03. AFBRAAKWERKEN...3. 03.00. afbraakwerken algemeen... 3 03.01. afbraakwerken asbestverwijdering... 4



Vergelijkbare documenten
51. BINNENPLAATAFWERKINGEN

Beschrijving keramische prefab wandelementen BRIXALL

12/01/2016 Gedetailleerde opmeting dossier - Herinrichting kantoren bibliotheek Permeke - P dossier ontwerp bouwheer

ANCO-TORENS TURNHOUT. VERKOOPSLASTENBOEK PARKEERGARAGE Fase

Akoestische deuren. in combinatie met brandweerstand

Bestekteksten Conform systematiek Neutraal Bestek

10.01 BINNENWANDEN IN SCHRIJNWERK Binnenwanden in schrijnwerk

50. BINNENPLEISTERWERKEN binnenpleisterwerken - algemeen wandbepleistering - algemeen wandbepleistering - gipspleisters 5

Gebouw A VW terminal

40. BUITENSCHRIJNWERK POORTEN & EXTERNE ZONWERING GEVELBEKLEDINGEN BUITENBEPLEISTERING BUITENTRAPPEN & BORSTWERINGEN 6

recupereren bouwelementen deurgehelen en deur omschrijving aantal totaal

B.1 Bestekteksten. B.1.1 Blokken

PLAATSINGS- INSTRUCTIES DURASID GEVELBEKLEDING

Bijzonder bestek STABILITEIT

Brandveilig afdichten van doorvoeringen in brandwerende wanden

VOORLOPIGE WERKOMSCHRIJVING (ZIE VOOR RIOLERING HS 51)

FICHE TECHNIQUE TECHNISCHE FICHE LEVEL DESIGN 1

DEEL 5 BINNENAFWERKING

4 PlaGyp-plafonds. Afgehangen plafonds. Toepassing en voordelen

16. Staalstructuur en beplating

Postnr. Omschrijving Type Eenh Lengte Breedte Hoogte Aantal Subtotaal Totaal Opmerkingen

ZHC SOG. Hoofdstuk BOUWPLAATSVOORZIENINGEN bouwplaatsvoorzieningen - algemeen

ORYX Collar FX 330 Versie 1.1, (Dutch) ORYX, passie voor passieve brandbescherming

massief kunststof plaat

Ze moeten de brandweerstand evenaren van het bouwelement dat door de doorvoer wordt onderbroken.

24 & 30 november Koninklijk besluit van 12 juli 2012 Wat verandert er? Bijlage 7 Gemeenschappelijke bepalingen

Pascal van den Heuvel. wetgevend kader voor brandbare afdichtingen bijlage 7 type-oplossingen

ELEKTROTECHNIEK 6. Brand aan de buitenkant van de kabelgoot, behoud van de elektrische functie gedurende 30 en 60 minuten

NOVEX. Technische gegevens. onderdakplaten

Antwoord: Zie lastenboekbeschrijving Art 03.31: alle structuurelementen van het dak, dus tevens de bestaande betonstructuur.

BESTEK. Ten behoeve van: INTALTHERM 77. Datum: 16 oktober 2015

Gevelbekleding uit polyvinylchloride (PVC) Deceuninck BELFACE of DEEPLAS of MURVINYL

1. Inhoud van de presentatie

Dimensionale toleranties op betonconstructies

Geluiddempende roosters Maatwerk roosters

BLAD 1: KOZIJNEN IN PUIEN

9 Rapporten en publicaties

Twee laags afwerking met korreldikte 0.3 mm (BASWAphon Classic): totale afgewerkte dikte 30 / 40

OCMW BRUGGE Ruddershove Brugge 0 ALGEMENE BEPALINGEN. 1 VOORAFGAANDE WERKEN EN SLOOPWERKEN.

Akoestische isolatie een concreet project

technische fiche gewapende holle gladde welfsels

Soudal Window System:

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september 2008 STUDIEGEBIED BOUW. Secundair volwassenenonderwijs Modulaire opleiding Stukadoor BO BW 007

Binnenbepleistering: algemeen

Brandwerendheid volgens NEN-EN 1634 van een stompe 54 mm Krepel dubbele deuren met glasopening in een plaatstalen kozijn.

Verwerkings- en Montage voorschriften NONIGNIS / IGNIS

STS 71-2 Systemen voor de buitenisolatie van gevels STS 71-2 Voorstelling

Brandreactie en Brandweerstand HVAC brandwerende isolatie Bijlage 7 KB 12 juni mei 2018, Pascal van den Heuvel

FERMACELL Firepanel A1. De nieuwe dimensie in brandveiligheid

LASTENBOEK

PLAATSINGSINSTRUCTIES

PRAKTISCHE FICHE / DE VOORBEREIDING Beschikbaar op

op basis van een analyse van beproevingsresultaten

BASWAphon. Eigenschappen Volgend BASWAphon systeem wordt toegepast: - Eén laags afwerking met korreldikte 0.5 mm (BASWAphon

Fermacork FC.

Maatwerk roosters Brandwerende roosters Geluiddempende roosters

ORYX Collar WR PRODUCTBESCHRIJVING

Plaatsingsvoorschriften voor DELTA -ALPINA bij pannendaken in beton of gebakken aarde in BENELUX

HOUTEN SCHUIFDEUREN. Een Uniek concept. Voor verdere inlichting: of

Project: Atelier Kyoto - Webo. Meetstaat Elektriciteit 1/12. Datum: 2/03/ ALGEMEEN Subtotaal: 70 ELEKTRICITEIT/BINNENNET Subtotaal:

Een Uniek concept. Deurblad sluiting met 3 zichtbare scharnieren 30 minuten brandwerend BR 30

Installatieinstructies

Betrouwbare brandvertragende doorvoeroplossingen

Wetgeving inzake evaluatie brandgedrag van bouwproducten Ir. Jan De Saedeleer

Gips. LaDura. LaDura: de stootvaste, vezelversterkte gipskartonplaat

De brandcompartimentering garanderen Oplossingen voor HVAC-installateurs

Fire Stop Solutions Isolatie Fire Sleeves

ROCKWOOL SOUNDMAXX Akoestisch isolatiesysteem

Internationale code: Heraklith A2-M PRESTATIES. Brandklasse A2-s1, d0

LADURA PREMIUM. De stootvaste, vezelversterkte gipskartonplaat

dossier VETO Hfst. 2 grondwerken T 1 HOOFDSTUK 02 - GRONDWERKEN EN BIJZONDERE FUNDERINGEN

Calduran. dilataties en aansluitingen

Lot 6: Aluminium Buitenschrijnwerken en Gevelbekleding,

Tonality: zonneweringen en jaloezieën TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

GEDETAILLEERDE MEETSTAAT

Productblad ROCKPANEL Ply

BPB. Gyproc gipskartonplaten. BPB, uw gids in gips.

8 Rapporten en publicaties

INFOFICHE BOUWADVIES

Algemene. Montagerichtlijnen. Elektrische Bediende. Beveiligingsrolluiken. NCP AMR augustus 2007 versie 1.0

Voorzetwanden: vrijstaand stijl- en regelwerk (hout of metaal)

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006

TOEPASSINGSRICHTLIJN Duripanel steunplaat voor sierpleister op isolatie

II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches

1392 S N. Pagina 1 van 7

DELTA -LIQUIXX FX: Plaatsingsvoorschriften «binnentoepassing»

LaDura Premium. De stootvaste, vezelversterkte gipskartonplaat

D E E L 0 A A N N E M I N G / W E R F

Gebouw B AUDI terminal

BASWAPHON Cool naadloos akoestisch klimaatplafond

Rockwool Soundmaxx akoestisch isolatiesysteem

ORYX Silicone FR PRODUCTBESCHRIJVING

Akoestisch Isolatiesysteem

22/09/2015 Roeselare LUTGART Brandbeveiligings en dakisolatiewerken SAMENVATTENDE OPMETINGSSTAAT 1/6

ISOLERENDE DAKPANELEN

Gipskartonplaat met lood. ter bescherming tegen röntgenstraling

Bouwplaten STEUNPLAAT DAKBEDEKKING TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

Infosessie brand: Brandwerende deuren

ZEKERHEID IN BRANDVEILIGHEID

Transcriptie:

p. 1 / 40 03. AFBRAAKWERKEN...3 03.00. afbraakwerken algemeen... 3 03.01. afbraakwerken asbestverwijdering... 4 03.50. afbraak binnenafwerking - algemeen... 4 03.53. afbraak binnenafwerking - plaatafwerking... 4 03.53.10. afbraak binnenafwerking plaatafwerking/asbestverwijdering FH m2... 4 03.70. afbraak technieken elektro - algemeen... 4 03.71. afbraak technieken elektro - leidingnet PM... 4 HFST22. MUURISOLATIES BOVENBOUW...6 22.10. spouwisolatie / thermisch - algemeen... 6 22.15. spouwisolatie / thermisch - cellulose vlokkenisolatie FH m2... 6 33. VLOER...7 33.10. houten roostering - algemeen... 7 33.12. houten roostering - balken... 7 33.12.10. houten roostering - balken/massief hout FH m3... 7 33.20. beplating op houten roostering - algemeen... 8 33.22. beplating op houten roostering - OSB FH m2... 8 HFST44. GEVELBEKLEDINGEN...9 44.00. gevelbekledingen - algemeen... 9 44.20. bekledingspanelen - algemeen... 9 44.25. bekledingspanelen houtwolcementplaten buitenplafonds FH m2... 9 44.26. bekledingspanelen houtwolcementplaten afdichten kanaal FH m2... 11 51. BINNENPLAATAFWERKINGEN... 12 51.00. binnenplaatafwerkingen - algemeen... 12 51.10. lichte scheidingswanden - algemeen... 12 51.14. lichte scheidingswanden calciumsilicaatplaten FH m2... 12 51.20. voorzetwanden algemeen... 14 51.24. voorzetwanden calciumsilicaatplaten FH m2... 14 51.40. toegangsluiken algemeen... 15 51.43.A toegangsluiken 90 x 120 cm- vezelcement FH st... 15 51.43.B toegangsluiken 60 x 60 cm- vezelcement FH st... 15 51.50. plafondafwerking algemeen... 16 51.51. plafondafwerking uitbekleding plafond... 16 51.51.10. plafondafwerking uitbekleding plafond/gipskartonplaten FH m2... 16 51.51.40. plafondafwerking uitbekleding plafond/calciumsilicaatplaten FH m2... 17 54. BINNENDEUREN EN -RAMEN... 19 54.30. deurgehelen - algemeen... 19 54.31. deurgehelen kozijnen hout... 19 54.31.10. deurgehelen kozijnen hout/brandwerend FH st... 19 70. ELEKTRICITEIT BINNENNET... 21 70.00. elektriciteit binnennet - algemeen... 21 70.50. leidingen - algemeen... 22 70.52. leidingen - kabels in vrije buitenlucht FH m... 24 71. ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS & CONTACTDOZEN... 25 71.00. elektriciteit schakelaars & contactdozen - algemeen... 25 71.30. schakelaars - algemeen... 25 71.35. schakelaars - timerschakelaars FH st... 26 71.40. speciale toebehoren - algemeen... 27 71.41. speciale toebehoren - bewegingsdetectoren FH st... 27 HFST52. DEK- & BEDRIJFSVLOEREN... 28 52.70. bedrijfsvloeren - algemeen... 28 52.73. sportvloeren 2- componenten gietvloer / polyurethaan FH m2... 28 53. BINNENVLOERAFWERKINGEN... 31

p. 2 / 40 53.20. soepele vloerbekledingen algemeen... 31 53.30. getuft 1/10 soepele vloerbekledingen algemeen... 32 53.31. getuft 1/10 soepele vloerbekledingen tapijttegels FH m2... 32 53.40. plinten algemeen... 33 53.43. plinten soepel... 33 53.43.10. plinten soepel/linoleum FH m... 33 53.70. toebehoren - algemeen... 34 53.71. toebehoren - scheidingsprofielen FH m... 34 53.72. toebehoren - trapneus PM... 35 72. ELEKTRICITEIT LICHTARMATUREN... 36 72.00. elektriciteit lichtarmaturen - algemeen... 36 72.20. binnenarmaturen TL - algemeen... 37 72.21. binnenarmaturen TL - opbouwarmatuur plafond... 37 72.21.20. binnenarmaturen TL - opbouwarmatuur plafond - T5 FH st... 38 72.50. veiligheidsverlichting - algemeen... 38 72.51. veiligheidsverlichting autonoom niet-permanent FH st... 39 72.54. veiligheidsverlichting - armaturen SOG... 39 72.60. buitenarmaturen FH st... 39

p. 3 / 40 03. AFBRAAKWERKEN 03.00. afbraakwerken algemeen PLAATSBEZOEK De aannemer is verplicht om vóór het indienen van zijn offerte een plaats bezoek te brengen aan de af te breken constructies om zich te vergewissen van de plaatselijke omstandigheden. Hij maakt hiervoor een afspraak bij de bouwheer zodat deze de aannemer toegang kan verlenen. PLANNING De aannemer legt minstens twee weken voor de aanvang van de afbraakwerken een werkplanning ter goedkeuring voor aan het Bestuur. De aannemer houdt rekening met eventuele aanpassingen die door het Bestuur gevraagd worden. De aannemer treft de nodige maatregelen bij slechte weersomstandigheden. VOORZORGSMAATREGELEN EN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Het uitvoeren van de afbraak- en stutwerken gebeurt onder volledige verantwoordelijkheid van de aannemer. Hij neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om schade aan omliggende gebouwen, de openbare weg en nutsleidingen te voorkomen. De aannemer herstelt op zijn kosten alle schade die door de afbraakwerken wordt veroorzaakt. Ook eventuele kosten voor bijkomende werken, leveringen en testmetingen die door de netbeheerder uitgevoerd moeten worden om de schade te herstellen, zijn ten laste van de aannemer. De nodige beveiliging voor personen en de afscherming voor onbevoegde personen wordt voorzien. De aannemer neemt de nodige maatregelen om de verspreiding van stof te beperken. Bij gebruik van stellingen worden zeilen geplaatst. De werknemers die in deze afgeschermde zone werken, moeten geschikte werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen dragen. Het puin van de afbraakwerken mag niet naar beneden gegooid worden, er moet gebruik gemaakt worden van stortkokers. De puincontainers moeten afgedekt worden om zo weinig mogelijk stof te doen opwaaien. Er worden bij de afbraak geschikte arbeidsmiddelen gebruikt zodat zo weinig mogelijk stof geproduceerd wordt. Er wordt een geschikte stofafzuiging voorzien op de machines. De richtlijnen van de Instructiefiches gebaseerd op de Nepsi-fiches opgemaakt door het NAVB worden opgevolgd. Wanneer de aannemer onverwacht materialen ontdekt waarvan hij vermoedt dat ze asbesthoudend zijn (en die niet opgenomen zijn in de asbestinventaris), verwittigt hij onmiddellijk de architect. Een staal van het materiaal wordt naar een erkend labo voor asbestonderzoek gestuurd. Indien het staal asbesthoudend blijkt te zijn, maakt de aannemer een verrekeningsvoorstel op voor de bijkomend te verwijderen asbesttoepassingen. De aannemer vangt de verwijderingwerkzaamheden pas aan na goedkeuring van de architect en bouwheer. De verwijdering gebeurt volgens artikel 03.01. De aannemer zorgt ervoor dat overtollig oppervlaktewater afgevoerd wordt. Bij nalatigheid hiervan kan hij kan onder geen beding overmacht inroepen. Massieven worden met geschikte middelen gesloopt. Voor het gebruik van explosieven moeten de nodige toelatingen bekomen worden en moet de bestaande reglementering nageleefd worden. Bij gedeeltelijke afbraakwerken binnen in gebouwen is het strikt verboden om compacte laders of compacte graafmachines te gebruiken, tenzij het Bestuur hiervoor schriftelijk toestemming geeft. De aannemer blijft echter volledig aansprakelijk bij gebeurlijke ongevallen of het berokkenen van schade. AFVOER VAN PUIN Alle in of rond de af te breken constructies achtergelaten inboedel, afval, sluikstorten, e.d. wordt voorafgaandelijk aan de afbraakwerken verzameld en reglementair gestort. Alle afbraakmaterialen worden na de afbraak eigendom van de aannemer en worden volgens vordering van de werken weggevoerd naar officieel erkende stortplaatsen of verwerkingscentra. De aannemer moet op verzoek van het Bestuur de bewijzen hiervan kunnen voorleggen. Het is verboden de openbare weg te belemmeren met de afbraakmaterialen. Onder geen beding worden afbraakmaterialen, puin, vuilnis of afval op de werf achtergelaten, ingegraven of verbrand.

p. 4 / 40 ARCHEOLOGIE Indien voorwerpen met een wetenschappelijke of een kunsthistorische waarde ontdekt worden tijdens de sloopwerken, het graafwerk of de verdere uitvoering van de werken, meldt de aannemer dit onmiddellijk aan het Bestuur. Deze voorwerpen worden automatisch eigendom van de bouwheer. De bouwheer heeft het recht om de aannemer bijzondere voorschriften op te leggen tot (voorlopige) vrijwaring, inventarisering, conservering of opruiming van de voorwerpen. 03.01. afbraakwerken asbestverwijdering Het KB 16/03/2006 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico s van blootstelling aan asbest is van toepassing op de afbraakwerken van elementen die asbest bevatten. Een asbestinventaris van de af te breken gebouwen en/of gebouwdelen is opgemaakt ten laste van de bouwheer en is toegevoegd aan het aanbestedingsdossier. De verwijdering van asbesthoudende materialen is opgenomen in specifieke asbestverwijderingsartikels per toepassing verder in dit hoofdstuk. De aannemer verwijdert de asbesthoudende materialen volgens de in het KB toegelaten methode. In geval van twijfel over de toe te passen verwijderingsmethode neemt de aannemer vóór zijn inschrijving contact op met de regionale directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk om te bepalen welke methode voor de betreffende asbesttoepassing moet gebruikt worden. De aannemer bepaalt op basis hiervan zijn eenheidsprijs voor de asbestverwijdering. Verrekeningen hieromtrent worden niet aanvaard. De techniek van de eenvoudige handelingen die toegelaten is voor sommige hechtgebonden asbesttoepassingen kan door de aannemer zelf uitgevoerd worden. De richtlijnen van het WTCB hieromtrent worden gevolgd (zie o.a. artikel Ontmanteling van elementen uit asbestcement in buitenomstandigheden WTCB-dossiers Nr. 2/2008). De verwijdering van asbest d.m.v. de couveusezakmethode en de methode van de hermetisch gesloten zone mag enkel door een door de minister van werk erkende asbestverwijderingsfirma uitgevoerd worden. Een attest van de erkenning wordt voor de aanvang van de asbestverwijderingswerken voorgelegd aan de architect. 03.50. afbraak binnenafwerking - algemeen 03.53. afbraak binnenafwerking - plaatafwerking 03.53.10. afbraak binnenafwerking plaatafwerking/asbestverwijdering FH m2 Omschrijving Er bevindt zich asbesthoudend plaatmateriaal in de binnenafwerking. meeteenheid: m2 meetcode: netto af te breken oppervlakte aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materialen Specificaties Het plaatmateriaal bestaat uit hechtgebonden asbest. Zie asbestinventaris toegevoegd aan het dossier. De bepalingen van artikel 03.01. zijn van toepassing. Het plaatmateriaal wordt verwijderd met de methode van de eenvoudige handelingen. Plafond 03.70. afbraak technieken elektro - algemeen 03.71. afbraak technieken elektro - leidingnet PM Omschrijving Afbraak van de aangeduide zichtbare elektrische leidingen met inbegrip van bijhorende bescherminrichtingen, verbindingsdozen, verdeelkasten, bevestigingsstukken, e.d.

aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM). Inbegrepen in de prijs van de vernieuwing van het elektrische leidingnet. De zichtbare leidingen in opbouw, verbindingsdozen en verdeelkasten worden afgekoppeld, gedemonteerd en verwijderd van de werf. p. 5 / 40 Ingewerkte leidingen die geen praktische en/of esthetische hinder veroorzaken m.b.t. de te renoveren constructies of installaties moeten niet worden verwijderd. De ondergrondse leidingen mogen in de grond gelaten worden. De tellers moeten behouden worden en beschermd Aanvullende uitvoeringsvoorschriften (te schrappen door ontwerper indien niet van toepassing) Het gebouw blijft bewoond tijdens de renovatie. Daarom moet met de nodige omzichtigheid te werk gegaan worden om de te behouden decoratieve afwerkingen zo min mogelijk te beschadigen. Fasering bij renovatie van elektrische installaties: de nodige maatregelen worden getroffen om de af te breken deelinstallaties af te koppelen van de nog in dienst blijvende bouwdelen, zodat deze zoveel mogelijk verder in dienst kunnen blijven. Hiertoe moet men voor de in dienst blijvende installaties waar noodzakelijk tijdelijke aansluitingen voorzien, met inbegrip van de nodige veiligheidsmaatregelen conform het AREI. Het tijdelijk afsluiten van het bestaande, in dienst blijvende, leidingnet gebeurt in samenspraak met het Bestuur en mag in geen geval worden uitgevoerd zonder voorafgaandelijke toestemming. Bij onderbrekingen van de stroomtoevoer zal de aannemer instaan voor het tijdig verwittigen van de bewoners omtrent het te verwachten tijdstip en de tijdsduur. De toestand van de bestaande te behouden elektrische leidingen wordt gecontroleerd met inbegrip van de bijhorende bescherminrichtingen, verbindingsdozen, bevestigingsstukken,.bij eventuele opmerkingen of gebreken zullen deze mits akkoord van de opdrachtgever vervangen worden. Huidige verlichting in zone rf plafond 1 2-en 3 Huidige buitenverlichting zone Bop plan ( 10 stuks)

p. 6 / 40 HFST22. MUURISOLATIES BOVENBOUW 22.10. spouwisolatie / thermisch - algemeen meeteenheid : per m2 meetcode : gemeten volgens netto oppervlakte, uitsparingen groter dan 0,5 m2 worden afgetrokken aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) 22.15. spouwisolatie / thermisch - cellulose vlokkenisolatie FH m2 SPECIFICATIES Dikte : 300. mm / overeenkomstig de aanduidingen op plan Prestatiecriteria : warmtegeleidingscoëfficiënt λd : maximum 0,039 W/mK warmtegeleidingscoëfficiënt: 0,039 W/m.K warmteopslagcapaciteit: 2150 J/kg.K massadichtheid: 30-60 kg/m³ waterdampdiffusieweerstand: 1-2 (dampopen) Europese brandclassificatie (volgens EN 13501-1: 2007+A1:2009-09): (1) E (bij densiteit van 30-60 kg/m³ èn een isolatiedikte van min. 40mm); (2) B - s2,d0 (bij densiteit van 30-60 kg/m³ bij gebruik tussen of op houten constructieplaten met dikte 12 mm +/- 2mm, of platen in materiaal van brandklasse A1 of A2 - s1, d0 volgens EN 13501-1; en de densiteit van de platen dient minimum 510 kg/m³ én een isolatiedikte van minimum 100 mm). AANVULLENDE SPECIFICATIES De isolatie bezit een technische goedkeuring ATG voor toepassing als spouwisolatie. Condensatie berekening op te maken voor uitvoering van de werken Spouwvloerplaatisolatie: Huidige opbouw van de vloerplaat = beton, 5cm stro ingebonden in metalen netten, 30cm luchtspouw, 5cm stro ingebonden in metalen netten en 5 cm zichtbeton Huidige luchtspouw te voorzien van thermische isolatie De bestaande inbouw-armaturen moeten verwijderd worden, alle openingen op te stoppen zodat de oppervlakte kan worden afgewerkt met houtwolcementplaten. De nodige verstevigingen aan te brengen voor plaatsing van identieke opbouw-armaturen, zoals naastliggende overdekte ruimtes.

p. 7 / 40 33. VLOER 33.10. houten roostering - algemeen Materialen STRUCTUURHOUT Massief structuurhout beantwoordend aan de de bepalingen van STS 04.1 en STS 31. Het hout moet gesorteerd en gemarkeerd zijn volgens NBN EN 14081 en voorzien van een CE-markering met aanduiding van de sterkteklasse (~buigsterkte) volgens NBN EN 338. De toegelaten toleranties beantwoorden aan klasse 2 volgens NBN EN 336 - Hout voor dragende toepassingen - Naaldhout en populier - Afmetingen, toegelaten afwijkingen. Het hout heeft een FSC- of PEFC-label en de leverancier is FSC of PEFC CoC-gecertificeerd. OPLEG- & BEVESTIGINGSMATERIALEN Alle opleg- en bevestigingsmaterialen nodig om de houten structuurelementen aan elkaar te bevestigen of met de constructie te verbinden.de nodige maatregelen moeten genomen worden om de opleg- en bevestigingsmaterialen te beschermen tegen corrosie. De bepalingen van hoofdstuk 4 Duurzaamheid van Eurocode 5 zijn van toepassing. Tabel 4.1 in dit hoofdstuk geeft de minimale vereisten voor de bescherming van bevestigingsmiddelen tegen corrosie. Schroeven (incl. houtdraadbouten), nagels en nieten voor de onderlinge bevestiging van de houten structuurelementen voldoen aan de bepalingen van STS 31 en NBN EN 14592. Getande metalen hechtplaten voor de verbinding van houten structuurelementen zijn gegalvaniseerd (380 gr/m²) en voldoen aan de bepalingen van STS 31 en NBN EN 14545. De aannemer legt voor uitvoering een technische fiche van de metalen verbindingsplaten voor. Metalen draagschoenen zijn vervaardigd uit verzinkt plaatstaal of roestvrij staal. Het verzinkt staal heeft een elasticiteitsgrens van minstens 250 N/mm² en een treksterkte van minstens 330 N/mm² (S250 GD). De verzinking voldoet aan de kwaliteit Z275 volgens NBN EN 10326. Zij maken het onderwerp uit van een ETA, conform ETAG 015. De aannemer zal voor de aanvang van de werken een volledige technische documentatie, met inbegrip van een exemplaar van de Europese Technische Goedkeuring (ETA) afleveren aan het Bestuur. Deze documentatie zal een lijst bevatten van de karakteristieke waarden van de weerstanden van de balkschoenen. De stabiliteitsplannen vermelden de minimale karakteristieke weerstanden van de schoenen, het aantal en type van de te gebruiken nagels. De uitvoering van de houten draagstructuren beantwoordt aan de vereisten van STS 31 Timmerwerk en NBN B 03-003, aangevuld met de toleranties voor houten draagvloeren volgens TV 223 Draagvloeren in niet-industriële gebouwen 12 Houten vloeren. De samenstelling van de houten roostering is zoals aangegeven op de plannen, doorsneden en detailplannen. Waar te voorzien moeten de nodige aansluitingen en/of tussenvoegingen met vochtweringen, luchtdichtheidschermen en/of isolatiematerialen in coördinatie met het timmerwerk uitgevoerd worden. De onderzijde van de roostervloer moet steeds perfect horizontaal zijn (behalve waar de vloer in helling geplaatst moet worden). 33.12. houten roostering - balken 33.12.10. houten roostering - balken/massief hout FH m3 meeteenheid: per m3 meetcode: de berekening van de hoeveelheid gebeurt volgens de ongeschaafde afmetingen aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)

p. 8 / 40 Specificaties Ongeschaafde balksecties (volgens NBN 219): minimum Type hout: naaldhout (vuren, grenen, douglas,..) Houtverduurzaming: A2.1 procédé volgens STS 04.3 of natuurlijke duurzaamheidsklasse 2 Tolerantie: klasse 2 volgens NBN EN 336 Sterkteklasse volgens NBN EN 338: minimum C20 Ongeschaafde houtsecties volgens NBN 219: 35x175 mm / overeenkomstig aanduiding op plan De uitvoering gebeurt overeenkomstig de aanduidingen op plan. De tussenafstand tussen de balken (h.o.h.) bedraagt: 45 cm Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Raveelconstructies: volgens detailtekening Berging aangeduid in blauw op het plan 33.20. beplating op houten roostering - algemeen Materialen De plaatmaterialen beantwoorden aan STS 04.4. De vloer wordt voor 25% dicht gelegd met wegneembare platen zodat alle technische kanalen bereikbaar zijn. 33.22. beplating op houten roostering - OSB FH m2 meeteenheid: m2 meetcode: netto oppervlakte. aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) OSB-platen beantwoordend aan NBN EN 300. De platen zijn voorzien van een CE-markering en zijn drager van een FSC- of PEFC-label en de leverancier is FSC of PEFC COC gecertificeerd. Specificaties Plaattype: OSB-3 Volumemassa: minimum 650 kg/m3 Formaldehydegehalte volgens NBN EN 120: klasse E1 Afmetingen van de platen: plaatdikte: minimum 18 mm breedte x lengte: 59x244 cm Randafwerking: recht De beplating wordt op de werf aan de roostering bevestigd volgens de aanwijzingen van de bouwheer. vloer in technische ruimte boven brandwerend plafond.

p. 9 / 40 HFST44. GEVELBEKLEDINGEN 44.00. gevelbekledingen - algemeen 44.20. bekledingspanelen - algemeen meeteenheid : per m2, alle afmetingen uitgedrukt in cm. meetcode : netto oppervlakte, alle openingen groter dan 0,5 m2 worden afgetrokken. De dagzijden van de openingen en vensters en de onderzijde van de lateien worden enkel meegerekend (netto-oppervlakte) indien hun breedte groter is dan de dikte van de gevelbekleding. aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) 44.25. bekledingspanelen houtwolcementplaten buitenplafonds FH m2 Mineraal (cement) gebonden houtvezels. De platen zijn afgewerkt met een rechte kant. Brandgedrag conform EN 13501 B-s1, d0 Er komen geen formaldehyde en/of andere schadelijke resp. stankoverlast veroorzakende gassen vrij. Deze platen zijn bouwbiologisch erkend. vezelbreedte 1,5 mm Formaat 1200 x 600mm Plaatdikte: 35 mm Kleur : wit of grijs nog te bepalen. Technische Eigenschappen plaat: - Druksterkte 200 KPa - Euro brandklasse B, S1, do - Dopki- code W4077 APCPR De leidingen van elektriciteit dienen uitgefreest te worden uit de plaat ( zie principe detail hieronder ) De verlichting dient uitgespaard te worden uit platen Hoekprofielen in de eenheidsprijs te voorzien van de platen Buitenplafonds: Mechanische bevestiging direct tegen promatplaten of op een lat- en regelwerk afhankelijk van de huidige situatie bevestigd op de bouwkundige constructie. Te bevestigen met MSP massieve slagpluggen, KI beton schroeven of bouwplaatnagels. 8 pluggen per plaat: 200mm van rand korte zijde en 100mm van rand lange zijde. Plug af te sluiten met structuurdop wit ( kleur idem als plaat) Randafwerkingsprofiel te voorzien L profiel geplaatst volgens principe detail. : staalprofiel (NEN-EN 573-3-13): EN AW-6063. Oppervlaktebehandeling: gemoffeld. Kleur: nog te bepalen keuze uit RAL kleuren Afmetingen: 50 x 30 x 4 mm.( afhankelijk van opbouw van de platen) Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosie vast staal AISI 304. Indien ondergrond beton is dient de plaat bevestigd te worden op een regelwerk. Maximale opbouw bedraagt 5cm. Regelwerk dient geïmpregneerd te zijn. ( regelwerk inbegrepen in de prijs ) Buitenplafonds zie aanduiding op bijhorend plan ( paars) Principe details uitvoering hieronder toegevoegd

p. 10 / 40 Onder glazen brug dienen nog 2 roosters voorzien te worden idem als huidige roosters Inbegrepen in de prijs van dit lot.( zie foto hieronder)

p. 11 / 40 44.26. bekledingspanelen houtwolcementplaten afdichten kanaal FH m2 Mineraal (cement) gebonden houtvezels. De platen zijn afgewerkt met een rechte kant. Brandgedrag conform EN 13501 B-s1, d0 Er komen geen formaldehyde en/of andere schadelijke resp. stankoverlast veroorzakende gassen vrij. Deze platen zijn bouwbiologisch erkend. vezelbreedte 1,5 mm Formaat 1200 x 600mm Plaatdikte: 35 mm Kleur : wit of grijs nog te bepalen. Technische Eigenschappen plaat: - Druksterkte 200 KPa - Euro brandklasse B, S1, do - Dopki- code W4077 APCPR Afdichten van goot: 1 Verwijderen van bestaande resterende beplating en latwerk ongeacht welk materiaal 2 Plaatsen van regelwerk als draagstructuur voor de houtwolcementplaten ( geïmpregneerd of thermische behandeld). 3 Leveren en plaatsen van houtwolcementplaten ( wit of grijs nog te bepalen door het bestuur) op het houten regelwerk Bevestiging door middel van houtschroeven. Kop af te sluiten met structuurdop wit ( kleur idem als plaat) Afdichten van horizontaal en verticaal kanaal; zone b op plan

p. 12 / 40 51. BINNENPLAATAFWERKINGEN 51.00. binnenplaatafwerkingen - algemeen Omschrijving Alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van lichte binnenconstructies en uitbekledingen met plaatmaterialen tot een volledig afgewerkt geheel. Materialen Alle gebruikte materialen zijn bestand of worden beschermd tegen schade door corrosie, schimmelvorming of insecten. Alle hout gebruikt voor regelstructuren moet het FSC- of PEFC-label dragen en de leverancier moet FSC of PEFC CoC gecertificeerd zijn. De platen worden droog, horizontaal en op een vlakke ondergrond opgeslagen, goed beschermd tegen beschadiging. De voegproducten worden droog en vorstvrij opgeslagen. De plaatafwerkingen moeten uitgevoerd worden door een hierin gespecialiseerd (onder)aannemer. De uitvoering zal gebeuren in regen- en winddichte ruimten en bij risico s op vervormingen als gevolg van vocht enkel in een droog gebouw (relatieve luchtvochtigheid maximaal 80%). De aannemer gaat na of de ondergrond voldoende vlak, haaks, droog, net, stabiel en coherent is en maakt deze waar nodig geschikt. Indien zichtbare gebreken aanleiding kunnen geven tot een slechte uitvoeringskwaliteit, wordt de ontwerper hiervan op de hoogte gesteld. Er wordt hierbij rekening gehouden met de voorschriften van de fabrikant van de platen, lijmen, bevestigingsmiddelen en/of de achterliggende draagstructuur. De bevestiging van het geheel aan de dragende structuren gebeurt volgens voorstel van de aannemer. Op aanvraag van het Bestuur zal de aannemer de nodige werktekeningen voorleggen. De afwerkingen en hun bevestigingen moeten weerstaan aan de verschillende belastingen die zullen aangrijpen op het geheel. Er wordt rekening gehouden met aan de afwerking opgehangen en bevestigde structuren. Waar vereist worden aangepaste bevestigings- of ophangversterkingen geïntegreerd. Dit wordt vooraf besproken met de architect. Er moet een goede uitvoeringscoördinatie met de andere onderaannemers gegarandeerd zijn. De nodige uitsparingen, versterkingen,, worden in overleg met de respectievelijke onderaannemer voorzien, rekening houdend met de vereiste afwerking. Onvolkomenheden, zoals rond doorvoeren voor technische installaties, worden bijgewerkt. De aannemer is verantwoordelijk voor een scheurvrije uitvoering van de wand- en plafondafwerkingen en zal dilatatievoegen aanbrengen volgens aanduiding op de plannen, de voorschriften van de fabrikant en/of volgens zijn ondervinding. Als er bijkomende bewegingsvoegen tengevolge van scheurvorming in de ondergrond moeten voorzien worden, zal dit aan de architect voorgelegd worden. 51.10. lichte scheidingswanden - algemeen Omschrijving Levering en plaatsing van vrijstaande, niet-dragende lichte scheidingswanden, met inbegrip van het raamwerk, de voorgeschreven isolatiematerialen, de plaatmaterialen, de bevestigingsmiddelen en afwerking volgens de voorgeschreven afwerkingsgraad. 51.14. lichte scheidingswanden calciumsilicaatplaten FH m2 Omschrijving Lichte scheidingswanden uitbekleed met mineraalgebonden calciumsilicaatplaten, bestemd voor wanden waar een verhoogde brandweerstand vereist wordt. meeteenheid: m2 meetcode: netto wandoppervlakte. Openingen groter dan 0,50 m2 worden afgetrokken. aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)

p. 13 / 40 De lichte scheidingswanden voldoen aan de voorschriften van TV 233 Lichte binnenwanden (WTCB), aangevuld met de uitvoeringsvoorschriften van de fabrikant. Specificaties Wanddikte: 125 mm / volgens aanduiding op plan draagstructuur: keuze aannemer tussen: o hout (voldoet aan STS 04.1, is geschaafd aan de zijden waarop de beplating wordt aangebracht en is beschermd met een procédé A volgens STS 04.31) o metaal (voldoet aan NBN EN 14195, verzinkt ZN 275 en minimale wanddikte van profiel 0,6 mm; in de verticale profielen zijn de nodige openingen voorzien voor de doorgang van elektriciteitsleidingen) Staanderafstand: maximaal 40 cm / conform gebruiksklasse I Beplating langs elke zijde: tweevoudige beplating Platen: dikte: min. 12 mm / keuze aannemer volgens gevraagde brandweerstand breedte: keuze aannemer lengte: afgestemd op de wandhoogte randafwerking: recht brandreactie (volgens NBN EN 13501-2): klasse A1 Hoekbeschermingsprofielen: aluminium Stopprofielen: aluminium Voeg- en vulmiddelen volgens NBN EN 13963. Aanvullende specificaties De platen zijn voorzien van een CE-markering volgens ETAG 018-4. Brandweerstand wandgeheel (volgens NBN EN 13501-2): klasse EI 60. Een attest van een erkend Belgisch laboratorium moet afgeleverd worden. De plaatsing van de wand gebeurt volledig conform met de plaatsingsvoorwaarden vermeld in het testverslag. De scheidingswanden worden uitgevoerd conform TV 233 en de voorschriften van de fabrikant. De scheidingswanden worden geplaatst op de bevloering. De platen eindigen 10 mm boven de vloer. De voegen worden opgekit met een brandwerende elastisch blijvende watervaste kit. De scheidingswanden worden uitgevoerd van vloerniveau tot plafondplaat Op alle buitenhoeken worden hoekbeschermingsprofielen geplaatst. Dimensionele toleranties volgens TV 233 tabel 28 en TV 233 4.3: klasse normaal Afwerkingsgraad volgens TV 233 tabel 30: F2a (te schilderen-standaardopvoeging) Er mogen geen onregelmatigheden (scherpe randen, groeven, bramen, ) zichtbaar blijven. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Waar houten deuromlijstingen voorzien zijn, wordt een houten lat (min. 24 mm dik) aangebracht in het metalen profiel. Brandwerende doorvoeren overeenkomstig TV 233 3.3.2, aangevuld met infofiches nr. 39.4.1-3 WTCB - Afdichting van doorvoeringen in brandwerende lichte scheidingswanden. Nutsleidingen: in te werken volgens bestaande toestand. Uitzetvoegen: speciale uitzetprofielen, standaard te voorzien bij lengte of breedte > 15 m. Wanden in berging ( wand aan deur 1-2)

p. 14 / 40 51.20. voorzetwanden algemeen Levering en plaatsing van niet-dragende voorzetwanden, met inbegrip van het eventuele raamwerk, de voorgeschreven isolatiematerialen, de plaatmaterialen, de bevestigingsmiddelen en de afwerking volgens de voorgeschreven afwerkingsgraad. 51.24. voorzetwanden calciumsilicaatplaten FH m2 Omschrijving Voorzetwanden bestaande uit een regelstructuur uitbekleed met calciumsilicaatplaten. meeteenheid: m2 meetcode: netto wandoppervlakte. Openingen groter dan 0,50 m2 worden afgetrokken. aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) De voorzetwanden voldoen aan de voorschriften van TV 233 Lichte binnenwanden (WTCB), aangevuld met de uitvoeringsvoorschriften van de fabrikant. Specificaties Dikte voorzetwand: 5 cm / volgens aanduiding op plan draagstructuur: keuze aannemer tussen: o hout (voldoet aan STS 04.1, is geschaafd aan de zijden waarop de beplating wordt aangebracht en is beschermd met een procédé A volgens STS 04.31) o metaal (voldoet aan NBN EN 14195, verzinkt ZN 275 en minimale wanddikte van profiel 0,6 mm; in de verticale profielen zijn de nodige openingen voorzien voor de doorgang van elektriciteitsleidingen) Opvatting draagstructuur: enkele draagstructuur afgestemd op de voorziene wanddikte Staanderafstand: max. 40 cm Beplating: enkelvoudige beplating Afmetingen van de platen: plaatdikte: keuze aannemer volgens gevraagde brandweerstand breedte: keuze aannemer lengte: afgestemd op de wandhoogte Plaatafwerking langskanten: recht. kopse kanten: recht. Brandreactie platen: niet ontvlambaar, klasse A2-s1,d0 volgens NBN EN 13501-2. Hoekbeschermingsprofielen: aluminium Stopprofielen: aluminium Voeg- en vulmiddelen overeenkomstig NBN EN 13963. Aanvullende specificaties Brandweerstand wandgeheel (volgens NBN EN 13501-2): klasse EI 60. Een attest van een erkend Belgisch laboratorium moet afgeleverd worden. De plaatsing van de wand gebeurt volledig conform met de plaatsingsvoorwaarden vermeld in het testverslag. De voorzetwanden worden uitgevoerd conform TV 233 en de voorschriften van de fabrikant. De stijlen van akoestische voorzetwanden worden onafhankelijk van de achterliggende wand opgesteld, volgens de voorschriften van de fabrikant. De voorzetwanden worden uitgevoerd van vloerplaat tot verlaagd plafond. De platen worden verticaal aangebracht en eindigen 10 mm boven de vloer. De voegen worden opgekit met een brandwerende elastisch blijvende watervaste kit. Op alle buitenhoeken worden hoekbeschermingsprofielen geplaatst.

p. 15 / 40 Dimensionele toleranties volgens TV 233 tabel 28 en TV 233 4.3: klasse normaal Afwerkingsgraad volgens TV 233 tabel 30: F2a (te schilderen-standaardopvoeging). Er mogen geen onregelmatigheden (scherpe randen, groeven, bramen, ) zichtbaar blijven. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Brandwerende doorvoeren overeenkomstig TV 233 3.3.2, aangevuld met infofiches nr. 39.4.1-3 WTCB - Afdichting van doorvoeringen in brandwerende lichte scheidingswanden. Wanden in berging. ( zie aanduiding op plan met Blauwe lijn) 51.40. toegangsluiken algemeen Omschrijving Levering en plaatsing van alle materialen voor de integratie van de vereiste toegangsluiken tot de leidingkokers uitbekleed met plaatmaterialen. De toegangsluiken worden oordeelkundig en ergonomisch opgesteld, ter hoogte van ontstoppingsstukken, installatiekranen,. Het kaderwerk wordt zo geplaatst dat de voorzijde van de toezichtspanelen in hetzelfde vlak liggen als de beplating van de leidingkokers. De toezichtspanelen zullen scharnierend of demonteerbaar (d.m.v. roestbestendige siervijzen met bijhorende ringplaatjes) bevestigd worden. Het vastzetten van de panelen gebeurt op verzorgde wijze. Scharnierende panelen worden zorgvuldig afgehangen zodat het paneel niet knelt. Eventueel aangrenzend tegelwerk wordt steeds beëindigd met een aangepast randprofiel. De toegangsluiken doen geen afbreuk aan de gestelde prestaties van de voorziene omkasting waarin zij worden geïntegreerd. 51.43.A toegangsluiken 90 x 120 cm- vezelcement FH st meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Geautoclaveerde dubbelgeperste vezelcementplaat met een densiteit van circa 1600 kg/m3. Het materiaal is vochtbestendig, slijt-, slag, krasvast, is onderhoudsvrij en behoeft geen kantomlijsting. Specificaties Afmetingen: 900 x 1200 mm Paneeldikte: minimum 12 mm Het kaderwerk zal vooraf zo in de opening bevestigd worden dat de voorzijde van de toezichtspanelen in hetzelfde vlak liggen als het afgewerkte wandoppervlak. De toezichtspanelen worden met scharnieren bevestigd. Toegangsluik in brandwerend plafond. 51.43.B toegangsluiken 60 x 60 cm- vezelcement FH st meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Geautoclaveerde dubbelgeperste vezelcementplaat met een densiteit van circa 1600 kg/m3. Het materiaal is vochtbestendig, slijt-, slag, krasvast, is onderhoudsvrij en behoeft geen kantomlijsting.

Specificaties Afmetingen: 600 x 600 mm Paneeldikte: minimum 12 mm p. 16 / 40 Het kaderwerk zal vooraf zo in de opening bevestigd worden dat de voorzijde van de toezichtspanelen in hetzelfde vlak liggen als het afgewerkte wandoppervlak. De toezichtspanelen worden met scharnieren bevestigd. Toegangsluiken in leidingkokers. 51.50. plafondafwerking algemeen 51.51. plafondafwerking uitbekleding plafond Omschrijving Levering en plaatsing van de uitbekleding van plafonds, met inbegrip van het latwerk, de plaatmaterialen, de hoekprofielen, de bevestigingsmiddelen en de afwerking volgens de voorgeschreven afwerkingsgraad. Materialen De plafonduitbekledingen beantwoorden aan TV 232 - Verlaagde plafonds (WTCB), aangevuld met de uitvoeringsvoorschriften van de fabrikant. Het lat- of regelwerk wordt vlak uitgelijnd en rechtstreeks tegen de draagstructuur (dakgebinte of plafond) bevestigd met aangepaste roestbestendige bevestigingsmiddelen, afhankelijk van de ondergrond. Hierbij wordt er nauwgezet op toegezien dat aanwezige isolatie en het dampscherm niet beschadigd worden. Iedere doorboring van het dampscherm moet hersteld worden met een daartoe bestemde tape. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de luchtdichte afwerking ter hoogte van aansluitingen met wanden, dakvlakramen en nokbalken. 51.51.10. plafondafwerking uitbekleding plafond/gipskartonplaten FH m2 meeteenheid: m2 meetcode: netto plafondoppervlakte. Openingen groter dan 0,50 m2 worden afgetrokken. Uitbekleding van de daglichtopeningen wordt afzonderlijk gerekend in artikel 51.52. aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) De platen beantwoorden aan NBN EN 520 + A1 en zijn voorzien van een CE-markering. De platen bevatten geen radonhoudend fosforgips. Specificaties regelwerk: metaal (voldoet aan NBN EN 14195, verzinkt ZN 275 en minimale wanddikte van profiel 0,6 mm; de secties en afmetingen zijn afgestemd op de te overbruggen tussenafstanden en het gewicht van de bekleding) o hout (voldoet aan STS 04.1, is geschaafd aan de zijden waarop de beplating wordt aangebracht en is beschermd met een procédé A1 volgens STS 04.31; de secties zijn aangepast aan de te overbruggen tussenafstanden en het gewicht van de bekleding, ze bedragen min. 40x32 mm) o metaal (voldoet aan NBN EN 14195, verzinkt ZN 275 en minimale wanddikte van profiel 0,6 mm; de secties en afmetingen zijn afgestemd op de te overbruggen tussenafstanden en het gewicht van de bekleding) Opvatting regelwerk: dubbel Tussenafstand: maximaal 60 cm Isolatiemateriaal en dampscherm: voorzien in hoofdstuk Beplating: dubbel Afmetingen van de platen: plaatdikte: min. 12,5 / 15 mm

breedte: keuze aannemer / 60 / 120 cm / lengte: afgestemd op de maatvoering met een minimum aan dwarsvoegen Type platen (volgens NBN EN 520): F (verhoogde brandwerendheid) keuze aannemer volgens gevraagde brandweerstand (zie aanvullende specificaties) Hoekbeschermingsprofielen: gegalvaniseerd staal (Zn100/275) / aluminium / keuze aannemer Voeg- en vulmiddelen overeenkomstig NBN EN 13963. Aanvullende specificaties (schrappen indien niet van toepassing) In ruimten waar een verhoogde brandweerstand gevraagd wordt, worden gipskartonplaten type F voorzien, conform NBN EN 520. p. 17 / 40 Brandweerstand plafondgeheel (volgens NBN EN 13501-2): klasse EI 60. Een attest van een erkend Belgisch laboratorium moet afgeleverd worden. De uitvoering gebeurt volledig conform met de plaatsingsvoorwaarden vermeld in het testverslag. Alle binnenhoeken aansluitend op verschillende materialen (wandbepleistering - gipskartonplaten), worden met behulp van een speciaal mes zorgvuldig ingesneden. De voegen wordt opgespoten met een overschilderbare acrylaatkit. Op alle buitenhoeken worden hoekbeschermingsprofielen geplaatst. De schroefkoppen moeten in het kartonvlak liggen en niet te diep in de plaat dringen. Dimensionele toleranties volgens TV 232 tabel 28: klasse normaal Afwerkingsgraad volgens TV 233 tabel 30: F2a (te schilderen-standaardopvoeging). Er mogen geen onregelmatigheden (scherpe randen, groeven, bramen, ) zichtbaar blijven. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften (schrappen indien niet van toepassing) Kantlijsten: randaansluitingen met wanden worden uitgevoerd met aangepaste (sier)profielen, en gedicht met een overschilderbare acrylaatkit. Model voor te leggen aan het Bestuur. Uitzetvoegen: speciale uitzetprofielen, standaard te voorzien bij lengte of breedte > 15 m /... Grondlaag: de platen worden afgewerkt met een grondlaag op basis van kunsthars. De aannemer zal de keuze van het product ter goedkeuring voorleggen alvorens het mag worden aangebracht. Plafonds zone 1-2-3 51.51.40. plafondafwerking uitbekleding plafond/calciumsilicaatplaten FH m2 meeteenheid: m2 meetcode: netto plafondoppervlakte. Openingen groter dan 0,50 m2 worden afgetrokken. Uitbekleding van de daglichtopeningen wordt afzonderlijk gerekend in artikel 51.52. aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Specificaties regelwerk: keuze aannemer tussen: o hout (voldoet aan STS 04.1, is geschaafd aan de zijden waarop de beplating wordt aangebracht en is beschermd met een procédé A1 volgens STS 04.31; de secties zijn aangepast aan de te overbruggen tussenafstanden en het gewicht van de bekleding, ze bedragen min. 40x32 mm) o metaal (voldoet aan NBN EN 14195, verzinkt ZN 275 en minimale wanddikte van profiel 0,6 mm; de secties en afmetingen zijn afgestemd op de te overbruggen tussenafstanden en het gewicht van de bekleding) Opvatting regelwerk: enkelvoudig Tussenafstand: maximaal 40 cm

Beplating: dubbel Platen: dikte: min. 12 mm / keuze aannemer volgens gevraagde brandweerstand breedte: keuze aannemer lengte: afgestemd op de maatvoering met een minimum aan dwarsvoegen randafwerking: recht brandreactie (volgens NBN EN 13501-2): klasse A1 Hoekbeschermingsprofielen: aluminium / keuze aannemer Voeg- en vulmiddelen volgens NBN EN 13963. Aanvullende specificaties De platen zijn voorzien van een CE-markering volgens ETAG 018-4. p. 18 / 40 Brandweerstand plafondgeheel (volgens NBN EN 13501-2): klasse EI 60. Een attest van een erkend Belgisch laboratorium moet afgeleverd worden. De uitvoering gebeurt volledig conform met de plaatsingsvoorwaarden vermeld in het testverslag. Alle binnenhoeken aansluitend op verschillende materialen (wandbepleistering - gipskartonplaten), worden met behulp van een speciaal mes zorgvuldig ingesneden. De voegen wordt opgespoten met een brandwerende kit. Op alle buitenhoeken worden hoekbeschermingsprofielen geplaatst. Dimensionele toleranties volgens TV 232 tabel 28: klasse normaal Afwerkingsgraad volgens TV 233 tabel 30: F2a (te schilderen-standaardopvoeging ). Er mogen geen onregelmatigheden (scherpe randen, groeven, bramen, ) zichtbaar blijven. brandwerend plafond berging

p. 19 / 40 54. BINNENDEUREN en -RAMEN 54.30. deurgehelen - algemeen 54.31. deurgehelen kozijnen hout 54.31.10. deurgehelen kozijnen hout/brandwerend FH st meeteenheid: per stuk meetcode: deurgeheel, inclusief kozijnen, deurbladen, deklijsten, hang- en sluitwerk en toebehoren tot een afgewerkt geheel in overeenstemming met de attestering. aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Brandwerende deurgehelen uit één of meerdere houten deurvleugels in een houten deurkozijn. De brandprestaties worden geattesteerd door een BENOR of ATG-label (of gelijkwaardig) of CE-markering volgens de productnorm pren 16034. Het keuringsattest is steeds van toepassing op het geplaatste deurgeheel (deurblad, hang- en sluitwerk, deurkozijn, toebehoren, zelfsluitendheid en plaatsing). Alle gebruikte materialen zijn deze vermeld in het proefverslag. Ingeval van onverenigbaarheden in de materiaalspecificaties is de attestering doorslaggevend. De brandwerende deuren beantwoorden aan de eisen van de plaatselijke brandweer en aan het KB 13 juni 2007 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen. Specificaties Brandweerstand volgens NBN EN 1634-1 en NBN EN 13501-2: EI 30 Mechanische sterkte STS 53 1.4.2.2. en NBN EN 1192: minimum klasse M2 voor een gebruiksfrequentie f 5 (100.000 cycli) Houten kozijn: conform het brandattest in functie van de geattesteerde brandweerstand deklijsten: massief hardhout (meranti, afzelia, merbau, ), volumemassa minimum 550 kg/m3 Profiel deklijsten: afmetingen ca. 15 x 60 mm, buitenrand recht, binnenrand recht. Deurblad: met een aan de vereiste brandweerstand aangepast bekledingsmateriaal Type: stompe of sponningdeur : volle kern uit spaan, bekleed met een brandwerende plaat Afwerking: geplamuurd, laagdikte minimum 0,2 mm, geschikt om te worden voorzien van de schilderafwerking. Afmetingen: breedtes volgens aanduidingen op plan dikte: 40 (± 2 mm) hoogte: 2015 breedte: 980 mm (per 50 mm) Scharnieren en paumellen: standaard volgens attestering RVS Deurkrukken: standaard volgens attestering RVS Sloten: veiligheidssloten met driepuntsluiting en nachtschoothaak Aanvullende specificaties (schrappen indien niet van toepassing) De deurbladen dragen het FSC- of PEFC-label en de leverancier is FSC f PEFC CoC gecertificeerd. Plaatsing door ISIB gecertificeerde plaatsers overeenkomstig de technische goedkeuring. Na plaatsing worden de deuren voorzien van een label in de zijkant van de deur. De aannemer levert bij de oplevering een attest af voor de brandweerstand van de deuren Toegangsdeuren berging

p. 20 / 40

p. 21 / 40 70. ELEKTRICITEIT BINNENNET 70.00. elektriciteit binnennet - algemeen Materialen Alle apparaten en klein elektrisch materiaal dragen het CEBEC keurmerk of gelijkwaardig (ENEC-02). Een model en bijhorende technische fiches van alle apparaten en bijhorigheden worden vooraf ter goedkeuring voorgelegd. Geen enkel armatuur, toestel of uitrustingselement mag geplaatst worden zonder vooraf goedgekeurd te zijn door het Bestuur. Conform met de meest recente bepalingen van: het AREI - Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties; de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing; de algemene levering- en aansluitingvoorwaarden en de bijzondere technische voorschriften van de plaatselijke netbeheerder. De elektrische installaties worden uitgevoerd in overeenstemming met het bijgevoegd situatieschema elektriciteit, alsook de bijgevoegde schema's en tabellen van de stroombanen. Bij het ontbreken hiervan zal de installateur een zelf opgemaakt eendraadschema en situatieschema ter goedkeuring voorleggen aan het bestuur, minstens 30 dagen voor de aanvang van de elektriciteitswerken. Daarbij geldt: alle stroombanen hebben elk hun individuele aardgeleider; de installatie wordt zo opgevat dat bij de werking van het beveiligingsapparaat van één enkele stroombaan, niet alle lokalen van eenzelfde niveau zonder licht blijven; het trappenhuis mag niet volledig worden aangesloten op eenzelfde stroombaan. De elektrische installatie mag in geen geval de luchtdichtheid van de woningen negatief beïnvloeden. Doorvoeringen door of inbouw in wanden met een luchtdichtheidsfunctie worden vermeden. Zoniet worden deze hermetisch afgewerkt in overleg met de ontwerper en de eventuele andere ambachten. Keuring KEURINGSORGANISME Voor de verschillende installaties en per woning wordt een afzonderlijk verslag van een erkend controle organisme zonder opmerkingen voorgelegd. Het aanvragen van en de kosten verbonden aan de keuring van de elektrische installatie, alsook alle kosten voor aanpassingen wegens afwijkingen t.o.v. de reglementaire voorschriften zijn volledig ten laste van de installateur. De keuringsattesten worden minimaal 30 kalenderdagen vóór de officiële einddatum van de werken ter beschikking gesteld van de bouwheer. Bij het ontbreken van de keuringsattesten binnen de vooropgestelde termijn is de aannemer verantwoordelijk voor alle eventuele bijkomende kosten m.b.t. de ontzegeling van verzegelde elektriciteitsmeters, die in voorkomend geval zullen worden verrekend aan de tarieven van de betreffende netbeheerder. ONDERHOUDSDOSSIER Ten laatste bij de voorlopige oplevering zal de installateur een dossier, in drievoud, overmaken aan het bestuur met: de gedetailleerde technische documentatie van alle geïnstalleerde materialen en toestellen; de keuringsverslagen en andere attesten, in overeenstemming met de eisen vermeld in het bestek (proeven, brandweerstand attesten,...); een onderhoudsdossier met een volledig stel as-built plannen, zoals definitief goedgekeurd, met aanduiding van het volledige leidingtracé en het elektrisch schema. Een schema zal onder plastiekbescherming in elk desbetreffend verdeelbord aangebracht worden. WAARBORGEN De installateur waarborgt de goede werking van de installatie en alle toestellen gedurende een waarborgperiode van minimum één jaar vanaf de voorlopige oplevering. De waarborg slaat op het verhelpen van alle optredende gebreken in de installatie, met inbegrip van de nodige herstellingen van pleister-, schilder- en/of behangwerken.

p. 22 / 40 70.50. leidingen - algemeen Omschrijving Alle leveringen en werken voor de realisatie van het elektrische leidingnet, omvattende: het maken van de nodige sleuven en doorgangen in wanden, vloeren en plafonds; de levering en montage van de mantelbuizen en/of kabelgeleiders; het trekken en verbinden van de geleiders; het afdichten van doorboringen en sleuven in muren, doorgangen in vloeren en plafonds; het waar nodig voorzien van brandwerende afdichtingen in functie van de vereiste brandweerstand (volgens het KB van 19/12/1997 en wijzigingen); alle maatregelen nodig om de vooropgestelde luchtdichtheid van het gebouw niet in het gedrang te brengen door de uitvoering van het leidingnet; het verzamelen van alle puin en afval en zijn dagelijkse afvoer. Materialen BUIZEN & BEVESTIGINGSMIDDELEN De buizen zijn vervaardigd uit een onbrandbaar, zelfdovend materiaal en dragen het CEBEC-keurmerk. Stalen van de aan te wenden buizen en bevestigingsmiddelen worden voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur. GELEIDERS - DRADEN De geleiders en de toegelaten stroomsterktes zijn in overeenstemming met het AREI Het aantal geleiders en de geleiderdoorsnede van een stroombaan wordt gekozen in functie van de bestemming. De draden, die in de buizen getrokken worden, zijn van het type VOB voor plaatsing in thermoplastische buizen (type Tth). Elke rol zal vergezeld zijn van een etiket van de fabrikant, met aanduiding van de isolering. De geleiders zullen alle uit één stuk zijn, zonder binddraad, noch las. De draden die worden aangesloten op een fase, moeten een isolatie hebben conform de genormaliseerde kleurcodes. Beschermingsgeleiders zijn geel/groen. GELEIDERS - KABELS De installateur kiest het type kabel en de voorziene diameters van de geleiders volgens hun bestemming binnen het installatieschema en een opstellingswijze conform het AREI Zij zijn naargelang hun toepassing van het type: VOB, XFVB, EVAVB, XVB, De installateur draagt hiervoor de volledige verantwoordelijkheid. ALGEMEEN Het plaatsen en bevestigen van de buizen gebeurt volgens het AREI art. 201-207. De leidingen worden onzichtbaar (inbouw) in buizen aangelegd. In lokalen die niet bepleisterd worden, mogen leidingen echter in opbouw in buizen uitgevoerd worden., Waar voorzien op de plannen, worden de leidingen gelegd in kabelgoten of -kanalen en plintsystemen. Alle inbouwwerken en het doorboren worden machinaal volgens de regels van de kunst en volgens de aanwijzingen van het bestuur uitgevoerd. Waar sanitaire, verwarmings- of ventilatieleidingen en elektrische leidingen elkaar zouden kruisen, is een optimale coördinatie vereist tussen de verschillende ambachten en het bestuur. De leidingen blijven verwijderd van componenten die een hogere temperatuur kunnen bereiken zoals schouwen, verwarmingsinstallaties, Er mag zich in de buizen geen water kunnen verzamelen. De beoogde luchtdichtheid van de woning mag niet negatief beïnvloed worden. Alle puin en gruis afkomstig van doorboringen en insnijdingen moet opgekuist en van de werf afgevoerd worden. Alle gebeurlijke schade veroorzaakt door de installateur van de elektrische installatie wordt door zijn zorgen en op zijn kosten hersteld. ONDERGRONDSE KABELS De plaatsing van ondergrondse laagspanningsleidingen gebeurt volgens het AREI art. 187.

p. 23 / 40 De kabel moet minimum 60 cm diep onder het maaiveld en/of bovenvlak van de buitenverharding ingegraven worden. Als dit technisch onmogelijk is, moet de bescherming gevormd worden door een doorlopend omhulsel in duurzaam, weerstand biedend materiaal zonder openingen of voegen. De kabels worden mechanisch beschermd door een bedekking met kabelafdekpannen in PVC of gebakken aarde, of gelijkwaardig systeem. De ondergrondse leidingen worden uitgevoerd in EVAVB onder kabelstenen, ofwel in XFVB in een HDPE voerbuis. INBOUW IN METSELWERK De leidingen ingewerkt in het metselwerk worden aangelegd volgens horizontale en verticale tracés. Schuine tracés over de muur zijn verboden. Om akoestische lekken te voorkomen worden leidingen en stopcontacten in woningscheidende wanden, nooit in spiegelbeeld tegenover elkaar geplaatst. In de muren met zichtbaar blijvend metselwerk worden de inbouwleidingen aangebracht vanuit het vlak van de muur dat niet zichtbaar blijft. Voor muren waar dit niet mogelijk is, worden waar nodig vooraf geïntegreerde soepele wachtbuizen voorzien door de ruwbouwaannemer. In metselwerk ingewerkte buizen worden machinaal ingeslepen. Trillingen in de constructie bij het uitvoeren van kapwerken moeten tot een minimum beperkt worden. De nominale diepte van de sleuven bedraagt ongeveer 2 cm. De diepte van horizontale sleuven moet tot een minimum beperkt blijven om de stabiliteit van de muren zo min mogelijk aan te tasten. Na de plaatsing worden de sleuven over hun ganse lengte opgevuld met een mortel die past bij het ondergrondmateriaal. De mortel moet volledig de op de bodem van de sleuf geplaatste kabelbuis of -buizen omhullen, er mag geen contact bestaan tussen de buizen en het pleisterwerk. Het oppervlak van de mortel moet ruw gehouden worden om de bepleistering achteraf te vergemakkelijken. INBOUW IN HOLLE CONSTRUCTIES De ingewerkte buizen zijn verplicht van het niet-vlamverspreidende type. Wanneer leidingen geplaatst worden tussen een plafond en een vloer, in de holten en andere lege ruimten, zijn ze - indien ze niet geplaatst worden in buizen - minstens gelijkwaardig aan het type met PVC- isolatie al dan niet voorzien van een metalen bescherming, zoals VFVB of VVB. Zonder voorafgaandelijke toelating van de architect mogen geen sleuven in kepers van 4" of minder en geen inkepingen gemaakt worden in constructiehout van vloer- of dakgebinten, op meer dan 25 cm van de muren die de balken ondersteunen. Er mogen geen inkepingen dieper dan 2 cm gemaakt worden in houten vloergebinten. OPBOUW VAN LEIDINGEN De opbouwleidingen worden waterdicht uitgevoerd. Waar geen mechanische beschadigingen (ook vanwege ongedierte) te verwachten is kunnen opbouw PVC-buizen toegestaan worden. In alle andere gevallen zal de uitvoering in XFVB zijn. De afstanden tussen de bevestigingspunten worden zodanig gekozen dat de kabelbuizen een goed rechtlijnig tracé volgen. In de rechte gedeelten is er minstens één bevestiging om de 45 cm verticaal en 30 cm horizontaal voor kabelbuizen van plastisch materiaal en om de 80 cm voor stalen kabelbuizen, één bevestiging aan elk uiteinde van de bochten, alsook één bevestiging langs beide zijden van verbindingsdozen. De bevestigingen worden met gelijke tussenafstanden geplaatst. Ter plaatse van koppelstukken, schakelaars, stopcontacten, wordt een bevestiging voorzien op maximaal 10 cm van het element. De kabelbuizen in plastisch materiaal moeten vrij kunnen uitzetten; daartoe worden de bevestigingen niet op de kabelbuizen geprangd en worden de doorvoeren door muren en plafonds omgeven door een kabelbuis met grotere diameter, vastgehecht in metselwerk. Alle vrije uiteinden van kabelbuizen uit plastisch materiaal of staal worden zorgvuldig afgezaagd en ontdaan van bramen. Ter hoogte van uitzettingsvoegen moeten de kabelbuizen op deze plaats van een schuifstelsel worden voorzien. De aannemer gebruikt geschikte middelen naargelang de ondergrond om de kabelbuizen te bevestigen aan de ondergrond. Vanaf 3 parallel te leggen kabels wordt gebruik gemaakt van goten en ladders. BRANDWERENDE PRESTATIES De leidingen voldoen aan de bepalingen van de basisnormen voor brand, het AREI (in het bijzonder de wijzigingen door het KB van 25/04/2013), en de eisen van de plaatselijke brandweer. Waar nodig worden brandwerende afdichtingen rond leidingen, kokers en kabelbanen voorzien in functie van de brandcompartimenteringen en vereiste brandweerstand.