Natuurwaardenonderzoek bestemmingsplan Beethoven

Vergelijkbare documenten
Quick scan Flora- en faunawet Ronetteterrein

Natuurwaardenonderzoek bestemmingsplan Buiksloterweg

Natuurwaardenonderzoek bestemmingsplangebied Rhijnspoorplein uitgebreid voor BREEAM-kwalificatie

Natuurwaardenonderzoek Sloterdijk III

Natuurtoets Tugelawegblokken

Natuurwaardenonderzoek Bestemmingsplangebied Ravel

Natuurtoets MCS. Planteam Groen, Recreatie en Water

Quickscan flora en fauna voor bestemmingsplan Oostpoort Februari 2014

Natuurwaardenonderzoek Mosveld

Natuurtoets Bestemmingsplan Wiener

Natuurtoets Eenhoorn. Planteam Groen, Recreatie en Water

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Natuurtoets Jeruzalem

Natuurtoets Westhaven en Alfadriehoek

Concept Natuurwaardenonderzoek Wellnesscentrum Sportdriehoek

Natuurtoets Kop Zuidas

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Natuurtoets Amstel businesspark Zuid

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Concept Natuurwaardenonderzoek Plangebied Rechtbank Zuidas

Natuurtoets Amstelstation

Notitie flora en fauna

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Natuurtoets Water Binnenstad

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Nieuwe bedrijfslocaties

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari Auteur Veldonderzoek Projectcode

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Natuurtoets Masterplan centrumgebied Hoogkarspel

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Samenvatting quickscan natuurtoets

Natuurwaardenonderzoek bestemmingsplan Elzenhagen

Bureauonderzoek Flora en fauna

Notitie. 1 Inleiding. 1.2 Plangebied Het plangebied omvat de percelen op Straatweg 77 en Statenlaan 2 te Rotterdam (figuur 1 en 2).

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

Natuurwaardenonderzoek Centrumeiland IJburg

Notitie Quickscan flora en fauna

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Onderzoek flora en fauna

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Notitie quickscan Flora en fauna

Natuurwaardenonderzoek Overtoomse veld

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord

Onderzoek flora en fauna

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen

BIJLAGE 1. Quickscan ecologie

Onderzoek flora en fauna

Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

SCHOOLTUINEN MAHLERLAAN AMSTERDAM

E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen

Bijlage 1 Natuurtoets

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna

FLORA- EN FAUNASCAN Zoekgebied fietsenstalling Strawinskylaan

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

P a r a g r a a f e c o l o g ische inventa r is a tie J a d e A en C B e i len

Ruimte en Duurzaamheid A. Blokker Mei Quickscan natuur Projectgebied Sloterdijk 1 Zuid

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

memo datum: 22 juli 2011

en conclusies in acht

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Toets flora en fauna President Verhofstadtstraat Groeskuilenstraat en Virmundtstraat te Gemert

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Nigtevechtseweg 64, Vreeland

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Actualiserende Quick scan/natuurtoets Flora en Faunawet. Ten behoeve van bebouwing en aanleg smalspoor Arend Baanstraat 110.

Erasmuslijn Den Haag. Quick scan ecologie en vleermuisonderzoek. Movares Nederland B.V. drs. T.P. Seip Kenmerk MNO-TS Versie 1.

Rembrandtlaan, Bilthoven

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Buro Maerlant. Gemert Heuvel 21. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Bureauonderzoek flora en fauna

/ Stadhuisplein, Veghel

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september quick scan flora en fauna

Transcriptie:

Natuurwaardenonderzoek bestemmingsplan Beethoven Beleidsteam Stad Mei 2012

Inhoud 1. Samenvatting en conclusies... 3 2. Inleiding... 4 3. Kaders... 5 4. Beschrijving van het gebied en inventarisatie... 6 5. Ingrepen en analyse van de effecten op flora en fauna... 7 6. Consequenties natuurwetgeving en ontheffing Flora- en faunawet... 8 7. Consequenties van eerder verleende ontheffingen... 10 8. Conclusies en aanbevelingen... 11

1. Samenvatting en conclusies Voor het plangebied Beethoven wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Het plan maakt nieuwbouw van een school, een ondergrondse parkeergarage en kantoor mogelijk. De ontwikkelingen zijn al in gang gezet. Een kerk is gesloopt, een groot deel van de bomen is gekapt. Binnen de grenzen van het plangebied is er bijna geen groen met natuurwaarde meer aanwezig. De bouw van een nieuwe school is in volle gang (mei 2012). Het overig deel van het plangebied ligt grotendeels braak in afwachting van de nieuwbouw van de ondergrondse parkeergarage en kantoor. In dit natuurwaardenonderzoek is nagegaan of er vanuit de natuurwetgeving consequenties zijn voor het bestemmingsplan. Er zijn in de nabijheid geen Natura2000-gebieden, waarop een negatief effect te verwachten valt. Het gaat dus vooral om soortbescherming volgens de Flora- en faunawet. Het aantal beschermde soorten in het plangebied is na de gepleegde ingrepen beperkt. Nesten van vogels zijn er nog wel. Deze zijn beschermd door de Flora- en faunawet. Voor de vogelsoorten die nog in het gebied aanwezig zijn geldt dat de verblijfplaatsen alleen gedurende de broedperiode beschermd zijn en daarbuiten niet. Bij werkzaamheden dienen de nesten van vogels ontzien te worden. Dat kan goed door de planning van de werkzaamheden op de broedtijd van de aanwezige vogels aan te passen. Voor de sloop van de kerk is ontheffing van de Flora- en faunawet verkregen voor het vernietigen van verblijfplaatsen van vleermuizen. Bij de sloop zijn de in de ontheffing opgelegde voorwaarden in acht genomen om bij de nieuwbouw verblijfplaatsen voor vleermuizen te creëren. Natuurwaardenonderzoek Beethoven 1e fase 2012 3

2. Inleiding Het project Het plangebied Beethoven bevindt zich aan de rand van het Beatrixpark. Voor de eerste fase wordt een bestemmingsplan opgesteld. Een deel van het parkgroen zal voor bebouwing moeten wijken. Het plan is al voor een belangrijk deel in uitvoering. De Christus Geboortekerk is gesloopt en het Sint Nicolaaslyceum is in aanbouw (mei 2012), een fors aantal bomen is gekapt. In deze natuurtoets wordt onderzocht welke consequenties er vanuit de natuurwetgeving kunnen zijn voor het bestemmingsplan, hierbij worden de resultaten van eerder uitgevoerde natuurwaardenonderzoeken en voorwaarden uit eerder verleende ontheffingen betrokken. Werkwijze Deze toets behandelt eerst de wettelijke en beleidskaders. Daarna volgt een beschrijving van het gebied en de soorten die er voorkomen dan wel verwacht kunnen worden. Vervolgens worden de mogelijke effecten van ingrepen op de aanwezige soorten beschreven. Daarna wordt beoordeeld of er omstandigheden zijn, waarbij een ontheffingsaanvraag van de Flora- en faunawet aangevraagd moet worden en onder welke voorwaarden een ontheffing naar alle waarschijnlijkheid verkregen kan worden. Tenslotte worden consequenties van reeds verkregen ontheffingen van de Flora- en faunawet benoemd. Het plangebied is op 28 maart 2012 bezocht. Eerder onderzoek In oktober 2010 zijn een aantal onderzoeken samengevat in een Natuurtoets voor Beethoven. Het veldonderzoek hiervoor is in 2008 en 2009 gedaan. Begrenzing van het plangebied Natuurwaardenonderzoek Beethoven 1e fase 2012 4

3. Kaders Wettelijke kaders Natuurbeschermingswet (1998) - Natura-2000 (gebiedsbescherming) Flora- en faunawet en gedragscode (soortbescherming) Beleidskaders Ecologische Hoofdstructuur (landelijk en provinciaal beleid) Hoofdgroenstructuur (Amsterdams beleid) Rode lijstsoorten (landelijk beleid) Gebiedsbescherming - Natuurbeschermingswet 1998: Natura 2000 Onder de Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet) zijn gebieden aangewezen die onderdeel uitmaken van de Europese ecologische hoofdstructuur, de Natura 2000 gebieden genaamd. Indien een ruimtelijke ontwikkeling plaatsvindt in of in de nabijheid van een Natura 2000 gebied moet worden onderzocht of de ontwikkeling de kwaliteit van het gebied kan verslechteren of verstoren. Indien het bestemmingsplan de kwaliteit van een Natura 2000 gebied kan verslechteren of verstoren dient er een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet te worden aangevraagd. In april 2002 is de Flora- en faunawet (Ffwet) van kracht geworden. Op grond van deze wet zijn vrijwel alle in het wild en van nature in Nederland voorkomende dieren, beschermd. De Ffwet bevat verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dieren plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rusten verblijfsplaatsen. Bij vrijwel alle ingrepen moet met door Flora- en faunawet beschermde soorten rekening worden gehouden. De beschermde soorten zijn met behulp van tabellen onderverdeeld in verschillende niveaus van bescherming. Voor het bestemmingsplan moet inzichtelijk worden gemaakt voor welke soorten er mogelijk ontheffing van de Flora- en faunawet moet worden aangevraagd en onder welke voorwaarden deze naar alle waarschijnlijkheid verkregen zal worden. Voor heel Nederland zijn natuurgebieden met verbindingszones vastgelegd. Dit noemen we de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is een belangrijk middel om de hoofddoelstelling van het natuurbeleid te bereiken: natuur en landschap behouden, versterken en ontwikkelen, als essentiële bijdrage aan een leefbaar Nederland en een duurzame samenleving. De EHS moet er onder meer toe bijdragen dat afspraken over het behoud en het herstel van biodiversiteit worden nagekomen. Na realisatie is de structuur uiteindelijk grensoverschrijdend, zodat diersoorten zich vrij kunnen bewegen en vermengen over Europa. Bij kwantitatieve of kwalitatieve aantasting van de EHS dient gecompenseerd te worden volgens de in de Nota Ruimte vastgelegde regels. In de structuurvisie van Amsterdam 2040 (vastgesteld in 2011) is de hoofdgroenstructuur opgenomen. Voor functiewijzigingen, die buiten de vastgelegde kaders vallen moet advies worden gevraagd aan de Technische Advies Commissie Hoofdgroenstructuur. Eventuele wijzigingen kunnen aan de Gemeenteraad worden voorgelegd. Eens per tien jaar worden er Rode lijsten opgesteld. Hierop komen soorten die om verschillende redenen sterk in aantal achteruitgaan. Voor het Ministerie van LNV zijn de rode lijsten mede richtinggevend voor het te voeren natuurbeleid. Het Ministerie stimuleert dat bij bescherming en beheer van gebieden rekening wordt gehouden met de Rode-lijst-soorten, en dat zo nodig en zo mogelijk aanvullende soortgerichte maatregelen zullen worden genomen. Nieuwe natuurwet Er is een nieuwe natuurwet aangekondigd. Er is nog niet bekend wanneer deze aan de Tweede kamer zal worden voorgelegd. In deze nieuwe wet worden Boswet, Natuurbeschermingswet en Flora- en faunawet samengevoegd. In het conceptvoorstel wordt de bescherming van niet-europees beschermde soorten verminderd. Natuurwaardenonderzoek Beethoven 1e fase 2012 5

4. Beschrijving van het gebied en inventarisatie Omgeving Het bestemmingsplangebied bevindt zich aan de rand van het Beatrixpark. Aan de zuidkant loopt de A10. Aan de westkant loopt de Beethovenstraat. Het plangebied Het Sint Nicolaas Lyceum is in aanbouw, de kavel aan de zuidkant ligt nog braak. Het braakliggende terrein is gedeeltelijk ingericht met hagen, bankjes en gazon. Verder staat er ruig gras. Dit is geschikt voor bosmuizen. Er zijn geen sporen van mollen aangetroffen, wel zijn er enkele sporen van konijnen. Langs het fietspad staan nog vier grote iepen en een bomenhaag. Ecologische verbinding De taluds van de A10 en de spoorbaan vormen nu een ecologische verbinding. Grondgebonden dieren kunnen zich nu vooral richting Amstel verplaatsen. Als een deel van de infrastructuur ondergronds komt te liggen is er alleen in oostelijke richting nog een verbinding. Inventarisatie: aangetroffen en verwachte soorten Zoogdieren Sporen van konijnen zijn aangetroffen, holen zijn niet gezien, waarschijnlijk bevinden de holen zich in de taluds van de A10. Sporen van mollen zijn er niet. Verder is op het braakliggende deel hooguit de bosmuis, een rondzwervende haas te verwachten. Vleermuizen Het plangebied als geheel is niet meer geschikt voor vleermuizen; goed foerageergebied is alleen nog aanwezig rond de bomen. Er zijn geen gebouwen meer die mogelijk verblijfplaatsen voor vleermuizen kunnen bieden. De gesloopte Christus Geboortekerk was geschikt als zomerverblijf voor vleermuizen. Voor de sloop is ontheffing van de Flora- en faunawet verkregen. Amfibieën en vissen In het plangebied is geen geschikt leefgebied voor vissen of amfibieën. Broedvogels In de bomen kunnen mogelijk ekster, zwarte kraai en/of houtduif gaan broeden. Flora Beschermde flora is er niet. Analyse Het plangebied wordt deels bebouwd, deels ligt het braak. De natuurwaarden zijn nu beperkt. Via het talud van de A10 en de spoorbaan kunnen grondgebonden dieren het plangebied bereiken. Natuurwaardenonderzoek Beethoven 1e fase 2012 6

5. Ingrepen en analyse van de effecten op flora en fauna Het plan Het bestemmingsplan laat bebouwing van het braakliggende kavel toe. Natuurwaardenonderzoek Beethoven 1e fase 2012 7

6. Consequenties natuurwetgeving en ontheffing Flora- en faunawet Gebiedsbescherming Het plan bevindt zich buiten de Speciale Beschermingszones. De Botshol en de Vechtplassen zijn de meest nabijgelegen Natura2000-gebieden. Negatieve effecten op deze gebieden worden niet verwacht (Kaart Ministerie van ELI). Natura2000-gebieden Amstelland en het Amsterdamse bos behoren tot de Ecologische Hoofdstructuur (kaart Provincie) Ecologische Hoofdstructuur Het plangebied is per abuis opgenomen in de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam. Aan de Gemeenteraad is een besluit voorgelegd om de grens van de Hoofdgroenstructuur volgens het hiernaast afgebeelde kaartje te wijzigen. Het plangebied komt door deze wijziging geheel buiten de Hoofdgroenstructuur te liggen. Hoofdgroenstructuur Natuurwaardenonderzoek Beethoven 1e fase 2012 8

Soortbescherming Zoogdieren Voor de grondgebonden zoogdieren: konijn, haas, vos, veldmuis geldt een vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkeling. Vleermuizen Voor vleermuizen is het plangebied niet of nauwelijks meer geschikt. Broedvogels Voor de broedvogels in het plangebied geldt, dat de nesten gedurende de broedtijd zijn beschermd, maar daarbuiten niet. Ontheffing voor broedende vogels wordt niet verleend, omdat het in de regel goed mogelijk is om verontrusting in het broedseizoen te voorkomen. Zorgplicht Voor alle soorten, ook niet-beschermde, geldt de zorgplicht. Dat betekent dat door zorgvuldig te werken zoveel mogelijk schade aan diersoorten moet worden voorkomen. Natuurwaardenonderzoek Beethoven 1e fase 2012 9

7. Consequenties van eerder verleende ontheffingen Voor ingrepen in het plangebied is tweemaal een ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd. Op 29 juli 2008 was dit voor nestgaten van de grote bonte specht in bomen. Deze nesten werden onder de toen geldende interpretatie van de wetgeving als vaste rust- en verblijfplaatsen beschouwd. Op 11 september 2009 betrof het de sloop van de Christus Geboortekerk. De spouwmuren van de kerk werden door gewone dwergvleermuizen als zomerverblijfplaats gebruikt. Waarschijnlijk verbleven er in de winter ook vleermuizen in de spouwmuren van de kerk. Ontheffingsaanvraag grote bonte specht (FF/75C/2008/0367) Op 23 oktober 2008 is door het toenmalige Ministerie van LNV ontheffing verleend voor het beschadigen, vernielen of verstoren van nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen van de grote bonte specht. Tegen deze ontheffing is bezwaar aangetekend, mede omdat de grond waarop ontheffing was aangevraagd ruimtelijke ordening niet in de Vogelrichtlijn wordt genoemd. Op 25 augustus 2009 heeft het ministerie van LNV de procedure ten aanzien van ontheffingsaanvragen van soorten van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn herzien en een nieuwe lijst opgesteld met vogelsoorten, waarvan het nest jaarrond beschermd is. De grote bonte specht staat in die lijst onder de groep niet jaarrond beschermd, inventarisatie wel gewenst. Omdat uit onderzoek in 2009 bleek dat de nestgaten van de grote bonte specht niet in gebruik waren en omdat de grote bonte specht niet meer voorkomt in de groep vogelsoorten, waarvan het nest jaarrond beschermd is, heeft het ministerie van LNV het beroep ongegrond verklaard. Voorwaarden uit de ontheffing In de ontheffing zijn specifieke voorwaarden opgelegd. Deze hebben betrekking op de manier waarop de kap moet plaatsvinden. Omdat de bomen met spechtengaten inmiddels verdwenen zijn, zijn deze voorwaarden niet meer van toepassing. Ontheffingsaanvraag gewone dwergvleermuis (FF/75C/2009/0368) Op 16 oktober 2009 is door het toenmalige Ministerie van LNV ontheffing verleend voor het beschadigen, vernielen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis. De overweging om de ontheffing te verlenen is gebaseerd op het feit dat de gewone dwergvleermuis algemeen voorkomt in het stedelijk gebied en dat het verdwijnen van één zomerverblijfplaats geen noemenswaardig effect op de populatie zal hebben. Ook voor het verdwijnen van een klein deel foerageergebied geldt dat dit in het Beatrixpark voldoende beschikbaar is. Voorwaarden uit de ontheffing In de ontheffing zijn specifieke voorwaarden opgelegd. Deze hebben betrekking op de manier waarop de kerk gesloopt moest worden. Omdat de kerk inmiddels verdwenen is zijn deze voorwaarden niet meer van toepassing. In de ontheffing staat de aanbeveling: Om een duurzaam aanbod van verblijfplaatsen voor de gewone dwergvleermuis te waarborgen, wordt ten sterkste aangeraden om spouwmuren, ruimtes achter betimmering of daklijsten van de nieuwbouw toegankelijk te maken voor vleermuizen. Natuurwaardenonderzoek Beethoven 1e fase 2012 10

8. Conclusies en aanbevelingen Conclusies Kap- en sloopwerkzaamheden in het plangebied hebben inmiddels plaatsgevonden. De school is in aanbouw en het overige deel van het plangebied ligt braak. De natuurwaarden zijn op dit moment dan ook gering. Er kunnen nog vogels in het resterende groen broeden. Werkzaamheden aan bomen en struiken dienen dan ook buiten de broedperiode van de aanwezige vogels te worden uitgevoerd. Voor de kap- en sloopwerkzaamheden zijn ontheffingen verkregen voor het vernielen, etc van vaste verblijfplaatsen van grote bonte specht en gewone dwergvleermuis Aanbevelingen Het volgende gedeelte komt uit het natuurwaardenonderzoek van oktober 2010. De aanbevelingen zijn bedoeld voor de BREEAM-certificatie van de nieuwbouw van AKZO-Nobel. Ze kunnen op elk gebouw in het plangebied worden toegepast. Mogelijke maatregelen om biodiversiteit te vergroten Door de toekomstige ligging zijn er kansen om het gebouw bij het park te laten aansluiten en biotopen voor parksoorten aan te bieden: Toepassing van verticaal groen, in de vorm van klimop, wilde wingerd e.d. of echte gevarieerde groene muren. Dit zijn meer verticale, onder architectuur aangelegde, tuinen; hiervan is de gevel van het Mercatorzwembad in Amsterdam-West een mooi voorbeeld, andere voorbeelden zijn te vinden in Parijs, aangelegd door Patrick Blanc. Het aanbrengen van voorzieningen voor holenbroeders; vooral voor vleermuizen om in het gebouw te verblijven. De beste methode is het inmetselen van speciale vleermuisstenen, vooral aan de parkkant, maar ook in de overige muren. Zodat het gebouw zowel in de zomer als winter verblijfplaatsen biedt. Neststeen voor vleermuis Ook voor holenbroeders kunnen voorzieningen worden aangebracht. Waar mogelijk groene daken: intensief met inheemse bomen en struiken. (Inheemse soorten trekken meer insecten aan). Ook extensieve (sedum) daken zijn goed voor insecten. De insecten worden weer gegeten door vleermuizen en vogels. Plaatsen waar vleermuiskasten worden ingemetseld niet aanlichten. Het advies is om bij eventueel groen rond het gebouw te kiezen voor inheemse beplanting. Deze is aantrekkelijker voor insecten dan beplanting met exotische soorten. Inheems groen Natuurwaardenonderzoek Beethoven 1e fase 2012 11

vormt een eigen ecosysteem, met veel soorten insecten op stam, blad en vruchten. Zo is er meer voedsel voor kleine vleermuizen en vogels en ontstaat er een robuuster ecosysteem. De lijst met mogelijke soorten is lang. Een aantal soorten hieruit zijn: - (zomer/winter)eik, wilg, populier, berk, iep, esdoorn, spaanse aak of veldesdoorn. Ook kan je denken aan fruitbomen: wilde appel, of oude Hollandse appel- en perenrassen. Ook de grove den is aantrekkelijk voor insecten. - Geschikt als solitaire boom in gazon zijn vooral: eik, wilg, gewone esdoorn, fruitbomen en grove den. De wilg is de favoriete boom voor de grote bonte specht. Het hout is relatief zacht, zodat hij er makkelijk gaten in kan hakken. De spechtengaten worden vervolgens weer door andere soorten gebruikt, zoals bijvoorbeeld vleermuizen. - Als struiken cq lage bomen zijn meidoorn(als er struiken met doorns mogelijk zijn) en vlinderstruik e vuurdoorn geschikt als insectenaantrekkende soorten. In deze struiken kunnen vogels ook goed dekking vinden. - Voor laag sierplantsoen kunnen sleedoorn, hondsroos, framboos, zwarte bes worden gebruikt. De bessen zijn in het najaar en winter voedsel voor vogels. Wintergroene struiken kunnen als schuilplaats voor mussen en andere vogels dienen. Indien dicht en ondoordringbaar kunnen lage struiken broedgelegenheid bieden aan zangvogels. Indien de ruimte er is, kan er een takkenril achter de struiken en bomen worden aangelegd. Zo n takkenril kan als natuurlijk prikkeldraad een betredings- en hondevrij gebied creëren. Bij een kleine bospartij kan er in het hart van het gebied een takkenhoop of kleine takkenril worden aangebracht. Indien mogelijk is een zoomvegetatie door beheer te maken. De geleidelijke overgang van bos via struiken naar kruiden en gazon vergroot de soortenrijkdom. Dagvlinders, kleine zoogdieren, mollusken, insecten en ongewervelde dieren en vogels bereiken hier hun grootste dichtheden. Meer informatie Meer informatie over verblijfplaatsen voor holenbroeders in een stedelijke omgeving in een brochure die voor stadsdeel Noord gemaakt is. De brochure is te vinden op: http://www.noord.amsterdam.nl/9993/holenbroeders. Uitgebreide informatie over voorzieningen voor stedelijke vleermuizen is te vinden op: http://www.flora-fauna.amsterdam.nl. Natuurwaardenonderzoek Beethoven 1e fase 2012 12