1. Technische voorlich/ng 249 TV 249 beoogt: de applica/e van verven, vernissen en beitsen; vooral de decora/eve schilderwerken; binnen- en buitentoepassingen; nieuwbouw, renova/e en onderhoudswerken.
2. Applica/e van verfsystemen 2.1 De ondergrond: Een aanduiding van de afwerkingsgraad van een ondergrond door de term schilderklaar of klaar voor de schilder is ONVOLDOENDE nauwkeurig en is vaak bron van discussie!; De ondergrond moet aan de vooraf door de bouwheer/ontwerper opgelegde eisen voldoen (afwerkingsgraad en uitvoeringstoleran/es).
2. Applica/e van verfsystemen 2.2 Klimaat- en vochtvoorwaarden De instruc/es van de fabrikant naleven mbt. de temperatuur en voch=gheid van ondergrond en omgeving; Indien RV van de lucht meer dan 85% bedraagt, is condensa/erisico te groot; Temperatuur tussen 10 C en 25 C is in principe veilig ; Vochtgehalte ondergrond:
Verschillen in uitzicht (textuur, glans, ) zijn toegelaten. 2. Applica/e van verfsystemen 2.3 Uitvoeringsgraden van de schilderwerken: Graad I - basisafwerking: De ondergrond wordt niet gecorrigeerd; Ondoorschijnende systemen zorgen voor dekking en kleuren van de ondergrond; Transparante systemen zorgen enkel voor dekking (*);
2. Applica/e van verfsystemen 2.3 Uitvoeringsgraden van de schilderwerken: Graad II: De ondergrond wordt plaatselijk gecorrigeerd: gaten, bramen, scheuren moeten weggewerkt worden; Uniform uitzicht qua glans, dekking en kleur (*); Plaatselijk minder gladde zones zijn toegelaten.
2. Applica/e van verfsystemen 2.3 Uitvoeringsgraden van de schilderwerken: Graad III afwerking van hogere kwaliteit: De ondergrond wordt volvlakkig gecorrigeerd zodat deze effen en glad is; Uniform uitzicht qua textuur, glans, dekking en kleur (*).
2. Applica/e van verfsystemen
2. Applica/e van verfsystemen 2.4 Aandachtspunten vóór aanvang van de werken: De bouwheer/ontwerper definieert vooraf zijn eisen mbt. de uitvoeringsgraad van de schilderwerken; Bij ontstentenis van contractuele eisen, bepalen de tabellen van TV 249 welke uitvoeringsgraad van toepassing is (zie verder); De schilder doet voorafgaandelijk een onderzoek van de ondergrond ( oplevering) en doet indien nodig aan de bouwheer aanbevelingen (vb. bijzondere voorbereidingswerken) om het gewenste resultaat te bereiken.
2. Applica/e van verfsystemen 2.5 Oplevering van de werken: De oplevering van het uitzicht der schilderwerken gebeurt niet onder indirecte of scherende lich/nval maar bij daglicht en een observa=e met het blote oog loodrecht op het oppervlak, vanop een afstand van 2m voor binnenafwerkingen en 3m voor buitenafwerkingen; In geval bepaalde oppervlakken blootstaan aan indirecte (lokalisa=e van deze verlich=ng is vooraf te melden) of scherende lich/nval, is het opportuun om te opteren voor een afwerking van hogere kwaliteit om de onvermijdelijk visueel waarneembare onvolkomenheden te beperken; Deze aanbeveling geldt a for/ori bij gebruik van glansverven.
2. Applica/e van verfsystemen Infofiche nr. 61
2. Applica/e van verfsystemen invloed houtbestanddelen op behandeling
Houten ondergrond: afschilferen verfsysteem Kenmerken en vaststellingen: - Het betres een opfrissen van bestaand buitenschrijnwerk dat gedurende een langere periode verwaarloosd werd en dus in slechte staat vertoes; - Vooreerst werden vele elementen hersteld of vervangen; - Nadien werd het schrijnwerk integraal geschuurd en ontstoa; - Vervolgens werd een grondlaag, tussen- en eindlaag van een alkyd- urethaanverfsysteem aangebracht; - Rela=ef snel na uitvoering der schilderwerken wordt men geconfronteerd met het loskomen van de verf, waarbij een toplaagje van (verweerd) hout blija hechten aan de rugzijde; - Verschijnsel doet zich ook voor op de luiken die in atelier werden geschilderd.
Houten ondergrond: afschilferen verfsysteem
Houten ondergrond: afschilferen verfsysteem Toelich/ng: - Indien het hout lange /jd is blootgesteld aan het buitenklimaat, hetzij door een gemis van onderhoud, hetzij doordat het aanvankelijk niet afgewerkt werd, zal benevens een grotere werking van het hout (grotere kans op vervormingen, scheuren, openkomende verbindingen, ) er ook een oppervlaktedegrada/e plaatsvinden; - Onder invloed van het UV- spectrum van het licht, zullen bepaalde houtcomponenten (cellulose, lignine, inhoudsstoffen) een fotochemische adraak ondergaan, waardoor er in eerste instan=e een vergrijzing optreedt en vervolgens ook een afname van de oppervlaktesterkte; - In dat geval volstaat het gebruikelijke schuren in de voorbereidende werken niet maar dient intensief te worden geschuurd totdat de verweerde oppervlaktelaag volledig is weggenomen.
Houten ondergrond: blaasvorming Kenmerken en vaststellingen: - Het betres nieuw houten buitenschrijnwerk in Dark Red Meran/; - Het schrijnwerk werd in atelier voorzien van een grondlaag en van een tussenlaag o.b.v. een watergedragen acrylverf; - Bij plaatsing (maart) was het houtvochtgehalte 12 ± 2 massa- %; - In juni van hetzelfde jaar werd een eindlaag aangebracht door de schilder: hierbij werd geopteerd voor een donkerblauwe, half- dekkende, synthe/sche alkydverf. - Amper drie maand later werd melding gemaakt van blaasvorming in de afwerking van de ramen die zuidelijk georiënteerd zijn; - Inmiddels (na meer dan drie jaar) hees men de indruk dat het verschijnsel gestabiliseerd is;
Houten ondergrond: blaasvorming Vaststellingen: - - - - - - - Er doet zich inderdaad blaasvorming voor, vooral op het zuidelijk gerichte buitenschrijnwerk; Op bepaalde plaatsen hebben de blazen een diameter van ca. 20 mm; NieXemin kan men ook weliswaar in mindere mate blaasvorming waarnemen op plaatsen die minder aan bezonning zijn blootgesteld; Bij opensnijden van een blaas stellen we vast dat de onthech/ng plaatsvindt tussen het hout en het verfsysteem; We merken ook op dat het hout een vrij ruwe textuur heea, met als het ware kleine inkepingen in het oppervlak; Met een elektrische vochtmeter wordt een houtvochtgehalte van 8 à 11 massa- % gemeten; Er werden 2 ruitjessnijproeven uitgevoerd: na het afrukken van de genormaliseerde klee\and werd er in geen enkel vakje van het ingesneden raster een onthech/ng van de verf vastgesteld.
Houten ondergrond: blaasvorming
Houten ondergrond: blaasvorming Toelich/ng: - Het ontstaan van blaasvorming en/of het onthechten van verf op houten buitenschrijnwerk kan velerlei oorzaken hebben, zoals: - door een ini=eel te hoog houtvochtgehalte of een naderhand opgetreden bevoch=ng: onze vaststellingen en vochtme=ngen wijzen niet in die rich=ng; - onverenigbaarheid tussen de veraypes: de verffabrikant beves=gt dat dit hier geen probleem stelt, hetgeen ook hees geleid tot de zeer goede resultaten =jdens de ruitjessnijproeven. Bovendien vindt de onthech=ng in situ niet plaats tussen watergedragen verf en de verf in solven]ase; - in geval van grofporig hout kan zelfs de aanwezigheid van lucht in de diepere poriën soms bij temperatuurs=jging in staat zijn om plaatselijke blaasvorming te veroorzaken; de donkere kleur van de eindlaag en de oriëntering spelen hierbij een benadrukkende rol.
Chemische verenigbaarheid van verven
Houten ondergrond: blaasvorming Toelich/ng: - De delen met blaasvorming dienen grondig geschuurd te worden, waarna herstelling van het schilderwerk mogelijk is; - Vervolgens kan een nieuwe afwerklaag worden aangebracht, hetgeen deels kan kaderen in het periodiek onderhoud.
3. Kitvoegen WTCB-onderzoek: verenigbaarheid verf-kit 3 verftypes 13 kittypes 39 combinaties
Toelich/ng: - Het overschilderen van kitvoegen is delicaat: - de bestanddelen van kit en verf moeten chemisch compa=bel zijn; - de droging van de kit moet voldoende gevorderd zijn alvorens deze te overschilderen; - de verf moet in staat zijn om de dimensionele vervormingen van de kit te kunnen volgen; - De technische steekkaarten van de kixen geven vaak onnauwkeurige en soms fou/eve inlich/ngen; - Het is soms veiliger van te opteren voor het gebruik van gepigmenteerde kijen.
4. Besluiten - Nauwkeurige eisen vooraf, beperken discussies nadien! - Deze eisen beogen een afstemming tussen: - de verwach/ngen van de bouwheer; - de afwerkingsgraad en uitvoeringstoleran/es van de ondergrond; - de uitvoeringsgraad van de schilderwerken. - TV 249 is hierbij een hulpmiddel. 23
! WTCB Lozenberg 7! 1932 Sint-Stevens-Woluwe! 02/7164211! www.wtcb.be! ata@bbri.be! De syllabi die verspreid worden bij uiteenze_ngen die gegeven worden door het WTCB maken geen onderdeel uit van de officiële publica=ereeksen van het WTCB en mogen dus niet als referen=e gebruikt worden. De, zelf gedeeltelijke, verdeling of vertaling van deze documenten is enkel toegestaan met toestemming van het WTCB.