ultraview Universal Alkaline Phosphatase Red Detection Kit



Vergelijkbare documenten
Principes En Procedures

Principes En Procedures

Myoglobin (Polyclonal)

HMB-45 + Mart-1 (Melan A) + Tyrosinase (HMB-45+A103+T311)

Varicella Zoster Virus (SG1-1, SG1- SG4, NCP-1 & IE-62)

Principes En Procedures

Chromogranin A (LK2H10)

Myoglobin (Polyclonal)

Herpes Simplex Virus II (Polyclonal)

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Adenovirus (20/11 & 2/6)

Principes En Procedures

Chromogranin A (LK2H10)

ImPath HER2 FISH. Identificatie van de stof of het preparaat Cat. nr. Beschrijving ImPath HER2 FISH

Principes En Procedures

Helicobacter pylori (Polyclonal)

is ook positief gebleken in sommige schildklier carcinomen. Principes En Procedures

Principes En Procedures

Phosphohistone H3 (PHH3) (Polyclonal)

Varicella Zoster Virus (SG1-1, SG1- SG4, NCP-1 & IE-62)

Cytokeratin (34betaE12)

Cytokeratin 5 & 6 (D5 & 16B4)

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Epstein-Barr Virus (MRQ-47)

REAGENTIA EN MATERIALEN Positieve controle (1) Negatieve controle (1) Verdunningsmiddel (1) Bijsluiter (1)

Principes En Procedures

Androgen Receptor (SP107)

CD45 (LCA) (2B11 & PD7/26)

Principes En Procedures

Principes En Procedures

CD123 (6H6) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

CD117, c-kit (YR145) Rabbit Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

CD33 (PWS44) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

GCDFP-15 (EP1582Y) Rabbit Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Bijsluiter van QuantiFERON -controlepanel

van glad spierweefsel kan voorkomen. 1-9 Principes En Procedures

Thermo. Shandon RAPID-CHROME Iron Stain and RAPID-CHROME Nuclear Fast Red Counterstain ELECTRON CORPORATION. Rev. 5, 09/03 P/N

nestinpositieve cellen in 84% (35/42) van de voornaamste melanomen en 83% (10/12) van de metastatische melanomen. 1 Nestinimmunoreactiviteit

ontwikkeling tot T h 1. Anti-T-bet is een merker van mature T-cellen en wordt uitgedrukt in zeer lage niveaus in T h

IMPATH ALK D/C BREAK APART FISH

Cytokeratin 5 (EP1601Y)

GEBRUIKSAANWIJZINGEN PARASITE SUSPENSIONS. n Parasite Suspensions in formaline BEDOELD GEBRUIK SAMENVATTING EN UITLEG PRINCIPES SAMENSTELLING

Glutamine Synthetase (GS-6)

Principes En Procedures

CD33 (PWS44) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Principes En Procedures

CD2 (MRQ-11) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Ep-CAM/Epithelial Specific Antigen. (Ber-EP4) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen.

SOX-11 (MRQ-58) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Nerve Growth Factor Receptor (NGFR) (MRQ-21)

Principes En Procedures

Immuno, het volledige proces! Regionale Coupe-rondzending OLV-ziekenhuis Aalst 19 december 2012

Speed FIV TM. Shaping the future of animal health. Virbac Nederland BV

Validatie van IHC testen - aanpak in UZA -

Aptima Multitest Swab Collectie-kit

Validatie van immuunhistochemische testen GZA ziekenhuizen. Couperondzending te OLV Ziekenhuis Aalst Dr. Marloes Luijks 1 december 2014

Parathyroid Hormone (PTH) (MRQ- 31)

Diagnostische betrouwbaarheid. Laboratoriumefficiëntie. Leica Bond Oracle HER2 IHC System voor borstkanker

Validatiedossier van een IHC onderzoeksmethode HER2 -

Speed F-Corona TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

Code K tests voor gebruik op de Dako Autostainer

Thermo. Shandon Rapid-Chrome Frozen Section Staining Kit ELECTRON CORPORATION. Rev. 3, 10/03 P/N

FLI-1 (MRQ-1) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Speed V-Diar 5 TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel info@virbac.

Speed Leish K TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

Speed FeLV TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

Eenvoudig. Efficiënt. Nauwkeurig. Volledig geautomatiseerd Leica HER2 FISH System voor BOND TM

Speed ReSpiVB TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

ParvoTM Ptc-Parvo.indd 1 07/10/15 10:24

Distemper TM. Shaping the future of animal health. Virbac Nederland BV

Speed Duo FeLV/FIV TM

CD38 (SP149) Rabbit Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

SOX-10 (Polyclonal) Rabbit Polyclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Speed Diro TM. Shaping the future of animal health. Virbac Nederland BV

Speed Giardia TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

Q-IHC. Roy Cloots Dienst pathologische anatomie Jessa Ziekenhuis Aalst,

NeuMoDx HCV Calibrator Kit GEBRUIKSAANWIJZING

VOGELVLUCHT Laatste herziening: 16/10/2007, Versie 1.0 pagina 1 / 5

DNA/RNA extracties uit FFPE weefsel Dr. Sc. Elke Boone, H.-Hartziekenhuis Roeselare-Menen

Speed Chlam TM. Shaping the future of animal health. Virbac Nederland BV

Speed Duo Leish K/Ehrli TM

BEKNOPTE INSTRUCTIES Alleen voor gebruik met de Sofia-analysator.

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Speed Chlam TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

Speed Duo FeLV/FIV TM

tests Circulating Tumor Cell Control Kit

Transcriptie:

ultraview Universal Alkaline Phosphatase Red Detection Kit 760-501 05269814001 250 Rood precipitaat AP-conjugaat Enhancer Naphthol Fast Red BEOOGD GEBRUIK Primair antilichaam De VENTANA ultraview Universal Alkaline Phosphatase Red Detection Kit (ultraview AP Red-detectiekit) is een indirect, biotinevrij systeem voor het detecteren van muizen-igg, muizen-igm en primaire konijnenantilichamen met behulp van lichtmicroscopie. De kit is bestemd voor gebruik in laboratoria voor het identificeren van targets door middel van immunohistochemistry (IHC) in coupes formalinegefixeerd, in paraffine ingebed weefsel Weefsel Doelantigeen die worden gekleurd op VENTANA BenchMark IHC/ISH-instrumenten. Rooddetectie met ultraview Universal Alkaline Phosphatase Dit product dient te worden beoordeeld door een gekwalificeerde patholoog, in samenhang met histologisch onderzoek, relevante klinische informatie en gepaste controles. Afbeelding 1. ultraview Universal Alkaline Phosphatase Red Reaction Dit product is bestemd voor in vitro diagnostiek (IVD). SAMENVATTING EN UITLEG Immunohistochemistry (IHC) is een techniek die in laboratoria voor diagnostiek wordt toegepast. IHC maakt gebruik van specifieke primaire antilichamen voor het lokaliseren en MATERIAAL EN METHODEN Meegeleverde reagentia De ultraview AP Red-detectiekit bevat voldoende reagens voor 250 tests. binden aan antigenen in vaste of bevroren weefselcoupes. De binding van het antilichaam aan het antigeen wordt met behulp van een indirecte detectiemethode gevisualiseerd. Eén dispenser van ultraview Universal AP Red Multimer bevat een cocktail van Bij de meest gangbare indirecte technieken wordt gebruik gemaakt van een secundair met Alkaline Phosphatase (AP) gelabelde antilichamen antilichaam gericht tegen typen van het primaire antilichaam en een enzym met een (< 50 μg/ml) in een buffer met ProClin 300-oplossing, een overeenkomstig substraatchromogeensysteem. Deze combinatie resulteert in een conserveermiddel. gekleurd precipitaat op de plaats van de specifieke antilichaambinding. De ultraview AP Red-detectiekit gebruikt een indirecte methode voor het visualiseren van specifieke antigeengebonden antilichamen door afzetting van een roodgekleurd precipitaat. Eén dispenser van ultraview Universal AP Red Fast Red A bevat 1,0% (w/v) Fast Red in een acetaatbuffer met ProClin 300-oplossing, een conserveermiddel. PRINCIPE VAN DE PROCEDURE Eén dispenser van ultraview Universal AP Red Fast Red B bevat 1,0% (w/v) De ultraview AP Red-detectiekit detecteert specifieke muizen- en konijnenantilichamen Fast Red in een acetaatbuffer met ProClin 300-oplossing, een conserveermiddel. die gebonden zijn aan een antigeen in weefselcoupes die in paraffine zijn ingebed. Het specifieke antilichaam wordt gelokaliseerd door een cocktail van enzymgelabelde secundaire antilichamen die het gebonden primaire antilichaam lokaliseren. Het complex wordt vervolgens zichtbaar gemaakt met Naphthol substraat en Fast Red-chromogeen, Eén dispenser van ultraview Universal AP Red Naphthol bevat 1,0% (w/v) Naphthol in een Tris-buffer met ProClin 300-oplossing, een conserveermiddel. dat een rood precipitaat vormt dat eenvoudig kan worden waargenomen met Eén dispenser van ultraview Universal AP Red Enhancer bevat 3% (v/v) lichtmicroscopie. MgCl2 in een Tris-buffer met ProClin 300-oplossing, een Het kleuringsprotocol bestaat uit talrijke stappen waarin reagentia gedurende vooraf conserveermiddel. bepaalde tijden worden geïncubeerd bij specifieke temperaturen. Na afloop van elke incubatiestap wast het BenchMark IHC/ISH-instrument de coupes om het niet-gebonden materiaal te verwijderen en brengt een liquid coverslip aan die de verdamping van de Reconstitutie, mengen, verdunnen en titreren waterige reagentia van het glaasje vermindert. 1 De resultaten worden beoordeeld met De ultraview AP Red-detectiekit is geoptimaliseerd voor gebruik op BenchMark IHC/ISHinstrumenten. Reconstitutie, menging, verdunning of titratie van reagentia uit de kit is niet behulp van een lichtmicroscoop en dragen bij aan de differentiële diagnose van pathofysiologische processen, die al of niet met een bepaald antigeen kunnen worden nodig. geassocieerd. Verdere verdunning kan resulteren in verlies van antigeenkleuring. De gebruiker dient Raadpleeg de betreffende gebruikershandleiding voor meer gedetailleerde informatie over toepassing van bovengenoemde ingrepen te toetsen. Door verschillen in de de bediening van dit instrument. weefselbewerking en procedures voorafgaand aan het onderzoek in het laboratorium Afbeelding 1 illustreert de indirecte detectiemethode. kunnen de resultaten aanzienlijk uiteenlopen. Voor meer informatie over controles raadpleegt u de paragraaf Kwaliteitsbeheersingsprocedures. Benodigde, maar niet meegeleverde materialen en reagentia Mogelijk zijn niet alle in de bijsluiter vermelde producten leverbaar in alle landen. Raadpleeg uw plaatselijke vertegenwoordiger. De volgende reagentia en materialen zijn nodig voor de kleuring, maar worden niet met de detectiekit meegeleverd: 1. Primair antilichaam 2. Negatieve reagenscontrole 3. Positieve en negatieve weefselcontroles (raadpleeg de bijsluiter van het antilichaampakket voor aanbevolen typen) 4. Amplificatiekit 2016-03-17 1 / 6 21100NL Rev G

5. OptiView Amplification Kit 6. OptiView DAB IHC Detection Kit 7. ultraview Universal DAB Detection Kit 8. Protease 1 9. Protease 2 10. Protease 3 11. Hematoxylin 12. Hematoxylin II 13. Bluing Reagent 14. Reaction Buffer Concentrate (10X) 15. Cell Conditioning Solution (CC1) 16. Cell Conditioning Solution 2 (CC2) 17. ULTRA Cell Conditioning Solution (ULTRA CC1) 18. ULTRA Cell Conditioning Solution 2 (ULTRA CC2) 19. Antibody Diluent 20. EZ Prep Concentrate (10X) 21. Vloeibaar afdekmiddel (hoge temperatuur) 22. ULTRA LCS (Predilute) 23. Positief geladen objectglaasjes voor microscopie 24. Droogoven die op een temperatuur van 60 C ± 5 C kan worden gehouden 25. Streepjescode-etiketten (toepasselijke streepjescode-etiketten voor negatieve reagenscontrole en het primaire antilichaam dat wordt getest) 26. Xyleen (geschikt en goedgekeurd voor histologische doeleinden) 27. Gedemineraliseerd of gedestilleerd water 28. Dekglaasje en dekglasmethode voldoende voor het afdekken van het weefsel 29. Lichtmicroscoop 30. Mild afwasmiddel 31. Afdekautomaat (zoals Tissue-Tek SCA Automated Coverslipper) Bewaren en hanteren Bewaar het product na ontvangst en wanneer het niet in gebruik is bij 2-8 C. Niet invriezen. De gebruiker dient bewaarcondities die afwijken van die zijn omschreven in de bijsluiter, te valideren. Deze detectiekit kan direct uit de koelkast gebruikt worden. Om de juiste werking en de stabiliteit van elk reagens te waarborgen, moet na elk gebruik de dop weer op de dispenser worden gedaan en de dispenser onmiddellijk rechtop in de koelkast worden geplaatst. Op elke detectiekit is een uiterste gebruiksdatum vermeld. Als het product op de juiste wijze wordt bewaard, blijft het stabiel tot de datum die is aangegeven op het etiket. Gebruik het product niet na de uiterste gebruiksdatum die geldt voor opslag op de voorgeschreven wijze. Omdat er geen duidelijke tekenen zijn waaruit valt op te maken dat het product instabiel is geworden, moeten er bij het testen van een nieuw monster tegelijkertijd positieve en negatieve controles worden uitgevoerd. Neem onmiddellijk contact op met uw locale servicevertegenwoordiger als er aanwijzingen zijn voor instabiliteit van het reagens. Afname en preparatie van het monster ten behoeve van analyse Formalinegefixeerde, in paraffine ingebedde weefsels zijn geschikt voor gebruik met de ultraview AP Red-detectiekit en een BenchMark IHC/ISH-instrument (zie de paragraaf Benodigde, maar niet meegeleverde materialen en reagentia). Als weefselfixatief wordt 10% neutraal gebufferde formaline (NBF) aanbevolen. 2 De resultaten kunnen variëren vanwege dikte van de weefselcoupe, soort fixatie, onvolledige langdurige fixatie of speciale bewerkingen, zoals ontkalking van beenmergpreparaten. Elke coupe moet op de juiste dikte worden gesneden (2-5 µm) voor het primaire antilichaam dat wordt gebruikt, en op een positief geladen glazen objectglaasje worden geplaatst. Objectglaasjes met weefselcoupes mogen ten minste 2 uur in een oven van 60 C ± 5 C worden gebakken/verhit (maar niet langer dan 24 uur). Het verhitten van de objectglaasjes dient voor het drogen van het weefsel na het aanbrengen op het objectglaasje en voor het verbeteren van de adhesie van het weefsel aan het glas. OPMERKING: Raadpleeg de bijsluiter van het primaire antilichaam voor de verhittingsbeperkingen. Langdurig verhitten van het weefsel kan tot lagere beschikbaarheid van antigenen leiden. De Clinical Laboratory Improvement Act (CLIA) van 1988 vereist in 42 CFR 493.1259 (b): Het laboratorium moet glaasjes ten minste tien jaar en monsterblokjes ten minste twee jaar vanaf de onderzoeksdatum bewaren. WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN 1. Bestemd voor in vitro diagnostiek (IVD). 2. Uitsluitend voor professioneel gebruik. 3. In deze oplossing wordt ProClin 300-oplossing als conserveermiddel gebruikt. Het is geclassificeerd als een middel dat irritatie en overgevoeligheid kan veroorzaken wanneer het in aanraking komt met de huid. Tref verstandige voorzorgsmaatregelen bij de hantering. Vermijd contact van reagentia met de ogen, huid en slijmvliezen. Draag beschermende kleding en handschoenen. 4. Materiaal dat van mensen of dieren afkomstig is, moet op dezelfde manier worden behandeld als mogelijk biologisch gevaarlijk materiaal en moet met gepaste voorzorgsmaatregelen worden afgevoerd. 5. Neem de benodigde voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met reagentia. Vermijd contact van reagentia met de ogen, huid en slijmvliezen. Gebruik wegwerphandschoenen en draag geschikte beschermende kleding bij het omgaan met mogelijk kankerverwekkende of toxische stoffen. 6. Indien de reagentia met gevoelige lichaamsdelen in aanraking komen, dient u deze met veel water te spoelen. Vermijd inademing van reagentia. 7. Zorg ervoor dat het afvalstoffenreservoir leeg is voordat u een run op het instrument start. Als niet aan deze voorwaarde wordt voldaan, kan de afvalbak overlopen en loopt de gebruiker de kans op uitglijden en vallen. 8. Voorkom microbiële besmetting van de reagentia, aangezien dit tot onjuiste resultaten kan leiden. 9. Raadpleeg de plaatselijke en/of regionale autoriteiten voor de aanbevolen afvoermethode. 10. Raadpleeg voor aanvullende veiligheidsinformatie het productveiligheidsinformatieblad en de gids met symbolen en R-zinnen op www.ventana.com. GEBRUIKSAANWIJZING De ultraview AP Red-detectiekit is ontwikkeld voor gebruik op BenchMark IHC/ISHinstrumenten in combinatie met VENTANA primaire antilichamen en accessoires. De parameters voor de geautomatiseerde procedures kunnen worden getoond, afgedrukt en gewijzigd overeenkomstig de procedure in de gebruikershandleiding van het instrument. De overige werkingsparameters voor het instrument zijn in de fabriek ingesteld. De procedures voor kleuring op BenchMark IHC/ISH-instrumenten zijn als volgt. Raadpleeg voor gedetailleerdere instructies en meer protocolopties de gebruikershandleiding van het instrument. Of voor een monster Cell Conditioning vereist is, wordt bepaald door het type antilichaam. Raadpleeg de bijsluiter van het antilichaam voor instructies. BenchMark IHC/ISH-instrumenten 1. Breng het etiket met de streepjescode die overeenkomt met het uit te voeren protocol aan op het glaasje. 2. Plaats de primaire-antilichaamdispenser, de juiste detectiekitdispensers en de benodigde bijbehorende reagentia op de reagenstray en plaats deze op de kleuringsautomaat. 3. Controleer de vloeistoffen en leeg de afvalstoffenreservoirs. 4. Plaats de objectglaasjes op de kleuringsautomaat. 5. Start de kleuring. 6. Haal de preparaten na voltooiing van de kleuring uit de kleuringsautomaat. Dubbele kleuringsoptie De configuratie met dubbele kleuring bestaat uit opeenvolgende kleuringen, waarbij het eerste primaire antilichaam wordt gekleurd met DAB-detectie door gebruikmaking van ofwel de VENTANA ultraview Universal DAB Detection Kit (ultraview DAB-detectiekit) ofwel de VENTANA OptiView DAB IHC Detection Kit (OptiView DAB-detectiekit), gevolgd door detectie van het tweede primaire antilichaam met de ultraview AP Red-detectiekit. In de configuratie met dubbele kleuring zijn de ultraview DAB- en OptiView DAB-detectiekit geoptimaliseerd voor specifieke incubatietijden met CONFIRM anti-cd20 (L26) Primary Antibody (CONFIRM anti-cd20 (L26)-antilichaam). De ultraview AP Red-detectiekit is geoptimaliseerd voor specifieke incubatietijden met CONFIRM anti-cd3 (2GV6) Rabbit Monoclonal Primary Antibody (CONFIRM anti-cd3 (2GV6)-antilichaam). De gebruiker moet de met dit reagens verkregen resultaten echter valideren. Raadpleeg tabel 1 en tabel 2 voor aanbevolen kleuringsprotocollen. 2016-03-17 2 / 6 21100NL Rev G

Tabel 1. Aanbevolen kleuringsprotocol voor ultraview DAB-detectiekit (met CONFIRM anti-cd20 (L26)-antilichaam) en ultraview AP Red-detectiekit (met CONFIRM anti-cd3 (2GV6)-antilichaam) op een BenchMark GX-, BenchMark XT- of BenchMark ULTRAinstrument. Soort Procedure Methode Deparaffinering Geselecteerd Cell Conditioning (CC1) (vrijmaken antigen) Antilichaam (DAB) DS Antibody (Red) Tegenkleuring Tegenkleuring achteraf BenchMark GX-instrument, mild BenchMark XT-instrument, mild BenchMark ULTRA-instrument, 36 minuten CONFIRM anti-cd20 (L26)-antilichaam BenchMark GX-instrument, 6 minuten BenchMark XT-instrument, 16 minuten BenchMark ULTRA-instrument, 16 minuten CONFIRM anti-cd3 (2GV6)-antilichaam BenchMark GX-instrument, 20 minuten BenchMark XT-instrument, 20 minuten BenchMark ULTRA-instrument, 20 minuten Hematoxylin II, 4 minuten Bluing, 4 minuten Tabel 2. Aanbevolen kleuringsprotocol voor OptiView DAB-detectiekit (met CONFIRM anti-cd20 (L26)-antilichaam) en ultraview AP Red-detectiekit (met CONFIRM anti-cd3 (2GV6)-antilichaam) op een BenchMark GX-, BenchMark XT- of BenchMark ULTRAinstrument. Soort Procedure Methode Deparaffinering Geselecteerd Cell Conditioning (CC1) (vrijmaken antigen) Pre-Primary Peroxidase Inhibitor Antilichaam (DAB) DS Antibody (Red) Tegenkleuring Tegenkleuring achteraf BenchMark GX-instrument, 32 minuten BenchMark XT-instrument, 32 minuten BenchMark ULTRA-instrument, 32 minuten Geselecteerd CONFIRM anti-cd20 (L26)-antilichaam BenchMark GX-instrument, 6 minuten BenchMark XT-instrument, 8 minuten BenchMark ULTRA-instrument, 16 minuten CONFIRM anti-cd3 (2GV6)-antilichaam BenchMark GX-instrument, 20 minuten BenchMark XT-instrument, 20 minuten BenchMark ULTRA-instrument, 20 minuten Hematoxylin II, 4 minuten Bluing, 4 minuten Vanwege variatie in weefselfixatie en -bewerking, evenals de algemene apparatuur- en omgevingsomstandigheden in het lab, kan het nodig zijn de incubatietijd met het primaire antilichaam of de celconditionering te verlengen of te verkorten, op basis van de eigenschappen van het individuele monster, de toegepaste detectiemethode en de voorkeur van de beoordelaar. Zie Immunohistochemistry Principles and Advances voor meer informatie over fixatievariabelen. 7 Aanbevolen verwerkingsprocedures na gebruik van het instrument Opmerking: het Fast Red-chromogeen is oplosbaar in alcohol en aceton. Gebruik geen alcohol- of acetonbaden of langdurige xyleenwasbeurten om de glaasjes te dehydrateren en te reinigen. 1. Verwijder de Liquid Coverslip-oplossing door de objectglaasjes te wassen in 2 opeenvolgende baden van een mild afwasmiddel (gebruik geen afwasmiddel voor vaatwasmachines). 2. Spoel de objectglaasjes ongeveer 1 minuut goed met gedemineraliseerd water. Schud het overtollige water af. 3. Droog de glaasjes minimaal 15 minuten in een oven (45-60 C) of laat ze aan de lucht drogen bij omgevingstemperatuur. Zorg dat de glaasjes volledig droog zijn vóór coverslipping. 4. Breng de objectglaasjes over naar een xyleenbad voor een snelle wasbeurt van ca. 30 seconden. 5. Breng coverslip aan op het glaasje. Gebruik voor optimale resultaten een afdekmedium dat geschikt is voor alkalinefosfatasesubstraten. Kwaliteitscontroleprocedures Positieve weefselcontrole Bij elke kleuringprocedure moet een positieve weefselcontrole worden uitgevoerd. Het is de optimale laboratoriummethode om een positieve controle op te nemen op hetzelfde objectglaasje als het patiëntweefsel. Deze praktijk helpt bij het identificeren van een mislukte poging om een primair antilichaam of ander kritisch reagens op het testglaasje van de patiënt aan te brengen. Een weefsel met zwakke positieve kleuring is geschikter voor optimale kwaliteitscontrole. De positief kleurende weefselcomponenten verschaffen zekerheid dat het antilichaam is toegevoegd en dat het instrument goed heeft gefunctioneerd. Dit weefsel kan zowel positief als negatief kleurende cellen of weefselcomponenten bevatten en dienen als zowel positief als negatief controleweefsel. Controleweefsels moeten verse monsters zijn, afkomstig van autopsie, biopsie of chirurgie, en moeten zo snel mogelijk na afname op dezelfde wijze als de onderzoekscoupes zijn geprepareerd of gefixeerd. Alle stappen van de procedure kunnen met dergelijke weefsels worden gecontroleerd, van weefselpreparatie tot en met kleuring. Indien een weefselcoupe wordt gebruikt die op een andere wijze is gefixeerd of bewerkt dan het onderzoeksmonster, dan biedt de coupe een controle voor alle reagentia en procedurestappen behalve de fixatie en de weefselbewerking. Bekende positieve weefselcontroles mogen alleen voor het controleren van de juiste werking van bewerkte weefsels en testreagentia worden gebruikt, en niet als hulpmiddel voor het bepalen van een specifieke diagnose van patiëntmonsters. Als weefsels voor positieve controle geen positieve kleuring vertonen, moeten de resultaten met de testmonsters als ongeldig worden beschouwd. Negatieve weefselcontrole Hetzelfde weefsel dat voor de positieve weefselcontrole wordt gebruikt, kan als negatieve weefselcontrole worden toegepast. De variëteit aan celtypen in de meeste weefselcoupes biedt interne negatieve controleplaatsen, maar dit moet door de gebruiker worden gecontroleerd. De onderdelen die niet kleuren, moeten de afwezigheid van specifieke kleuring aantonen en een indicatie van de achtergrondkleuring geven (spikkeling of zwakke kleuring). Als op de locaties voor negatieve controle specifieke kleuring optreedt, moeten de resultaten met de patiëntmonsters als ongeldig worden beschouwd. Onverklaarde afwijkingen Niet-verklaarde afwijkingen bij controles moeten direct worden gemeld aan uw plaatselijke servicevertegenwoordiger. Als de resultaten van de kwaliteitscontrole niet met de specificaties overeenstemmen, zijn de patiëntuitslagen ongeldig. Zie de paragraaf Problemen oplossen van deze bijsluiter. Bepaal en corrigeer het probleem, herhaal vervolgens de patiëntmonsters. Negatieve reagenscontrole Een negatieve reagenscontrole moet worden uitgevoerd voor elk monster, om te helpen bij de interpretatie van de resultaten. Een negatieve reagenscontrole wordt gebruikt in de plaats van het primaire antilichaam om niet-specifieke kleuring te beoordelen (spikkeling of zwakke kleuring). Het glaasje moet worden gekleurd met Negative Control Mouse of Negative Control Rabbit, al naar gelang de toepassing. Als er een alternatieve negatieve reagenscontrole wordt gebruikt, verdunt u deze tot dezelfde concentratie als het primaire antilichaamantiserum met Antibody Diluent. Als alternatief voor de eerder beschreven negatieve reagenscontroles kan alleen het verdunningsmiddel worden gebruikt. De incubatieperiode voor de negatieve reagenscontrole moet gelijk zijn aan de incubatieperiode van het primaire antilichaam. Als op seriecoupes panels van verschillende antilichamen worden gebruikt, kan een negatieve reagenscontrole op één glaasje fungeren als negatieve controle of controle op niet-specifieke achtergrondbinding voor andere antilichamen. Controle van de assay Voorafgaand aan het eerste diagnostische gebruik van een primair antilichaam of een kleuringsysteem moet de specificiteit van het primaire antilichaam worden geverifieerd. Dit wordt gedaan door het antilichaam te testen op een serie weefsels met bekende immunohistochemische werkingseigenschappen die bekende positieve en negatieve 2016-03-17 3 / 6 21100NL Rev G

weefsels weerspiegelen (zie de paragraaf Positieve weefselcontrole in de bijsluiter van het primaire antilichaam en de aanbevelingen voor kwaliteitsbewaking in de checklist pathologische anatomie van het College of American Pathologists Laboratory Accreditation Program, 3 of de door CLSI goedgekeurde richtlijn 4 of beide documenten). Deze procedures voor kwaliteitscontrole moeten worden herhaald voor elke nieuwe partij antilichaam of elke keer wanneer een of meer parameters van de assay zijn gewijzigd. Weefsels in de paragraaf Werkingseigenschappen van het primaire antilichaam zijn geschikt voor assayverificatie. Interpretatie van de resultaten De ultraview AP Red-detectiekit slaat een roodgekleurd reactieproduct neer op de antigeenregio s die door het primaire antilichaam worden gelokaliseerd. Voor interpretatie van de resultaten moet een erkend patholoog met ervaring in immunohistochemische procedures de controles beoordelen en de gekleurde producten kwalificeren. Kleuring van negatieve controles moet eerst worden genoteerd en deze resultaten moeten worden vergeleken met het gekleurde materiaal om te verifiëren of het gegenereerde signaal niet de oorzaak is van niet-specifieke interacties. Positieve weefselcontrole De gekleurde positieve weefselcontrole moet als eerste monster worden onderzocht, zodat zekerheid wordt verkregen dat alle reagentia goed werken. De aanwezigheid van een reactieproduct met de juiste kleur in de doelcellen duidt op positieve reactiviteit. Afhankelijk van de incubatieduur en sterkte van het gebruikte hematoxyline resulteert tegenkleuring in een licht- tot donkerblauwe kleuring van de celkernen. Overmatige of onvolledige tegenkleuring kan de juiste interpretatie van resultaten in de weg staan. Als positieve controlemonsters geen positieve kleuring laten zien, moeten alle resultaten met de onderzoeksmonsters als ongeldig worden beschouwd. Negatieve weefselcontrole De negatieve weefselcontrole moet na de positieve weefselcontrole worden beoordeeld om de specifieke labeling van het doelantigeen door het primaire antilichaam te verifiëren. De afwezigheid van specifieke kleuring in het negatieve controleweefsel bevestigt de afwezigheid van kruisreactiviteit van het antilichaam met cellen of celcomponenten. Als specifieke kleuring in de negatieve weefselcontrole optreedt, moet het patiëntmonster als ongeldig worden beschouwd. Eventuele niet-specifieke kleuring heeft een diffuus karakter. In sporadische gevallen kan ook lichte kleuring van bindweefsel worden waargenomen in weefselcoupes die overmatig in formaline zijn gefixeerd. Intacte cellen moeten worden gebruikt voor interpretatie van kleuringsresultaten. Necrotische of gedegenereerde cellen kleuren vaak non-specifiek. Patiëntweefsel Patiëntmonsters moeten als laatste worden onderzocht. Positieve kleuringsintensiteit moet worden beoordeeld in de context van non-specifieke achtergrondkleuring (spikkeling of zwakke kleuring) van de negatieve reagenscontrole. Zoals bij alle immunohistochemische tests, betekent een negatief resultaat dat het desbetreffende antigeen niet werd gedetecteerd: niet dat het antigeen afwezig is in onderzochte cellen of weefsel. Gebruik zo nodig een reeks antilichamen om te helpen bij de identificatie van fout-negatieve reacties. Bij de interpretatie van immunohistochemische resultaten moet ook de morfologie van elk monster worden onderzocht, aan de hand van een met hematoxyline-eosine gekleurde coupe. De morfologische bevindingen bij de patiënt en diens relevante klinische gegevens moeten door een daartoe bevoegde patholoog worden beoordeeld. BEPERKINGEN Algemene beperkingen 1. IHC is een diagnostisch proces in meerdere stappen. Voor uitvoering ervan is gespecialiseerde training vereist in de keuze van de geschikte reagentia en weefsels, fixatie, verwerking, preparatie van het immunohistochemische glaasje en beoordeling van de kleuringsresultaten. 2. De kwaliteit van de weefselkleuring is afhankelijk van de wijze van behandeling en bewerking van het weefsel voorafgaand aan de kleuring. Onjuist fixeren, invriezen, ontdooien, wassen, drogen, verhitten, snijden en verontreiniging met andere weefsels of vloeistoffen kunnen artefacten, aspecifieke ophoping van antilichamen of fout-negatieve resultaten tot gevolg hebben. Afwijkende resultaten kunnen het gevolg zijn van afwijkingen in de wijze waarop een monster wordt gefixeerd of ingebed of van afwijkingen die inherent zijn aan het weefsel. 3. Overmatige of onvolledige tegenkleuring kan de juiste interpretatie van resultaten in de weg staan. 4. De klinische interpretatie van een positieve kleuring, of van het uitblijven daarvan, moet worden beoordeeld binnen de context van de klinische voorgeschiedenis, de morfologie en andere histopathologische criteria. De klinische interpretatie van een kleuring of de afwezigheid daarvan moet worden aangevuld door morfologisch onderzoek en geschikte controles, alsmede door andere diagnostische tests. Een gekwalificeerde patholoog dient omwille van de interpretatie van het gekleurde preparaat op de hoogte te zijn van welke antilichamen, reagentia en methoden er zijn gebruikt. Kleuring dient in een gecertificeerd, erkend laboratorium plaats te vinden onder toezicht van een patholoog die verantwoordelijk is voor controle van de gekleurde objectglaasjes en het waarborgen van de geschiktheid van de positieve en negatieve controles. 5. Ventana Medical Systems, Inc. levert antilichamen en reagentia in een optimale verdunning voor gebruik, ervan uitgaande dat de meegeleverde instructies worden opgevolgd. Afwijking van de aanbevolen onderzoeksprocedures kan de verwachte resultaten ongeldig maken. Er dienen geschikte controles te worden gebruikt en die moeten worden gedocumenteerd. Gebruikers die afwijken van de aanbevolen testprocedures, moeten zelf de verantwoordelijkheid voor de interpretatie van patiëntresultaten accepteren. 6. Bij niet eerder geteste weefsels kunnen reagentia anders reageren dan verwacht. De mogelijkheid van onverwachte reacties kan, ook bij reeds onderzochte weefselgroepen, niet geheel worden uitgesloten vanwege de biologische veranderlijkheid van antigeenexpressie in neoplasmata of andere pathologische weefsels. 5 Meld gedocumenteerde onverwachte reacties aan uw plaatselijke vertegenwoordiger. 7. Bij gebruik in blokkeringsstappen kunnen normale serums van dezelfde dierlijke bron als het secundaire antiserum door autoantilichamen of natuurlijke antilichamen vals-negatieve of vals-positieve resultaten geven. 8. Fout-positieve resultaten kunnen zich voordoen vanwege de niet-immunologische binding van eiwitten of substraat-reactieproducten. Deze kunnen ook worden veroorzaakt door pseudoperoxidase (erytrocyten) of endogene peroxidase, 6 of endogene alkalinefosfatase. 9. Zoals bij alle immunohistochemische tests betekent een negatieve uitslag dat het antigeen niet is gevonden, maar dit hoeft niet te betekenen dat het antigeen niet voorkomt in de geteste cellen of weefsels. Specifieke beperkingen 1. Elke stap van deze detectiekit procedure is geoptimaliseerd op BenchMark IHC/ISH-instrumenten en is vooraf ingesteld. Vanwege variaties in weefselfixatie en -bewerking kan het nodig zijn de incubatietijd met het primaire antilichaam bij bepaalde afzonderlijke monsters te verlengen of te verkorten. De incubatietijd voor het primaire antilichaam hangt af van de mate van weefselfixatie en kan 8 tot 32 minuten zijn. Zie voor meer informatie over fixatievariabelen Immunohistochemistry Principles and Advances 7 of Immunomicroscopy: A Diagnostic Tool for the Surgical Pathologist. 8 2. Deze detectiekit, in combinatie met de VENTANA primaire antilichamen en toebehoren, detecteert antigeen dat bestand is tegen standaard formalinefixatie, weefselbewerking en coupes snijden. 3. Deze detectiekit is geoptimaliseerd voor gebruik met Reaction Buffer-wasoplossing, primaire antilichamen, accessoires en BenchMark IHC/ISH -instrumenten. Het gebruik van de Reaction Buffer-wasoplossing is van belang voor het correct functioneren van deze detectiekit. Gebruikers die van de aanbevolen onderzoekprocedures afwijken zijn aansprakelijk voor de beoordeling van patiëntresultaten onder de daardoor teweeggebrachte omstandigheden. 4. Deze detectiekit is geoptimaliseerd voor gebruik met LCS (Predilute) of ULTRA LCS (Predilute), ook bekend als LCS of Liquid Coverslip (High Temperature). LCS is een voorverdunde Coverslip-oplossing die niet alleen wordt gebruikt als een barrière tussen waterige reagentia en de lucht, maar ook als een reagens voor het verwijderen van paraffine van weefselmonsters tijdens het deparaffineringsproces. De LCS-barrière vermindert verdamping en biedt een stabiele waterige omgeving voor de IHC of in situ hybridization (ISH)-reacties die op VENTANAkleuringsautomaten worden uitgevoerd. 5. Andere incubatietijden en -temperaturen dan aangegeven kunnen foutieve resultaten opleveren. Dergelijke veranderingen moeten door de gebruiker worden gevalideerd. 6. Bij gebruik van de dubbele kleuring kunnen lichte tintverschuivingen binnen de afzonderlijke chromogenen worden waargenomen vanwege kruisreactiviteit tussen de chromogenen. 2016-03-17 4 / 6 21100NL Rev G

SAMENVATTING VAN DE VERWACHTE RESULTATEN Prestatiekenmerken De prestaties van de ultraview AP Red-detectiekit werden beoordeeld aan de hand van reproduceerbaarheid en andere relevante onderzoeken. Reproduceerbaarheidonderzoeken - Enkele kleuring Tenzij anders wordt aangegeven, werden reproduceerbaarheidtests uitgevoerd door kleuring van seriecoupes van een neutraal gebufferde formalinegefixeerde, in paraffine ingebedde tonsil gekleurd met anti-ki67 primair antilichaam op BenchMark IHC/ISHinstrumenten. Alle primaire antilichamen werden gedurende 16 minuten geïncubeerd en de glaasjes werden tegengekleurd met Hematoxylin II gevolgd door Bluing Reagent. Alle met een primair antilichaam gekleurde glaasjes werden met elkaar vergeleken op de juistheid van kleuring en intensiteit. Dit werd bijgehouden door daartoe bevoegde beoordelaars. 1. Voor de intra-run reproduceerbaarheid (hetzelfde primaire antilichaam gekleurd op een platform) van kleuringruns werden objectglaasjes vergeleken die op dezelfde dag in een run op één platform werden gekleurd. Voor dit criterium werden de objectglaasjes op een BenchMark XT-instrument gekleurd en werden de resultaten vergeleken. De intra-run reproduceerbaarheid was 100% voor het BenchMark XT-instrument. PROBLEEMOPLOSSING 2. De inter-run reproduceerbaarheid werd berekend op basis van het aantal glaasjes dat in 3 runs per type instrument werd gekleurd. Kleuringruns werden uitgevoerd op 3 verschillende dagen, één run per dag, met één BenchMark XT-instrument. De inter-run reproduceerbaarheid voor het BenchMark XT-instrument was 100% (30 van 30 glaasjes, 10 glaasjes gekleurd voor één primair antilichaam voor 3 verschillende runs). 3. De inter-instrument reproduceerbaarheid werd berekend op basis van het aantal glaasjes dat in 9 runs met alle instrumenten werd gekleurd. Kleuringruns werden uitgevoerd op 3 verschillende dagen, 1 run per dag, uitgevoerd met 3 verschillende instrumenten: BenchMark GX, BenchMark XT en BenchMark ULTRA voor IHC. De inter-instrument reproduceerbaarheid van de ultraview AP Red-detectiekit was 100% (90 van 90 gekleurde glaasjes). De prestaties van de ultraview AP Red-detectiekit werden bepaald door kleuring van 66 normale en zieke formalinegefixeerde weefsels in een neutrale buffer met behulp van 22 primaire antilichamen. De geselecteerde antilichamen vertegenwoordigden species en isotypes die algemeen voor het uitvoeren van IHC gebruikt worden. In 98% van de geteste gevallen (65 van 66 gevallen gekleurd) herkende de ultraview AP Red-detectiekit de primaire antilichamen en verschafte de kit de van toepassing zijnde klinische bruikbaarheid zoals vastgesteld door de daarvoor opgeleide beoordelaar van de glaasjes. Reproduceerbaarheidonderzoeken - Dubbele kleuring Er zijn reproduceerbaarheidonderzoeken uitgevoerd voor de ultraview AP Red-detectiekit (met CONFIRM anti-cd3 (2GV6)-antilichaam) met de ultraview DAB-detectiekit (met CONFIRM anti-cd20 (L26)-antilichaam) om het volgende aan te tonen: Reproduceerbaarheid binnen runs en tussen runs op BenchMark IHC/ISHinstrumenten. Reproduceerbaarheid binnen het instrumentsysteem op BenchMark IHC/ISHinstrumenten. Reproduceerbaarheid tussen instrumentsystemen bij gebruik op de BenchMark GX-, BenchMark XT- en BenchMark ULTRA-instrumenten. Bij alle onderzoeken werd aan de aanvaardbaarheidscriteria voldaan. Er zijn reproduceerbaarheidonderzoeken uitgevoerd voor de ultraview AP Red-detectiekit (met CONFIRM anti-cd3 (2GV6)-antilichaam) met de OptiView DAB IHC-detectiekit (met LITERATUUR CONFIRM anti-cd20 (L26)-antilichaam) om het volgende aan te tonen: Reproduceerbaarheid binnen runs en tussen runs op BenchMark IHC/ISHinstrumenten. Reproduceerbaarheid binnen het instrumentsysteem op BenchMark IHC/ISHinstrumenten. Reproduceerbaarheid tussen instrumentsystemen bij gebruik op de BenchMark GX-, BenchMark XT- en BenchMark ULTRA-instrumenten. Bij alle onderzoeken werd aan de aanvaardbaarheidscriteria voldaan. Overeenstemmingsonderzoeken - Dubbele kleuring Er werd een onderzoek uitgevoerd op BenchMark GX-, BenchMark XT- en BenchMark ULTRA-instrumenten om overeenstemming aan te tonen tussen de dubbel gekleurde glaasjes met de ultraview DAB-detectiekit (met CONFIRM anti-cd20 (L26)-antilichaam) en de ultraview AP Red-detectiekit (met CONFIRM anti-cd3 (2GV6)-antilichaam), en de enkel gekleurde glaasjes met CONFIRM anti-cd3 (2GV6)-antilichaam en CONFIRM anti- CD20 (L26)-antilichaam. De enkel gekleurde glaasjes werden getest met de ultraview DAB-detectiekit volgens de vereisten van de bijsluiter. Er werd een onderzoek uitgevoerd op BenchMark GX-, BenchMark XT- en BenchMark ULTRA-instrumenten om overeenstemming aan te tonen tussen de dubbel gekleurde glaasjes met de OptiView DAB-detectiekit (met CONFIRM anti-cd20 (L26)-antilichaam) en de ultraview AP Red-detectiekit (met CONFIRM anti-cd3 (2GV6)-antilichaam), en de enkel gekleurde glaasjes met CONFIRM anti-cd3 (2GV6)-antilichaam en CONFIRM anti- CD20 (L26)-antilichaam. De enkel gekleurde glaasjes werden getest met de ultraview DAB-detectiekit volgens de vereisten van de bijsluiter. Bij alle onderzoeken werd aan de aanvaardbaarheidscriteria voldaan. 1. Als de positieve controle een zwakkere kleuring vertoont dan voorzien, moeten andere positieve controles uit dezelfde run worden gecontroleerd om te bepalen of dit aan het primaire antilichaam of aan een van de gebruikte secundaire reagentia ligt. 2. Indien de positieve controle negatief uitvalt, dan moet worden gecontroleerd of de streepjescode van het preparaatglaasje klopt. Als het preparaat de juiste streepjescode heeft, moeten andere positieve controles van dezelfde instrumentrun worden gecontroleerd om te bepalen of dit aan het primaire antilichaam of aan een van de gebruikte secundaire reagentia ligt. Het kan zijn dat weefsels niet op de juiste wijze zijn afgenomen, gefixeerd of gedeparaffineerd. De juiste procedure moet worden gevolgd voor het afnemen, bewaren en fixeren van monsters. 3. Het onvolledig verwijderen van paraffine kan leiden tot kleuringsartefacten of het ontbreken van kleuring. Indien niet alle paraffine van het glaasje is verwijderd, moet de kleuringsrun worden herhaald met de uitgebreide deparaffineringsoptie, indien beschikbaar. Er kan ook een handmatige deparaffinering worden uitgevoerd. Bij gebruik van de handmatige optie, moet de selectie van online deparaffinering in het kleuringsprotocol ongedaan worden gemaakt voordat de glaasjes in het instrument worden geplaatst. Er moet extra op worden gelet dat de glaasjes niet uitdrogen voorafgaand aan de kleuringsrun. 4. Als de specifieke antilichaamkleuring te intens is, moet de kleuringsrun worden herhaald en de incubatieduur telkens met 4 minuten worden verkort tot de gewenste kleuringsintensiteit is bereikt. 5. Als weefselcoupes van het objectglaasje afspoelen, moet worden gecontroleerd of de objectglaasjes wel positief geladen zijn. 6. Raadpleeg voor corrigerende maatregelen de paragraaf Gebruiksaanwijzing of de bedieningshandleiding van het instrument, of neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger. 7. Als er geen vloeistof uit een reagensdispenser komt, controleert u de primingkamer of meniscus op vuil of deeltjes, zoals vezels of precipitaat. Als de dispenser geblokkeerd is, gebruikt u deze niet en neemt u contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger. Anders primet u de dispenser opnieuw en richt u deze in een afvalbak, verwijdert u de spuitstukkap en drukt u de bovenkant van de dispenser in. 8. Het Fast Red-chromogeen is oplosbaar in alcohol en aceton. Gekleurde objectglaasjes die zijn blootgesteld aan alcohol en/of aceton kunnen leiden tot verlies van een specifiek signaal. 1. Elias JM, Gown AM, Nakamura RM, Wilbur DC, Herman GE, Jaffe ES, Battifora H, Brigati DJ. Quality control in immunohistochemistry. Report of a workshop sponsored by the Biological Stain Commission. Am J Clin Pathol. 1989;92(6):836-843. 2. Sheehan DC, Hrapchak BB. Theory and Practice of Histotechnology. 2nd edition. St. Louis, MO: The C.V. Mosby Company; 1980. 3. College of American Pathologists Laboratory Accreditation Program, Anatomic Pathology Checklist, 2009. 4. CLSI (formerly NCCLS). Quality Assurance for Immunocytochemistry: Approved Guideline. CLSI document MM4-A (ISBN 1-56238-396-5). CLSI, 940 West Valley Road, Suite 1400, Wayne, PA 19087-1898 USA, 1999. 5. Herman GE, Elfont EA. The taming of immunohistochemistry: the new era of quality control. Biotech Histochem. 1991;66(4):194-199. 2016-03-17 5 / 6 21100NL Rev G

6. Nadji M, Morales AR. Immunoperoxidase: part 1. The technique and its pitfalls. Lab Med. 1983;14:767. 7. Roche PC, Hsi ED. Immunohistochemistry-Principles and Advances. Manual of Clinical Laboratory Immunology, 6th edition. In: NR Rose, ed. ASM Press; 2002. 8. Taylor C, Cote RJ. Immunomicroscopy: A Diagnostic Tool for the Surgical Pathologist. 2nd Edition. Philadelphia, PA: W.B. Saunders Company; 1986. INTELLECTUEEL EIGENDOM BENCHMARK, CONFIRM, ultraview, OPTIVIEW, VENTANA en het VENTANA-logo zijn handelsmerken van Roche. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren. 2016 Ventana Medical Systems, Inc. CONTACTGEGEVENS Ventana Medical Systems, Inc. 1910 E. Innovation Park Drive Tucson, Arizona 85755 USA +1 520 887 2155 +1 800 227 2155 (USA) www.ventana.com Roche Diagnostics GmbH Sandhofer Strasse 116 D-68305 Mannheim Germany 2016-03-17 6 / 6 21100NL Rev G