Versiedatum: 16 september 2013 ONTWERP Indien er onjuistheden voorkomen in uw personalia of elders in de tekst wilt u dan zo vriendelijk zijn voor het passeren van de akte contact op te nemen met de behandelaar. 201301038MKE/INI STATUTENWIJZIGING STICHTING RMP.no. * Heden, *, verschenen voor mij, mr. Miranda Keijzer-Post, notaris te Ommen: de heer drs. René Timmer, die zich heeft gelegitimeerd door middel van een geldig paspoort met het nummer NY7FD88P3, afgegeven te Ommen op dertien maart tweeduizend negen, geboren te Bierum op vier en twintig februari negentienhonderd acht en zestig, wonende te 7731 MS Ommen, Jacob Marisstraat 61, gehuwd met mevrouw Hendrika Maria Agnes Wermink, hierbij handelend als schriftelijk gemachtigde van het bestuur van de stichting: Stichting Openbare Bibliotheek Ommen, statutair gevestigd te Ommen, met adres Chevalleraustraat 6 te 7731 EE Ommen, ingeschreven in het handelsregister, onder nummer: 41022738, hierna te noemen: de stichting van welke machtiging blijkt uit het hierna te vermelden besluit van het bestuur van de stichting. De verschenen persoon verklaart als volgt. INLEIDING 1. De stichting werd opgericht bij notariële akte verleden op dertien september negentienhonderd vier en vijftig voor mr. A.J. Geerlings, destijds notaris te Ommen. 2. De statuten van de stichting zijn voor het laatst gewijzigd bij notariële akte op zes en twintig juni negentienhonderd zeven en negentig verleden voor een waarnemer van mr. G. Smelt, destijds notaris te Ommen. 3. Het bestuur van de Stichting heeft in de vergadering gehouden op * besloten de statuten te wijzigen. Van dit besluit blijkt uit de aan deze akte gehechte notulen van deze vergadering. STATUTENWIJZIGING Ter uitvoering van het besluit tot statutenwijziging luiden de gewijzigde statuten met onmiddellijke ingang als volgt: NAAM EN ZETEL Artikel 1 1. De stichting draagt de naam: Stichting Openbare Bibliotheek Ommen. 2. De stichting heeft haar zetel in de gemeente Ommen. BEGRIPSOMSCHRIJVING Artikel 2 In deze statuten wordt verstaan onder: - Stichting: Stichting Openbare Bibliotheek Ommen; - Verzorgingsgebied: het gebied waarvoor de stichting werkt zoals omschreven in het huishoudelijk reglement; - Bestuur: het bestuur van de Stichting; - Directie: de directie van de Stichting. DOEL Artikel 3 1. De stichting heeft ten doel:
a. Het bevorderen en verzorgen van openbare bibliotheekdiensten in haar verzorgingsgebied in de ruimste zin van het woord met inachtneming van wettelijke bepalingen en andere voorschriften voor het openbaar bibliotheekwerk. b. De stichting verricht haar werkzaamheden ten bate van alle inwoners in haar verzorgingsgebied en doet dit zonder commercieel oogmerk. 2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door: a. een toegangspoort te zijn tot informatie en verbeelding; b. door het faciliteren van zelfredzaamheid, ontplooiing en verbinding. FINANCIËLE MIDDELEN Artikel 4 De geldmiddelen van de stichting bestaan uit: a. De bij oprichting ingebrachte gelden; b. Bijdragen voor het gebruik van bibliotheekdiensten; c. Subsidies en andere bijdragen van de overheid; d. Bijdragen voor dienstverlening aan derden; e. Sponsorgelden, giften, legaten en erfstellingen; f. Andere baten. BESTUUR: SAMENSTELLING, BENOEMING, AFTREDEN Artikel 5 1. Het bestuur bestaat uit tenminste drie en ten hoogste vijf personen. 2. Het aantal bestuursleden wordt door het bestuur vastgesteld. 3. Bestuursleden worden door het bestuur benoemd. 4. Bij werving en selectie van bestuursleden wordt gewerkt met een vooraf opgestelde profielschets waarin de vereiste kwaliteiten van de bestuurders wordt beschreven. 5. Als bestuurslid kunnen niet benoemd worden: a. Personen die beroepsmatig voor de stichting werkzaam zijn; b. Personen die lid zijn van het college van Burgemeesters en Wethouders of de gemeenteraad van de gemeente waar de stichting werkzaam is; c. Voormalig medewerkers, althans binnen vier jaar na einde dienstverband. 6. Mocht het aantal bestuursleden dalen onder het in lid 1 gestelde minimum dan blijft het bestuur bevoegd, met dien verstande dat men zo spoedig mogelijk in de vacature(s) dient te voorzien. 7. De leden van het bestuur ontvangen geen beloning in welke vorm ook voor hun werkzaamheden voor de stichting. Zij hebben recht op vergoeding van de door hen in functie gemaakte onkosten. Artikel 6 1. Het bestuur stelt een rooster van aftreden samen, zodanig dat een bestuurslid telkens niet langer zitting heeft dan een termijn van vier jaar en dat niet meer dan de helft van het aantal bestuursleden in één en hetzelfde jaar aftreden. 2. Aftredende leden zijn één maal herbenoembaar en stemmen niet mee over hun herbenoeming of vervanging. Na deze periode kunnen zij niet aansluitend benoemd worden, met uitzondering van het bestuurslid van wie het bestuur herbenoeming voor een derde, tevens laatste periode om dringende reden gewenst acht. 3. Voordat de benoemingstermijn verloopt, beraadt het bestuur zich over de wenselijkheid van herbenoeming, hierbij wordt gekeken naar functioneren, de meest recente profielschets en de wenselijkheid van vernieuwing. 4. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door: a. aftreden volgens het in lid 1 benoemde rooster; b. schriftelijke ontslagneming; c. overlijden; d. verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
e. ontslag door de rechtbank ingevolge het bepaalde in artikel 2:298 van het Burgerlijk Wetboek; f. ontslag door het bestuur (artikel 7). Artikel 7 1. Het bestuur kan een bestuurslid schorsen of ontslaan wegens gedragingen waardoor de goede naam of de belangen van de stichting worden geschaad. 2. Het besluit tot schorsing of ontslag moet met twee derde van de stemmen genomen worden in een vergadering waarin alle overige bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Ingeval niet alle overige bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, wordt binnen drie weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin het besluit tot schorsing of ontslag met twee derde van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden kan worden genomen mits tenminste drie vierde van de overige bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. 3. Alvorens tot schorsing of ontslag besloten wordt, heeft het desbetreffende bestuurslid het recht zich te laten horen, maar niet om aan de stemming deel te nemen. 4. Gedurende de periode van schorsing kunnen de aan het bestuurslidmaatschap verbonden rechten en bevoegdheden niet worden uitgeoefend. 5. Een schorsing eindigt indien het bestuur niet binnen drie maanden na de schorsing overgaat tot ontslag. BESTUUR: TAAK, BEVOEGDHEID EN WERKWIJZE Artikel 8 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting en laat zich bij zijn bestuurstaak bijstaan door de directie op de wijze zoals uit het directiestatuut blijkt. 2. Het bestuur delegeert de algemene leiding van de stichting aan de directie. De directie handelt steeds onder de verantwoordelijkheid van het bestuur. 3. Het bestuur kiest uit haar midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, samen te noemen het dagelijks bestuur. 4. Voor zover de voorbereiding en/of de uitvoering van bestuursbesluiten niet aan de directie is gedelegeerd maar berust bij één of meer bestuursleden, voorzien deze het bestuur tijdig van alle benodigde informatie. Artikel 9 1. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. 2. Onverminderd de bevoegdheid van het voltallig bestuur zijn tenminste twee gezamenlijk handelende leden van het dagelijks bestuur bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten waaruit voor de stichting verplichtingen voortvloeien welke een bij huishoudelijk reglement vastgesteld bedrag niet te boven gaan. 3. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door: a. hetzij het bestuur; b. hetzij twee gezamenlijk handelende bestuursleden, te weten de voorzitter tezamen met de secretaris of de penningmeester, tenzij anders wordt besloten in vergadering; c. hetzij de directie indien hiertoe gemachtigd door het bestuur; d. hetzij een door het bestuur gevolmachtigde binnen de grenzen van die volmacht. Artikel 10 1. Het bestuur vergadert tenminste vier maal per jaar en voorts indien de voorzitter, de directie of tenminste twee leden van het bestuur dit noodzakelijk achten.
2. De directie woont in de regel de vergaderingen van het bestuur bij. 3. Oproep tot vergadering van het bestuur geschiedt tenminste één week van tevoren door de voorzitter onder mededeling van een agenda van de te behandelen onderwerpen. Deze taak kan gedelegeerd worden aan de directeur. 4. Van de vergadering wordt een verslag gemaakt dat in de vergadering daarop vastgesteld dient te worden. Het vastgestelde verslag wordt door de secretaris opgenomen in het (digitale) bestuursarchief. BESTUUR: BESLUITVORMING Artikel 11 1. Ieder bestuurslid heeft één stem. 2. Tenzij in de statuten anders is geregeld neemt het bestuur besluiten met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. 3. Blanco en ongeldige stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. 4. Een bestuurslid kan zich laten vertegenwoordigen door een ander bestuurslid door hem/haar daartoe schriftelijk te machtigen, met dien verstande dat ieder bestuurslid niet meer dan één stem bij volmacht mag uitbrengen. 5. Het bestuur is slechts bevoegd tot het nemen van besluiten indien meer dan de helft van de bestuursleden op de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. 6. Stemming over zaken geschieden mondeling. Stemming over personen schriftelijk. 7. Bij staking van de stemmen wordt het voorstel nogmaals besproken en wordt er opnieuw gestemd. Staken de stemmen dan nog steeds, dan is de stem van de voorzitter beslissend. 8. Het bestuur kan bij spoed ook buiten vergadering geldige besluiten nemen, mits minimaal drie vierde van de bestuursleden zich omtrent het besluit schriftelijk heeft geuit en twee derde ermee instemt. Het besluit wordt opgenomen in het verslag van de volgende vergadering. 9. Tot de volgende zaken kan slechts besloten worden met een twee derde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen in een bestuursvergadering waarin tenminste drie vierde van het aantal bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is: a. fusie met andere rechtspersonen; b. wijziging van de statuten; c. ontbinding van de stichting; d. vaststelling en wijziging van het directiestatuut; e. vaststelling en wijziging van het huishoudelijk reglement; f. verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen; g. overeenkomsten waarbij de stichting zich borg stelt; h. aanpassing van het aantal bestuursleden; i. het houden van openbare bestuursvergaderingen; j. aanstelling/schorsing/ontslag van een directeur. Is niet tenminste drie vierde van de bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt binnen vier weken, maar niet eerder dan na twee weken, een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden waarin over die onderwerpen waarover in de voorgaande vergadering geen besluiten konden worden genomen, besluiten genomen met twee derde van de uitgebrachte stemmen van de alsdan aanwezige en vertegenwoordigde bestuursleden. 10. In alle geschillen omtrent stemmingen waarin niet bij de statuten is voorzien, beslist de voorzitter. DIRECTIE: BENOEMING, TAAK, BEVOEGDHEID Artikel 12 1. Een directie wordt benoemd door het bestuur. 2. Bij de werving en selectie van een directeur wordt gewerkt met een vooraf opgesteld profiel. 3. Een directeur kan door het bestuur worden geschorst of ontslagen.
4. Het salaris en verdere arbeidsvoorwaarden van een directeur worden vastgesteld door het bestuur. 5. Geschillen tussen directie en personeel of individuele personeelsleden kunnen door betrokkenen worden voorgelegd aan het bestuur. 6. Het bestuur stelt een directiestatuut vast waarin de door het bestuur gedelegeerde bestuurlijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden vastgelegd. 7. De directie verschaft het bestuur de gegevens die noodzakelijk zijn voor de goede uitoefening van haar bestuurstaak. 8. De directie is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten waaruit voor de stichting verplichtingen voortvloeien welke bij een directiestatuut vastgesteld bedrag niet te boven gaan. STATUTENWIJZIGING, FUSIE EN ONTBINDING Artikel 13 1. Het bestuur kan besluiten tot een statutenwijziging, een fusie met een of meerdere rechtspersonen en tot ontbinding van de stichting op de wijze als vermeld in artikel 11, lid 9. 2. Een statutenwijziging, fusie of ontbinding treedt niet in werking, dan nadat deze is ingeschreven in het daartoe bestemde Openbaar Register. 3. Voor het besluit tot statutenwijziging, fusie of ontbinding van de stichting is vereist dat het voornemen en de schriftelijke uitwerking daarvan bij de oproep tot vergadering wordt gevoegd en dat deze oproep tenminste vier weken voor de vergaderdatum gedaan wordt. Artikel 14 1. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan moet aan de naam zijn toegevoegd in liquidatie. 2. De vereffening geschiedt door het dagelijks bestuur. 3. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de ontbinding opgenomen wordt in het register waar de stichting ingeschreven is. 4. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van toepassing. 5. Een eventueel batig saldo na vereffening van de ontbonden stichting wordt besteed ten behoeve van een het algemeen nut beogend rechtspersoon met een doel, hetwelk het doel van de stichting zoveel mogelijk nabij komt. 6. Na afloop van de vereffening moeten de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende zeven jaar worden bewaard door de persoon, instantie of organisatie, daartoe door het bestuur bij het besluit van ontbinding aangewezen. JAARSTUKKEN Artikel 15 1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Het bestuur is verplicht om van de vermogenstoestand van de stichting op een zodanige wijze een administratie te voeren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend. 3. Het bestuur brengt jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening en jaarverslag over de gang van zaken en het gevoerde beleid uit. 4. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 2 en 3 zeven jaar lang te bewaren. REGLEMENTEN Artikel 16 Het bestuur stelt ter nadere uitwerking van deze statuten een huishoudelijk reglement en een directiestatuut vast, die geen bepalingen mogen bevatten in strijd met de statuten noch met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat. SLOTBEPALING Artikel 17
In alle gevallen waarin deze statuten, het directiestatuut of het huishoudelijk reglement niet voorzien, beslist het bestuur. AANGEHECHTE STUKKEN Aan deze akte zijn de navolgende stukken gehecht: - notulen bestuursvergadering. SLOT WAARVAN AKTE is verleden te Ommen op de datum die in het hoofd van deze akte is vermeld. De zakelijke inhoud van de akte is aan de comparant medegedeeld en toegelicht. De comparant heeft verklaard van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en daarmee in te stemmen. Deze akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend door de comparant en mij, notaris.