGEEND 146 105 107 106 105 95 95 95 98 70 5575 2.WILDE EEND 34 26 22 18 18 26 36 30 56 52 3435 3.EIDEREEND 185 235 223 141 132 101 223 200 210 159 154 218 4.KRAKEEND 1 1-2 1-2 2-4 24 5.BRUINE KIEKENDIEF 2 3 5 6 6 2 2 3 6 65 2 6.BLAUWE KIEKENDIEF 4 4 6 5 3 2 2 1-21 3 7.FAZANT 50 40 31 28 36 42 60 60 54 52 4045 8.SCHOLEKSTER 245 273 190 163 157 103 120 151 171 134 127 205 9.KIEVIT 4 3 4 4 2 1 3 2 3 4 23 10.TURELUUR 3 5 7 3 2 2 6 7 5 6 55 11.ZILVERMEEUW 2450 2500 2850 2800 2800 3300 3340 2558 2558 2295 2295 2625 12.STORMMEEUW 130 130 220 159 133 131 143 155 174 204 138 182 13.BR.KL.MANTELMEEUW 47 54 57 52 40 50 106 109 141 180 162 248 14.HOLENDUIF 24 11 10 10 9 21 23 20 25 24 2834 15.HOUTDUIF 17 12 15 16 17 17 23 24 23 24 2421 16.KOEKOEK 2 1 1 1 2 2 2 1 1 2 2 2 17.VELDUIL 5 2 3 10 4 1 3 3 2 1 31 18.RANSUIL - 1 1 2 2 1 1 - - - -- 19.VELDLEEUWERIK 20 12 20 20 28 18 41 26 51 51 4246 20.ZWART KRAAI - - 1 1 2 1 2 1 2 2 3 2 21.KAUW 43 38 45 46 55 50 50 52 54 43 4448 22.EKSTER 13 17 20 16 12 12 22 18 20 16 1715 23.TAPUIT 10 8 11 16 17 25 25 19 25 18 1820 24.WINTERKONING 8 9 14 22 41 42 41 36 32 40 616 25.SPR.HAANRIETZANGER 11 9 19 10 8 13 9 7 8 16 10 12 26.BOSRIETZANGER 5 11 12 11 18 14 17 22 22 18 2621 27.RIETZANGER 3 2 3 3 3 2 9 8 7 9 711 28.SPOTVOGEL 3 2 4 2 2-1 1 - - 21 29.GRASMUS 23 21 23 18 41 35 37 36 32 31 3731 30.BRAAMSLUIPER 12 13 10 15 18 18 21 20 22 22 1415 31.FITIS 35 36 32 30 62 53 59 61 60 66 5454 32.HEGGEMUS 2 1 2 2 3 4 5 4 7 9 67 33.GRASPIEPER 26 24 25 22 29 26 54 50 59 52 5051 34.ROODBORSTTAPUIT - - - 1 1 1-1 3 2 7 5 35.WITTE KWIKSTAART 5 4 5 7 4 2 4 3 3 6 9 12 36.KNEU 9 9 8 7 6 6 5 10 9 12 1112 37.RIETGORS 8 9 9 8 12 14 11 9 19 15 1513 38.NACHTEGAAL 2 2 2 8 7 6 7 7 10 10 8 12 39.GR.VLIEGENVANGER 2 5 10 7 7 6 7 5 6 2 53 40.TUINFLUITER - 7 5 5 7 4 13 9 10 6 811 41.ROODMUS - - - - - - - 1 1 - -- 42.ZWARTKOP - - - 5 3 1-7 5 7 53 43.KLEINE KAREKIET - - - - 3 3 5 4 5 8 11 44.TJIFTJAF - - 1 1 7 8 6 4 5 6 413 45.MEREL - - - 2 3 3 3 7 8 7 1-46.KLUUT - - 1 1 - - 14 9 24 4-4

vervolg: 13 SOORT / JAAR 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 47.VISDIEF 1 1 4 11 2 16 22 41 3 1 424 48.NOORDSE STERN 3 11 10-4 - 3 4 3 4 -- 49.BOOMPIEPER - - 1 1 3 2 1-1 - -- 50.VINK - - - - - - - - 1-1 - 51.BOERENZWALUW - - - - - - - - 2 1 -- 52.LEPELAAR - - - - - - - - 2 (2) 1116 53.MEERKOET - - 1 - - - - - 7 11 -- 54.WATERHOEN - - - - - - - - 3 6 11 55.TORENVALK - - 2 1 2 2 - - - - -- 56.KOKMEEUW - 47 380 239 3-12 50 71 245 2305 57.TURKSE TORTEL - - - - - - - - 1 1 11 58.GRAUWE KLAUWIER 3 - - 1 - - - - - - - - 59.BONTE VLIEGENVANGER- - 1-1 1 - - - - - - 60.WATERRAL 2 1 2-1 - - - - - -- 61.PAAPJE - 1 2 2 2 2 2 - - - -- 62.BONTBEKPLEVIER - - - - - - - - - 1 11 63.TORTELDUIF - - - - - - - - - 1 11 Toelichting enkele soorten: 1.BERGEEND Het aantal broedparen is dit jaar eindelijk weer toegenomen en wel met 20 procent. De eerste pullies werden op 30 mei waargenomen. Aan de rand van het reservaat werd veel predatie door de zilvermeeuwen waargenomen. 2. WILDE EEND Het aantal broedparen is ten opzichte van vorig jaar stabiel gebleven. Vanaf het begin van de bewakingsperiode werden er veel exemplaren op de Hon waargenomen. De eerste eieren werden op 15 april gevonden. 3. EIDEREEND Een toename van de broedgevallen van 40 procent. Er waren vele late legsels. Op 19 april werden de eerste eieren gevonden. 4. SLOBEEND Vanaf eind maart met minimaal 12 paren aanwezig op de Hon. 5. BLAUWE KIEKENDIEF Op 20 maart was een paar aanwezig op de Hon. Later werden meerdere exemplaren waargenomen. Van de 3 broedparen is er 1 mislukt. Van de succesvolle broedparen was er 1 nest met 4 jongen en 1 nest met 3 jongen.

14 6. BRUINE KIEKENDIEF Tijdens het gehele broedseizoen waren er 2 vrouwelijke exemplaren in het gebied aanwezig die niet tot broeden zijn gekomen. Wel waren er nog enkele broedpogingen die tot niets hebben geleid. Van de 2 broedparen was het aantal jongen elk 4. 7 FAZANT Het eerste nest met eieren werd op 18 april gepredeerd gevonden. Op 12 juni werden de eerste jongen waarnomen. 8. SCHOLEKSTER In de meimaand was deze soort weinig aanwezig op de hoogwatervluchtplaats. Meerderen begonnen pas in juni aan hun legsel. Bij 2 exemplaren werden kleurringen waargenomen. 9. WULP Deze soort is stabiel gebleven in broedaantallen. 10. ZILVERMEEUW Dit jaar waren er vanaf het begin vele nieuwe vestigingen. Vooral in het buitengebied. Er zijn dit jaar geen vergunningen verleend voor het rapen van eieren in het N.B.-wet gebied. Daardoor zijn er weinig nesten verstoord in zijn totaliteit. In het buitengebied werd wel gebruik gemaakt van de vergunningen. Hier zijn 228 nesten met 393 eieren geraapt i.h.k.v. de beheersmaatregel om de kolonie geconcentreerd te houden. In de maand augustus besteedde de media veel aandacht aan het grote aantal sterfte van jonge exemplaren van deze soort. Op het Oerd was geen sprake van een hogere sterftecijfer t.o.v. vorige jaren. Het is normaal dat in deze maand vele slachtoffers vallen. Dit is ook de tijd dat de volwassen meeuwen hun jongen vrijlaten om zelf voedsel te zoeken. Dit is voor vele jonge vogels een kritieke fase om in leven te blijven. Velen redden het dan niet en sterven een natuurlijke dood. Het eerste ei werd op 27 april gevonden. Door het uitblijven van zware slagregen, wat vaak een oorzaak is van een vroege sterfte, bleven er in de eerste levensfase veel jongen in leven. Dit was één van de redenen dat er eind juli begin augustus zeer veel jonge exemplaren aanwezig waren. 11. STORMMEEUW Vooral aan de noordkant en de Hon neemt de stand iets toe. Elk jaar zijn er wel veel eieren maar weinig jongen. De kolonie is erg onrustig en er vindt veel predatie plaats. Hier zal in de toekomst meer onderzoek naar gedaan worden. 12. KOKMEEUW Was er vorig jaar nog een kolonie van 230 paar, dit jaar waren er maar 5 paar aanwezig. 13.HOLENDUIF Goed aanwezig. Neemt gestaag toe. 14.TURKSE TORTEL Het enigste paar broedde in vallei 4. 15.KOEKOEK Voor het eerst gezien op 30 april. Voor het eerst gehoord op 5 mei. Op 6 juni werd een jonge koekoek gezien met een paartje graspiepers. 16.TAPUIT vanaf 30 maart waargenomen. De eerste zang werd op 9 april waargenomen. 17.ROODBORSTTAPUIT Op 7 april het eerst zingend waargenomen.

15 18.WINTERKONING Ondanks de strenge winter is de stand weer fors toegenomen met 16 exemplaren. De eerste jongen werden op 1 juni gezien. 19.HEGGEMUS Vanaf het begin zingend waargenomen. 20.RIETZANGER Voor het eerst op 1 mei zingend waargenomen. 21.SPRINKHAANRIETZANGER De stand is iets toegenomen naar 12 paar. 22.BOSRIETZANGER Deze soort komt altijd laat en is voor het eerst op 16 mei zingend waargenomen. 23.RIETGORS Voor het eerst op 19 maart zingend waargenomen. 24.BRAAMSLUIPER Vanaf 3 mei voor het eerst waargenomen. Rond 10 mei arriveerden meerdere braamsluipers. Tegelijk met de grasmussen. 25.GRASMUS Voor het eerst op 2 mei zingend waargenomen. De meeste grasmussen arriveerden rond 10 mei. 26.GRASPIEPER Rond 9 april werden meerderen groepjes waargenomen. 27.NACHTEGAAL De eerste zang werd op 30 april gehoord. 28.TUINFLUITER Op 1 mei werd de eerste zang gehoord in vallei 5. 29. FITIS Eerste zang op 9 april gehoord. De eerste jongen werden op 16 juni gezien. 30.SPOTVOGEL Maar 1 broedgeval van de spotvogel. 31.BONTBEKPLEVIER Laat in het seizoen werd 1 broedgeval aan de noordkant bij paal 24 waargenomen.

16 32.LEPELAAR Vanaf de bewakingshut kon geconstateerd worden dat de lepelaars op hun broedplek aanwezig waren. Regelmatig werden tussen de 42 en 48 dieren geteld. Bij nestcontrole bleek dat er in 2 nestconcentraties gezamenlijk 16 nesten aanwezig waren. De productie van de 16 nesten is 42 jongen geweest, de dode jongen niet meegerekend. In enkele nesten werden bedelende jongen waargenomen. Het oudste jong werd geschat op 21 dagen bij de controle op 13 juni. Teruggerekend betekent dit, uitgaande van een broedduur van 28 dagen, dat het eerste ei rond 22 april moet zijn gelegd. Op de nestplaats werden vijf dode jongen gevonden. Dat is niet buitensporig. Ook op andere kolonies zijn in het voorjaar jongen doodgegaan als gevolg van zware zomerregens. Dit verschijnsel doet zich met name voor bij jongen tussen nul en twaalf dagen oud. Op de nestplaats zijn diverse gekleurringde Lepelaars afgelezen. Hierdoor is de herkomst en de leeftijd van de broedvogels te achterhalen. Bij twee dieren is ringverlies opgetreden waardoor de dieren wel op leeftijd zijn te brengen maar de herkomst onbekend is. Van de 32 broedvogels waren er tien (31%) gekleurringd. De gemiddelde leeftijd van de broedvogels is ongeveer 4,5 jaar. Deze leeftijd moet tegen het licht worden gezien van de leeftijd waarop Lepelaars normaliter voor het eerst broeden, namelijk op hun vierde levensjaar. De broedvogels op Ameland zijn dus erg jong. De dieren van geboortejaar 1993 broedden vermoedelijk voor het eerst. Vijf broedvogels zijn als nestjong geringd op Vlieland, drie op Terschelling en van twee is de herkomst onbekend. De andere broedvogels waren niet geringd.

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

4.2. Niet-broedvogels 29 Hieronder volgt een lijst van vogelsoorten, welke geen broedvogels zijn, maar wel in het gebied zijn waargenomen. 1. AALSCHOVER Vanaf de aanvang van de bewaking zijn er enkele exemplaren aanwezig. De stand nam toe naar gelang het seizoen vorderde. Op 11 mei zaten er b.v. 135 exemplaren op de HVP. 2. BEFLIJSTER Dit jaar maar 1 melding van deze soort en wel op 26 mei. 3. BLAUWE REIGER Tijdens het seizoen onregelmatig enkelen overvliegend. 4.BRANDGANS OP 13 mei 3 exemplaren doortrekkend noordoost. 5. BUIZERD Vooral in het voorjaar waren veel Buizerds aanwezig. Hierna nog veel doortrekkers. Eind augustus alle dagen aanwezig 6. BOERENZWALUW Vanaf 1 mei meerdere doortrekkers. Op 5 juni was er de gehele dag veel doortrek. Dit samen met Gier- en Huiszwaluwen. 7. BOOMVALK 29 mei 1 exemplaar in het buitengebied. 6 juni 1 exemplaar aan de zuidkant. 17 juli 1 exemplaar noord west Oerd. 22 augustus 1 exemplaar op de Hon gesignaleerd die in de lucht een vlinder verorberde. 28 augustus 1 exemplaar op het Hoogland met prooi. 8.DWERGSTERN 30 juli 9 exemplaren op de punt van de Hon. Op deze plaats worden in de zomermaanden regelmatig meerdere exemplaren waargenomen. 9. GELE KWIKSTAART Op 22 april 1 exemplaar in vallei 5. 10.GROENPOOTRUITER 25 april 2 exemplaren op de Hon. 9 mei tijdens hoogwater regelmatig overvliegend. 15 mei 12 exemplaren aan de wadkant. 22 augustus opvallend veel aan de wadkant. 5 september 200 exemplaren aan de wadkant.

11. GIERZWALUW 13 mei 1 exemplaar in het reservaat. 9 juli 9 exemplaren vliegend oost. 12 juli grote aantallen vliegend oost. 30 12. GRAUWE VLIEGENVANGER 23 mei eerste waarneming in vallei 3. 13. GRAUWE KLAWIER 24 mei 1 exemplaar in vallei 2. 14. GRAUWE GANS 20 maart 8 exemplaren op het wad. 24 april 2 exemplaren overvliegend. 26 april 2 exemplaren op de alpenweide. 9 mei 2 exemplaren overvliegend. 26 mei 15 exemplaren overvliegend. 15. GROTE JAGER 21 maart 1 exemplaar op de Hon. 16. GOUDHAANTJE 24 maart 2 exemplaren in vallei 3. 17. GRAUWE KIEKENDIEF 6 april 1 exemplaar overvliegend. 18. GROTE MANTELMEEUW. Op 8 april werden 8 dode winterslachtoffers gevonden op de Hon. 19. GROTE STERN 17 april 2 exemplaren overvliegend. 20 mei enkele exemplaren op de Hon. 24 juni 6 exemplaren op de Hon. 21 juli vele exemplaren op de Hon. Dit samen met Noordse stern en Visdiefje. 11 augustus 200 exemplaren op de Hon. 20. HOUTSNIP 20 maart 4 exemplaren in het reservaat. 21. HUISZWALUW 16 mei Bij harde oostenwind trekken duizenden door. Dit samen met de Boerenzwaluw. 22. KNOBBELZWAAN 15 mei 2 exemplaren vliegend oost. 3 juni 8 exemplaren vliegend oost. 23. KEEP 16 mei 1 exemplaar aan de zuidkant. 24. KEMPHAAN op 5 juli werden 80 exemplaren op de Hon gezien. 25. JAN VAN GENT

31 7 juli 1 verzwakt exemplaar op de vloedlijn van de Hon. 26. KROMBEKSTRANDLOPER 7 september 3 exemplaren aan de wadkant. 27. KOPERWIEK 20 maart 1 exemplaar in vallei 5. Dit jaar opvallend weinig van deze soort. 28. KRAMSVOGEL In maart en april tientallen van deze soort. 29. MEREL Direct bij aanvang van de bewaking werden veel mannelijke exemplaren gezien. Enkele weken later werden de vrouwelijke exemplaren waargenomen. Op 20 maart waren er honderden exemplaren aanwezig. 30. OEVERLOPER 20 mei 3 exemplaren aan de zuidkant van de Hon. 23 mei 2 exemplaren op de Hon. 5 september 1 exemplaar op de Hon. 31. PIJLSTAART Tot 9 mei regelmatig meerdere waargenomen. 32. PAAPJE 27 april 2 mannelijke exemplaren in het reservaat. 5 mei 3 exemplaren in het reservaat. 33. ROODHALSGANS 20 maart Zoals bijna gebruikelijk nu ook weer aanwezig op de Hon en het wad, tussen de Rotganzen. 15 mei Nog steeds aanwezig. 34. RUIGPOOTBUIZERD Een enkel exemplaar in het voor- en najaar aanwezig. 35. RANSUIL 24 maart 1 exemplaar opgejaagd in vallei 3. 36. REGENWULP In de meimaand enkelen onregelmatig overvliegend. Dit jaar minder opvallend als andere jaren. 37. ROTGANS In het voorjaar enkele honderden aanwezig op de Hon. Het hoogste aantal was 524 exemplaren. Op 19 mei begon de trek in noordoostelijke richting. 38. ROODPOOTVALK 6 juni 3 exemplaren vliegend in oostelijke richting. 39. SMELLEKEN 26 maart 1 exemplaar op de Hon. Jagend op een Leeuwerik. 40. SPERWER 25 maart 1 exemplaar jagend in het buitengebied.

9 april 1 exemplaar jagend op de Hon. 32 41. STAARTMEES 21 maart 1 exemplaar in vallei 2. 42. SMIENT In de maand maart enkelen op de Hon. Deze soort is in de herfst en wintermaanden in grote getallen aanwezig op de Hon. 43. SPREEUW In de maand maart meerdere groepjes in het gebied. Later in het seizoen werden tevens groepjes Spreeuwen gesignaleerd. 44. TORENVALK 12 mei 1 exemplaar in vallei 2. 17 mei 1 exemplaar in vallei 7. 31 juli 6 exemplaren uitgezet via de Fûgelhelling te Ureterp. 7 augustus 9 exemplaren jagend op de Heivlinders op de Hon. 25 augustus 2 dode exemplaren gevonden bij de NAM-locatie. 45. VINK 13 mei In vallei 5 werd 1 exemplaar alarmerend waargenomen. 46. WINTERTALING Tot 31 maart 8 tot 24 exemplaren op de Hon. 47. WATERSNIP 27 maart 1 exemplaar in de punt. 31 maart 4 exemplaren in het buitengebied. 30 maart 1 exemplaar in vallei 7. 22 april 1 exemplaar in vallei 7. 48. WILDE ZWAAN 21 mei 3 exemplaren op de Hon. 49. WESPENDIEF 5 juni 1 exemplaar vliegend oost. 6 juni 2 exemplaren vliegend oost. 6 juni 1 exemplaar vliegend oost. 6 juni 2 exemplaren vliegend oost. Totaal zijn deze dag 20 exemplaren doorgetrokken. 10 juni 2 exemplaren op de Hon. 27 juni 1 exemplaar achtervolgt een groepje bergeenden.. 3 juli 1 exemplaar vliegend oost. 50. ZWARTE ROODSTAART 24 maart 2 exemplaren op het hoogland. 2 april 1 exemplaar op het hoogland. 7 augustus 1 exemplaar op het hoogland. 51. ZWARTKOP 8 mei 1 exemplaar zingend in vallei 5. 52. ZWARTE STERN

8 mei 1 exemplaar op de Hon. 33

34 4.3. Lijst van broed- en niet-broedvogels 1987-1997 Hieronder volgt een lijst van in het gebied (afgesloten reservaat en buitengebied) waargenomen broed- en niet-broedvogels in de periode 1987-1997 BV = BROEDVOGEL + = WAARGENOMEN SOORT 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 1.NOORDSE STORMVOGEL 2.AALSCHOVER + + + + + + + + + + + 3.BLAUWE REIGER + + + + + + + + + + + 4.OOIEVAAR + + + + + 5.ZWARTE OOIEVAAR + + 6.LEPELAAR + + + + + + + BV + BV BV 7.KNOBBELZWAAN + + + + + + + + 8.WILDE ZWAAN + + + + + 9.ZWARTE ZWAAN + 10.GRAUWE GANS + + + + + + + 11.RIETGANS + + 12.BRANDGANS + + + + + + 13.ROTGANS + + + + + + + + + + + 14.BERGEEND BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 15.WILDE EEND BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 16.ZOMERTALING + + 17.WINTERTALING + + + + + + + + + + 18.PIJLSTAART + + + + + + + + + + + 19.SMIENT + + + + + + + + + + 20.SLOBEEND + BV BV BV + BV BV BV BV BV BV 21.EIDEREEND BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 22.ZWARTE ZEEEEND + 23.GROTE ZEEEEND 24.WESPENDIEF + + + + + 25.RODE WOUW + 26.ZWARTE WOUW + + + + + + + + 27.SPERWER + + + + + + + + 28.BUIZERD + + + + + + + + + + + 29.RUIGPOOTBUIZERD + + + + + + + + + + 30.VISAREND + + + + + 31.BLAUWE KIEKENDIEF BV BV BV BV BV BV BV + BV BV BV 32.GRAUWE KIEKENDIEF + 33.BRUINE KIEKENDIEF BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 34.SLECHTVALK + + + + + 35.BOOMVALK + + + + + + + + + + 36.TORENVALK + BV BV BV BV + + + + + 37.FAZANT BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 38.KRAANVOGEL + + + 39.SCHOLEKSTER BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 40.KIEVIT BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97

35 41.ZILVERPLEVIER + + + + + + + + + + + 42.GOUDPLEVIER + + 43.STRANDPLEVIER + + + BV + 44.BONTBEKPLEVIER + + + + + + + + + BV BV 45.REGENWULP + + + + + + + + + + + 46.WULP BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 47.GRUTTO BV BV BV + BV BV BV BV BV BV BV 48.ROSSE GRUTTO + + + + + + + + + + 49.ZWARTE RUITER + + + + + + 50.TURELUUR BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 51.WITGATJE + + + + + + + 52.OEVERLOPER + + + + ++ 53.STEENLOPER + + + + + + + + + + 54.WATERSNIP + + + + + + + + + + 55.GROENPOOTRUITE + + + + + + + ++ 56.BOKJE + + 57.DRIETEENSTR.LOPER + + + + + + + + + 58.KANOETSTRANDLOPER + + + + + + + + ++ 59.BONTE STRANDLOPER + + + + + + + + + + + 60.KROMBEKSTRANDLOPER + + 61.KLUUT + BV BV + + BV BV BV BV + BV 62.STORMMEEUW BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 63.BR.KL.MANTELMEEUW BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 64.ZILVERMEEUW BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 65.GR. MANTELMEEUW + + + + + + + + + 66.KOKMEEUW BV BV BV BV + BV BV BV BV BV BV 67.VISDIEF BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 68.NOORDSE STERN BV BV + BV + BV BV BV BV + + 69.DWERGSTERN + + + ++ 70.GROTE STERN + + + + + + + + ++ 71.ZWARTE STERN + + 72.ZEEKOET + + + 73.HOLENDUIF BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 74.HOUTDUIF BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 75.TORTELDUIF + + + + BV BV BV 76.TURKSE TORTEL + + + + BV BV BV BV 77.KOEKOEK BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 78.RANSUIL + BV BV BV BV BV + + + + 79.VELDUIL BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 80.GIERZWALUW + + + + + + + + + _+ + 81.VELDLEEUWERIK BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 82.STRANDLEEUWERIK 83.BOERENZWALUW + + + + + + + BV BV + + 84.HUISZWALUW + + + + + + + + + 85.WIELEWAAL + + + 86.ZWARTE KRAAI + BV BV BV BV BV BV BV BV BV + 87.BONTE KRAAI + 88.KAUW BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97

36 89.EKSTER BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 90.WINTERKONING BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 91.ROODBORST BV BV BV + + + + + + 92.ZWARTE ROODSTAART + + + + + + + + + + + 93.GEKRAAGDE ROODSTAART + + + + + 94.PAAPJE BV BV BV BV BV BV + + + + + 95.TAPUIT BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 96.BEFLIJSTER + + + + + + + + + + + 97.MEREL + + BV BV BV BV BV BV BV BV + 98.KRAMSVOGEL + + + + + + + + + + + 99.KOPERWIEK + + + + + + + + + + 100.ZANGLIJSTER + + + + + + 101.SPR.HAANR.ZANGER BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 102.BOSRIETZANGER BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 103.RIETZANGER BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 104.SPOTVOGEL BV BV BV BV BV BV + BV 105.TUINFLUITER BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 106.GRASMUS BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 107.BRAAMSLUIPER BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 108.FITIS BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 109.TJIFTJAF + BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 110.GOUDHAANTJE + + + + + + 111.BNT. VL.VANGER + BV + BV BV + + + + + 112.GR. VLIEGENVANGER BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 113.HEGGEMUS BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 114.GRASPIEPER BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 115.WITTE KWIKSTAART BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 116.GELE KWIKSTAART + + + + + + + 117.KLAPEKSTER + 118.GRAUWE KLAWIER + BV + + + 119.SPREEUW + + + + + + + + + + 120.KNEU BV + BV BV BV BV BV BV BV BV BV 121.VINK + + + + + + BV + BV + 122.SIJS + + + 123.RIETGORS BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 124.NAGTEGAAL BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV BV 125.ZWARTKOP + + BV BV BV + BV BV BV BV BV 126.WATERRAL + BV BV 127.BRANDGANS + + + + ++ 128.KRAKEEND BV BV BV + BV BV + BV BV BV 129.CASARCA + + + + 130.ALK + + + 131.MEERKOET BV + + BV BV + 132.DRIETEENMEEUW + 133.SMELLEKEN + + + + + + + + + + 134.ROODHALSGANS + + + + + + 135.KLEINE BARMSIJS + 136.GROTE LIJSTER + +

37 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 137.STAARTMEES + + 138.KEEP + + + + + + + 139.HOP + + + 140.ROODBORSTTAPUIT BV BV BV + BV BV BV BV BV 141.BOOMPIEPER BV BV BV + BV 142.HOUTSNIP + + + + + + + + + 143.KOOLMEES + + + + 144.OEVERZWALUW + + 145.KLEINE KAREKIET BV BV BV BV BV BV BV BV 146.ROODPOOTVALK + + + 147.ROODHALSFUUT + 148.ZWARTE IBIS + 149.ROEK + + 150.ROERDOMP + 151.KOLGANS + 152.GROTE GELE KWIKSTAART + + 153.HAVIK + + + + 154.GRAUWE FRANJEPOOT + 155.ROODMUS BV BV 156.GOUDVINK + 157.STAARTMEES + 158.JAN VAN GENT + 159.GROTE JAGER +

4.4. Hoogwatertellingen 38 DATUM 13-2 26-3 9-4 25-4 8-5 23-5 7-6 23-6 5-7 26-7 9-8 23-8 6-9 22-9 3-10 17-10 31-10 17-11 1-12 EIDEREEND 430 310 820 860 1020 1420 780 1090 1033 360 30 232 7 1 WILDE EEND 11 6 3 20 4 2 8 2 10 7 18 25 BERGEEND 60 156 203 172 130 104 144 218 252 215 9 135 582 2450 2450 5050 1050 1300 SMIENT 2 4 395 704 800 5 600 1175 PIJLSTAART 162 58 2 4 76 26 ROTGANS 26 560 746 242 410 380 1 1 4 5 5 3 4 65 320 2 69 87 SCHOLEKSTER 2970 1650 1640 710 660 410 750 335 1426 1150 3948 6408 5650 3000 1115 2400 875 1850 3820 TURELUUR 42 53 60 6 44 2 32 71 93 66 44 11 5 215 WULP 672 340 400 240 180 1070 660 630 1900 997 978 956 1052 817 1150 430 310 1120 1475 KLUUT 12 4 4 1 37 19 17 19 800 210 51 ROSSE GRUTTO 1285 1530 5230 1620 20 270 4210 3307 1554 819 16 5 BONTBEKPLEVIER 110 110 30 188 60 335 186 51 48 BONTE STR.LOPER 695 9100 12900 9800 4900 4820 24 175 2919 3052 4500 9518 7725 3600 5800 345 100 160 DRIETEEN STR.LOPER 33 19 18 28 320 18 59 STEENLOPER 237 124 19 1 GR. MANTELMEEUW 27 26 7 95 AALSCHOLVER 1 2 18 30 44 24 58 123 195 146 322 251 17 2 3 GROENPOOTRUITER 8 4 248 230 484 288 ZILVERPLEVIER 320 2750 20 580 1480 3102 5 44 131 2237 3679 588 325 121 625 220 WITGATJE 2 WINTERTALING 2 10 KOKMEEUW 280 185 730 1940 18864 3020 ZWARTE RUITER 12 NOORDSE STERN 12 22 3 2 12 GROTE STERN 80 3 223 20 33 VISDIEF 30 60 208 58 341 KANOETSTR.LOPER 1350 265 150 169 140 DWERGSTERN 1 65 59 STORMMEEUW 1380 3940 1900 750 OEVERLOPER 2 LEPELAAR 2 18 25 22 48 24 60 80 2 21 KL. STR.LOPER 1 KR.BEK STR.LOPER 1 KL. MANTELMEEUW 1105

4.5. Zoogdieren 39 REE De stand is stabiel. In april is meegedaan aan de reewildtelling van de WBE Ameland. Tijdens deze telling was het guur weer zodat er weinig exemplaren zich lieten zien. Samen met deze telling en onze eigen tellingen en waarnemingen kunnen we met zekerheid stellen dat er zich 12 volwassen dieren en 7 kalveren ophouden in het terrein. In de maanden juni en juli werden de dieren regelmatig op de Hon gesignaleerd. Daar werd tevens gezien dat een geit beslagen werd door een bok. Op 31 juli werden er 2 kalveren uitgezet van de Fûgelhelling. Deze zijn later in goede gezondheid terug gesignaleerd. HAAS De hazenstand is goed te noemen. Op de Hon een zeer goede bezetting en op t Oerd een matige bezetting. KONIJN In het voorjaar was de stand zeer hoog te noemen. Hoger als de laatste 18 jaar. Half april werden de eerste jongen gezien. Begin juni werd de eerste myxomatose waargenomen. Eind augustus werden ontzettend veel slachtoffers gezien waardoor de stand in september heel erg laag was. Zelfs de laagste stand sinds 18 jaar. Het nieuwe calici virus liet niet of weinig van zich spreken. EGEL Deze soort is vrij moeilijk te inventariseren. We denken dat deze soort in mate aanwezig is. VERWILDERDE KAT Tijdens het seizoen werden 11 verschillende dieren waargenomen. Tijdens de konijnenjacht in de herfst zijn er 28 exemplaren geschoten. BRUINE RAT In het gehele terrein in mate aanwezig. MUIZEN Er is meegewerkt aan een muizenonderzoek. Het laatste onderzoek was in het voorjaar. Daaruit bleek dat er duidelijk minder muizen aanwezig waren. Ook tijdens de surveillance werden er minder waargenomen. ZEEHOND Regelmatig waarneembaar op de Hon. Later in het seizoen werd de oostelijkste punt van de Hon dagelijks bezocht door maximaal 59 dieren om te rusten. Op 11 juni werd een dode huiler gevonden op de Hon. Op 13 juni werd een levende huiler van de Hon gehaald en naar Pieterburen gebracht. Deze is na enkele maanden weer uitgezet in het waddengebied.

4.6. Reptielen en amfibieën 40 KLEINE WATERSALAMANDER Aanwezig en waargenomen in de waterbak van de NAM-locatie. Vandaar zijn enkelen uitgezet in meerdere poeltjes in het gebied. GROENE KIKKER In de meeste natte valleien aanwezig. RUGSTREEPPAD Aanwezig. In de augustus maand werden deze onregelmatig met meerderen in het donker op het fietspad gesignaleerd. 4.7. Insecten In 1990 is begonnen met het opzetten van een dagvlindermonitoringsproject. Doel hiervan is het verzamelen van informatie over aantallen en aantalsveranderingen van dagvlinders en het opsporen van oorzaken van deze veranderingen.er is een route uitgezet van 1 km, die onderverdeeld is in secties van 50 m. In deze route zijn de meeste vegetatie- en landschapstypen uit de omgeving vertegenwoordigd. De route wordt 1 keer per week in vast, rustig wandeltempo gelopen en de waargenomen vlinders binnen 2,5 meter aan weerzijden van de route genoteerd. De officiële lijst met temperaturen, bewolking, vegetatietypen en soort beheer zijn bekend bij It Fryske Gea Ameland en worden tevens doorgegeven aan de Vlinderstichting Nederland en de Vlinderwerkgroep Friesland. I.v.m. de harde wind en teveel bewolking zijn een aantal tellingen vervallen. Hieronder volgen een aantal eerste meldingen van verschillende soorten. 30 maart Dagpauwoog 18 april Kleine Vos 22 april Klein koolwitje 27 april Kleine parelmoer 8 mei Atalanta 10 mei Groot koolwitje 15 mei St. Jacobsvlinder 3 juni Icarusblauwtje 13 juni Duinparelmoer 22 juni Bruin zandoogje 14 augustus Kommavlinder Dit jaar waren er weinig St. Jacobsvlinders. Ook werden er weinig rupsen van deze soort gezien. Het Icarusblauwtje werd veel buiten de vlinderroute gezien en wel op de Rolklaver op de Hon.

Datum / dagvlinderaantallen 1997 41 Datum 15-5 20-5 31-5 3-6 12-6 17-6 29-6 5-7 7-7 10-7 14-7 19-7 26-7 1-8 5-8 10-8 16-8 21-8 31-8 2-9 Zwartsprietdikkop 1 2 2 1 1 Citroenvlinder Groot koolwitje 2 3 2 1 5 Klein koolwitje 2 1 1 1 1 1 1 1 5 1 Klein geaderd wit Icarusblauwtje Atalanta 2 1 3 1 3 1 Distelvlinder Kleine vos 5 1 Dagpauwoog 2 1 1 Hooibeestje 8 11 17 5 10 4 9 5 10 10 4 8 10 5 10 19 2 10 Bruin zandoogje 1 7 7 34 75 33 65 57 23 33 14 1 Heivlinder 4 6 8 8 6 Duinparelmoer 3 3 5 3 2 Kleine parelmoer 1 1 4 4 1 6 5 6 5 Kleine vuurvlinde 4 2 5 1 1 1 1 1 4 Grote parelmoer 1 1 Geelsprietdikkop 2 2

4.8. Andere biologische groepen 42 Over dagvlinders, nachtvlinders, kevers, mieren, flora, mossen, zwammen en mollusken zijn in 1997 geen nieuwe gegevens verzameld. In 1985 en 1989 zijn deze groepen wel uitgebreid onderzocht. Deze gegevens zijn te vinden in de jaarverslagen van t Oerd t/m 1994. Over de flora kunnen we nog toevoegen dat er in het oude duinencomplex dit jaar weinig Rolklaver aanwezig was en opvallend veel Jacobskruidkruid. De Duindoorn aan de noordkant van het gebied is herstellende. Op de Hon was veel Wilde asperge en minder Lamsoor. Hier staat tegenover dat er meer Klein schorrekruid was. Op de overgang van wad naar kwelder was er ten hoogte van paal 23.5 tot paal 25 meer Zeekraal aanwezig. 5. OVERIGE WAARNEMINGEN 5.1. Vliegtuigen Vliegtuigen, helikopters en straaljagers werden door ons genoteerd als ze een verstoring onder de vogels teweeg brachten. Onder verstoring wordt verstaan het opvliegen van enkele duizenden vogels, vooral op de hoogwatervluchtplaats. 19 maart 11.10 uur Sportvliegtuig via de wadkant. 16 mei 10.16 uur 2 straaljagers laag boven het gebied. 9 juni S.A.R. helikopter vliegend naar de NAM-locatie op zee. 20 juni 10.30 uur Kustwacht laag over het Hoogland. 1 juli 9.47 uur Sportvliegtuig van west naar oost. 7 juli Sportvliegtuig over het reservaat. 11 juli Sportvliegtuig over de stormmeeuwenkolonie. 17 juli 8.40 uur NAM helikopter naar de zeelocatie. 5 augustus 11.09 uur Sportvliegtuig over de Hon. 7 augustus 12.00 uur 2 sportvliegtuigen van oost naar west. 20 augustus 14.24 uur 2 straaljagers overvliegend. 18 augustus 14.32 uur Straaljager over de Hon. 19 augustus 8.11 uur Helikopter NAM verkeerde route. 6 september 12.01 uur Sportvliegtuig vliegend van oost naar west. 6 september 13.18 uur Sportvliegtuig vliegend van zuidoost naar zuidwest.