Leerlingenstatuut. Jac. P. Thijsse College. Januari 2011



Vergelijkbare documenten
Leerlingenstatuut. Jac. P. Thijsse College

LEERLINGENSTATUUT. RSG Enkhuizen

Leerlingenstatuut Metameer

Met een leerlingenstatuut in de hand is er een prima mogelijkheid de rechten en plichten van leerlingen te verduidelijken en te verbeteren.

Leerlingenstatuut Jozefmavo

Leerlingenstatuut Christelijk College Nassau-Veluwe 02FB

Leerlingenstatuut Schoonhovens College. Augustus Juli 2020

Leerlingenstatuut Lauwers College

OSG Piter Jelles Leerlingenstatuut Leerlingenstatuut

LEERLINGENSTATUUT ZWIN COLLEGE 2014

A. Algemeen N.B. Overal waar hij staat, kan ook zij gelezen worden.

Leerlingenstatuut Maritieme Academie Harlingen

Leerlingenstatuut Van Lodenstein College. Augustus 2014

leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut t Atrium

Zaandam, augustus Beste leerling,

Leerlingenstatuut. Kennemer College

2.2 LEERLINGENSTATUUT

LEERLINGENSTATUUT SCHOLENGEMEENSCHAP WERE DI

Leerlingenstatuut. Stad & Esch. geldig van. 1 augustus t/m. 31 juli Leerlingenstatuut Stad & Esch pagina 1 van 10

Leerlingenstatuut Stad & Esch geldig van 1 augustus 2016 t/m 31 juli 2018

Leerlingenstatuut Gymnasium Novum

SINT-JANSCOLLEGE LEERLINGENSTATUUT I. ALGEMENE BEPALINGEN

Leerlingenstatuut. Scholengemeenschap Lelystad Kofschip EZ Lelystad

Leerlingenstatuut Kennemer College

LEERLINGENSTATUUT. St. BONIFATIUSCOLLEGE

LEERLINGENSTATUUT s Gravendreef College INTERCONFESSIONELE SCHOLENGEMEENSCHAP VOOR VMBO (KGT) en HAVO

het aan school verbonden personeel, hieronder begrepen de leden van de schoolleiding.

Leerlingenstatuut VMBO-groen 2013

Leerlingenstatuut Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Noord-Holland-Noord

Leerlingenstatuut. Versie juni

Leerlingenstatuut. OSG Piter Jelles. Vastgesteld door CvB: 16 januari 2018 Vastgesteld door MR: 21 februari 2018

Paragraaf 1 ALGEMEEN De Boerhaave

Leerlingstatuut van Stichting EBO voor de Passie-scholen

Leerlingenstatuut Stad & Esch geldig van 1 augustus 2018 t/m 31 juli 2020

Leerlingenstatuut SOVON uitwerking Huygens College

LEERLINGENSTATUUT. Vastgesteld in de vergadering van de MR in 2015 na instemming van het leerlingendeel van de MR. Leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut Versie september

3.1. Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van de leerlingen.

Leerlingenstatuut Rijnlands Lyceum Oegstgeest 2014

LEERLINGENSTATUUT STEDELIJK GYMNASIUM HAARLEM

Leerlingenstatuut Arkelstein 1. Paragraaf 1 ALGEMEEN Arkelstein

LEERLINGENSTATUUT Goedgekeurd door de MR: 19 november 2015

Leerlingenstatuut

LEERLINGENSTATUUT

LEERLINGENSTATUUT VAN HET BAUDARTIUS COLLEGE. december 2015

LEERLINGENSTATUUT VEURS LYCEUM 2013 INHOUDSOPGAVE

LEERLINGENSTATUUT /

Leerlingenstatuut Februari 2017

LEERLINGENSTATUUT VAN HET MEREWADE COLLEGE VOOR PRO, VMBO, HAVO, ATHENEUM TE GORINCHEM

LEERLINGENSTATUUT. Goedgekeurd door de MR d.d. 7 juni 2012

Leerlingenstatuut De Rietlanden. april 2014

Leerlingenstatuut Het Vlier 1. Paragraaf 1 ALGEMEEN Het Vlier

Kennemer College. Het leerlingenstatuut

Inleiding Toetsen Toetsbespreking, correctie, normering, inzage Onregelmatigheden, bezwaar en beroep... 9

LEERLINGENSTATUUT. Geldig van 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2016

Leerlingenstatuut Vechtdal College

LEERLINGENSTATUUT. Van Kinsbergen college

Leerlingenstatuut Rijnlands Lyceum Oegstgeest Inhoud

Leerlingenstatuut. Maerlant-Lyceum

Leerlingenstatuut. Inhoud. A. Algemene bepalingen

1. BETEKENIS Een leerlingenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van een leerling.

Leerlingenstatuut Erasmiaans Gymnasium

LEERLINGENSTATUUT. Inhoudsopgave

Leerlingenstatuut Bonhoeffercollege

Leerlingenstatuut

leerlingenstatuut marianum

Leerlingenstatuut locatie CSG Beilen

Versie maart 2014 Inhoudsopgave

Algemeen. 1.1 Begrippen In dit leerlingenstatuut wordt bedoeld met:

LEERLINGENSTATUUT NOVEMBER 2015 NOVEMBER 2017

Leerlingenstatuut Vastgesteld in de MR vergadering van 12 juni 2018

LEERLINGENSTATUUT Almere College, maart 2016

Leerlingenstatuten

LEERLINGSTATUUT Van TWENTS CARMEL COLLEGE LOSSER. Geldigheidsduur: schooljaar 2017/2018 en 2018/2019

Leerlingenstatuut Instelling Voortgezet Onderwijs Deurne

Leerlingenstatuut Scholengemeenschap Lelystad

Leerlingenstatuut Elzendaalcollege Schooljaar

leerlingenstatuut ds. Pierson College s-hertogenbosch

Leerlingenstatuut Stedelijk Gymnasium Schiedam. Mei 2008 Goedgekeurd door de medezeggenschapsraad

lesgeven. Onderwijsgroep Buitengewoon Een gekozen groep leerlingen die mee denkt, praat en beslist over schoolzaken.

Leerlingenstatuut 11 juni 2018

Saenstroom opdc. Leerlingenstatuut

A. ALGEMEEN 1. Betekenis 2. Doel 3. Begripsomschrijving 4. Procedure en geldigheidsduur 5. Toepassing 6. Publicatie

Leerlingenstatuut LMC Voortgezet Onderwijs

Leerlingstatuut Vechtdal College

Goedgekeurd Management Team MR Leerlingenstatuut

LEERLINGENSTATUUT. Pagina 1. Leerlingenstatuut Vlaardingse Openbare Scholengroep januari Versie maart 2014

Voorgenomen besluit CvB : d.d. 25 juni 2008 Instemming leerlingen/oudergeleding GMR : d.d. 7 juli 2008 Definitief besluit CvB : d.d.

Artikel De leerling heeft de plicht het aan hem opgegeven huiswerk te maken en te beschikken over alle vereiste leermiddelen voor die les.

[LEERLINGENSTATUUT] Leerlingenstatuut. Scholengemeenschap de Grundel. Vastgesteld in vergadering centrale directie,

Leerlingenstatuut VMBO-groen 2015 Van kracht met ingang van schooljaar 2015/2016

Leerlingenstatuut. Bonhoeffer College

Leerlingenstatuut Schooljaren en

Leerlingenstatuut De Rietlanden. april 2019

Campusleerlingenreglement College Den Hulster Voorwoord

LEERLINGENSTATUUT APRIL 2016

1.1 Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van leerlingen.

Inleiding. Wettelijke context

Transcriptie:

Leerlingenstatuut Jac. P. Thijsse College Januari 2011 Instemming MR dd: 17 februari 2011

ALGEMEEN 1. Betekenis Dit statuut heeft als doelstelling de rechten en plichten van de leerlingen op school vast te leggen. 2. Begrippen In dit statuut wordt bedoeld met: Directie: de rector samen met de plaatsvervangend rector en conrector(en); Schoolleiding: de rector samen met de plaatsvervangend rector, conrector(en) en teamleiders; Leerlingen: alle leerlingen die op het Jac. P. Thijsse College staan ingeschreven; Ouders: ouders, voogden, feitelijke verzorgers van de leerlingen; Docenten: personeelsleden met een onderwijsgevende taak aan het Jac. P. Thijsse College; Onderwijsondersteunend personeel: personeelsleden die geen directe onderwijsgevende taak hebben; Bestuur: de wettelijke vertegenwoordiger van SVOK (Stichting Voortgezet Onderwijs Kennemerland) De leerlingenraad: een uit en door de leerlingen gekozen raad die de belangen van een groep leerlingen behartigt; Studiehuisraad: een uit een groep leerlingen geselecteerde raad die belangen van bovenbouwleerligen havo/vwo behartigt; (Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad: het wettelijk voorgeschreven orgaan dat de school vertegenwoordigt naar het bestuur en de directie toe; Geleding: alle leerlingen samen, de directie/schoolleiding, alle docenten samen, al het onderwijsondersteunend personeel samen, alle ouders samen en het bestuur. 3. Procedure Het voorstel van het leerlingenstatuut wordt vormgegeven door een daartoe door de directie aangestelde leerlingencommissie en na goedkeuring door de directie door het bestuur vastgesteld na instemming van de MR. 4. Geldigheidsduur 4.1 Het leerlingenstatuut wordt voor een periode van twee schooljaren vastgesteld. Daarna wordt het opnieuw besproken in alle geledingen en, al dan niet gewijzigd, voor nog een periode van twee jaar vastgesteld. 4.2 Indien geen voorstellen tot wijziging worden gedaan, wordt het leerlingenstatuut geacht opnieuw voor twee schooljaren te zijn vastgesteld. Hiertoe is instemming van de MR vereist. 5. Toepassing Het leerlingenstatuut is bindend voor: de leerlingen de docenten het onderwijsondersteunend personeel de directie de schoolleiding het bestuur de ouders. Dit geldt behoudens wettelijk vastgestelde bevoegdheden en reglementen. Leerlingstatuut JPT januari 2011 2/10

6. Publicatie Het leerlingenstatuut wordt op de website/studieweb gepubliceerd en is op aanvraag bij de administratie te verkrijgen. In de schoolgids wordt hiervan melding gedaan. REGELS BINNEN HET JAC. P. THIJSSE COLLEGE Binnen het Jac. P. Thijsse College gelden de regels en afspraken zoals in dit statuut opgenomen. Aanvullend en in overeenstemming met de regels in dit statuut zijn er regels en afspraken vastgelegd in School- en gedragsregels (opgenomen in de schoolgids), Gedragsregels ICTvoorzieningen en Procedures Leerplicht in- en uitschrijving verzuim schorsen en verwijderen. Deze notities zijn op aanvraag bij de administratie te verkrijgen en op het schoolweb te raadplegen. 7. Regels over het onderwijs 7.1 De leerlingen hebben recht op goed onderwijs. Het gaat hierbij om zaken als: - redelijke verdeling van de lesstof over de lessen; - goede presentatie en duidelijke uitleg van de stof; - kiezen van geschikte schoolboeken en andere leermiddelen; - aansluiting van het opgegeven huiswerk bij de behandelde stof. 7.2 Als een docent naar het oordeel van een leerling of een groep leerlingen zijn/haar taak niet op behoorlijke wijze vervult, kan dat door de leerling(en) buiten de les aan de orde worden gesteld bij de desbetreffende docent en/of teamleider. Op een klacht dient binnen 10 werkdagen gereageerd te worden. 7.3 Mocht overleg niets opleveren dan kan een leerling gebruik maken van de bestaande klachtenregeling (zoals gepubliceerd op de website van het SVOK, www.svok.nl). 8. Het volgen van onderwijs door leerlingen 8.1 De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om een goed onderwijsproces mogelijk te maken, dat gebaseerd is op een overdracht van informatie die ordelijk moet verlopen. 8.2 Een leerling die een goede voortgang van een les verstoort, kan verplicht worden de les te verlaten en dient zich dan te melden bij de teamleider. 9. Onderwijstoetsing 9.1 Toetsing van vorderingen van een leerling kan plaatsvinden op de volgende wijzen: A. Proefwerken B. Schoolexamens C. Schriftelijke of digitale overhoringen D. Verslagen, stelopdrachten en schriftelijke werkstukken E. Overige werkstukken (zoals bijvoorbeeld bij tekenen en muziek) F. Mondelinge overhoringen G. Het voorlezen van een tekst H. Spreekbeurten/Presentaties I. Lichamelijke prestaties bij het vak l.o. J. Luistertoetsen en tekstverklaringen K. Practica (zoals bijvoorbeeld bij biologie, scheikunde, natuurkunde, NLT en muziek). Leerlingstatuut JPT januari 2011 3/10

A. Proefwerken A.1. Meerdere keren per jaar ontvangt iedere onderbouwleerling een rooster waarin de data waarop de proefwerken plaatsvinden, vermeld staan. Bij de bovenbouw wordt het proefwerkrooster minstens zeven schooldagen voor aanvang van de toetsweek/tentamenweek verstrekt. A.2. Een proefwerk moet ten minste één week voordat het gegeven wordt, aangekondigd zijn. A.3. Een leerling mag, met uitzondering van een proefwerkweek, slechts één proefwerk per dag krijgen met een maximum van drie proefwerken per week waarvoor voorbereiding noodzakelijk is. In de proefwerkweek geldt een maximum van drie proefwerken per dag. In het geval van inhaalproefwerken mag van deze regel worden afgeweken. A.4. Een proefwerk kan alleen de behandelde lesstof bevatten die van tevoren afgerond is. Er dient een redelijke verhouding te bestaan tussen de leerstof en het proefwerk. Een proefwerk kan ook bestaan uit een tekstverklaring, een stelopdracht of een luistertoets. A.5. Een proefwerk dient binnen tien schooldagen na de afneemdatum of na het verstrijken van de proefwerkweek nagekeken te zijn. A.6. Een volgend proefwerk kan niet worden gegeven voordat het vorige proefwerk besproken is, tenzij de stof van geheel andere aard is. B. Schoolexamens Hiervoor wordt verwezen naar het programma van toetsing en afsluiting (PTA). C. Schriftelijke en digitale overhoringen C.1. Een overhoring mag onverwachts worden gegeven en mag dan alleen gaan over de leerstof die voor die les is opgegeven en over de basiskennis. Indien een overhoring gaat over leerstof die over meerdere lessen verdeeld behandeld is, dient deze overhoring minstens een week van te voren opgegeven te worden. C.2. Leerlingen mogen maximaal twee overhoringen per dag hebben. Daarbij telt een proefwerk ook als overhoring. C.3. Een overhoring dient binnen één schoolweek nagekeken en besproken te zijn. C.4. Een overhoring dient nagekeken en besproken te zijn vóór afname van het UP waar hetzelfde onderwerp aan de orde is. D. Verslagen, stelopdrachten en schriftelijke werkstukken D.1 Een verslag of stelopdracht moet ten minste zes schooldagen voordat het verslag moet worden ingeleverd, opgegeven zijn. D.2 Een schriftelijk werkstuk moet minimaal vijftien schooldagen voordat het moet worden ingeleverd, opgegeven zijn. D.3. Van de verslagen, stelopdrachten en schriftelijke werkstukken dient bij de opgave duidelijk te zijn aan welke normen ze moeten voldoen. D.4. Van de verslagen, stelopdrachten en schriftelijke werkstukken dient bij de opgave duidelijk te zijn wanneer ze gereed moeten zijn en wat er gebeurt bij te laat inleveren (zie PTA s). D.5. Een verslag, opstel of schriftelijk werkstuk dient binnen vijftien schooldagen beoordeeld te worden. E. Overige werkstukken / dossiers E.1. Een werkstuk moet minimaal vijftien schooldagen voordat het moet worden ingeleverd, opgegeven zijn. E.2. Van de werkstukken dient bij de opgave duidelijk te zijn aan welke normen ze moeten voldoen. Leerlingstatuut JPT januari 2011 4/10

E.3. Van de werkstukken dient bij de opgave duidelijk te zijn wanneer ze gereed moeten zijn en wat er gebeurt bij te laat inleveren. E.4. Een werkstuk dient binnen vijftien schooldagen beoordeeld te worden. F. Mondelinge overhoringen Mondelinge overhoringen mogen onverwacht worden gegeven en mogen alleen gaan over de leerstof die voor die les is opgegeven en over de basiskennis. G. Het voorlezen van een tekst Een leerling krijgt de mogelijkheid zich goed voor te bereiden op een voor te lezen tekst. H. Presentaties H.1. Een presentatie moet ten minste tien schooldagen voordat de presentatie gehouden wordt, opgegeven zijn. H.2. Het onderwerp en de vorm van een presentatie moeten ten minste tien schooldagen van tevoren bekend zijn. H.3. Van een presentatie dient bij opgave duidelijk te zijn aan welke normen zij moet voldoen. I. Prestaties bij het vak l.o. Indien een leerling voor een cijfer moet presteren, dient dat voorafgaand aan de oefeningen te worden meegedeeld. J. Luistertoetsen en tekstverklaringen Luistertoetsen en tekstverklaringen dienen minstens een week van tevoren worden opgegeven. K. Practica K.1. Het afnemen van practica dient minstens één week van tevoren te worden aangekondigd. K.2. Het moet van tevoren duidelijk zijn waarop de leerling wordt beoordeeld en welke normen bij de beoordeling worden gehanteerd. K.3. Er dienen minstens vijf schooldagen voor de leerling beschikbaar te zijn om het verslag na het practicum af re ronden en in te leveren. 9.2 De docent dient van tevoren aan te geven welke toetsvorm gekozen wordt en hoe het resultaat meetelt bij de berekening van het rapportcijfer. (Zie ook 10.2) 9.3 Indien parallelklassen voor hetzelfde vak verschillende docenten hebben, dienen die docenten, als de stof gelijk is, deze op dezelfde wijze te toetsen en te beoordelen. 9.4 Er dient een redelijke verhouding te bestaan tussen de hoeveelheid leerstof en de vorm van de toetsing. 9.5 De lengte van een schriftelijk werk moet overeenstemmen met de tijd waarin een leerling het schriftelijke werk moet maken. 9.6 Onregelmatigheden 9.6.1 Indien een leerling zich onttrekt aan (een onderdeel van) een toets of zich schuldig maakt aan fraude, bedrog of enige andere onregelmatigheid kan de docent maatregelen nemen in overleg met de teamleider. 9.6.2 De maatregelen bedoeld in het eerste lid die, al dan niet in combinatie met elkaar, genomen kunnen worden zijn: a. het toekennen van een afwijkende beoordeling van een toets, b. het ontzeggen van verdere deelname aan de toets, c. het ongeldig verklaren van één of meer onderdelen van de toets, d. bepalen dat het rapportcijfer slechts kan worden vastgesteld nadat een hernieuwde toets over Leerlingstatuut JPT januari 2011 5/10

de gehele stof of een deel van de stof wordt afgelegd. 9.7 Met uitzondering van toetsing in de brugklas wordt voor alle wijzen van toetsen de geleverde prestatie met de cijfers 1,0 t/m 10,0 beoordeeld. 9.8 De toetsing van vorderingen volgens de in 9.1 genoemde wijzen moet na uiterlijk vijftien schooldagen zijn beoordeeld door de docent. Tenzij anders vermeld. 9.9 De leerling heeft het recht de beoordeling van de in 9.1 genoemde zaken met de docent te bespreken. 9.10 Een leerling heeft altijd recht op inzage van zijn/haar nagekeken schriftelijk werk en de bijbehorende opgaven. 9.11 Elke beoordeling moet zorgvuldig tot stand komen. 9.12 De docent houdt rekening met de afspraken ten behoeve van dyslectische leerlingen of andere leerlingen waarmee door de schoolleiding afwijkende afspraken zijn gemaakt. 9.13 Wie het niet eens is met de beoordeling, kan eerst bezwaar indienen bij de docent; als dit geen bevredigende oplossing oplevert, kan de leerling bij de teamleider in beroep gaan. 9.14 Schriftelijke werken die op een ander tijdstip worden ingehaald, dienen over dezelfde stof te gaan als de originele werken en de docent dient ze van gelijke vorm en moeilijkheidsgraad te laten zijn. 9.15 Het geven van strafcijfers of strafminnetjes is niet toegestaan. Ook puntenaftrek voor iets anders dan spieken of het te laat inleveren van de werkstukken of verslagen, is niet toegestaan. 9.16 Het geven van cijfers anders dan op grond van de toetsing volgens 9.1 A t/m K is niet toegestaan, tenzij behorend bij van tevoren duidelijk gestelde en meegedeelde normen. 9.17 De docent verzorgt toetsingen waarvoor het overgrote deel van de leerlingen een voldoende kan scoren. Indien dat niet het geval is, kan de teamleider besluiten dat leerlingen recht hebben op een herkansing of aanpassing van de beoordelingsnorm. 9.18 Voor alle verslagen, stelopdrachten, spreekbeurten/presentaties en practica moet van te voren een op schrift gestelde of via studieweb bekend gemaakte beoordelingslijst met beoordelingscriteria en weging aan de leerlingen gegeven worden. 9.19 Consequenties van het te laat inleveren van verslagen, stelopdrachten en werkstukken moeten van te voren aan de leerlingen meegedeeld worden. 10. Rapportcijferberekening, rapporten en inzage van resultaten van de leerling 10.1 Een rapport geeft ouders (en leerlingen) een overzicht van de prestaties van de leerling voor alle vakken over een bepaalde periode. 10.2 Rapportcijfers Deze rapportcijferberekening geldt voor de brugklassen, 2e klassen en 3havo en 3 vwo. Voor de berekening van de cijfers in de overige klassen wordt verwezen naar het PTA (Programma van Toetsing en Afsluiting). 10.2.1 Algemene afspraken voor alle vakken: Het rapportcijfer dient op grond van minimaal twee cijfers te worden vastgesteld. Cijfers van uniforme proefwerken (U.P. s) gegeven in de periode voor het rapport tellen 1x. Het gemiddelde cijfer van alle overhoringen in de periode telt mee als een UP. Rapportcijfers voor periodes 1, 2 en 3 worden afgerond op één decimaal, rapportcijfers voor periode 4 worden afgerond op hele cijfers. 10.2.2 Berekening rapportcijfers periode 1 (R1): De berekening van R1 vindt plaats zoals in de algemene afspraken is aangegeven. Hierbij geldt echter de volgende uitzondering: Indien bij het eerste rapport maar één schriftelijke overhoring en één UP is gegeven, telt het UP 2 x en de schriftelijke overhoring 1x. Leerlingstatuut JPT januari 2011 6/10

10.2.3 Berekening rapportcijfers periode 2 (R2): Voor de berekening van R2 worden de eerste en tweede periode als één rapportperiode beschouwd. De berekening van R2 vindt plaats zoals in de algemene afspraken is aangegeven. 10.2.4 Berekening rapportcijfers periode 3 (R3): R3 is het gemiddelde van alle UP s van periode 3 en het op één decimaal afgeronde rapportcijfer R2 en het gemiddelde van alle overhoringen van periode 3. 10.2.5 Berekening rapportcijfers periode 4 (R4): R4 is het gemiddelde van alle UP s van periode 3 en 4, het op één decimaal afgeronde rapportcijfer R2 en het gemiddelde van alle overhoringen van periode 3 en 4 samen. 10.3 Via Magister hebben ouders en leerlingen inzage in de resultaten van de leerlingen. 11. Overgaan en zittenblijven 11.1 Aan het begin van het schooljaar dient duidelijk te worden aangegeven aan welke normen een leerling moet voldoen om toegelaten te worden tot een hoger leerjaar. Zie de schoolgids en/ of de website. 11.2 Een leerling die niet aan de bevorderingsnormen voldoet, kan op advies van de docentenvergadering in een volgend leerjaar geplaatst worden. 12. Verwijdering op grond van leerprestatie 12.1 Met uitzondering van het in 12.2 gestelde is het niet toegestaan een leerling op grond van onvoldoende leerprestaties van school te verwijderen. De schoolleiding kan aan een leerling wel een advies geven zich voor een andere school in te schrijven. 12.2 Een leerling mag maximaal drie jaar doen over twee opeenvolgende leerjaren. Met uitzondering van de examenkandidaten. 13. Huiswerk 13.1 De docenten die gezamenlijk lesgeven aan een bepaalde klas, zorgen ervoor dat in een week het huiswerk binnen redelijke hoeveelheden blijft. 13.2 De leerling die niet in de gelegenheid is geweest het huiswerk te maken, meldt dit voor de aanvang van de les aan de docent. 13.3 In het havo en vwo wordt in ieder geval vanaf de 4 e klas gewerkt met studiewijzers. Uitgangspunt is dat deze studiewijzers uiterlijk twee dagen voor aanvang van een periode op studieweb te raadplegen zijn. Daarnaast worden de studiewijzers aan het begin van de periode op papier uitgedeeld. 13.4 Het huiswerk wordt minimaal een week van te voren opgegeven. 14. Lesuren De lesuren duren 50 minuten. Alleen in verband met vergaderingen e.d. kan een 45-minutenrooster gelden. In het jaarrooster staat wanneer er een 45-minutenrooster geldt. 15. Toelating 15.1 De schoolleiding draagt zorg voor voldoende informatie over de gang van zaken op school aan de toekomstige leerling en zijn/haar ouders. 15.2 Indien een leerling niet wordt toegelaten, motiveert de schoolleiding haar beslissing. Leerlingstatuut JPT januari 2011 7/10

16. Vrijheid van meningsuiting 16.1 Intimidatie, indoctrinatie en discriminatie zijn ten strengste verboden. Wie zich door een ander in woord of geschrift beledigd voelt, kan een klacht indienen bij de schoolleiding en/of contact opnemen met een van de vertrouwenspersonen. 16.2 Een leerling heeft het recht op vrijheid van uiterlijk. Maar dient zich wel te houden aan de volgende kledingsvoorschriften: Het is niet toegestaan kleding te dragen die: - belemmerend werkt op de onderlinge communicatie - het voor de school onmogelijk maakt de identiteit vast te stellen van personen die zich in de school bevinden - het voor een leerling moeilijker of onmogelijk maken de (maatschappelijke) stage te doorlopen die noodzakelijk is om een diploma te halen - de veiligheid van de leerling in gevaar kan brengen - die als onbeleefd wordt ervaren De teamleider heeft het laatste woord over het naleven van de kledingsvoorschriften en heeft de mogelijkheid de leerling iets anders aan te laten trekken. 16.3 De school kan alleen bepaalde kleding verplicht stellen wanneer deze kleding aan bepaalde gebruiks- of veiligheidseisen moet voldoen. 17. Schoolkrant 17.1 De schoolkrant is in de eerste plaats bestemd voor de leerlingen, maar is ook beschikbaar voor andere geledingen. 17.2 De schoolleiding stelt in overleg met de redactie van de schoolkrant een redactiestatuut vast, waarin de verantwoordelijkheid en de beschikbaarheid van geld, papier e.d. voor de schoolkrant worden geregeld. 17.3 De rector kan de publicatie van de schoolkrant of een deel daarvan verbieden indien de inhoud van de schoolkrant in strijd is met de grondslag of doelstelling van de school, dan wel een discriminerende of beledigende inhoud bevat. Indien de schoolleiding hiervan gebruik maakt, dient zij dit te motiveren. 18. Aanplakborden Er is een aanplakbord waarop leerlingen, leerlingenraad en andere leerlingenorganisaties met toestemming vooraf, mededelingen kunnen ophangen met inachtneming van artikel 16.1 van dit statuut. 19. Bijeenkomsten 19.1 De schoolleiding is niet bevoegd een bijeenkomst van leerlingen te verbieden, tenzij deze in strijd is met artikel 16.1 van dit statuut. Vaststelling van plaats en tijd van de bijeenkomst geschiedt in overleg met de schoolleiding indien sprake is van een bijeenkomst in schooltijd en/of in het schoolgebouw. Een en ander dient plaats te vinden binnen de feitelijke mogelijkheden van de school. 19.2 Anderen (docenten, schoolleiding, ouders) worden alleen toegelaten op een bijeenkomst van leerlingen als de leerlingen in meerderheid dat toestaan. 19.3 De leerlingen dienen een ter beschikking gestelde ruimte op een behoorlijke wijze achter te laten. 19.4 De gebruikers zijn verantwoordelijk en aansprakelijk voor eventuele schade. Leerlingstatuut JPT januari 2011 8/10

20. Leerlingenraad/studiehuisraad 20.1 Aan de leerlingenraad wordt zo mogelijk een vaste ruimte, maar in ieder geval een afsluitbare kast ter beschikking gesteld. 20.2 Voor activiteiten van de leerlingenraad worden drukfaciliteiten binnen een bepaald budget ter beschikking gesteld. 20.3 Dit geldt ook voor andere materialen en apparatuur, zoals geluidsapparatuur, indien aanwezig. 20.4 Activiteiten van de leerlingenraad kunnen tijdens de lesuren plaatsvinden met toestemming van de schoolleiding. 20.5 Leerlingenraadsleden kunnen voor hun werkzaamheden lesuren vrij krijgen. 20.6 Aan de leerlingenraad wordt in overleg met de ouderraad een budget ter beschikking gesteld. 21. Leerlingenregistratie en privacybescherming Hiervoor wordt verwezen naar de privacy regeling van het SVOK. Deze staat op de website van het SVOK (www.svok.nl). 22. Orde 22.1 De orderegels maken deel uit van de school- en gedragsregels die onder andere in de schoolgids staan vermeld. 22.2 De orderegels voor de schoolfeesten worden aan het begin van het leerjaar uitgedeeld door de feestcommissie. 22.2 Leidraad bij het opstellen van een ordereglement zijn redelijkheid en rechtszekerheid. 22.3 Iedereen is verplicht de orderegels na te leven. 22.4 In de volgende gevallen kunnen alle sancties tot en met onmiddellijke definitieve verwijdering worden overwogen: - Vernieling - Diefstal - Drugsgebruik en handel in drugs - Het in bezit hebben van wapens of wat uitdrukkelijk als wapen kan worden gehanteerd - Het bezit of afsteken van vuurwerk of handel daarin - Ernstige uitingen van bedreiging, agressie, schelden, pesten, extremisme. 23. Ongewenste intimiteiten 23.1 Iedere leerling en medewerker heeft er recht op respectvol tegemoet te worden getreden. Indien de leerling zich gekwetst voelt door een benadering of intimiteit van de kant van een medeleerling of medewerker van de school, die de leerling niet gewenst heeft, dan kan de leerling zich wenden tot de mentor, de vertrouwenspersoon binnen de school of de vertrouwensinspecteur. 23.2 Als een LO-docent of andere medewerker een kleedkamer wil betreden, dient hij zijn komst aan te kondigen en enige tijd te wachten alvorens hij de kleedkamer binnen gaat. 24. Aanwezigheid 24.1 Leerlingen zijn verplicht de lessen volgens het voor hen geldende rooster te volgen, tenzij er voor een bepaald vak een andere regeling is getroffen. Ongeoorloofde afwezigheid zal bestraft worden. 24.2 Tijdens pauzes, roostervrije uren en lesuitval zijn de leerlingen vrij om of op school te blijven of de school te verlaten tenzij de schoolleiding uitdrukkelijk anders meedeelt. Leerlingstatuut JPT januari 2011 9/10

25. Te laat komen 25.1 De teamleider stelt een regeling vast voor leerlingen die te laat komen. 25.2 Bij ongemelde afwezigheid van docenten gaat een vertegenwoordiger van de klas na tien minuten naar de roostermaker. De rest van de klas wacht op verdere instructie. 25.3 Te laat komen wordt digitaal geregistreerd. De gegevens komen terecht bij de desbetreffende teamleider en deze zal zonodig maatregelen treffen. STRAFFEN 26. Bevoegdheden Straffen aangaande de les worden opgelegd door de docent. Alle andere straffen door de schoolleiding, die deze taak kan delegeren. 27. Beroep Tegen een opgelegde straf kan een leerling in beroep gaan bij respectievelijk de teamleider, conrector en rector. De betreffende beroepsinstantie beslist of het beroep een opschortende werking heeft op de straf. 28. Straffen 28.1 Bij het opleggen van een straf dient een redelijke verhouding te zijn tussen de strafmaat en de ernst van de overtreding. Ook dient er, zo mogelijk, een verband te bestaan tussen de aard van de overtreding en de soort straf. 28.2 Bij de praktische uitvoering van een straf dient tot op zekere hoogte met de mogelijkheden van de leerling rekening gehouden te worden. 28.3 Bij het ontzeggen van toegang tot de les van een minderjarige leerling moeten de ouders van deze leerling daarvan op de hoogte gebracht worden. 29. Bescherming persoonlijke bezittingen Bezittingen van leerlingen mogen alleen dan in beslag worden genomen, als het bezit of het gebruik ervan de gang van zaken op school verstoort of als het bezit ervan volgens de wet verboden is. Castricum, januari 2011 Leerlingstatuut JPT januari 2011 10/10