Theorieboek Niveau 4. Kraamzorg



Vergelijkbare documenten
Onderzoek als project

UMC Kraamzorg. De zorgverzekering voor universitair medische centra

Belastingwetgeving 2015

De basis van het Boekhouden

Rik van Lente. Gezondheid = Holland =

Verloskundige zorg en kraamzorg

Belastingwetgeving 2015

Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek

Bianca Tuinder. Gezondheid = Holland =

Verloskundige zorg en kraamzorg

Boekhouden geboekstaafd Opgaven

Periodeafsluiting. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Verloskundige zorg en kraamzorg

Verloskundige zorg en kraamzorg

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

OPDRACHTEN. Verzorgende IG. Module 8 Kraamzorg

Blommaert. Bedrijfseconomische Analyses OPGAVEN. Blommaert & Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief. Zevende druk

Kraamvrouwen in het Haga Juliana Geboortecentrum

Bedrijfsadministratie MBA

Traject V&V; Kraamzorg niveau 3. Inhoudsopgave (concept) THEMA 1 Oriëntatie op de kraamzorg. 1.1 Inleiding. 1.

Het resultaat van de indicatiestelling is een concreet advies over aard en omvang van de kraamzorg voor de (aanstaande) kraamvrouw en haar gezin.

In verwachting. momenten en herinneringen. Daarom luisteren we eerst naar jullie wensen en vullen daarna in overleg de kraamzorg

Elementaire praktijk van de Kostencalculatie Werkboek

Het resultaat van de indicatiestelling is een concreet advies over aard en omvang van de kraamzorg voor de (aanstaande) kraamvrouw en haar gezin.

De aard en omvang van de te leveren Kraamzorg, die wordt vastgesteld aan de hand van het Landelijk Indicatie Protocol.

Financiële rapportage en analyse MBA

Basiskennis Calculatie

Handige tips en weetjes. Waar moet ik aan denken? Groene Kruis Kraamzorg. Speciaal voor jou, persoonlijk en op maat. Vertrouwd vanaf het begin.

Net bevallen De eerste 6 weken na je bevalling

12 merken, 13 ongelukken

Functiebeschrijving Kraamverzorgende

Basisstudie in het boekhouden

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Verloskundige zorg en kraamzorg

Verloskundige zorg en Kraamzorg Gefeliciteerd met uw zwangerschap!

Bedrijfsadministratie MBA

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

Kraamzorg. Kraamzorgpraktijk. van. Purmerend K P U R M E R E N D

ZORGOVEREENKOMST VOOR KRAAMZORG. Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle door New Chapter Kraamzorg afgesloten zorgovereenkomsten.

Verloskundige zorg en kraamzorg 2014

Klinisch bevallen in het Elkerliek ziekenhuis

Bedrijfsadministratie

Klinisch bevallen in het Elkerliek ziekenhuis

Serie: Elementaire theorie accountantscontrole. Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten. Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M.

Verloskundigezorg en kraamzorg 2018

E Q L R T D J M E F J R C D R D J M

Afdelingsgebonden informatie Verpleegafdeling VED2 / afdeling Verloskunde

Bevalling en kraamzorg,

Praktisch Verbintenissenrecht

Verloskundige zorg en kraamzorg 2019

Verloskundige zorg en kraamzorg 2015

Bedrijfseconomie. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN. Tweede druk

ZORGOVEREENKOMST VOOR KRAAMZORG

Verloskundige zorg en kraamzorg 2018

Klinisch bevallen. in het Elkerliek ziekenhuis.

Instrument voor toekenning van kraamzorg: Partusassistentie en kraamzorg gedurende de kraamperiode

Bevalling en kraamzorg Bevalling en kraamzorg, goed geregeld bij de SZVK

Elementaire praktijk van de Bedrijfsadministratie

Fiscale Jaarrekening. Henk Fuchs Yvonne van de Voort UITWERKINGEN. Tweede druk

Verloskundigezorg en kraamzorg 2019

Kraamzorg Vertrouwd Dichtbij

Bijlage 1: Competenties kraamverzorgende vroegtijdige partusondersteuning.

Goed geregeld bij Zorgzaam. Bevalling en kraamzorg

Een wereld van verschil in kraamzorg

Bevalling en kraamzorg. Bevalling en kraamzorg, goed geregeld bij de SZVK

Kennismaken met het werkveld

Kraamzorg: krachtige verbinder in de geboortezorg. Visie ActiZ op geboortezorg

Algemene informatie. De betere kraamzorg met net een beetje extra!!

DEFINITIEF CONCEPT. Het Landelijk Indicatieprotocol Kraamzorg. Definitief concept. Maaike Veenvliet Linda Nijeboer INDICATIESTELLING KRAAMZORG

12 merken, 13 ongelukken KarelJan Alsem en Robbert Klein Koerkamp

Kraamzorg op de couveusesuite of kinderafdeling

Boekhouden geboekstaafd

Een groots piepklein wondertje

Bevallen bij St. Antonius Alnatal onder leiding van de verloskundige

Boekhouden geboekstaafd Uitwerkingen

Belastingrecht MBA 2014

Inhoud. Kindje op komst, van harte gefeliciteerd!

Zwanger, bevallen en je baby. Cursusaanbod

Boekhouden geboekstaafd

Inhoud. Kindje op komst, van harte gefeliciteerd!

Hoe ziet de kraamzorg er uit in 2020?

Zwanger zijn en bevallen

Belastingrecht voor het ho 2014

Zwangerschap, bevalling en kraamzorg Goed geregeld bij Univé

Assistentie kraamverzorgende poliklinische partus in het MCL

Hoe kies ik een verloskundige die bij mij past?

Belastingrecht voor het ho 2014

Wie zijn wij. ! Verloskundigen. ! Ziekenhuizen. ! Kraamzorg

Een groots piepklein wondertje. Zorg 2. borstvoeding. verzorging. huishoudelijke taken. Wij vangen de zorg voor je op. kraamtranen

Bevalling en kraamzorg Bevalling en kraamzorg, goed geregeld bij de SZVK

k j J K R D J M C D R D J M

Belastingrecht voor het ho 2012

KOMT OP BEZOEK BIJ CAATJE

Boekhouden geboekstaafd

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

Kraamafdeling. Informatieboekje voor kraamvrouwen die worden opgenomen op de kraamafdeling

Afdeling Verloskunde

Transcriptie:

Theorieboek Niveau 4 Kraamzorg

NU Zorg Kraamzorg Theorieboek Niveau 4 Noordhoff Uitgevers bv

Vormgeving omslag Nu Amsterdam, Amsterdam Ontwerp binnenwerk G2K, Groningen/Amsterdam Foto omslag Frank Muller, Nijmegen 2014 Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten, The Netherlands Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl). All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without prior written permission of the publisher. Met betrekking tot sommige teksten en/of illustratiemateriaal is het de uitgever, ondanks zorgvuldige inspanningen daartoe, niet gelukt eventuele rechthebbende(n) te achterhalen. Mocht u van mening zijn (auteurs)rechten te kunnen doen gelden op teksten en/of illustratiemateriaal in deze uitgave dan verzoeken wij u contact op te nemen met de uitgever. Aan de totstandkoming van deze uitgave is uiterste zorg besteed. Voor informatie die desondanks onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich aanbevolen. ISBN 978-90-01-83488-3 253704

NU Zorg Kraamzorg Theorieboek I Niveau 4 Onder redactie van Anneke Ormel Ank van de Wiel Met medewerking van: Ilona Naus Hoevenaars Eerste druk, 2014 Noordhoff Uitgevers

Methodeoverzicht De methode NU Zorg is ontwikkeld op basis van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur voor verzorgende-ig (niveau 3) en verpleegkundige (niveau 4). De kerntaken en werkprocessen uit het kwalificatiedossier vormen de basis voor de inhoud en de structuur van NU Zorg. NU Zorg niveau 3 en 4 Boeken Online generiek theorieboek werkboek e-books branche theorieboek werkboek docentenhandleiding NU Zorg Online Met je NU Zorg-licentie heb je via NU Zorg Online toegang tot de e-books. Op NU Zorg Online vind je ook extra informatie, zoals: interactieve oefen- en toetsvragen beschrijving en formulieren beroepsvaardigheden praktijkinformatie Meer informatie over NU Zorg en een compleet overzicht van alle titels vind je op www.nu-zorg.nl. Hier kun je ook terecht voor de oefen- en toetsvragen als je niet over een NU Zorg-licentie beschikt. 4 Noordhoff Uitgevers bv

Voordat je begint Met de methode NU Zorg bereid je je voor op je beroep als verzorgende-ig of verpleegkundige. Aan de hand van projecten, praktijksituaties, verdiepings- en transferopdrachten leer je met kennis en inzicht te werken in de praktijk. In dit theorieboek vind je de informatie om met kennis van zaken te kunnen handelen. De theorie is gerelateerd aan de beroepspraktijk en voorzien van praktijkvoorbeelden. Het theorieboek is een naslagwerk. Het bevat alle kennis en informatie die horen bij een werkproces uit het kwalificatiedossier. Het boek is zo opgebouwd dat je er snel de weg in kunt vinden. Elk hoofdstuk begint met een korte inleiding en een praktijkschets. Met de stellingen aan het eind van elk hoofdstuk kun je testen of je de theorie goed hebt begrepen. Als je aan het eind van een hoofdstuk je kennis nog verder wilt toetsen kun je gebruikmaken van de interactieve oefenvragen op NU Zorg Online. Daar staan ook toetsvragen die je kunt maken na bestudering van het hele theorieboek. Voor elk theorieboek zijn twee toetsen van elk tien vragen beschikbaar. Pictogrammen In dit boek kun je de volgende pictogrammen tegenkomen: Tip Definitie Voorbeeld Verwijzing naar website Noordhoff Uitgevers bv 5

Inhoud 1 De organisatie van de kraamzorg 9 Intro 10 1.1 De unieke positie van Nederland 10 1.2 Keuzemogelijkheid in kraaminstellingen 11 1.3 De organisatie van zorg 14 1.4 Professionele zorg 15 1.5 De voorbereiding op de kraamzorg 18 1.6 Een anamnese afnemen 19 1.7 Een kraamzorgplan opstellen 21 1.8 Coördineren van de zorg 24 1.9 Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering 25 2 Plannen en coördineren van zorg 29 Intro 30 2.1 Plannen 30 2.2 Coördinatie en continuïteit 36 2.3 Werkplanning 39 2.4 Kwaliteitszorg 40 3 Persoonlijke zorg Zwangeren 45 Intro 46 3.1 De bevruchting en de zwangerschap 46 3.2 Rechten van het ongeboren kind 51 3.3 Zwangerschap 53 3.4 Prenatale zorg 57 3.5 Zwangerschapscursussen 60 3.6 Leefwijze 60 3.7 Mogelijke complicaties 63 4 Partusassistentie uitvoeren 69 Intro 70 4.1 Eerste contact met de barende 70 4.2 Verpleegkundige zorg tijdens de ontsluitingsperiode 72 4.3 Verpleegkundige zorg tijdens de uitdrijvingsperiode 74 4.4 Verpleegkundige zorg tijdens de nageboorteperiode 76 4.5 Het begin van de baring 77 4.6 Besnijdenis van vrouwen 86 4.7 Pijnstilling tijdens de baring 88 4.8 Assisteren bij de normale bevalling 89 5 Persoonlijke zorg Kraamvrouw 99 Intro 100 5.1 Herstel organen en normale klachten 100 5.2 Borstvoeding 101 5.3 De afwijkende kraamperiode 109 5.4 Tekorten in zelfzorg 111 6 Persoonlijke zorg Pasgeborene 115 Intro 116 6.1 De eerste dag na de geboorte 116 6.2 De kenmerken van de pasgeborene 118 6.3 Complicaties bij pasgeborenen 120 6.4 Basiszorg verlenen aan een pasgeborene 124 6.5 Het gedrag van de pasgeborene 127 6.6 Begeleiding van de ouders 128 6 Noordhoff Uitgevers bv

7 Verpleegtechnische handelingen 131 Intro 132 7.1 De Wet BIG 132 7.2 Helpen bij de opname van voeding en vocht 133 7.3 Medicijnen toedienen 134 7.4 Wonden verzorgen 136 7.5 Blaaskatheters inbrengen en verzorgen 137 7.6 Zuurstof toedienen en mond schoonmaken 138 7.7 Puncties uitvoeren 139 7.8 Adequaat reageren in onvoorziene situaties 139 Register 174 Verantwoording 178 8 Voorlichting, advies en instructie 143 Intro 144 8.1 Primaire preventie 144 8.2 Secundaire preventie 148 8.3 Tertiaire preventie 150 8.4 Gezondheidsvoorlichting 154 9 Begeleiding 157 Intro 158 9.1 Ouderschap in Nederland 158 9.2 Voorzieningen voor barenden, kraamvrouwen en pasgeborenen 159 9.3 Rechten en plichten van ouders 160 9.4 Begeleiding bij ziekenhuisopname 162 9.5 Aandachtsgebieden tijdens de baring 163 9.6 Begeleiding van de ouders 163 9.7 Allochtone zorgvragers 166 9.8 Overlijden van het kindje 172 Noordhoff Uitgevers bv 7

De organisatie van de kraamzorg 1 Inhoud Intro 10 De unieke positie van Nederland 10 Keuzemogelijkheid in kraaminstellingen 11 De organisatie van zorg 14 Professionele zorg 15 De voorbereiding op de kraamzorg 18 Een anamnese afnemen 19 Een kraamzorgplan opstellen 21 Coördineren van de zorg 24 Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering 25 www.nu-zorg.nl relatie met kwalificatiedossier oefenvragen toetsvragen e-learning

Hoofdstuk 1 Intro De manier waarop de kraamzorg in Nederland is georganiseerd, is uniek in de wereld. Het aantal medische ingrepen is minimaal en de geboorte vindt zo veel mogelijk op natuurlijke wijze plaats. De normale bevalling gebeurt onder verantwoordelijkheid van de verloskundige. De kraamzorg is altijd kortdurend en wordt professioneel begeleid door kraamverzorgende of kraamverpleegkundige. Tijdens het intakegesprek voor de kraamzorg kan het zijn dat de zwangere vragen heeft over de komende bevalling. Wat zijn voor- en nadelen van een bevalling thuis of in een instelling? Wie helpt haar daarbij? Welk zorgarrangement past het beste bij haar gezinssituatie? Ook kan ze na haar bevalling met allerlei vragen komen over de organisatie van de kraamzorg, bijvoorbeeld omdat ze vanwege complicaties wordt overgeplaatst naar een intra- of extramurale instelling, of omdat ze iets wil weten over wat er op consultatiebureaus gebeurt. Als kraamverpleegkundige moet je over deze dingen dus voorlichting kunnen geven. 1.1 De unieke positie van Nederland In geen enkel ander land dan Nederland vinden er zoveel thuisbevallingen plaats onder begeleiding van een verloskundige, namelijk 35%. Nederland is het enige land waar men thuiskraamzorg kan ontvangen. In de ons omringende landen gaat een aanstaande moeder naar het ziekenhuis om te bevallen onder leiding van een verloskundige of gynaecoloog. Ze verblijft daar om te herstellen onder de deskundige hulp van verpleegkundigen. Bij thuiskomst staat men er dan meestal weer alleen voor. Ook zijn er landen, bijvoorbeeld Turkije en Marokko, waar men wel thuis kan bevallen, maar waar de zorg rondom de kraamvrouw een familieaangelegenheid is. Vrouwen die thuis bevallen, hebben - mits ze niet in een risicogroep vallen - minder kans op ernstige complicaties dan vrouwen met een geplande bevalling in het ziekenhuis. Dat blijkt uit een studie van de afdeling Midwifery Science van VU medisch centrum. 1 Laag sterftecijfer De zorg rondom zwangerschap en bevalling in Nederland is goed en professioneel geregeld. Jaarlijks worden de cijfers van perinatale sterfte bijgehouden. Ook wordt er steeds onderzocht hoe de zorg voor de zwangeren en barenden nog beter kan. De perinatale sterfte (sterfte rond de geboorte) is in Nederland gedaald van 10,5 per duizend in 2004 naar 9,0 per duizend in 2010. Hierdoor is de internationale positie van Nederland verbeterd. Deze verbetering is het resultaat van de grote inzet van alle beroepsgroepen die betrokken zijn bij zwangerschap en geboorte. Dit blijkt uit het derde EURO-PERISTAT 2013-onderzoek naar de perinatale gezondheid (gezondheid van moeder en kind rond de geboorte) in 29 Europese landen in 2010. De manier waarop de kraamzorg in Nederland is georganiseerd, is uniek in de wereld. 10 Noordhoff Uitgevers bv

De organisatie van de kraamzorg In het begin van de twintigste eeuw stierven 250 van de 100.000 vrouwen tijdens de bevalling. In de periode 1993 tot 2005 stierven 12,1 moeders per 100.000 levend geboren kinderen. Dit cijfer is de laatste jaren weer iets toegenomen. Die toename heeft verschillende oorzaken. Vrouwen in Nederland krijgen tegenwoordig relatief oud hun eerste kindje en hebben vaker hart- en vaatziekten. Tegenwoordig worden vrouwen met een ernstige ziekte namelijk wel zwanger, terwijl zij vroeger vaker een negatief zwangerschapsadvies kregen. Een belangrijke doodsoorzaak is zwangerschapsvergiftiging. 2 Minder medische ingrepen Het percentage baby s in ons land dat met een keizersnee wordt geboren, neemt nog steeds toe. Momenteel ligt het rond de 14%. In 1993 was dit nog 8%. Toch zijn de aantallen in Nederland nog laag in vergelijking met de overige West-Europese landen en de Verenigde Staten. Daar liggen de percentages tussen de 15 en de 20%. Bij het Nederlandse verloskundige systeem wordt in een vroeg stadium een onderscheid gemaakt tussen een normale zwangerschap en bevalling en die met een risico. Dat heeft tot gevolg dat er minder baringen worden begeleid door de gynaecoloog. Bovendien blijkt dat bij bevallingen onder leiding van verloskundigen in instellingen minder medische ingrepen plaatsvinden. 1.2 Keuzemogelijkheid in kraaminstellingen Bij een fysiologische baring of natuurlijke bevalling zonder ingrepen kunnen de zwangere en partner zelf beslissen waar de bevalling plaatsvindt. Dit kan thuis, in een kraamkliniek, kraamhotel of ziekenhuis. Een pathologische bevalling zal altijd plaatsvinden in het ziekenhuis: er is geen keuze. Na een baring in een instelling kunnen kraamvrouw en pasgeborene desgewenst daar blijven. Maar het ziekenhuis kan de zorg voor hen ook overdragen aan een particulier of regulier kraamzorgcentrum, zodat zij thuis de kraamperiode kunnen doorbrengen. 1 Particuliere en reguliere kraaminstellingen Het uitgangspunt van de reguliere kraamcentra is dat iedereen recht heeft op de kraamzorg die nodig is, ongeacht de kosten. Deze kraamzorg kan thuis of in het kraamzorghotel geboden worden. Alle erkende kraaminstellingen zijn verplicht de cao Thuiszorg na te leven. Daarin hebben de werknemersbonden en vertegenwoordigers van de werkgevers afspraken gemaakt over werkomstandigheden en arbeidsvoorwaarden. Ook hebben erkende organisaties een opleidingsplicht. Dat is nodig omdat er anders onvoldoende nieuwe, vaardige werkers in de kraamzorg kunnen worden opgeleid. Zij werken dus met professionele, gediplomeerde kraamverzorgenden en kraamverpleegkundigen, waardoor kwaliteit gewaarborgd is. Tevens ontvangen deze medewerkers een vastgesteld cao-loon en zijn ze verplicht aan een vast aantal werkbesprekingen per jaar deel te nemen. In de cao is ook de wachtdienst voor kraamverpleegkundigen geregeld. In een uitvoeringsregeling staat precies vermeld hoe lang iemand achter elkaar op wacht mag en hoeveel vrije tijd zij daarvoor terug krijgt. Dit kan overigens bij nieuwe cao-afspraken worden bijgesteld. Het betreft vaak grotere organisaties, waar meerdere disciplines werken, zoals lactatiedeskundigen. Sinds 1997 is ook de particuliere kraamzorg verplicht de cao Thuiszorg te volgen. De concurrentie wordt hiermee eerlijker. Door het opstellen van basiskwaliteitseisen die voor iedere kraaminstelling gelden, wordt de kwaliteit van kraamzorg gewaarborgd. Noordhoff Uitgevers bv 11

Hoofdstuk 1 2 Kraamafdeling van het algemeen ziekenhuis Als er zich complicaties voordoen bij een zwangere vrouw, een barende of een kraamvrouw, komt zij onder behandeling van de gynaecoloog. Men spreekt dan van een pathologische zwangerschap, bevalling of kraamperiode. Op grond van deze zogeheten medische indicatie wordt de vrouw meteen doorgestuurd naar het ziekenhuis, of opgenomen zodra de bevalling begint. Een ziekenhuis is altijd een reguliere instelling. Soms komt het voor dat de thuissituatie niet geschikt is om te bevallen en de kraamtijd door te brengen. Dan kan er sprake zijn van een sociale indicatie. Daarbij wordt de baring geleid door een verloskundige. De zwangere en partner kunnen ook kiezen om zonder een medische indicatie te bevallen in het ziekenhuis onder leiding van de verloskundige en daar 24 uur te verblijven, om vervolgens overgedragen te worden aan een kraamcentrum. Dit heet poliklinische bevalling. Reden hiervoor kan zijn dat de barende zich veiliger en zekerder voelt, omdat een gynaecoloog en kinderarts op de achtergrond aanwezig zijn. In sommige delen van Nederland heeft een thuiszorginstelling een verloskamer gehuurd van het ziekenhuis, omdat de verloskundige de afstanden in de regio niet meer kan overbruggen. Een geboorte in het ziekenhuis kan met of zonder medische indicatie. Als dat het geval is, gaat de kraamverpleegkundige van het kraamcentrum mee om partusassistentie te verrichten en noemt men dit een verplaatste thuisbevalling. Er is in dat geval sprake van transmurale zorg. Een andere motivatie is soms dat de barende zelf minder hoeft te regelen rondom de bevalling, want de verloskamer is speciaal ontworpen om te baren. Pathologische bevallingen worden altijd door de gynaecoloog begeleid die door kraamverpleegkundigen wordt geassisteerd. Op de kraamafdeling kunnen ook kraamverzorgenden en -verpleegkundigen werkzaam zijn om in laagcomplexe zorgsituaties kraamzorg te bieden. 3 Kraamkliniek of kraamzorghotel In een kraamkliniek of een kraamzorghotel kan een vrouw bevallen als er geen complicaties worden verwacht en ze ook thuis zou mogen bevallen. De eigen verloskundige doet dan de bevalling en de nacontroles. De kraamkliniek is een particulier initiatief. Het kraamzorghotel is soms particulier, maar valt veelal onder de thuiszorginstelling. In deze instellingen is 24 uur per dag zorg beschikbaar, zodat de kraamvrouw altijd met haar vragen bij een deskundige terechtkan. Veel zwangeren kiezen voor deze instellingen, omdat ze graag rustig willen herstellen en genieten van de kraamperiode, zonder zich te hoeven bekommeren om hun dagelijkse bezigheden. Allochtone vrouwen worden soms nadrukkelijk door de verloskundige geadviseerd hier enkele dagen te verblijven. Daardoor is de kans groter dat ze uitrusten en niet meteen weer de taken van het gezin op zich nemen. Het kraamzorghotel heeft als extra een hotelfunctie. De partner kan op dezelfde kamer blijven overnachten en gebruikmaken van de hoteldiensten zoals televisie op de kamer en maaltijden. Ook broertjes of zusjes kunnen logeren bij de moeder, als ze bijvoorbeeld heimwee hebben. Deze leden van het gezin betalen wel voor deze service. Een kraamzorghotel kan ook een oplossing zijn voor mensen die erg klein behuisd zijn en voor moeders die alleenstaand zijn of van wie de partner bijvoorbeeld voor werk in het buitenland verblijft. 12 Noordhoff Uitgevers bv

De organisatie van de kraamzorg 4 Kraamcentra Kraamcentra kunnen een thuiszorginstelling of particuliere organisatie zijn. Ze bieden de zorg bij thuisbevallingen. Een voordeel van thuisbevallingen is dat de baring ontspannen en natuurlijker verloopt, doordat de zorgvrager in de eigen omgeving meer zichzelf kan zijn. Bovendien zijn er thuis minder schadelijke microorganismen aanwezig dan in een ziekenhuis. De particuliere kraamzorginstellingen kunnen wisselende kwaliteit bieden en sterk uiteenlopende zorgarrangementen. De reguliere thuiszorginstellingen vallen onder Landelijke Vereniging voor Thuiszorg (LVT). Steeds meer instellingen voor kruiswerk, kraamzorg en gezinsverzorging zijn bij deze landelijke, overkoepelende vereniging aangesloten. De LVT waarborgt de kwaliteit door het stellen van kwaliteitseisen. De kwaliteit van de zorg is geregeld in de Kwaliteitswet Zorginstellingen. Daarin staat dat zorgaanbieders verantwoorde zorg moeten leveren. Daaronder wordt verstaan zorg van goed niveau, die in ieder geval doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht wordt verleend en die afgestemd is op de reële behoefte van de patiënt (Kwaliteitswet zorginstellingen, artikel 2). Ook het landelijk indicatie protocol kraamzorg biedt een kwaliteitskader voor de geleverde zorg. 5 Gezinszorg Soms is bij moeder of kind sprake van een complexe zorgsituatie, bijvoorbeeld na een keizersnede of bij de geboorte van een lichamelijk gehandicapte baby. Het is dan mogelijk om na de kraamperiode gezinszorg in te schakelen, zodat de moeder of het kind een langere periode begeleid kan worden. 6 Consultatiebureaus Na de aangifte van de geboorte van de baby geeft de gemeenteambtenaar de geboorte door aan de divisie Ouder-Kindzorg van de thuiszorg. Kind en ouder bezoeken dan geregeld het consultatiebureau (CB). Dit is niet verplicht, maar ongeveer 98% van de ouders maakt gebruik van deze dienst. Het is soms ook mogelijk om de controles te laten uitvoeren bij de eigen huisarts. In gebieden waar de wijkverpleegkundige de hielprik verzorgt, is zij al tijdens de kraamtijd (dag 6 of 7 post partum) in het gezin geweest om kennis te maken. Op het consultatiebureau worden de kinderen gemeten, gewogen en lichamelijk onderzocht. Deze vorderingen van de eerste vier jaar worden bijgehouden in het groeiboekje. Ook noteert de wijkverpleegkundige algemene gegevens in een status. Deze wordt gebruikt tot het 18de levensjaar, dus ook bij de schoolarts. Op het consultatiebureau wordt de baby afwisselend gezien door de CB-arts en de wijkverpleegkundige. De ouders kunnen hier met hun vragen terecht en krijgen adviezen met betrekking tot de verzorging, de voeding en de opvoeding. In de eerste weken na de geboorte en rond de dertiende maand wordt een gehoortest gedaan. In het kader van het Rijksvaccinatieprogramma kan elk kind de vaccinaties (inentingen) ontvangen die in dit programma zijn opgenomen. Bij allochtone gezinnen of vluchtelingen bestaan er veel vragen over het gezondheidszorgsysteem. Ze moeten tijdens de kraamperiode informatie krijgen over de huisarts (deze bestaat in veel landen niet), het verwijzingssysteem naar het consultatiebureau, de zorgverzekering, de tandarts, en de preventieve jeugdgezondheidszorg. Het vaccinatieschema voor asielzoekerskinderen is afwijkend. Deze kinderen worden zo snel mogelijk gevaccineerd. De kinderen krijgen direct na aankomst in Nederland of na de geboorte een BCG-vaccinatie tegen tuberculose. Dit wordt verzorgd door de ggd. Als de moeder hepatitis B blijkt te hebben of antistoffen in haar bloed heeft, krijgt haar pasgeboren kind een hepatitis B-vaccinatie. Voor de metingen worden aangepaste groeidiagrammen gebruikt. Daarnaast wordt er voorlichting gegeven over voeding, veiligheid en de opvoeding van het kind. Het groeiboekje voor allochtone ouders heet het babyboekje. Het wordt in vele talen uitgegeven. 7 Thuiszorgwinkels In veel steden is een thuiszorgwinkel. Hier kunnen mensen terecht voor materiaal dat zij nodig hebben rondom de bevalling, zoals bedverhogers of klossen, een po en een kraampakket. In de kleinere dorpen bestaat vaak de mogelijkheid om de benodigde spullen te halen bij een uitleenmagazijn. Noordhoff Uitgevers bv 13

Hoofdstuk 1 1.3 De organisatie van zorg Vrouwen kiezen zelf waar de bevalling zal plaatsvinden. Een derde van de vrouwen kiest voor een thuisbevalling onder leiding van de verloskundige. De kraamverzorgende en soms de kraamverpleegkundige biedt assistentie bij de bevalling en geeft zorg tijdens de kraamperiode. 1 Vergoeding van de kraamzorg en kraamzorgpakket De zorgbehoefte wordt op drie momenten geïnventariseerd. Het eerste moment is tijdens de intake door de kraamzorgorganisatie, dit is in ongeveer de zevende maand van de zwangerschap. Er wordt dan onder andere gekeken naar de persoonlijke omstandigheden van de aanstaande kraamvrouw. Het tweede moment is kort na de bevalling, er vindt dan een herindicatie plaats door de verloskundige. Het derde moment is tijdens de kraamperiode. De verloskundige zal dan beoordelen of het nodig is om het aantal uren nogmaals bij te stellen. Er is een landelijk indicatieprotocol kraamzorg, dat voor iedereen gelijk is. Het kraamzorgpakket Sommige ziektekostenverzekeraars bieden extra uren in hun aanvullende zorgpakketten voor kraamzorg. Het samenstellen van een kraamzorgpakket is afhankelijk van de situatie van de zorgvrager, de zorgbehoefte van de zorgvrager en het professionele oordeel van de beroepsbeoefenaar die de indicatie stelt en de grenzen die er vanuit de wet aan gegeven zijn. Het Basispakket kraamzorg is van toepassing als er geen extra bijzonderheden in het kraamgezin zijn. Dat wil zeggen: de kraamzorg in het kraambed gedurende de eerste 8 dagen, gerekend vanaf de geboortedag van de baby, waarbij het kraambed normaal verloopt. Het herstel van de moeder verloopt normaal, het kind maakt een goede start en er zijn geen factoren in de omgeving die om andere zorg vragen. In het Basispakket kraamzorg zijn opgenomen: het geven van borstvoeding; verzorging en controle van moeder en kind; voorlichting, instructie en integratie in het gezin; observeren, signaleren en rapporteren; waarborgen hygiëne. Níet opgenomen zijn: verzorging en opvang van huisgenoten; ondersteuning bij of tijdelijk overnemen van extra huishoudelijke taken. Het Minimumpakket kraamzorg is het pakket dat in ieder geval geleverd wordt, in iedere situatie waar sprake is van kraamzorg. Dit pakket is gebaseerd op het wettelijke minimum van 24 uur (kraamzorg in het kraambed exclusief partusassistentie). Deze ondergrens is ook door de betrokken partijen als absoluut minimum onderschreven in de Basiskwaliteitseisen. Ook de kraamzorg in het Minimumpakket kraamzorg betreft zorg verdeeld over de eerste acht dagen na de geboorte van de baby. Zie voor meer informatie: www.knov.nl. 2 Doelstelling kraamzorg Kraamzorg is gericht op het bieden van zorg, ondersteuning, instructie en voorlichting aan de moeder, haar partner en haar kind. En heeft als doel het bevorderen van het geestelijke en fysieke herstel van de kraamvrouw en het opnemen van het kind binnen het gezin. Andere doelstellingen zijn: vroege signalering en preventie van problemen bij moeder en kind, om hen een zo goed mogelijke start te kunnen geven; juiste verzorging van de pasgeborene en de voorbereiding van de moeder en de partner op deze taak. Er wordt tijdens de kraamperiode aandacht besteed aan: de verzorging en controle van de kraamvrouw; de verzorging en controle van het kind; voorlichting, instructie en opname van het kind in het gezin; observeren, signaleren en rapporteren; waarborgen hygiëne. 14 Noordhoff Uitgevers bv

De organisatie van de kraamzorg 1.4 Professionele zorg Vroeger was het traditie om behalve de vroedvrouw ook buurvrouwen en familieleden die zelf kinderen hadden gebaard, bij de bevalling te roepen. Tegenwoordig is de zorg rondom de bevalling sterk geprofessionaliseerd. Naast de verloskundige of kraamverzorgende/verpleegkundige is het in Nederland gewoon dat de partner de barende ondersteunt bij de bevalling. 1 De verloskundige hulp De baring kan door verschillende deskundigen worden begeleid, afhankelijk van het feit of het een fysiologische baring of een pathologische baring betreft. De verloskundige De leiding van een fysiologische thuisbevalling berust bij een verloskundige, soms nog net als vroeger vroedvrouw genoemd. Al sinds 1668 zijn er gediplomeerde vroedvrouwen. Verloskundigen moeten zich houden aan een aantal richtlijnen. Zo zal de verloskundige altijd een zorgvrager doorsturen als zij verwacht dat er complicaties optreden. Ook kan zij een gynaecoloog raadplegen als er ergens over getwijfeld wordt. De huisarts Het uitblijven van de menstruatie is voor vele vrouwen reden om een zwangerschapstest te doen. Sinds 1999 mogen zwangere vrouwen ook kiezen om de huisarts de baring te laten begeleiden in plaats van de verloskundige. Als een huisarts de bevalling doet, moet hij er wel ervaren in zijn en een minimumaantal bevallingen per jaar doen om de routine te behouden. Ook moet er altijd vervanging geregeld zijn. De zwangere kan er ook voor kiezen om haar huisarts de bevalling te laten begeleiden. De gynaecoloog Bij een pathologische zwangerschap, bevalling of kraamperiode schakelt de verloskundige de gynaecoloog in. De gynaecoloog begeleidt dan verder de zwangere tot na de bevalling. In de kraamperiode is het afhankelijk van de observaties van moeder en kind of zij in het ziekenhuis blijven of de kraamperiode thuis verder mogen doorbrengen onder toezicht van de huisarts. Is er tijdens of na de bevalling sprake van een complicatie bij de pasgeborene, dan vindt de bevalling ook plaats onder begeleiding van de gynaecoloog. Tevens zal er een kinderarts bij de baring aanwezig zijn, die de pasgeborene observeert en medisch begeleidt. 2 De kraamzorg Omdat men in Nederland in verschillende instellingen en bovendien nog thuis kan bevallen, wordt de kraamzorg hier verleend door verschillende beroepsbeoefenaars. De kraamverzorgende Aan het eind van de 19de eeuw werd er een begin gemaakt met het geven van zorg voor moeder en kind. Er ontstond een opleiding voor bakers, zoals de kraamverzorgenden van toen heetten. Pas in 1929 kwamen er via het Ministerie van Volksgezondheid de eisen voor het officiële diploma en de speld (het ooievaartje) die daarbij hoorde. Alle bakers en kraamverzorgenden werden in een register bij de Hoofdinspectie van de Volksgezondheid ingeschreven. Tegenwoordig hebben we alleen nog maar geregistreerde kraamverzorgenden en gespecialiseerde verpleegkundigen. Voor de bevalling wordt een kraamverzorgende opgeroepen om de vrouw en partner te ondersteunen en te begeleiden bij de baring en de verloskundige te assisteren tijdens en na de bevalling. Noordhoff Uitgevers bv 15

Hoofdstuk 1 Na de geboorte van het kind bestaat de kraamzorg uit: 1 Verzorging en controle van de kraamvrouw Controle van de temperatuur en pols. Controle van het bloedverlies en baarmoederstand. Controle en verzorging van perineum en borsten. Controle van urine en de ontlasting. Controle van de benen. Zorg voor geestelijk en lichamelijk welbevinden. Hulp bij douchen/wassen. Hulp bij (borst)voeding. Informeren naar de nachtrust en vermoeidheid. 2 Verzorging en controle van het kind Controle van de temperatuur. De kraamverzorgende ziet het kind iedere dag geheel bloot en observeert de kleur, ademfrequentie, motoriek, gewicht, huid, ogen en navel. Overige observaties zoals gedrag, voeding, vochtbalans, spugen, urine en ontlasting. Lichamelijke verzorging zoals wassen en baden, huidverzorging en navelverzorging. 3 a Voorlichting en instructie Ten aanzien van het kind: onder andere over (borst)voeding, slaap-/waakritme kind, huilgedrag en troosten, tegengaan voorkeurshouding, allergiepreventie, preventie wiegendood, meeroken, veiligheid in huis, vitamine K, naar buiten gaan en vervoer kind. Ten aanzien van de kraamvrouw/het gezin: onder andere over (borst)voeding, alarmsignalen en herkennen van problemen na de kraamtijd, ontzwangering, mobilisatie, huishouden en dagindeling, belang van rust, hygiëne en gezonde leefwijze. b Opnemen van het kind in het gezin Wanneer er één of meer andere kinderen onder de 6 jaar in het gezin aanwezig zijn, besteedt de kraamverzorgende daar ook aandacht aan. Zij geeft de andere kinderen tijdens haar aanwezigheid eten en drinken en indien aan de orde helpt zij hen bij de toiletgang en besteedt aandacht aan het opnemen van de baby in het gezin door de andere kinderen bij de zorg voor de baby te betrekken. 4 Observeren, signaleren en rapporteren Observeren van het kind, de moeder en het gezin. Signaleren van (potentiële) problemen bij de moeder of in de ontwikkeling van het kind. Schrijven van de rapportage. Overdragen en rapporteren aan verloskundige/ huisarts en/of collega s. Rapporteren gesignaleerde (potentiële) problemen aan de huisarts en/of verloskundige. Overdacht naar de JGZ. 5 Waarborgen hygiëne Dagelijks reinigen van badkamer en toilet(ten). Frequent verschonen kraambed en bed van het kind. Uitkoken materiaal zoals borstkolf, flessen en spenen. 6 Verzorging en opvang huisgenoten Verzorging en opvang van andere aanwezige kinderen. Verzorging en opvang van een gehandicapt of ziek gezinslid. 7 a Ondersteuning bij of tijdelijk overnemen van basishuishoudelijke taken Schoonhouden van de babykamer en de kamer waarin de moeder verblijft. Verzorging van de kraamwas. Verzorgen van de lunch. b Ondersteuning bij of tijdelijk overnemen van extra huishoudelijke taken (Voor)bereiden van de (warme) maaltijd. Schoonhouden van andere kamers. Opvang van het bezoek. Boodschappen doen. Verzorging van de gezinswas. Werken in de kraamzorg Kraamverzorgenden kunnen werkzaam zijn in verschillende instellingen: Via de kraamcentra bij het kraamgezin thuis. De taken zijn dan afhankelijk van het kraamzorgarrangement. Bij transmurale zorg of een verplaatste thuisbevalling is het mogelijk dat ze bij een fysiologische partus assisteren op de verloskamer. In dienst van het kraamzorghotel, alwaar ze alle hiervoor beschreven taken verrichten. Op de kraamafdeling van een ziekenhuis, maar niet op de verloskamer. Ze geven basiszorg aan moeder en kind en hebben verzorgende taken in laagcomplexe zorgsituaties. 16 Noordhoff Uitgevers bv

De organisatie van de kraamzorg De kraamverpleegkundige De meeste kraamverpleegkundigen werken in het ziekenhuis en begeleiden de zwangere bij de zwangerschapscontroles van de gynaecoloog, bij een pathologische baring in de verloskamers en bij de kraamperiode op de kraamafdeling. Dit zijn met name verpleegkundigen van niveau 4 en niveau 5. Daarnaast kunnen ze in dienst zijn van kraamcentra en daar als schakel fungeren tussen de zorgvragers en de kraamorganisatie. Dit zijn verpleegkundigen niveau 5, verpleegkundigen van het eerste functieniveau met een aanvullende opleiding MGZ of hbo-v. Zij geven leiding aan de kraamverzorgenden en werken op het eerste deskundigheidsniveau. De hoofdtaken van deze kraamverpleegkundige zijn: intake en voorlichting over de kraamzorg geboden door het kraamcentrum en het afstemmen van het kraamarrangement; afleggen van prenatale huisbezoeken of telefonisch contact met de zorgvragers/cliënten; (bege)leiding geven aan kraamverzorgenden; deskundigheidsbevordering bij de kraamverzorgenden in de vorm van werkoverleg en bijscholing; als aanspreekpunt fungeren indien de kraamverzorgende problemen rondom de zorg constateert; voorlichting geven op aanstaande-ouderbijeenkomsten; begeleiding van stagiaires. Lactatiedeskundige Lactatiedeskundigen of borstvoedingdeskundigen zijn gespecialiseerd in het proces en de praktijk van de menselijke borstvoeding. Zij volgen een parttime opleiding van anderhalf jaar en leggen dan het Internationale Examen voor Lactatiedeskundige (IBCLC) af. Met name de wat grotere kraaminstellingen hebben lactatiedeskundigen in dienst. Verder kunnen zij werkzaam zijn bij patiëntenorganisaties of in een zelfstandige praktijk. Hun taken zijn: op methodische en systematische wijze moeder en pasgeborene begeleiden bij alle aspecten van de borstvoeding; steun bieden bij het zorg dragen voor een sociale omgeving voor een borstvoedende moeder; voorlichting, instructie en bijscholing geven aan individuen en groepen om borstvoeding te beschermen, te bevorderen en te ondersteunen; meewerken aan het ontwikkelen van beleid op het gebied van borstvoeding; beoordelen wanneer samenwerken met andere disciplines noodzakelijk is. 3 De thuiszorg Na de kraamperiode wordt de zorg voor de pasgeborene overgedragen aan de thuiszorg, die als onderdeel de ouder-kindzorg onder zich heeft. Als de kraamperiode veel complexe zorg met zich meebrengt, komt het voor dat de kraamvrouw voor een langere periode zorg of begeleiding voor haar pasgeborene nodig heeft. Dan wordt de thuiszorg ook ingeschakeld. De wijkverpleegkundige De wijkverpleegkundige is een verpleegkundige van het eerste functieniveau die een aanvullende opleiding Maatschappelijke Gezondheidszorg (MGZ) heeft gevolgd, of een hbo-verpleegkundige van niveau vijf. De hoofdtaken kunnen op twee gebieden liggen: thuisverpleging en -verzorging; Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Voor deze branche is vooral de JGZ en Centrum Jeugd en Gezin (CJG) van belang. Dit omvat de zorg van nultot vierjarigen. De JGZ is met name preventief bezig. Zo organiseert het CJG onder andere aanstaandeoudercursussen, zwangerschapsgymnastiek en postnatale gymnastiek. Ook worden regelmatig cursussen of themaavonden verzorgd voor ouders met jonge kinderen. Tevens wordt de zorg van moeder en kind door de kraamverzorgende aan het eind van de kraamperiode overgedragen aan wijkverpleegkundigen van het consultatiebureau. Als er in een gezin sprake is van een complexe situatie naar aanleiding van een pasgeborene of ziekte bij de kraamvrouw, kan er na de kraamperiode een gespecialiseerde helpende, verzorgende of verpleegkundige worden ingezet. De kraamverzorgende draagt dan de zorg aan haar over. Beroepsgeheim Alle professionele zorgverleners hebben hun beroepsgeheim, ook de kraamverzorgende en -verpleegkundige. Omdat je in een kraamgezin meestal zelfstandig werkt, is het soms moeilijk om met een collega te overleggen. Toch kan het voorkomen dat je in moeilijke situaties werkt en daarover met iemand wilt praten. Aangewezen personen zijn dan jouw leidinggevende, de verloskundige of een collega. Zij hebben immers net als jij hun beroepsgeheim. Noordhoff Uitgevers bv 17

Hoofdstuk 1 1.5 De voorbereiding op de kraamzorg Nadat de zwangere zich heeft aangemeld voor kraamzorg bij het kraamcentrum, begint het kraamzorgproces. Een kraamverpleegkundige of de intaker voert in de 7de of 8ste maand van de zwangerschap een intakegesprek met de zwangere (en partner), waarbij er afspraken rondom de kraamzorg worden gemaakt. Zij bespreekt dan ook de eisen die het kraamcentrum stelt om goede en veilige kraamzorg te kunnen bieden. 1 Aanmelden bij het kraamcentrum De verloskundige is degene die de zwangere en haar partner voorlichting geeft over de verschillende kraamzorgmogelijkheden. Als zij ervoor kiezen thuis te bevallen, melden zij zich aan bij een kraamcentrum. In Nederland is het gebruikelijk zich vroeg in de zwangerschap aan te melden. Bij allochtone zorgvragers gebeurt dit vaak later, omdat zij de geboorte meer als een natuurlijk proces beschouwen. Ook wordt er minder vaak kraamzorg aangevraagd, omdat men voldoende hulp vanuit de familie verwacht. Bovendien is men niet altijd op de hoogte van de voorzieningen van de kraamzorg of is er sprake van gebrekkige communicatie. Om die reden ligt er tegenwoordig bij iedere verloskundige voorlichtingsmateriaal in verschillende talen. Als er kraamzorg is aangevraagd, hechten allochtone vrouwen veel waarde aan de deskundigheid van de verloskundige en de kraamverzorgende. 2 Voorwaardenscheppende afspraken maken Tijdens de intake maakt de kraamverpleegkundige of intaker afspraken die voor de kraamverzorgende voorwaardenscheppend zijn. Dat wil zeggen: het kraamcentrum stelt zodanige voorwaarden dat de kraamverzorgende haar werk goed kan verrichten. Deze voorwaarden bestaan uit organisatorische en inhoudelijke aspecten. Alle afspraken en gegevens worden genoteerd op het intakeformulier in het zorgdossier. 3 Adviseren over de benodigdheden De kraamzorg controleert of de benodigdheden voor de kraamvrouw, barende en pasgeborene aangeschaft zijn. Naast de bekende pretpakketten, ontvangen zwangeren rond de 34e week van de zwangerschap een kraampakket. Indien ze in het begin van de zwangerschap bij de zorgverzekeraar hebben aangegeven zwanger te zijn, vragen ze kraamzorg aan. Bij een aanvullende verzekering ontvangen ze een kraampakket gratis. Als iemand niet in aanmerking komt voor een kraampakket, kunnen ze zelf de belangrijkste medische spullen of een volledig kraampakket aanschaffen. Verder bestaat er een advieslijst voor de babyuitzet. Afhankelijk van de inkomsten van het gezin zullen deze artikelen gekocht, geleend of tweedehands gebruikt worden. Ook worden er veiligheidstips voor de babykamer, het babybedje en andere factoren besproken. Advieslijst voor de babyuitzet 3 molton onderleggers 2 dekentjes en lakentjes klein zeiltje voor het matras 12 hydrofiele luiers (ruitjesluiers) bij het gebruik van stoffen luiers: 24 oogjesluiers, een doosje inlegluiers en strikslips 3 flanellen luiers 6 spuugdoekjes 6 washandjes 6 hemdjes of rompertjes 4 truitjes of luierpakjes 1 of 2 metalen kruiken met kruikenzak beveiligde veiligheidsspelden luieremmer met deksel of pedaalemmer babybadje met stevige standaard of bademmer doosje babylotiondoekjes babyzeep, haarborsteltje en -kammetje 18 Noordhoff Uitgevers bv