QRVA 50 050 QRVA 50 050 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et réponses écrites 753
5856 QRVA 50 050 AGALEV-ECOLO : Anders gaan leven / Écologistes (confédérés pour l organisation de luttes originales) CVP : Christelijke Volkspartij FN : Front National PRL FDF MCC : Parti Réformateur libéral - Front démocratique des francophones - Mouvement des citoyens pour le changement PS : Parti socialiste PSC : Parti social-chrétien SP : Socialistische Partij VLAAMS BLOK : Vlaams Blok VLD : Vlaamse Liberalen en Democraten VU&ID : Volksunie&ID21 (Integrale Democratie voor de 21e eeuw) Afkortingen bij de nummering van de publicaties: Abréviations dans la numérotation des publications: DOC 50 0000/000: Parlementair document van de 50e zittingsperiode + het nummer en het volgnummer DOC 50 0000/000: Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n o et du n o consécutif QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden QRVA : Questions et Réponses écrites HA : Handelingen (Integraal Verslag) HA : Annales (Compte Rendu Intégral) BV : Beknopt Verslag CRA : Compte rendu analytique PLEN : Plenum PLEN : Séance plénière COM : Commissievergadering COM : Réunion de commission Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen: Natieplein 2 Place de la Nation 2 1008 Brussel 1008 Bruxelles Tel.: 02/549 81 60 Tél.: 02/549 81 60 Fax: 02/549 82 74 Fax: 02/549 82 74 www.dekamer.be e-mail: alg.zaken@de Kamer.be Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes: www.lachambre.be e-mail: aff.generales@lachambre.be
QRVA 50 050 5857 INHOUD Blz. Pages SOMMAIRE Eerste minister Premier ministre Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie 5875 Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 5876 Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu 5877 Vice-premier ministre et ministre de l Emploi Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l Intégration sociale et de l Économie sociale Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports Minister van Binnenlandse Zaken 5879 Ministre de l Intérieur Minister van Sociale Zaken en Pensioenen 5889 Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l Environnement Ministre des Affaires sociales et des Pensions Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l administration Minister van Landsverdediging 5893 Ministre de la Défense Minister van Landbouw en Middenstand Ministre de l Agriculture et des Classes moyennes Minister van Justitie 5895 Ministre de la Justice Minister van Financiën 5899 Ministre des Finances Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid 5902 Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques Ministre de l Économie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Secrétaire d État adjointe au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d État à la Coopération au développement Secrétaire d État à l Énergie et au Développement durable Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d avis chargé de questions européennes Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
5858 QRVA 50 050 Vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1999. * Questions auxquelles il n a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1999. * Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l Emploi 4-4-2000 86 Francis Van den Eynde 3467 30-5-2000 106 Yves Leterme 4359 Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 28-2-2000 137 Jan Mortelmans 2792 22-3-2000 167 Jan Mortelmans 3076 14-4-2000 173 Luc Paque 3693 5-5-2000 194 Olivier Chastel 3997 8-5-2000 196 Tony Smets 3998 8-5-2000 198 Francis Van den Eynde 3999 23-5-2000 202 Richard Fournaux 4201 24-5-2000 203 Olivier Maingain 4202 25-5-2000 205 Francis Van den Eynde 4360 30-5-2000 207 Yves Leterme 4361 6-6-2000 209 Olivier Chastel 4363 12-7-2000 241 Aimé Desimpel 4967 17-7-2000 244 Jan Mortelmans 5334 17-7-2000 247 Jan Mortelmans 5335 17-7-2000 249 Jan Mortelmans 5336 20-7-2000 255 Lode Vanoost 5340 20-7-2000 256 Lode Vanoost 5341 20-7-2000 257 Lode Vanoost 5342 20-7-2000 259 Lode Vanoost 5344 1-8-2000 260 Lode Vanoost 5344 1-8-2000 262 Lode Vanoost 5346 3-8-2000 265 Lode Vanoost 5348 18-8-2000 267 Jan Eeman 5349 31-8-2000 272 Olivier Maingain 5352 4-9-2000 273 Karel Van Hoorebeke 5353 7-9-2000 274 Yves Leterme 5509 11-9-2000 276 Daan Schalck 5510 8-9-2000 277 Mw. Annemie Van de Casteele 5743 8-9-2000 278 Mw. Annemie Van de Casteele 5743 18-9-2000 279 Peter Vanvelthoven 5744 18-9-2000 280 Francis Van den Eynde 5744 18-9-2000 281 Mw. Joke Schauvliege 5745 20-9-2000 282 Claude Eerdekens 5746 25-9-2000 283 Bart Laeremans 5865 25-9-2000 284 Bart Laeremans 5865 25-9-2000 285 Bart Laeremans 5866 25-9-2000 286 Bart Laeremans 5866 25-9-2000 287 Bart Laeremans 5866 Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l Environnement Volksgezondheid Santé publique 9-5-2000 122 Jo Vandeurzen 4000 21-9-2000 183 Claude Eerdekens 5867 * Lijst afgesloten op 3 november 2000 * Liste clôturée le 3 novembre 2000
QRVA 50 050 5859 Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l Intérieur 26-9-2000 198 Luc Goutry 5869 19-10-1999 42 Yves Leterme 727 20-10-1999 47 Bart Laeremans 728 20-10-1999 51 Bart Laeremans 731 23-11-1999 77 Luc Goutry 1151 22-2-2000 131 Guido Tastenhoye 2649 8-3-2000 147 Yves Leterme 3086 2-5-2000 172 Yves Leterme 3880 16-6-2000 201 Peter Vanvelthoven 4745 16-6-2000 202 Peter Vanvelthoven 4746 19-6-2000 204 Gerolf Annemans 4747 4-7-2000 217 Willy Cortois 4969 17-7-2000 226 Jan Mortelmans 5354 17-7-2000 227 André Schellens 5355 20-7-2000 231 Bart Laeremans 5355 7-8-2000 233 Servais Verherstraeten 5356 Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions Sociale Zaken Affaires sociales 23-11-1999 41 Mw. Alexandra Colen 1154 24-12-1999 61 Peter Vanvelthoven 1710 30-5-2000 143 Yves Leterme 4375 12-7-2000 170 Geert Bourgeois 4976 18-7-2000 176 Koen Bultinck 5358 21-8-2000 186 Servais Verherstraeten 5361 28-8-2000 187 Servais Verherstraeten 5362 8-9-2000 192 Mw. Yolande Avontroodt 5747 20-9-2000 195 Claude Eerdekens 5748 21-9-2000 196 Claude Eerdekens 5868 26-9-2000 197 Luc Goutry 5869 Pensioenen Pensions 17-3-2000 18 Jan Mortelmans 3102 30-5-2000 25 Yves Leterme 4376 10-8-2000 35 Mw. Kristien Grauwels 5364 Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 5-9-2000 90 Pieter De Crem 5368 18-9-2000 92 Olivier Maingain 5748 Minister van Justitie Ministre de la Justice 9-8-1999 6 Yves Leterme 32 10-8-1999 9 Yves Leterme 34 8-9-1999 31 Geert Bourgeois 216 16-9-1999 39 Yves Leterme 305 22-9-1999 49 Jean-Pierre Viseur 310 29-9-1999 56 Geert Bourgeois 422 1-10-1999 61 Geert Bourgeois 424 1-10-1999 62 Karel Van Hoorebeke 425 4-10-1999 63 Martial Lahaye 426 15-10-1999 72 Jo Vandeurzen 737 25-10-1999 87 Mw. Alexandra Colen 861 25-10-1999 91 Alfons Borginon 863 19-11-1999 106 Fred Erdman 1160 22-11-1999 108 Bert Schoofs 1162 24-11-1999 111 Fred Erdman 1165 19-1-2000 141 Yves Leterme 2050 9-2-2000 156 Mw. Alexandra Colen 2431
5860 QRVA 50 050 Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page 9-2-2000 157 Mw. Alexandra Colen 2432 9-2-2000 158 Mw. Alexandra Colen 2432 11-2-2000 160 Bart Laeremans 2504 21-2-2000 164 Hubert Brouns 2658 21-3-2000 183 Geert Bourgeois 3111 21-3-2000 184 Mw. Annemie Van de Casteele 3112 28-3-2000 187 Jean-Jacques Viseur 3365 28-3-2000 188 Fred Erdman 3366 25-4-2000 204 Mw. Frieda Brepoels 3807 2-5-2000 207 Yves Leterme 3883 3-5-2000 208 Gerolf Annemans 3883 10-5-2000 210 Jan Eeman 4016 18-5-2000 213 M me Zoé Genot 4209 29-5-2000 222 Yves Leterme 4382 2-6-2000 224 Jo Vandeurzen 4383 13-6-2000 227 Jean-Pierre Viseur 4551 15-6-2000 228 Mw. Frieda Brepoels 4750 23-6-2000 232 Jo Vandeurzen 4875 27-6-2000 233 Mw. Kristien Grauwels 4875 18-7-2000 239 Bart Laeremans 5369 1-8-2000 243 Yves Leterme 5371 7-8-2000 244 Olivier Maingain 5372 10-8-2000 246 Mw. Kristien Grauwels 5373 18-8-2000 248 Martial Lahaye 5374 18-8-2000 249 Jo Vandeurzen 5375 5-9-2000 253 Pieter De Crem 5377 5-9-2000 255 Yves Leterme 5377 6-9-2000 256 Francis Van den Eynde 5512 6-9-2000 258 Francis Van den Eynde 5513 15-9-2000 260 Mw. Magda De Meyer 5749 15-9-2000 261 Fred Erdman 5750 18-9-2000 262 Olivier Maingain 5750 18-9-2000 263 Yves Leterme 5751 Minister van Financiën Ministre des Finances 9-8-1999 9 Peter Vanvelthoven 43 8-9-1999 22 Marcel Hendrickx 130 8-9-1999 23 Jos Ansoms 221 8-9-1999 24 Jo Vandeurzen 222 9-9-1999 25 Geert Bourgeois 223 9-9-1999 26 Jan Mortelmans 225 10-9-1999 31 Francis Van den Eynde 228 15-9-1999 50 Mw. Trees Pieters 245 16-9-1999 52 Yves Leterme 311 13-10-1999 76 Guy D haeseleer 647 13-10-1999 77 Eric van Weddingen 648 18-10-1999 83 Bart Laeremans 743 19-10-1999 86 Mw. Trees Pieters 744 22-10-1999 93 Karel Van Hoorebeke 865 22-10-1999 97 Karel Van Hoorebeke 867 25-10-1999 100 Mw. Alexandra Colen 869 27-10-1999 104 Mw. Alexandra Colen 871 3-11-1999 108 Alfons Borginon 996 4-11-1999 109 Jean-Pierre Viseur 997 16-11-1999 115 Daniel Bacquelaine 1082 16-11-1999 116 Dirk Pieters 1082 17-11-1999 118 Jan Eeman 1084 22-11-1999 124 Lode Vanoost 1173 23-11-1999 126 Mw. Trees Pieters 1175 24-11-1999 131 Mw. Trees Pieters 1182 24-11-1999 132 Servais Verherstraeten 1186 25-11-1999 136 Mw. Trees Pieters 1340 3-12-1999 142 Dirk Van der Maelen 1456 3-12-1999 143 Dirk Pieters 1456 6-12-1999 146 Jacques Chabot 1459 7-12-1999 154 Willy Cortois 1465 17-12-1999 164 Mw. Annemie Van de Casteele 1717 17-12-1999 165 Mw. Annemie Van de Casteele 1717
QRVA 50 050 5861 Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page 20-12-1999 167 Dirk Pieters 1718 21-12-1999 171 Mw. Annemie Van de Casteele 1722 21-12-1999 174 Jan Eeman 1724 23-12-1999 176 Claude Eerdekens 1725 28-12-1999 180 Eric van Weddingen 1810 10-1-2000 184 Yves Leterme 1924 11-1-2000 186 Geert Bourgeois 1925 11-1-2000 187 Hubert Brouns 1927 13-1-2000 190 Mw. Simonne Creyf 2050 19-1-2000 198 Mw. Trees Pieters 2056 19-1-2000 200 Jean-Pierre Viseur 2059 19-1-2000 201 Jean-Pierre Viseur 2060 21-1-2000 204 Jean-Pierre Viseur 2200 21-1-2000 205 Jean-Pierre Viseur 2201 24-1-2000 208 Georges Lenssen 2205 25-1-2000 209 Peter Vanvelthoven 2206 25-1-2000 210 Claude Eerdekens 2206 3-2-2000 216 Mw. Joke Schauvliege 2435 9-2-2000 221 Olivier Maingain 2441 10-2-2000 223 Yves Leterme 2507 10-2-2000 224 Yves Leterme 2508 18-2-2000 231 Filip Anthuenis 2660 18-2-2000 232 Karel Van Hoorebeke 2661 18-2-2000 233 Jacques Lefevre 2661 28-2-2000 241 Luc Goutry 2804 28-2-2000 243 Mw. Trees Pieters 2805 1-3-2000 246 Luc Sevenhans 2810 7-3-2000 258 Luc Goutry 2938 8-3-2000 259 Yves Leterme 2938 13-3-2000 265 Yves Leterme 3115 14-3-2000 267 André Frédéric 3116 20-3-2000 278 Hubert Brouns 3124 23-3-2000 284 Yves Leterme 3367 5-4-2000 301 Jean-Pierre Viseur 3487 7-4-2000 306 Dirk Pieters 3589 14-4-2000 307 Koen Bultinck 3706 14-4-2000 309 Peter Vanvelthoven 3708 28-4-2000 315 Mw. Trees Pieters 3884 2-5-2000 318 Mw. Annemie Van de Casteele 3888 4-5-2000 321 Danny Pieters 4016 9-5-2000 327 Jean-Pol Henry 4019 10-5-2000 329 Robert Denis 4020 12-5-2000 332 Francis Van den Eynde 4110 15-5-2000 334 Geert Bourgeois 4111 16-5-2000 335 Geert Bourgeois 4112 18-5-2000 342 Hugo Coveliers 4213 19-5-2000 345 Dirk Pieters 4215 23-5-2000 359 Alfons Borginon 4222 26-5-2000 365 Jan Peeters 4385 29-5-2000 369 Jef Valkeniers 4386 30-5-2000 375 Jef Valkeniers 4390 30-5-2000 376 Yves Leterme 4390 31-5-2000 377 Claude Eerdekens 4391 31-5-2000 379 Claude Eerdekens 4392 31-5-2000 380 Claude Eerdekens 4392 31-5-2000 381 Jean-Pol Poncelet 4393 2-6-2000 383 Filip Anthuenis 4395 6-6-2000 385 Servais Verherstraeten 4396 8-6-2000 388 Richard Fournaux 4551 8-6-2000 390 Alfons Borginon 4552 8-6-2000 391 Mw. Trees Pieters 4553 13-6-2000 392 Jean-Jacques Viseur 4555 16-6-2000 398 Geert Bourgeois 4750 19-6-2000 400 Claude Eerdekens 4751 22-6-2000 402 Claude Eerdekens 4876 22-6-2000 404 Yves Leterme 4877 26-6-2000 406 Claude Eerdekens 4878 27-6-2000 407 Claude Eerdekens 4878 27-6-2000 408 Claude Eerdekens 4879 27-6-2000 410 Aimé Desimpel 4880 3-7-2000 413 Yves Leterme 4981 5-7-2000 419 Jean-Jacques Viseur 4985 5-7-2000 420 Jean-Jacques Viseur 4985 6-7-2000 421 Mw. Trees Pieters 4986
5862 QRVA 50 050 Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page 10-7-2000 422 Jo Vandeurzen 4987 10-7-2000 423 Georges Lenssen 4987 11-7-2000 424 Jozef Van Eetvelt 4988 12-7-2000 427 Aimé Desimpel 4989 12-7-2000 428 Aimé Desimpel 4990 17-7-2000 432 Luc Goutry 5378 17-7-2000 433 Tony Smets 5378 18-7-2000 434 Eric van Weddingen 5379 19-7-2000 435 Pierre Lano 5380 31-7-2000 436 Mw. Yolande Avontroodt 5382 3-8-2000 437 Jean-Pierre Viseur 5384 3-8-2000 438 Olivier Maingain 5385 10-8-2000 439 Mw. Kristien Grauwels 5386 17-8-2000 440 Jo Vandeurzen 5387 17-8-2000 441 Jo Vandeurzen 5388 31-8-2000 442 Olivier Maingain 5388 31-8-2000 443 Olivier Maingain 5389 4-9-2000 444 Jo Vandeurzen 5389 5-9-2000 445 Jo Vandeurzen 5390 5-9-2000 446 Alfons Borginon 5391 5-9-2000 447 Jo Vandeurzen 5391 11-9-2000 448 Jan Eeman 5514 11-9-2000 449 Hubert Brouns 5515 13-9-2000 450 Yves Leterme 5515 13-9-2000 451 Yves Leterme 5751 15-9-2000 452 Daan Schalck 5752 15-9-2000 453 Yves Leterme 5752 18-9-2000 454 Servais Verherstraeten 5753 18-9-2000 455 Aimé Desimpel 5754 18-9-2000 456 Yves Leterme 5754 20-9-2000 457 Claude Eerdekens 5755 21-9-2000 458 Claude Eerdekens 5870 21-9-2000 459 Claude Eerdekens 5870 21-9-2000 460 Claude Eerdekens 5871 26-9-2000 461 Mw. Simonne Creyf 5872 26-9-2000 462 Yves Leterme 5872 Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques Telecommunicatie Télécommunications 20-7-2000 122 Yves Leterme 5392 20-7-2000 123 Bart Laeremans 5393 20-7-2000 124 Jean-Pol Poncelet 5394 8-8-2000 125 Jan Mortelmans 5394 10-8-2000 126 Mw. Kristien Grauwels 5395 24-8-2000 127 Yves Leterme 5395 8-9-2000 128 Mw. Annemie Van de Casteele 5755 18-9-2000 129 Olivier Maingain 5756 Overheidsbedrijven en Participaties Entreprises et Participations publiques 20-7-2000 39 Bart Laeremans 5396 20-7-2000 40 Bart Laeremans 5397 1-8-2000 41 Mw. Frieda Brepoels 5397 10-8-2000 42 Mw. Kristien Grauwels 5398 18-8-2000 43 Geert Bourgeois 5398 20-9-2000 44 Claude Eerdekens 5757 Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l Économie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Economie Économie 19-1-2000 42 Mw. Trees Pieters 2064
QRVA 50 050 5863 Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page 14-4-2000 61 M me Colette Burgeon 3709 10-8-2000 89 Mw. Kristien Grauwels 5400 7-9-2000 91 Mw. Joke Schauvliege 5516 20-9-2000 94 Claude Eerdekens 5758 27-6-2000 45 Mw. Kristien Grauwels 4884 17-7-2000 49 Mw. Simonne Creyf 5401 17-7-2000 50 Mw. Simonne Creyf 5401 7-9-2000 52 Mw. Joke Schauvliege 5517 Wetenschappelijk Onderzoek Recherche scientifique Grootstedenbeleid Politique des grandes villes 25-10-1999 9 Alfons Borginon 873 25-11-1999 26 Jean-Pol Poncelet 1349 13-1-2000 35 Filip Anthuenis 2066 16-6-2000 3 Geert Bourgeois 4754 27-6-2000 4 Mw. Kristien Grauwels 4885 754
QRVA 50 050 5865 (Fr.): In het Frans gestelde vraag. (N.): In het Nederlands gestelde vraag. (Fr.): Question posée en français. (N.): Question posée en néerlandais. Vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). Questions auxquelles il n a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre). Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports DO 1999200011812 DO 1999200011812 Vraag nr. 283 van de heer Bart Laeremans van 25 september NMBS. Eentalige reclame in Brusselse bioscopen. Op 13 april 2000 heeft de Vaste Commissie voor taaltoezicht gesteld dat de NMBS de taalwet heeft overtreden door «ééntalig-franstalige publiciteit» te maken in de Brusselse bioscopen. 1. Welk gevolg heeft de NMBS gegeven aan deze veroordeling? 2. Wordt er ter compensatie nu een ééntalig- Nederlandstalige reclamecampagne op het getouw gezet? Question n o 283 de M. Bart Laeremans du 25 septembre SNCB. Publicité unilingue dans les cinémas bruxellois. Le 13 avril 2000, la Commission permanente de contrôle linguistique a jugé que la SNCB avait enfreint la loi sur l emploi des langues en ayant fait diffuser des messages publicitaires unilingues francophones dans les cinémas bruxellois. 1. Quelles suites la SNCB a-t-elle réservées à cette condamnation? 2. Mènera-t-elle en compensation une campagne de publicité unilingue néerlandophone? DO 1999200011813 DO 1999200011813 Vraag nr. 284 van de heer Bart Laeremans van 25 september NMBS. Verdeling der betrekkingen. 1. Wat is het aantal personeelsleden per district, en voor het district Centrum, per taalgroep, voor elk van de diensten van de NMBS? 2. Hoeveel personeelsleden tellen de centrale diensten? Question n o 284 de M. Bart Laeremans du 25 septembre SNCB. Répartition des emplois. 1. Quel est le nombre total de membres du personnel par district et, en ce qui concerne le district central, le nombre total de membres du personnel par groupe linguistique, dans chacun des services de la SNCB? 2. Combien de membres du personnel sont occupés au sein des services centraux?
5866 QRVA 50 050 DO 1999200011814 DO 1999200011814 Vraag nr. 285 van de heer Bart Laeremans van 25 september NMBS. Vervoerdiensten. Kostprijs. 1. Wat is de specifieke kostprijs van elke soort vervoerdienst: binnenlandse reizigers, internationale reizigers, goederen en pakjesdienst? Question n o 285 de M. Bart Laeremans du 25 septembre SNCB. Services de transport. Coût. 1. Quel est le coût spécifique de chacun des types de transports suivants: transport intérieur de voyageurs, transport international de voyageurs, transport de marchandises, colis? 2. Welke opbrengst staat hier telkens tegenover? 2. Quels sont les bénéfices réalisés pour chaque type de transport? 3. Hoeveel bedragen de algemene kosten en hoe worden die aan elke soort dienst aangerekend? 3. À combien s élèvent les frais généraux de ces services et de quelle manière ces frais leur sont-ils imputés? DO 1999200011815 DO 1999200011815 Vraag nr. 286 van de heer Bart Laeremans van 25 september NMBS. Financieel resultaat van de uitbating van de hogesnelheidstreinen. 1. Daar de Belgische federatie praktisch de enige aandeelhouder is van de NMBS, en dus ook moet opdraaien voor de eventuele verliezen ervan, kan u meedelen of de uitbating van de hogesnelheidstreinen tijdens het afgelopen jaar winst of verlies heeft opgeleverd en om welke bedragen het eventueel gaat? 2. Kan u deze cijfers meedelen per uitgebate lijn: van Brussel naar Parijs, naar Londen, naar Rijsel, naar Amsterdam en naar Keulen? 3. Indien er verlies werd geboekt, kan u meedelen op welke wijze dit werd gedekt en welke maatregelen overweegt u om aan die verliezen een einde te maken? Question n o 286 de M. Bart Laeremans du 25 septembre SNCB. Résultats financiers de l exploitation du train à grande vitesse. 1. L État belge est pour ainsi dire le seul actionnaire de la SNCB et doit par conséquent prendre en charge les pertes financières de cette société. Pourriez-vous dès lors me donner des précisions sur les bénéfices ou les pertes d exploitation du train à grande vitesse au cours de l année écoulée? De quels montants s agit-il? 2. Pourriez-vous me communiquer ces chiffres par ligne exploitée, à savoir: Bruxelles-Paris, Bruxelles- Londres, Bruxelles-Lille, Bruxelles-Amsterdam et Bruxelles-Cologne? 3. En cas de pertes financières éventuelles, comment celles-ci ont-elles été couvertes et quelles mesures envisagez-vous pour y mettre fin? DO 1999200011816 DO 1999200011816 Vraag nr. 287 van de heer Bart Laeremans van 25 september NMBS. Verdeelsleutel der betrekkingen. Uit het antwoord van uw voorganger op vraag nr. 993 van 11 april 1994 van de heer Van Nieuwenhuysen bleek dat de NMBS bij aanwerving en bevordering de verdeelsleutel van de betrekkingen, zoals vastgelegd in het taalkaderbesluit, niet naleefde, noch wat de statutaire personeelsleden betrof, noch wat de Question n o 287 de M. Bart Laeremans du 25 septembre SNCB. Clé de répartition des emplois. La réponse de votre prédécesseur à la question n o 993 du 11 avril 1994 de M. Van Nieuwenhuysen a fait apparaître que pour les recrutements et les promotions, la SNCB ne respecte pas la clé de répartition des emplois tel que déterminée dans l arrêté fixant les cadres linguistiques, ni en ce qui concerne les agents
QRVA 50 050 5867 contractuelen betrof (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1994-1995, nr. 133, blz. 13864). Ingevolge een klacht tegen dergelijke gebruiken stelde de Vaste Commissie voor taaltoezicht vast dat de klacht gegrond was en dat de NMBS bij aanwerving en bevordering de in het taalkaderbesluit vastgelegde verdeelsleutel moet volgen. statutaires, ni en ce qui concerne les contractuels (Questions et Réponses, Chambre, 1994-1995, n o 133, p. 13864). À la suite d une plainte déposée à ce sujet, la Commission permanente de contrôle linguistique a estimé que la plainte était fondée et que la SNCB devait respecter la clé de répartition fixée dans l arrêté pour les recrutements et les promotions. 1. Welk gevolg werd aan dit advies gegeven? 1. Quelle suite a été réservée à cet avis? 2. Ondertussen werd het toen geldende taalkaderbesluit door de Raad van State vernietigd. a) Wat is de huidige effectieve verdeling der betrekkingen in de NMBS-diensten, in dewelke taalkaders moeten worden bepaald, per taaltrap, wat de statutairen en de contractuelen betreft? b) Welke verdeelsleutel wordt door de NMBS, bij gebreke aan een taalkaderbesluit, gehanteerd bij aanwerving en bevordering? 3. a) Meent u niet dat ook voor de filialen van de NMBS taalkaders moeten worden ingevoerd? b) Welk advies heeft de Vaste Commissie voor taaltoezicht hierover uitgebracht? 2. Entre-temps, l arrêté en question a été annulé par le Conseil d État. a) Quelle est la répartition effective actuelle des emplois au sein des services de la SNCB où des cadres linguistiques doivent être fixés, par degré linguistique, en ce qui concerne les statutaires et les contractuels? b) Quelle clé de répartition la SNCB utilise-t-elle, à défaut d arrêté fixant des cadres linguistiques, pour les recrutements et les promotions? 3. a) Ne pensez-vous pas que des cadres linguistiques devraient aussi être instaurés pour les filiales de la SNCB? b) Quel avis la Commission permanente de contrôle linguistique a-t-elle rendu à ce sujet? Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l Environnement Volksgezondheid Santé publique DO 1999200011810 DO 1999200011810 Vraag nr. 183 van de heer Claude Eerdekens van 21 september 2000 (Fr.): Gehoorstoornissen. Voorlichting van de patiënt. Terugbetaling van de kosten. Alle patiënten die met gezondheidsproblemen kampen, hebben recht op informatie over hun aandoening. Blijkens een enquête in het tijdschrift Test Gezondheid nr. 38 van augustus-september 2000 zouden bijna 20 % van de patiënten nooit zijn ingelicht over de precieze oorzaak van hun slechthorendheid. Men stelt tevens vast dat vaak te weinig nauwkeurige informatie over de graad van gehoorverlies en het type gehoorstoornis wordt verstrekt. Die inlichtin- Question n o 183 de M. Claude Eerdekens du 21 septembre 2000 (Fr.): Déficience auditive. Information du patient. Remboursement de frais. Comme face à n importe quel problème de santé, le patient a le droit d obtenir toutes les informations relatives à sa déficience. Selon une enquête du magazine de Test Santé n o 38 d août-septembre 2000, il ressort que presque 20 % des personnes interrogées n ont jamais été informées de la cause exacte de leur problème auditif. On constate également qu il y a souvent un manque d information précise sur le niveau de gravité de la perte auditive et sur le type de déficience. Ces
5868 QRVA 50 050 gen zijn echter niet zonder belang. Als het gehoorverlies meer dan 40 decibel bedraagt, heeft de patiënt in theorie immers recht op 2 jaar revalidatie in een audiologische dienst die aan een revalidatiecentrum is verbonden. 1. Werden al aanbevelingen aan de keel-, neus- en oorartsen (KNO) gericht om hen ertoe aan te zetten die inlichtingen te verstrekken? 2. Mag een opticien of een KNO-arts hoorapparaten verkopen? 3. Patiënten met een hoorapparaat klagen vooral over de prijs van de batterijen in verhouding tot hun levensduur. Kan een terugbetaling van die batterijen volgens u worden overwogen? informations sont loin d être insignifiantes. En effet, si la perte auditive s élève à plus de 40 décibels, le patient a droit, en théorie, à 2 ans de revalidation dans un centre d audiologie lié à un centre de revalidation. 1. Des recommandations ont-elles déjà été formulées auprès des médecins oto-rhino-laryngologistes (ORL) pour diffuser cette information? 2. Un opticien ou un ORL peut-il vendre des appareils auditifs? 3. Pour les patients, le point le plus négatif de l aide auditive est le prix des piles proportionnellement à leur durée de vie. Un remboursement de ces piles vous semble-t-il envisageable? Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions Sociale Zaken Affaires sociales DO 1999200011810 DO 1999200011810 Vraag nr. 196 van de heer Claude Eerdekens van 21 september 2000 (Fr.): Gehoorstoornissen. Voorlichting van de patiënt. Terugbetaling van de kosten. Alle patiënten die met gezondheidsproblemen kampen, hebben recht op informatie over hun aandoening. Blijkens een enquête in het tijdschrift Test Gezondheid nr. 38 van augustus-september 2000 zouden bijna 20 % van de patiënten nooit zijn ingelicht over de precieze oorzaak van hun slechthorendheid. Men stelt tevens vast dat vaak te weinig nauwkeurige informatie over de graad van gehoorverlies en het type gehoorstoornis wordt verstrekt. Die inlichtingen zijn echter niet zonder belang. Als het gehoorverlies meer dan 40 decibel bedraagt, heeft de patiënt in theorie immers recht op 2 jaar revalidatie in een audiologische dienst die aan een revalidatiecentrum is verbonden. 1. Werden al aanbevelingen aan de keel-, neus- en oorartsen (KNO) gericht om hen ertoe aan te zetten die inlichtingen te verstrekken? 2. Mag een opticien of een KNO-arts hoorapparaten verkopen? 3. Patiënten met een hoorapparaat klagen vooral over de prijs van de batterijen in verhouding tot hun Question n o 196 de M. Claude Eerdekens du 21 septembre 2000 (Fr.): Déficience auditive. Information du patient. Remboursement de frais. Comme face à n importe quel problème de santé, le patient a le droit d obtenir toutes les informations relatives à sa déficience. Selon une enquête du magazine de Test Santé n o 38 d août-septembre 2000, il ressort que presque 20 % des personnes interrogées n ont jamais été informées de la cause exacte de leur problème auditif. On constate également qu il y a souvent un manque d information précise sur le niveau de gravité de la perte auditive et sur le type de déficience. Ces informations sont loin d être insignifiantes. En effet, si la perte auditive s élève à plus de 40 décibels, le patient a droit, en théorie, à 2 ans de revalidation dans un centre d audiologie lié à un centre de revalidation. 1. Des recommandations ont-elles déjà été formulées auprès des médecins oto-rhino-laryngologistes (ORL) pour diffuser cette information? 2. Un opticien ou un ORL peut-il vendre des appareils auditifs? 3. Pour les patients, le point le plus négatif de l aide auditive est le prix des piles proportionnellement à
QRVA 50 050 5869 levensduur. Kan een terugbetaling van die batterijen volgens u worden overwogen? leur durée de vie. Un remboursement de ces piles vous semble-t-il envisageable? DO 1999200011818 DO 1999200011818 Vraag nr. 197 van de heer Luc Goutry van 26 september Lijfrente voor nabestaanden van slachtoffers van arbeidsongevallen met dodelijke afloop in de visserijsector. Op 8 maart 1999 deed de heer F. Ghesquière navraag naar de gelijkschakeling van samenwonenden met gehuwden wat betreft de lijfrente voor arbeidsongevallen met dodelijke afloop (vraag nr. 729 van 3 februari 1999, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1998-1999, nr. 167, blz. 22458). In veel sectoren van de sociale zekerheid is deze zaak reeds geregeld. Zijn vraag gebeurde naar aanleiding van de ramp met de «Sea Hunter» die aan vier vissers het leven kostte. Gezien deze zaak nog niet is geregeld in de visserijsector en gezien de lage brutoloonschalen doet het bovengenoemd probleem zich schrijnend voor. Vooral de samenwonende partner van de visser (niet de echtgenote) blijft volledig in de kou staan. Op zijn vraag stelde de toenmalige minister dat het advies werd gevraagd van het beheerscomité van het Fonds voor arbeidsongevallen. Tot op heden werd nog geen verder nieuws meegedeeld. Wat is de stand van zaken in deze aangelegenheid? Question n o 197 de M. Luc Goutry du 26 septembre Retraite pour les descendants des victimes d accidents du travail mortels dans le secteur de la pêche. Le 8 mars 1999, M. F. Ghesquière avait interrogé le ministre au sujet de l assimilation des cohabitants aux personnes mariées en ce qui concerne la retraite en cas d accidents du travail mortels (question n o 729 du 3 février 1999, Questions et Réponses, Chambre, 1998-1999, n o 167, p. 22458). Dans de nombreux secteurs de la sécurité sociale, ce problème a déjà été réglé. M. F. Ghesquière avait posé cette question après la catastrophe du «Sea Hunter» qui a coûté la vie à quatre pêcheurs. Ce problème n étant pas encore réglé dans le secteur de la pêche et étant donné que les échelles de salaires bruts y sont basses, le problème susmentionné prend des proportions alarmantes, plus particulièrement pour le partenaire qui cohabite avec le pêcheur (pas l épouse donc) et est complètement ignoré. En réponse à sa question, le ministre de l époque avait déclaré qu il demanderait l avis du comité de gestion du Fonds des accidents du travail. À ce jour, aucune information n a été publiée à ce sujet. Où en est ce dossier? DO 1999200011821 DO 1999200011821 Vraag nr. 198 van de heer Luc Goutry van 26 september Gewaarborgde gezinsbijslagen. Geplaatste kinderen. Voor degenen die geen beroep kunnen doen op kinderbijslag in het kader van de regeling voor werknemers, zelfstandigen of overheidspersoneel, kan beroep gedaan worden op de gewaarborgde gezinsbijslag die werd geconcipieerd als een soort onderste vangnet. Dit vangnet biedt echter geen soelaas voor kinderen die ten laste van een openbare overheid geplaatst zijn in een instelling of bij een particulier. Voor deze laatst genoemde categorie is geen kinder- Question n o 198 de M. Luc Goutry du 26 septembre Allocations familiales garanties. Enfants placés. Les personnes qui ne relèvent pas du régime des allocations familiales pour travailleurs salariés, indépendants et agents de la fonction publique entrent en ligne de compte pour les allocations familiales garanties, lesquelles constituent en quelque sorte un filet de sécurité. Cependant, ce filet de sécurité est inexistant pour les enfants placés, à la charge d une autorité publique, dans une institution ou chez un particulier. Pour cette dernière catégorie, les allocations familiales
5870 QRVA 50 050 bijslag verschuldigd en is bijgevolg de verdeelsleutel 2/3-1/3 dan ook niet van toepassing. 1. Hoe verantwoordt u dat de regeling van de gewaarborgde gezinsbijslag in het geval van de geplaatste kinderen haar functie als onderste vangnet niet opneemt? 2. Is er een oplossing mogelijk voor deze geplaatste kinderen via de zogenaamde behartenswaardige gevallen? ne sont pas dues et la clé de répartition 2/3-1/3 n est dès lors pas d application. 1. Comment expliquez-vous que, dans le cas d enfants placés, les allocations garanties ne remplissent pas leur fonction de dernier filet de sécurité? 2. Le recours à la notion de cas dignes d intérêt peut-il constituer une solution pour les enfants placés? Minister van Financiën Ministre des Finances DO 1999200011808 DO 1999200011808 Vraag nr. 458 van de heer Claude Eerdekens van 21 september 2000 (Fr.): Voorziening voor grote onderhoudswerken. Periodiciteit. Aftrekbaarheid. 1. Welk belastingstelsel geldt voor een voorziening die aangelegd is om grote onderhoudswerken met een geplande duur van zes jaar te dekken als tijdens de twee eerste boekjaren niet aan de voorzieningsrekening wordt geraakt en in de vier volgende boekjaren een bedrag van de rekening wordt gehaald dat overeenstemt met 25 % van de geschatte kostprijs van de lopende werken? 2. Mag men aannemen dat: a) alleen het deel van de dotatie dat de jaarlijkse dotatie overschrijdt die aangenomen zou zijn indien de aanleg van de voorziening was aangevat vanaf het eerste boekjaar, voor de belastbare periode als winst wordt beschouwd; b) of dient de volledige dotatie als winst voor de belastbare periode te worden beschouwd? Question n o 458 de M. Claude Eerdekens du 21 septembre 2000 (Fr.): Provision pour gros entretiens. Périodicité. Déductibilité. 1. Quel est le régime fiscal d une provision constituée en vue de couvrir des gros entretiens programmés sur une périodicité de six ans, lorsque le compte de provisions n est pas mouvementé au cours des deux premiers exercices comptables et est mouvementé à concurrence de 25 % du montant estimé des coûts des travaux au cours des quatre exercices suivants? 2. Doit-on considérer que: a) seule la partie de la dotation qui excède la dotation annuelle qui aurait été admise si la provision avait commencé à être constituée dès le premier exercice comptable constitue un bénéfice de la période imposable; b) ou la totalité de la dotation doit être considérée comme un bénéfice de la période imposable? DO 1999200011809 DO 1999200011809 Vraag nr. 459 van de heer Claude Eerdekens van 21 september 2000 (Fr.): Voorziening voor grote onderhoudswerken. Periodiciteit. Niet-naleving. Gevolgen. 1. Welk belastingstelsel geldt voor een voorziening die aangelegd werd voor het dekken van grote onderhoudswerken waarvoor oorspronkelijk 9 jaar werd Question n o 459 de M. Claude Eerdekens du 21 septembre 2000 (Fr.): Provision pour gros entretien. Périodicité. Nonrespect. Conséquences. 1. Quel est le traitement fiscal d une provision constituée en vue de couvrir des gros entretiens programmés initialement sur une périodicité de 9 ans, mais qui
QRVA 50 050 5871 uitgetrokken maar waarvan achteraf blijkt dat ze 11 jaar na het aanleggen van de voorziening werden verricht? 2. a) De maximumperiodiciteit van 10 jaar werd niet nageleefd. Moet bijgevolg de gehele voorziening als belastbare winst worden beschouwd? b) Zo ja, in welk aanslagjaar wordt de winst aangerekend? a posteriori se révèlent avoir lieu 11 ans après le début de la constitution de la provision? 2. a) Étant donné que la condition de périodicité maximale de 10 ans n est pas respectée, l intégralité de la provision doit-elle être considérée comme un bénéfice imposable? b) Dans l affirmative, pourriez-vous m indiquer à quel exercice d imposition doit être rattaché ce bénéfice? DO 1999200011811 DO 1999200011811 Vraag nr. 460 van de heer Claude Eerdekens van 21 september 2000 (Fr.): Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Geboekte waardevermindering. Aftrek. In de commentaar op het WIB nr. 48/2 staat dat artikel 48 uit het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB), dat bepaalde waardeverminderingen en voorzieningen voor risico s en kosten vrijstelt, een uitzondering op artikel 25, 5 o, van het WIB vormt. Artikel 22, 1, 1 o, van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bepaalt dat uit de winst van het krachtens artikel 360 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bepaalde belastbare tijdperk de bij het verstrijken van dat tijdperk geboekte waardeverminderingen gesloten worden onder de hierna volgende voorwaarden: «de verliezen, ter bestrijding waarvan die waardeverminderingen bestemd zijn, moeten uiteraard als beroepsverliezen aftrekbaar zijn en uitsluitend betrekking hebben op niet in obligaties of andere gelijkaardige effecten op naam of aan toonder verdeelde vorderingen;» (...) (...) Commentaar nr. 48/3 verduidelijkt terzake dat derhalve a priori uitgesloten worden de verliezen op activa waarvan de ontwaarding normaal in de rekeningen verschijnt in de vorm van afschrijvingen en de waardeverminderingen die op andere activabestanddelen dan handelsvorderingen zijn geboekt. Bijgevolg geldt de vrijstelling waarin artikel 48 van het WIB voorziet niet voor waardeverminderingen die op andere activabestanddelen dan handelsvorderingen (voorraden, bestellingen in uitvoering, enz.) zijn geboekt. Krachtens artikel 25, 5 o, van het WIB maken die waardeverminderingen echter deel uit van de winst. Is er een manier om de waardeverminderingen Question n o 460 de M. Claude Eerdekens du 21 septembre 2000 (Fr.): Code des impôts sur les revenus 1992. Réduction de valeur actée. Déduction. Le commentaire des impôts sur les revenus n o 48/2 mentionne que l article 48 du Code des impôts sur le revenus 1992 (CIR) qui exonère certaines réductions de valeur et provisions pour risques et charges, constitue une exception à l article 25, 5 o, du CIR. L article 22, 1 er, 1 o, de l arrêté royal du 27 août 1993 portant exécution du Code des impôts sur les revenus 1992 précise que sont exclues des bénéfices de la période imposable déterminée en vertu de l article 360 du CIR, les réductions de valeur comptabilisées à l expiration de cette période aux conditions suivantes: «les pertes auxquelles ces réductions de valeur sont destinées à faire face doivent être, par nature, admissibles au titre de pertes professionnelles et se rapporter uniquement à des créances non représentées par des obligations ou autres titres analogues, nominatifs ou au porteur;» Le commentaire des impôts sur les revenus n o 48/3 précise à ce sujet que sont donc exclues, a priori, les pertes sur des éléments de l actif dont la dépréciation apparaît normalement sous la forme d amortissements et les réductions de valeur actées sur des éléments de l actif autres que les créances commerciales. Il en résulte que les réductions de valeur actées sur des éléments de l actif autres que les créances commerciales (stocks, commandes en cours d exécution,...) ne sont pas visées par l exonération prévue par l article 48 du CIR. Par contre sur base de l article 25, 5 o, du CIR, lesdites réductions de valeur font partie des bénéfices. Existe-il une manière d exonérer les réduc- 755
5872 QRVA 50 050 op andere activabestanddelen dan handelsvorderingen vrij te stellen? tions de valeur réelle sur des éléments de l actif autres que des créances commerciales? DO 1999200011819 DO 1999200011819 Vraag nr. 461 van mevrouw Simonne Creyf van 26 september Registratierechten. «Fusie à l anglaise». Inbreng van een aandelenparticipatie in een Belgische vennootschap. Artikel 117, 3, van het Wetboek van registratierechten stelt, mits het vervullen van een aantal voorwaarden, in het kader van de zogenaamde «fusie à l anglaise», de inbreng van een aandelenparticipatie in een Belgische vennootschap vrij van het evenredig registratierecht. Eén van de basisvoorwaarden bestaat er in dat de inbreng uitsluitend mag vergoed worden door uitgifte van aandelen of nieuwe deelbewijzen van de verkrijgende vennootschap (behoudens een beperkte opleg in geld van 10%). In bepaalde omstandigheden is naar aanleiding van een dergelijke inbreng in natura de uitgifte van nieuwe aandelen niet wenselijk (bijvoorbeeld omdat partijen niet wensen over te gaan tot het laten drukken van nieuwe aandelen; bijvoorbeeld omdat er slechts één aandeelhouder is; bijvoorbeeld omdat er een beperkt aantal aandeelhouders is en elk van hen een inbreng doet in evenredigheid tot zijn aandelenbezit, enz.). Stel dat de inbreng niet vergoed wordt door uitgifte van nieuwe aandelen doch naar aanleiding van de inbreng enkel de fractiewaarde of de nominale waarde van de bestaande aandelen opgetrokken wordt (zonder enige opleg in geld). Is in dergelijk geval de vrijstelling bedoeld in artikel 117, 3, van het Wetboek van registratierechten van toepassing (uiteraard in de veronderstelling dat alle andere voorwaarden gesteld door deze wetsbepaling vervuld zijn)? Question n o 461 de M me Simonne Creyf du 26 septembre Droits d enregistrement. «Fusion à l anglaise». Apport d actions dans une société belge. L article 117, 3, du Code des droits d enregistrement dispose que, dans le cadre d une «fusion à l anglaise» et à la condition qu il soit satisfait à une série de conditions, le droit d enregistrement proportionnel n est pas dû pour l apport d actions dans une société belge. À cet égard, le fait que l apport doit être rémunéré exclusivement par l émission d actions ou de parts nouvelles de la société acquéreuse (à l exception d un supplément versé en espèces et limité à 10%) constitue l une des conditions de base. Dans certaines circonstances, à l occasion d un apport en nature de ce type, l émission de nouvelles actions n est pas opportune (par exemple, dans les cas suivants: les parties ne souhaitent pas procéder à l impression de nouvelles actions; il n y a qu un seul actionnaire; le nombre des actionnaires est restreint et l apport de chacun est proportionnel au nombre d actions qu il détient, etc.). Imaginons que l apport ne soit pas rémunéré par l émission de nouvelles actions mais que, à la faveur de l apport, seule la valeur relative ou la valeur nominale soit augmentée (sans le moindre supplément en espèces). Dans pareil cas, l exemption visée à l article 117, 3, du Code des droits d enregistrement est-elle d application (à supposer, bien entendu, qu il soit satisfait à toutes les autres conditions prévues par cette disposition légale)? DO 1999200011822 DO 1999200011822 Vraag nr. 462 van de heer Yves Leterme van 26 september «Rode diesel». Controle van de voertuigen. Het is bekend dat diesel en huisbrandolie hetzelfde petroleumproduct zijn. Een wagen met dieselmotor rijdt dus evengoed op huisbrandolie. Dat is verboden en om controles te vergemakkelijken verschillen beide Question n o 462 de M. Yves Leterme du 26 septembre «Diesel rouge». Contrôle des véhicules. Chacun sait que le gasoil et le mazout de chauffage sont un seul et même produit pétrolier. Une voiture équipée d un moteur diesel peut donc rouler au mazout de chauffage, ce qui est interdit. Afin de facili-
QRVA 50 050 5873 brandstoffen van kleur zodat overtreders gemakkelijk gedetecteerd kunnen worden. Nu de diesel zo duur is, is de verleiding voor sommigen om met zogenaamde «rode diesel» te rijden wel erg groot is. 1. Hoeveel controles werden er in het jaar 1999 uitgevoerd naar het gebruik van rode diesel? ter les contrôles, les deux combustibles sont colorés différemment, ce qui permet d aisément repérer les contrevenants. La hausse du prix du diesel est telle que certains sont fortement tentés de rouler au «diesel rouge». 1. Combien de contrôles concernant l utilisation de «diesel rouge» ont-ils été effectués au cours de l année 1999? 2. Hoeveel overtreders werden er betrapt? 2. Combien de cas de fraude ont-ils été constatés? 3. a) Wat zijn de boetes bepaald bij wet? 3. a) Quelles amendes sont prévues par la loi? b) Worden die ook toegepast? b) Sont-elles appliquées? c) Is er in elk van de gevallen een correctionele vervolging of zijn minnelijke schikkingen mogelijk? c) Chaque cas fait-il l objet de poursuites en correctionnelle ou des transactions sont-elles possibles? d) Hoeveel heeft dit de Schatkist opgebracht in 1999? d) Combien d argent cette infraction a-t-elle rapportée au Trésor en 1999? 4. Is het aantal controles sinds de stijging van de brandstofprijzen opgevoerd? 5. a) Is het aantal overtredingen sinds de stijging van de brandstofprijzen toegenomen? b) Kunt u cijfers geven tot en met de maand augustus 2000? 6. a) Hoeveel mensen worden er ingezet om de controles te doen? 4. Des contrôles ont-ils été effectués depuis la hausse du prix des produits pétroliers? 5. a) Le nombre d infractions a-t-il augmenté depuis l augmentation du prix des produits pétroliers? b) Pouriez-vous me communiquer les chiffres jusqu au mois d août 2000? 6. a) Combien de personnes sont employées à l organisation des contrôles? b) Gebeuren ze systematisch en in heel België? b) Ces contrôles sont-ils systématiques et se déroulent-ils sur l ensemble du territoire belge? 7. Zijn de controlediensten voldoende bemand? 7. Les services de contrôle disposent-ils du personnel suffisant? 8. Richten de controles zich uitsluitend op vrachtvervoer of ook op personenwagens? 9. Waarin ligt precies het verschil tussen witte en rode diesel? 10. a) Hoe gebeuren de controles? 8. Les contrôles se limitent-ils exclusivement au transport routier ou visent-ils également les voitures de tourisme? 9. En quoi diffèrent exactement le diesel blanc et le diesel rouge? 10. a) Comment effectue-t-on les contrôles? b) Zijn ze waterdicht? b) Sont-ils efficaces? c) Is er mogelijkheid van verzet? c) Peut-on s y opposer? 11. In welke gevallen is het gebruik van rode diesel toegelaten? 12. Wordt de dreiging van de vrachtvervoerders om systematisch met rode diesel te gaan rijden ernstig genomen en wordt er door de diensten van Douane en Accijnzen op ingespeeld? 11. Dans quels cas l utilisation du diesel rouge estelle autorisée? 12. Prend-on au sérieux la menace proférée par les transporteurs routiers qui ont annoncé leur intention de rouler au diesel rouge et les services des Douanes et Accises se comportent-ils en conséquence?
QRVA 50 050 5875 Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l Intégration sociale et de l Économie sociale Maatschappelijke Integratie Intégration sociale DO 1999200011821 DO 1999200011821 Vraag nr. 52 van de heer Luc Goutry van 26 september Gewaarborgde gezinsbijslagen. Geplaatste kinderen. Voor degenen die geen beroep kunnen doen op kinderbijslag in het kader van de regeling voor werknemers, zelfstandigen of overheidspersoneel, kan beroep gedaan worden op de gewaarborgde gezinsbijslag die werd geconcipieerd als een soort onderste vangnet. Dit vangnet biedt echter geen soelaas voor kinderen die ten laste van een openbare overheid geplaatst zijn in een instelling of bij een particulier. Voor deze laatst genoemde categorie is geen kinderbijslag verschuldigd en is bijgevolg de verdeelsleutel 2/3-1/3 dan ook niet van toepassing. 1. Hoe verantwoordt u dat de regeling van de gewaarborgde gezinsbijslag in het geval van de geplaatste kinderen haar functie als onderste vangnet niet opneemt? 2. Is er een oplossing mogelijk voor deze geplaatste kinderen via de zogenaamde behartenswaardige gevallen? Antwoord: Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat de in zijn vraag vermelde aangelegenheid niet tot mijn bevoegdheid behoort. Ik verwijs het geachte lid dan ook naar het antwoord dat mijn collega, de minister van Sociale Zaken, die terzake bevoegd is, aan wie dezelfde vraag werd gesteld zal geven. (Vraag nr. 198 van 26 september 2000.) Question n o 52 de M. Luc Goutry du 26 septembre Allocations familiales garanties. Enfants placés. Les personnes qui ne relèvent pas du régime des allocations familiales pour travailleurs salariés, indépendants et agents de la fonction publique entrent en ligne de compte pour les allocations familiales garanties, lesquelles constituent en quelque sorte un filet de sécurité. Cependant, ce filet de sécurité est inexistant pour les enfants placés, à la charge d une autorité publique, dans une institution ou chez un particulier. Pour cette dernière catégorie, les allocations familiales ne sont pas dues et la clé de répartition 2/3-1/3 n est dès lors pas d application. 1. Comment expliquez-vous que, dans le cas d enfants placés, les allocations garanties ne remplissent pas leur fonction de dernier filet de sécurité? 2. Le recours à la notion de cas dignes d intérêt peut-il constituer une solution pour les enfants placés? Réponse: J ai l honneur de communiquer à l honorable membre que la matière mentionnée dans sa question ne relève pas de ma compétence. Par conséquent, je renvoie l honorable membre à la réponse qui sera donnée par mon collègue, le ministre des Affaires sociales, compétent en la matière, à qui la même question a été posée. (Question n o 198 du 26 septembre 2000.)