I Toepassing Wet BIBOB in Vaals De Wet BIBOB geeft bestuursorganen een preventief instrument in handen om zich te beschermen tegen misbruik van vergunningen. Bij misbruik moet met name gedacht worden aan het door middel van deze vergunningen ontplooien van criminele activiteiten of het benutten van uit criminele activiteiten verkregen voordelen. Op grond van artikel 3 van de Wet BIBOB kan een vergunning geweigerd of een reeds verleende vergunning ingetrokken worden wanneer: a. sprake is van een ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor het benutten van voordelen uit strafbare feiten (bijvoorbeeld het witwassen van gelden) of b. sprake is van een ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor het plegen van strafbare feiten of c. een redelijk vermoeden bestaat dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven vergunning een strafbaar feit is gepleegd (hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan valsheid in geschrifte, omkoping, afpersing of bedreiging). Wanneer mogen bestuursorganen tot het oordeel komen dat zo'n extra weigerings- of intrekkingsgrond aanwezig is? Voor wat betreft het vermoeden dat een strafbaar feit is gepleegd (c), is dat het minst moeilijk vast te stellen. Wel moet het bestuursorgaan met dat feit uiteraard bekend raken. Lastiger is het met de weigerings- of intrekkingsgronden die gebaseerd zijn op het benutten van de vergunning voor het witwasssen van illegaal verkregen gelden (a) en het gaan plegen van strafbare feiten (b). Voor zover het het witwassen van illegaal verkregen gelden betreft, zal de mate van gevaar onder meer moeten worden vastgesteld aan de hand van de feiten en omstandigheden die erop wijzen of doen vermoeden dat de betrokkene in relatie staat tot de strafbare feiten. Gaat het om een ernstig gevaar dat met de vergunning strafbare feiten gepleegd gaan worden, dan zal die mate van gevaar onder meer moeten worden vastgesteld op basis van feiten of omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat de betrokkene in relatie staat tot strafbare feiten die zijn gepleegd bij activiteiten die overeenkomen of samenhangen met activiteiten waarvoor de beschikking wordt aangevraagd. Blijkt bijvoorbeeld dat de betrokkenen ooit is doorgereden na een aanrijding, dan zal hem dat niet zonder meer kunnen worden tegengeworpen bij het aanvragen van een drank- en horecavergunning. De gemeente Vaals brengt de volgende branches onder de werkingssfeer van de Wet BIBOB: 1. horeca: vergunning op grond van de Drank- en Horecawet (natte horeca) en overlastverordening c.q. exploitatievergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (droge en natte horeca); 2. seksinrichtingen: overlastverordening c.q. exploitatievergunning op grond van de APV; 3. speelautomatenhallen: vergunning op grond van de Wet op de kansspelen en de verordening speelautomaten 2000. Pagina 1 van 5
II De te volgen procedure met betrekking tot het aanvragen van een BIBOB-advies Bestuursorganen kunnen zich bij het toepassen van de extra weigerings- en intrekkingsgronden laten adviseren door bureau BIBOB. Dit landelijke bureau dat onderdeel uitmaakt van het Ministerie van Justitie voert op verzoek van een bestuursorgaan een onderzoek uit naar de betrokkene en adviseert het bestuursorgaan vervolgens over de aanwezigheid van de extra weigerings- of intrekkingsgronden. Een onderzoek door dit bureau is een zwaar middel omdat het sterk ingrijpt in de privacy van betrokkenen. Voordat bureau BIBOB ingeschakeld kan worden, dient de gemeente eerst een eigen onderzoek uit te voeren. Het BIBOB-instrumentarium is namelijk een aanvulling op de reeds bestaande mogelijkheden om een vergunning te weigeren of in te trekken. Van deze aanvullende mogelijkheid kan dan ook uitsluitend gebruik worden gemaakt indien een vergunning niet op andere (bestaande) gronden en met gebruik van minder in de persoonlijke levenssfeer binnendringende instrumenten kan worden geweigerd of ingetrokken. Bij het verrichten van het eigen onderzoek door de gemeente dient een onderscheid gemaakt te worden tussen een 'lichte toets' en een 'diepgaande toets'. Met een lichte toets wordt een globaal onderzoek van de door betrokkene overlegde bescheiden bedoeld. Komt daaruit iets opvallends naar voren, bijvoorbeeld een merkwaardige financiering, dan kunnen de bescheiden nauwkeuriger gecheckt worden. Dit is de diepgaande toets. Afhankelijk van de resultaten van de diepgaande toets kan vervolgens advies aan bureau BIBOB gevraagd worden. De hieronder beschreven procedure is tevens schematisch weergeven in bijlage 1. a. Onderzoek door de gemeente zelf In Vaals wordt voor de toetsing van de vergunningaanvragen in het algemeen de hieronder beschreven procedure gevolgd. 1. Bij alle aanvragen controleert en analyseert bureau WOSEZ: - de door de aanvrager van de vergunning beantwoorde vragen die zijn opgenomen in het reguliere aanvraagformulier; - de aangeleverde documenten die moeten worden meegestuurd op grond van het reguliere aanvraagformulier; - open bronnen onderzoek (Kamer van Koophandel, Kadaster, Verklaring omtrent het Gedrag enz.) 2. Vervolgens vult bureau WOSEZ de indicatorenlijst in en bespreekt deze met de AOV/OOV. Hiermee (1 en 2) is de lichte toets voltooid. Indien op alle vragen uit de indicatorenlijst ontkennend geantwoord is en geen andere vragen meer zijn, kan de reguliere procedure met betrekking tot de vergunningaanvraag verder doorlopen worden. Voortzetting van de reguliere procedure betekent dat op basis van de beschikbare informatie de vergunning ofwel verleend wordt dan wel geweigerd wordt. 3. Indien uit bovengenoemd overleg tussen WOSEZ en AOV/OOV geconcludeerd wordt dat er aanwijzingen zijn om een nader onderzoek uit te voeren, wordt de aanvrager gevraagd de BIBOBvragenlijst natuurlijk persoon of rechtspersoon in te vullen. Hiermee wordt de zogenaamde diepgaande toets in werking gezet. Indien de aanvrager weigert zijn medewerking te verlenen bij het overleggen van de gevraagde gegevens c.q. de BIBOB-vragenlijst weigert in te vullen zal hij nadrukkelijk worden uitgenodigd alsnog de benodigde gegevens te overleggen en de vragenlijst in te vullen. Als dan blijkt dat onvoldoende medewerking wordt verleend kan dit grond zijn voor weigering van de vergunning krachtens artikel 3 van de Wet BIBOB. Vervolgens worden de nieuw aangereikte gegevens (d.i. de ingevulde BIBOB-vragenlijst en eventueel andere overlegde bescheiden) gescreend door bureau WOSEZ. Bureau WOSEZ bespreekt de resultaten van de screening met de AOV/OOV. De jurist BO wordt geïnformeerd en zo nodig door de AOV/OOV om advies gevraagd. Indien de AOV/OOV in overleg met bureau WOSEZ op basis van deze screening concludeert dat er onvoldoende aanwijzingen zijn om een nader onderzoek uit te voeren, kan de reguliere procedure met betrekking tot de vergunningaanvraag voortgezet worden. Voortzetting van de reguliere procedure kan twee uitkomsten hebben: weigeren van de vergunning of verlenen van de vergunning. De vergunning zal Pagina 2 van 5
geweigerd worden indien de gemeente op basis van bovenstaande screening genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen vermoeden dat er sprake is van een ernstig vermoeden als bedoeld in de wet. De vergunning zal verleend worden indien dit vermoeden er niet is. 4. Indien echter na de diepgaande toets nog vragen blijven bestaan, dan kan het bestuursorgaan een advies aanvragen bij het landelijke bureau BIBOB. Dit wordt in ieder geval gedaan in de volgende gevallen: - er blijven vragen bestaan over de bedrijfsstructuur; - er blijven vragen bestaan over de financiering van het bedrijf; - er blijven vragen bestaan over de omstandigheden in de persoon van de aanvrager, de financier van de onderneming of de eigenaar van het pand waarin de onderneming is gevestigd; - indien de officier van justitie de gemeente adviseert om ingeval van een bepaalde aanvraag of vergunning een advies aan het landelijke bureau BIBOB te vragen. b. Onderzoek door bureau BIBOB Het bureau BIBOB zal, als er een advies is gevraagd, een nader onderzoek instellen en een advies uitbrengen over de mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet BIBOB. Het bureau BIBOB valt onder het Minsterie van Justitie en heeft inzage in een aantal openbare en gesloten bronnen (bijvoorbeeld de belastingdienst, de Centrale Justitiële Documentatie, de Immigratie- en Naturalisatiedienst, het Openbaar Ministerie etc.) en kan hierdoor een diepgaander onderzoek verrichten dan het bestuursorgaan. Een bijzonderheid is dat niet alleen de aanvrager en personen die deel uit maken van het bedrijf of de onderneming van de aanvrager in het onderzoek worden betrokken, maar ook personen of rechtspersonen die bedrijfsactiviteiten van betrokkene financieren of in een zakelijk samenwerkingsverband met betrokkene hebben. De beslissing van de gemeente Vaals een verzoek bij het bureau BIBOB in te dienen tot het uitbrengen van een BIBOB-advies is geen beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hiertegen kan derhalve geen bezwaar of beroep worden ingesteld. Wel kan de betrokkenen de vergunningaanvraag intrekken waardoor ook de aanvraag van het BIBOB-advies wordt stopgezet. Procedure Als er een BIBOB-advies wordt aangevraagd zal de aanvrager/houder van de vergunning hierover worden geïnformeerd door het bestuursorgaan (mededelingsplicht). Eventuele aanvullende vragen van het bureau BIBOB zullen via de gemeente Vaals aan de betrokkene worden gesteld. Het bureau BIBOB moet in beginsel binnen 4 weken adviseren aan de gemeente Vaals. Deze termijn kan eenmaal met 4 weken worden verlengd. De gemeente wordt hierover door bureau BIBOB geïnformeerd en zal op haar beurt de betrokkene hiervan in kennis stellen. De beslistermijn voor de gemeente om te beslissen op de vergunningaanvraag wordt opgeschort gedurende de adviestermijn van het bureau BIBOB. De gemeente zal, indien het voornemen bestaat een negatieve beslissing te nemen op grond van een BIBOB-advies, de betrokkene in de gelegenheid stellen zijn zienswijze naar voren te brengen. Betrokkene kan het BIBOB-advies dan inzien.derden die genoemd zijn in de beslissing worden aangemerkt als belanghebbenden in de zin van artikel 4:8 Awb en moeten, indien te verwachten is dat zij bedenkingen hebben tegen de beslissing, ook in de gelegenheid worden gebracht om hun zienswijze naar voren te brengen. Derden hebben overigens niet het recht om het BIBOB-advies in zijn geheel in te zien. Tegen de uiteindelijke beslissing van de gemeente om een vergunning te weigeren c.q. in te trekken en waarin een BIBOB-advies is verwerkt kan wel bezwaar worden aangetekend. Geheimhoudingsplicht Het advies van het bureau BIBOB zal worden gebruikt ter onderbouwing van de uiteindelijke beslissing omtrent de verlening dan wel intrekking van de vergunning. Het advies moet geheim worden Pagina 3 van 5
gehouden. Slechts gegevens die noodzakelijk zijn ter motivering van de gevraagde vergunning zullen worden bekend gemaakt aan de betrokkene en worden opgenomen in de beslissing op de vergunningaanvraag. Indien betrokkene dat wenst, mag deze het BIBOB-advies inzien; betrokkene mag er echter geen kopie van ontvangen. Gegevens over derden, die noodzakelijk zijn ter motivering van het besluit zullen ook aan deze derden ter kennis worden gebracht. Het BIBOB-advies Een door bureau BIBOB uitgebracht advies kan drie uitkomsten hebben. 1. Er kan geconstateerd worden dat er geen gevaar is dat de gewenste vergunning wordt misbruikt voor criminele activiteiten. Het bestuursorgaan kan de vergunning dan gewoon verlenen. 2. Ook kan het onderzoek uitwijzen dat er een mindere mate van gevaar bestaat. Het bestuursorgaan heeft in die situatie de mogelijkheid om extra voorwaarden te verbinden aan het verlenen van de vergunning. 3. Tot slot kan bureau BIBOB ernstig gevaar constateren. Het bestuursorgaan kan dan negatief beschikken. Het bestuursorgaan ontvangt van bureau BIBOB altijd een gemotiveerd advies waarin aangegeven wordt welke informatiebronnen zijn geraadpleegd en hoe het bureau tot de conclusie van het advies is gekomen. Dit advies is niet bindend. Het bestuursorgaan heeft derhalve de vrijheid haar besluit te baseren op het advies, het advies in het geheel niet te gebruiken dan wel nadere voorwaarden te stellen in de te verlenen vergunning. III BIBOB-procedure voor verleende vergunningen Zoals hierboven aangegeven geldt de Wet BIBOB niet alleen voor nieuwe vergunningaanvragen, maar ook voor reeds verleende vergunningen. Voor de toetsing van de reeds verleende vergunningen wordt dezelfde procedure gevolgd als voor de nieuwe aanvragen. Er moet echter wel een aanleiding zijn om een reeds verleende vergunning opnieuw te bekijken. Deze aanleiding kan bestaan uit een advies van de officier van justitie. Ook een hoge mutatiefrequentie voor een bepaald pand of informatie van derden kan aanleiding zijn de vergunninghouder de BIBOB-vragenlijst te laten invullen. Indien de vergunninghouder weigert zijn medewerking te verlenen bij het overleggen van de gevraagde gegevens c.q. de BIBOB-vragenlijst weigert in te vullen zal hij nadrukkelijk worden uitgenodigd alsnog de benodigde gegevens te overleggen en de vragenlijst in te vullen. Als dan blijkt dat onvoldoende medewerking wordt verleend kan dit grond zijn voor intrekking van de vergunning krachtens artikel 3 van de Wet BIBOB. De BIBOB-procedure met betrekking tot reeds verleende vergunning is schematisch weergegeven in bijlage 2. IV BIBOB-procedure voor vergunningaanvragen seksinrichtingen en speelautomatenhallen Bij de aanvraag voor het exploiteren van een seksinrichting of een speelautomatenhal wordt eveneens de hierboven onder 2) beschreven procedure gevolgd, met dien verstande dat de vergunningaanvrager naast het reguliere aanvraagformulier ook al meteen verzocht wordt om de 'BIBOB-vragenlijst natuurlijk persoon of rechtspersoon' in te vullen. De lichte toets wordt als het ware overgeslagen; er wordt meteen gestart met de diepgaande toets. Reden hiervoor is gelegen in de aard van deze inrichtingen. Vergunningaanvragen voor het exploiteren van een seksinrichting of een speelautomatenhal zullen overigens slechts zeer sporadisch voorkomen. Met betrekking tot deze inrichtingen hanteert de gemeente Vaals namelijk het beleid van maximaal 1 seksinrichting en 1 speelautomatenhal. Pas als de huidige exploitant van de seksinrichting of de speelautomatenhal (al dan niet vrijwillig) vertrekt en zich een nieuwe exploitant aanmeldt voor een vergunning, gaat het bovengenoemde BIBOB-traject van start. De BIBOB-procedure voor deze vergunningaanvragen is schematisch weergegeven in bijlage 3. Pagina 4 van 5
Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Vaals d.d. 4 juli 2005. De griffier, De voorzitter, Alsdus besloten door het college van burgemeester en wethouders van Vaals d.d. 17 mei 2005. De secretaris, De burgemeester, Vaals, 17 mei 2005 De burgemeester van Vaals, Mw. drs. M.J.I. Quint-Maagdenberg Bekend gemaakt door: A.M.A.G. Vollers Publicatie in het Vaalser Weekblad d.d. Publicatie op de website van de gemeente Vaals d.d. In werking treding: 1 augustus 2005 Pagina 5 van 5