Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008



Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland Ingangsdatum 1 januari 2014

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 2 Artikel 2.1 Regels rond verstrekking en verantwoording... 2

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal,

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2016

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

gelet op artikel van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet;

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Besluit maatschappelijke ondersteuning. gemeente Nunspeet 2010

MEMO van college aan de raad

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING RHENEN 2013

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast;

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster 2013,

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016

1. Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Bameveld overeenkomstig de bijlage vast te stellen. Afd: WZI Aantal biilaqen 1

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011;

Besluit Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkemade 2007

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden-v2

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede. 8 februari 2011

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014

FINANCIEEL BESLUIT. maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015

Artikel 1. Begripsbepalingen

Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel,

Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015, versie 2

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2013

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren 2012;

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015

Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Loon op Zand 2011

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE OOSTZAAN januari 2010 CONCEPT

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek;

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

GEMEENTEBLAD. Nr januari Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel

Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget

Financieel Besluit Wmo. Onderdeel Maatschappelijke Ondersteuning

Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

besluiten vast te stellen het volgende BESLUIT MAATSCHAPPELIJK ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2015

Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk > 2011

a. op grond van aanwijzingen het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2007;

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân

GEMEENTEBLAD. gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten;

2. Besluit Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel oktober 2018.

1.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van belanghebbende.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Korendijk. Burgemeester en wethouders van de gemeente Korendijk

Toelichting. Artikel 2

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek.

Transcriptie:

juli 2008

Burgermeester en wethouders van Barneveld; gelet op de bepalingen in de artikelen 3, 6, 7, 12, 19, 21 25, 32, 33 38 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Barneveld; besluiten vast te stellen het Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In dit besluit wordt verstaan onder: a. Financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op het inkomen van de aanvrager; b. Persoonsgebonden budget: een geldbedrag waarmee de aanvrager een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven; c. Inkomen: 1. het netto inkomen van de aanvrager; 2. het gezamenlijk netto inkomen van de aanvrager en zijn partner in de zin van artikel 1 lid 2 t/m 7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning; d. Belastbaar inkomen: het inkomen waarover inkomstenbelasting verschuldigd is. Deze kan worden herleid uit de jaaropgave; e. Verzamelinkomen: Het inkomen dat de belastingdienst vaststelt op basis van het inkomen uit werk en woning en eventuele opbrengsten uit sparen of beleggen. f. Eigen bijdrage: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget betaald moet worden; g. Kostprijs: De werkelijke prijs die door de gemeente wordt betaald voor een voorziening; h: Verordening: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Barneveld. Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Artikel 2 Regels rond verstrekking en verantwoording 1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager. 2. Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien: a. op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget; b. als de klantmanager bepaalt dat de gekozen voorziening niet adequaat is;. c. als uit onderzoek is gebleken dat de aanvrager een eerder persoonsgebonden budget niet in overeenstemming met doel en/of bestemming heeft ingezet, de klantmanager kan in individuele gevallen hiervan afwijken; d. op grond van de progressiviteit van het ziektebeeld de aangevraagde voorziening zo snel weer door een aangepaste voorziening vervangen moet worden dat deze verstrekking zich daardoor niet leent voor een persoonsgebonden budget; e. verstrekking van een persoonsgebonden budget gezien de (verwachte) korte duur van de verstrekking zou leiden tot een inefficiënte besteding van gemeentelijke middelen. 3. Woonvoorzieningen die uitsluitend in natura kunnen worden verstrekt zijn: mobiele tilliften, losse douchestoelen, douchebrancards, toiletstoelen, toiletverhogers. Pagina 1

4. Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als persoonsgebonden budget. Het bedrag van dit persoonsgebonden budget bedraagt 2.460,- welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar. 5. De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt als volgt plaats: a. voor hulp bij het huishouden binnen twee maanden na afloop van elk kalenderjaar. dan wel binnen twee maanden na de (laatste) betaling van het persoonsgebonden budget. b. voor overige individuele voorzieningen binnen twee maanden na besteding van het persoonsgebonden budget. 6. Indien het voor de budgethouder niet mogelijk is om binnen de termijn van twee maanden de besteding van het persoonsgebonden budget te verantwoorden kan in individuele gevallen, mits gemotiveerd, eenmalig een maand uitstel worden gegeven. Hoofdstuk 3 Eigen bijdragen Artikel 3 Omvang van eigen bijdrage per vier weken (bedragen per 1 januari 2008) Alleenstaand Leeftijd Inkomensgrens per jaar Gehuwd Jonger dan 65 jaar 65 jaar en ouder Eén van beiden jonger dan 65 jaar Beiden 65 jaar en ouder Inkomens onafhankelijke eigen bijdrage (inkomen onder A) Inkomens afhankelijke eigen bijdrage (inkomen boven A) A 16.301 16,80 16,80 plus 1/13 deel 14.365,- 16,80 16,80 plus 1/13 deel 21.002,- 24,20 24,20 plus 1/13 deel 19.759,- 24,20 24,20 plus 1/13 deel Artikel 4 De duur van de eigen bijdrage 1. Voor hulp bij het huishouden wordt een eigen bijdrage in rekening gebracht, zolang de indicatie geldig is en de hulp gegeven wordt. 2. Voor de voorziening waarvan de kostprijs lager is dan 300,- wordt geen eigen bijdrage in rekening gebracht. De eerste 300,- is vrij van eigen bijdrage. 3. Voor de voorziening waarvan de kostprijs tussen 300,- en 1.000,- bedraagt, wordt gedurende maximaal 1 jaar eigen bijdrage in rekening gebracht. De eigen bijdrage kan voor deze categorie maximaal 700,- bedragen. 4. Voor de voorziening waarvan de kostprijs tussen 1.000,- en 2.000,- bedraagt, wordt gedurende maximaal 2 jaar eigen bijdrage in rekening gebracht. De eigen bijdrage kan voor deze categorie maximaal 1.700,- bedragen. 5. Voor de voorziening waarvan de kostprijs 2.000,- of hoger bedraagt, wordt gedurende maximaal 3 jaar eigen bijdrage in rekening gebracht. 6. Bij bepaling van de duur van de eigen bijdrage voor een roerende zaak die in eigendom of bruikleen wordt verstrekt of uit een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die eigendom is van de aanvrager, wordt bij de toepassing van lid 2 t/m 5 rekening gehouden met de totale kosten van de voorzieningen als de betreffende aanvragen binnen een periode van 26 weken zijn ingediend. Artikel 5 Vaststelling van de eigen bijdrage 1. Vaststelling en inning van de eigen bijdrage vindt plaats door het Centraal Administratie Kantoor Bijzondere Zorgkosten (CAK-BZ) conform het bepaalde in artikel 3. 2. De hoogte van de eigen bijdrage wordt vastgesteld aan de hand van het verzamelinkomen van de aanvrager en dat van zijn eventuele partner van het peiljaar (is twee jaar vóór het zorgjaar). Voor het zorgjaar 2008 gelden de inkomensgegevens van het haar 2006. Het verzamelinkomen wordt bepaald op basis van de definitieve aanslag inkomstenbelasting. Wanneer de definitieve Pagina 2

belastingaanslag van het peiljaar nog niet is vastgesteld, wordt voor de berekening van de eigen bijdrage het belastbaar inkomen van de aanvragen en zijn eventuele partner gebruikt. 3. De eigen bijdrage bedraagt maximaal de kostprijs van de voorziening. Hoofdstuk 4 Hulp bij het huishouden Artikel 6 Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden 1. Het persoonsgebonden budget bedraagt 100% van de laagst geselecteerde aanbieder. 2. De vaststelling van een persoonsgebonden budget vindt ten aanzien van hulp in de huishouding basis als volgt plaats: Er wordt een bedrag als voorschot beschikbaar gesteld dat per klasse per vier weken bedraagt: Klasse 1 57,- Klasse 2 171,- Klasse 3 3.13,- Klasse 4 484,- Klasse 5 655,- Klasse 6 825,- 3. De vaststelling van een persoonsgebonden budget vindt ten aanzien van hulp in de huishouding speciaal als volgt plaats: Er wordt een bedrag als voorschot beschikbaar gesteld dat per klasse per vier weken bedraagt: Klasse 1 88,- Klasse 2 264,- Klasse 3 483,- Klasse 4 747,- Klasse 5 1.010,- Klasse 6 1.274,- 4. Bij additionele uren die boven klasse 6 op basis van de hardheidsclausule worden toegekend; als het aantal geïndiceerde uren of dagdelen hoger is dan de bovengrens van klasse 6, dan wordt het tarief van de hoogste klasse verhoogd met het uurtarief van klasse 1 vermenigvuldigd met het aantal uren of dagdelen waarmee de bovengrens van de hoogste klasse wordt overschreden. Hoofdstuk 5 Woonvoorzieningen Artikel 7 financiële tegemoetkomingen en persoonsgebonden budget 1. De financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget min de eigen bijdrage voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte. 2. De afschrijving zoals genoemd in artikel 21 van de verordening is 15 jaar op basis van het volgende afschrijvingsschema: a. 100% bij verkoop binnen drie jaar b. 80% bij verkoop na drie tot zes jaar c. 60% bij verkoop na zes tot negen jaar d. 40% bij verkoop na negen tot twaalf jaar e. 20% bij verkoop na twaalf tot vijftien jaar f. 0% bij verkoop na vijftien jaar 3. Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding als genoemd in artikel 15 onder a van de verordening bedraagt: a. 1.739,- voor verhuizing naar een aangepaste woning zonder uitbouw b. 1.161,- indien een bestaande woning met aanbouw wordt aangepast c. 2.883,- voor verhuizing naar een aangepaste woning met aanbouw 4. Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken als genoemd in artikel 19 lid 2 tot en met 5 van de verordening bedraagt 500,-. Artikel 8 Voorziening voor huurderving Pagina 3

1. In geval van huurbeëindiging van een woonruimte die voor meer dan 10.000,- is aangepast kunnen B&W een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal 6 maanden. De eerste maand huurderving komt niet voor vergoeding in aanmerking. 2. De hoogte van een door B&W te verlenen financiële tegemoetkoming in de kosten van huurderving is gelijk aan de kale huur van de woonruimte, met een maximum van het bedrag genoemd in artikel 13 eerste lid onder a van de Wet op de huurtoeslag (de zogenaamde huurgrens). Hoofdstuk 6. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Artikel 9 Persoonsgebonden budget Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het bedrag voor onderhoud en reparatie en indien van toepassing verzekeringen dat voor vergelijkbare voorzieningen gerekend wordt door de gegunde leverancier van naturavoorzieningen. Het bedrag voor onderhoud en reparatie en verzekeringen wordt na afloop van het kalenderjaar uitgekeerd. Artikel 10 Inkomensgrens gebruik elektrische fiets De inkomensgrens waarboven een elektrische fiets of een fiets met trapondersteuning en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten algemeen gebruikelijk wordt geacht, bedraagt per maand (per 1 januari 2008): 21 tot 65 jaar Afhankelijk van woonsituatie 120% a. alleenstaande 1.008,88 b. alleenstaande, woningdeler 864,76 c. alleenstaande 1.297,14 ouder d. alleenstaande ouder, 1.153,01 woningdeler e. gehuwden 1.441,26 f. gehuwden, woningdeler 1.297,14 65 jaar en ouder g. alleenstaande 1.102,18 h. alleenstaande, woningdeler 958,04 i. alleenstaande ouder 1.358,51 j. alleenstaande ouder, woningdeler 1.214,38 k. gehuwden, beiden 65 jaar of ouder 1.511,65 l. gehuwden, beiden 65>, woningdeler 1.367,52 m. gehuwden, één 65+, ander 21 tot 65 1.511,65 n. idem, woningdeler 1.367,52 Deze bedragen zijn exclusief vakantiegeld. Voor de berekening van de inkomensgrens wordt het netto inkomen van de aanvrager gebruikt. Deze bedragen worden gelijk met de bijstandsnormen geïndexeerd. Artikel 11 inkomensgrens gebruik auto De inkomensgrens, zoals genoemd in artikel 25 van de verordening, bedraagt per jaar (per 1 januari 2008): 13.584,- voor alleenstaanden jonger dan 65 jaar; 11.971,- voor alleenstaanden ouder dan 65 jaar; 17.501,- voor gehuwden waarvan één of beide partners jonger dan 65 jaar zijn; 16.466,- voor gehuwden ouder dan 65 jaar. Voor de berekening van de inkomensgrens wordt het verzamelinkomen van de aanvrager gebruikt, Deze bedragen worden gelijk met de bijstandsnormen geïndexeerd. Artikel 12 tegemoetkomingen voor auto, taxi of rolstoeltaxi 1. De tegemoetkoming voor het gebruik eigen auto of bruikleen auto zoals bedoeld in artikel 22 onder c Verordening wordt gebaseerd op: een verplaatsing van 1500 km op jaarbasis met een bandbreedte tot 2000 km; Pagina 4

een kilometervergoeding ad 0,39 voor gebruik eigen of bruikleen auto. 2. De tegemoetkoming voor het gebruik van een taxi of rolstoeltaxi wordt gebaseerd op: een verplaatsing van 1500 km op jaarbasis met een bandbreedte tot 2000 km; de kosten van het reguliere taxi / rolstoeltaxitarief per kilometer; het van toepassing zijnde reguliere voorrijdtarief per rit; gebruik van een erkend taxibedrijf. Hoofdstuk 7 Verplaatsen in en rond de woning Artikel 13 Persoonsgebonden budget rolstoel Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening, verhoogd met het bedrag voor onderhoud en reparatie dat voor vergelijkbare rolstoelen gerekend wordt door de gegunde leverancier van naturavoorzieningen. Het bedrag voor onderhoud en reparatie wordt na afloop van het kalenderjaar uitgekeerd. Hoofdstuk 8 Advisering en samenhangende afstemming Artikel 14 Verplicht advies Het bedrag waarboven ingevolge artikel 32 lid 2 onder a van de verordening advies gevraagd moet worden bedraagt 20.420,-. Daarnaast moet bij complexe aanvragen ook bij een lager bedrag verplicht advies worden gevraagd. Artikel 15 Samenhangende afstemming Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies volgens artikel 32 van de verordening indien van toepassing aandacht besteed aan: a. de algemene gezondheidstoestand van de aanvrager; b. de beperkingen die de aanvrager in zijn functioneren ondervindt als gevolg van ziekte of gebrek; c. de woning en de woonomgeving van de aanvrager; d. het psychisch en sociaal functioneren van de aanvrager; e. de sociale omstandigheden van de aanvrager. Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten. Artikel 16 Inwerkingtreding Dit Besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2008 en werkt terug tot 1 januari 2008. Artikel 17 Citeertitel Dit Besluit wordt aangehaald als:. Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders op.. D. Bakhuizen J.A.M.L. Houben secretaris burgemeester Pagina 5