Examen VWO. Scheikunde 1 (nieuwe stijl)



Vergelijkbare documenten
Eindexamen scheikunde 1 vwo 2003-I

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei uur

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2003-I

Correctievoorschrift VWO. Scheikunde 1 (nieuwe stijl)

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2003-I

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

Correctievoorschrift VWO. Scheikunde 1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Scheikunde 1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2004

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2004

Correctievoorschrift VBO-MAVO-C. Scheikunde

Examen VWO. Scheikunde (oude stijl)

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2005

Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. Scheikunde

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2001-I

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift examen VMBO-GL EN TL 2003

Correctievoorschrift examen VBO-MAVO-C 2003

Correctievoorschrift VBO-MAVO-C. Scheikunde

Examen VWO. scheikunde 1,2. tijdvak 1 dinsdag 26 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. Scheikunde

Correctievoorschrift VBO-MAVO-C. Scheikunde

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2004-I

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2005

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2005-II

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2006

Eindexamen scheikunde havo 2008-II

-Correctievoorsc. Voorbereidend Beroeps Onderwijs. Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak CV14 Begin

2oOO. -Cl) "'C Gl. 1< Onderwijs. > Beroeps. - Correctievoorschrift VBO-MAVO-C. ::a "'C ::;, Voorbereidend. Onderwijs. Tijdvak 1.

Correctievoorschrift VWO. Scheikunde

-Correctievoorsc &:: VBO-MAVO-D. Voorbereidend Beroeps Onderwijs. Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak 1

Eindexamen scheikunde vwo I

Eindexamen scheikunde havo I

Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. Scheikunde

c: Beroeps :::S - Correctievoorschrift VBO-MAVO-C ~ Voorbereidend ~ Middelbaar (.) Algemeen (IJ

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2001-I

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2004-I

Heavy metal. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,

OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN

Correctievoorschrift VWO. Scheikunde 1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo II

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm.

Correctievoorschrift VWO. Arabisch (nieuwe stijl)

Eindexamen scheikunde vwo II

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. Scheikunde

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO

Correctievoorschrift VMBO-KB 2004

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Eindexamen scheikunde havo 2003-II

Correctievoorschrift examen VMBO-BB 2003

scheikunde havo 2017-I

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

scheikunde bezem vwo 2016-I

Oefenopgaven BEREKENINGEN Inleiding Maak eerst de opgaven over dit onderwerp die bij havo staan. In dit document vind je alleen aanvullende opgaven.

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift VWO. Frans 1,2 (nieuwe stijl) en Frans (oude stijl)

Eindexamen scheikunde havo 2007-II

VWO 1995 Scheikunde tijdvak 1. Het antwoord 2-methyl-1,2-propadiol of methyl-1,2-propadiol mag goed worden gerekend.

Eindexamen havo scheikunde pilot 2013-I

Stabilisator voor PVC

2oOO. -Cl) "'C > Beroeps. - Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. :::- Onderwijs. ..c "'C. ::l. Voorbereidend. Tijdvak 1. Middelbaar ca.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten

Eindexamen scheikunde pilot vwo II

scheikunde oude stijl havo 2015-I

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2008-II

Correctievoorschrift VWO. wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. scheikunde 1,2 (nieuwe stijl)

_ Correctievoorschrift VWO. .c o. ~.- Cl) Inhoud 1 Algemene regels 2 Scoringsvoorschrift 2.1 Scoringsregels 2.2 Antwoordmodel

Correctievoorschrift VMBO-BB 2004

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. ijzeroxide 1 III 1

Correctievoorschrift VWO. Russisch (nieuwe stijl en oude stijl)

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2012

Eindexamen scheikunde havo 2008-I

CENTRALE EXAMENCOMMISSIE VASTSTELLING OPGAVEN CORRECTIEVOORSCHRIFT bij het examen SCHEIKUNDE HAVO. Eerste tijdvak F-H

Eindexamen vmbo gl/tl nask I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2005-I

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift HAVO. Scheikunde (nieuwe stijl)

Eindexamen natuurkunde/scheikunde 2 vmbo gl/tl I

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2015

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift HAVO

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN

Frank Povel. a1. De twee factoren zijn: 1. er moeten geladen deeltjes zijn; 2. de geladen deeltjes moeten zich kunnen verplaatsen.

Eindexamen scheikunde havo 2000-II

Transcriptie:

Scheikunde 1 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei 13.30 16.30 uur 20 03 Voor dit examen zijn maximaal 65 punten te behalen; het examen bestaat uit 24 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Voor de uitwerking van vraag 21 is een bijlage toegevoegd. Bij dit examen hoort een informatieblad. Als bij een vraag een verklaring, uitleg, berekening of afleiding gevraagd wordt, worden aan het antwoord meestal geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg, berekening of afleiding ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. 300010 26 Begin

Pyriet Deze opgave gaat over het artikel 'Pyriet houdt Brinkhorst niet tegen' dat als informatieblad bij dit examen is verstrekt. Lees dit artikel en maak vervolgens de vragen van deze opgave. De inleiding van het artikel bevat chemisch gezien onduidelijkheden. Ook staan er suggesties in die door de inhoud van het artikel niet worden ondersteund. Een onduidelijkheid is bijvoorbeeld het gebruik van het woord tegenhouden in de zin Pyrietlagen houden het nitraat tegen. De term tegenhouden kan bij de lezer het beeld oproepen dat het nitraat zich in of boven de pyrietlagen ophoopt. Uit de tekst van het artikel blijkt dat dat beeld onjuist is. 2p 8 Herschrijf de zin Pyrietlagen houden het nitraat tegen. zodanig dat bovenbedoeld misverstand niet kan optreden. Het gebruik van de term buffering in de laatste zin van de inleiding suggereert dat het tegenhouden van nitraat op een proces berust dat in de chemie met de term bufferwerking wordt aangeduid. 2p 9 Leg aan de hand van de betrokken stoffen uit dat met het begrip buffer in dit artikel iets anders wordt bedoeld dan wat in de chemie gebruikelijk is. In de regels 10 en 11, en ook in regel 17, wordt een omzetting van nitraat beschreven. In de vergelijking van de halfreactie van het nitraat bij deze omzetting komen, behalve de in het artikel genoemde deeltjes en elektronen, ook H + en H 2 O voor. 4p 10 Geef de vergelijking van deze halfreactie van nitraat. Volgens de heer Griffioen kunnen de pyrietlagen wel 150 jaar nitraat uit het grondwater weghouden, maar zit je daarna in de problemen (regels 20 t/m 23). Je zou daaruit de conclusie kunnen trekken dat het grondwater schoon blijft zolang er pyrietlagen zijn. 2p 11 Ben jij het eens met de conclusie dat het grondwater schoon blijft zolang er pyrietlagen zijn? Beargumenteer je antwoord met behulp van gegevens uit het artikel. Voor een praktische opdracht willen een paar leerlingen door middel van een experiment nagaan of de bewering van de heer Roelofs dat bij het binden van sulfide aan ijzer, het ijzer wordt losgeweekt van fosfaat (regels 35-37) op realiteit berust. Ze nemen aan dat Roelofs met ijzer Fe 2+ bedoelt en met pyriet het slecht oplosbare ijzer(ii)sulfide. De leerlingen mengen in een bekerglas vast ijzer(ii)fosfaat met een natriumsulfideoplossing en laten het geheel enige tijd staan. Daarna moeten ze met het ontstane mengsel een vervolgonderzoek doen. 1p 12 3p 13 Formuleer een onderzoeksvraag die de leerlingen voor dit vervolgonderzoek moeten stellen. Beschrijf de werkwijze van het vervolgonderzoek. Geef hierin onder meer de naam (namen) van de te gebruiken stof(fen) of oplossing(en). Centraal in het artikel staat de nitraatnorm. In het begin van het artikel wordt als norm genoemd dat volgens de Europese Commissie het grondwater in Nederland niet meer dan vijftig milligram nitraat per liter mag bevatten. In de regels 44 t/m 46 wordt deze grondwaternorm bedoeld. Op andere plaatsen in het artikel (regels 7 en 39) wordt op een andere nitraatnorm gedoeld. Deze norm, die de mestnorm genoemd zou kunnen worden, schrijft voor hoeveel nitraat per hectare per jaar boeren door het uitrijden van mest op landbouwgrond en grasland mogen brengen. De heer Boukes (regels 7 en 8) vindt kennelijk dat de mestnorm gewijzigd moet worden. 2p 14 Zou de heer Boukes vinden dat de hoeveelheid mest die boeren per hectare per jaar mogen uitrijden, verhoogd of verlaagd dient te worden? Geef een verklaring voor je antwoord aan de hand van gegevens uit het artikel. 300010 26 4 Lees verder

2p 15 Ben je het eens met het standpunt van de heer Roelofs (regels 38 en 39) dat de mestnorm niet gewijzigd moet worden? Motiveer je antwoord met een argument dat je aan het artikel ontleent. No NO In een dieselmotor wordt dieselolie verbrand. In de cilinders van de motor wordt deze brandstof toegevoegd aan een overmaat lucht. Bij de temperatuur die in de cilinders heerst, verbrandt de dieselolie tot voornamelijk koolstofdioxide en water. Daarnaast wordt bij deze temperatuur stikstofmonooxide gevormd. De vorming van stikstofmonooxide in de cilinders van de dieselmotor is een evenwichtsreactie: N 2 + O 2 2 NO Wanneer het gasmengsel waarin bovenvermeld evenwicht heerst langzaam wordt afgekoeld, neemt de hoeveelheid NO af. 3p 16 Leg uit aan de hand van een gegeven uit Binas-tabel 57A dat de hoeveelheid NO afneemt wanneer dit gasmengsel wordt afgekoeld. Vermeld in je uitleg de getalwaarde van dit gegeven. Ga ervan uit dat dit gegeven ook geldt onder de omstandigheden die in de dieselmotor heersen. De temperatuur van het gasmengsel dat uit de uitlaat van een dieselmotor komt, is veel lager dan de temperatuur die in de cilinders heerst. Het gasmengsel dat de cilinders verlaat, wordt dus in korte tijd sterk afgekoeld. Tijdens deze snelle afkoeling neemt de hoeveelheid NO in het gasmengsel niet merkbaar af. Uit de uitlaat komt dus meer NO dan wanneer het gasmengsel uit de cilinders langzaam zou worden afgekoeld tot de temperatuur die buiten de cilinders heerst. Ook als het gasmengsel dat de cilinders heeft verlaten langere tijd bij deze lagere temperatuur bewaard blijft, verandert de hoeveelheid NO niet meer. 2p 17 Verklaar waarom ook na langere tijd de hoeveelheid NO in het gasmengsel dat de cilinders heeft verlaten niet meer verandert. Het NO draagt onder meer bij aan smogvorming en het ontstaan van zure regen. Daarom is aan de uitstoot van NO een maximumgrens gesteld. De NO uitstoot van dieselmotoren kan worden verminderd door een oplossing van ureum (CH 4 ON 2 ) in het gasmengsel te spuiten dat de cilinders verlaat. Een katalysator in het uitlaatsysteem zorgt ervoor dat reacties optreden tussen ureum, NO en nog een stof die in het gasmengsel aanwezig is dat vanuit de cilinders in de uitlaat komt. Deze reacties kunnen worden weergegeven in één reactievergelijking. Als reactieproducten komen in deze reactievergelijking uitsluitend CO 2, N 2 en H 2 O voor. In deze vergelijking komen ureum en NO voor in de molverhouding CH 4 ON 2 : NO = 1 : 2. 4p 18 Geef deze reactievergelijking. Een dieselmotor van een groot schip zonder voorziening waarmee de NO uitstoot wordt verminderd, produceert 53 kg NO per uur. Deze scheepsmotor wordt uitgerust met de beschreven voorziening. Per seconde wordt 150 ml ureumoplossing (80 g ureum per L) ingespoten. 5p 19 Bereken met hoeveel procent de NO uitstoot afneemt. Ga ervan uit dat alle ureum reageert volgens de boven vraag 18 beschreven reactie. 300010 26 5 Lees verder

Scheikunde 1 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei 13.30 16.30 uur 20 03 Informatieblad 300010 26A Begin

Pyriet houdt Brinkhorst niet tegen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 Nitraat uit mest lekt op veel plaatsen niet naar het diepe grondwater, terwijl dat wél wordt gevreesd. Pyrietlagen houden het nitraat tegen. Maar voor hoe lang? En belanden we door deze buffering niet van de regen in de drup? Mest zit vol nitraat en dat spoelt vooral in zandgronden uit naar het grondwater. Uit het diepere grondwater wordt op veel plaatsen drinkwater gemaakt. Volgens de Europese Commissie mag het grondwater niet meer dan vijftig milligram nitraat per liter bevatten. De nitraatnorm is gebaseerd op een verouderd wetenschappelijk inzicht, en geen goede stok om de boeren te slaan, zegt milieu-adviseur Harry Boukes, die voor een aantal waterleidingbedrijven onderzoek verrichtte naar nitraat in het grondwater. Volgens de milieu-adviseur wordt nitraat namelijk op zijn tocht door de bodem in veel gevallen omgezet in onschuldig stikstofgas. Organische stoffen, veelvuldig aanwezig in bijvoorbeeld veen, bufferen op deze manier de overdosis mest. En er bestaat nog een tweede verdedigingslinie voor het diepe grondwater. Op veel plekken in Nederland waar geen veen en klei is, bevinden zich metersdikke zones met pyriet, die eveneens in staat zijn een bufferend effect te bewerkstelligen. Er is geen nitraatprobleem, meent de milieu-adviseur. Pyriet - ofwel ijzerdisulfide - zet in een chemische reactie nitraat om in stikstofgas, waarbij sulfaat en ijzerionen ontstaan. Het bufferende vermogen van pyriet is evident, bevestigt dr. Jasper Griffioen, onderzoeker bij TNO in Delft. De nitraatomzetting door pyriet verloopt snel, zodat er sprake is van een substantieel proces. Pyriet kan op verschillende plaatsen in het land, vooral in Brabant, wel 150 jaar nitraat uit het grondwater weghouden, aldus Griffioen. Daarna zit je in de problemen, zegt Griffioen. De pyrietlagen zijn eindig, dus je slurpt de buffer als een stofzuiger op. Daar komt bij dat pyriet niet uit puur ijzerdisulfide bestaat. Sporenelementen als arseen, nikkel, zink en cadmium komen samen met ijzer in oplossing. Drinkwaterbedrijven weren deze schadelijke metalen liever uit het drinkwater. Pyriet lijkt weliswaar het nitraat-probleem te relativeren, maar daarmee belanden we van de regen in de drup, zeggen bodemdeskundigen. Behalve dat het nitraatprobleem wordt ingeruild voor zware metalen die aan de wandel gaan, is ook het gevormde sulfaat geen lekkere stof. Niet alleen doordat het een ongewenste smaak geeft aan drinkwater. Sulfaat is desastreus voor de wetlands, zegt dr. Jan Roelofs. In beekdalen, laagveen en in moerassen ziet de ecoloog vegetatie wegkwijnen door een flinke toename van de sulfaatconcentratie. In bijvoorbeeld laagveen wordt sulfaat omgezet in sulfide, wat uiterst giftig is voor de plantenwortels. Voor een deel wordt dat sulfide weliswaar weer gebonden aan ijzer - inderdaad, dan ontstaat weer pyriet - maar dat ijzer wordt daarvoor losgeweekt van fosfaat. En eenmaal in oplossing leidt dat fosfaat weer tot de verstikkende groene soep, die eutrofiëring wordt genoemd. Geen medelijden met de boeren en onverkort vasthouden aan de nitraatnorm, zo luidt aldus Roelofs devies. Op tal van plaatsen wordt het bufferende vermogen van de bodem door ons onderzocht, zegt ir. Leo Joosten, milieumanager bij de vereniging van waterbedrijven. Op een paar plekken, zoals in het door Boukes onderzochte Oost-Brabantse wingebied bij Vierlingsbeek vindt inderdaad een opmerkelijke afbraak van nitraat plaats. Je kunt dat echter niet zomaar doortrekken naar de rest van Nederland, aldus Joosten. In Montferland en in Noord- Limburg is de bufferende laag finaal opgesoupeerd, en vinden we nitraat tot boven de norm op grote diepte in het grondwater. Op een tiental plaatsen elders in Nederland heeft Joosten aanwijzingen dat binnen tien jaar de bufferlaag is weggevreten. Elders duurt het misschien vijftig jaar. Het hangt af van de dikte van de laag. De kans dat het ministerie van Landbouw de nitraatnorm op de helling zet, is gering. De huidige minister van Landbouw, Brinkhorst (D66), heeft zich destijds ingespannen om de EU-norm ingevoerd te krijgen, en daar komt hij liever niet op terug. naar: de Volkskrant 30 oktober 1999 Einde 300010 26A 2 Lees verder

Scheikunde 1 (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 20 03 Tijdvak 1 Inzenden scores Vul de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in op de optisch leesbare formulieren of verwerk de scores in het programma Wolf. Zend de gegevens uiterlijk op 26 mei naar de Citogroep. 300010 CV26 Begin

Antwoorden Deelscores Pyriet 8 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: Pyrietlagen zetten het nitraat / de stof om. Pyrietlagen maken het nitraat / de stof onschadelijk. Indien een antwoord is gegeven als: Pyrietlagen beschermen het grondwater. of Pyrietlagen voorkomen dat nitraat het grondwater bereikt. 1 9 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: Een buffer bestaat (meestal) uit een zwak zuur en zijn geconjugeerde base; pyriet is dat niet. Een buffer is een systeem dat toegevoegd zuur en/of base onschadelijk maakt, maar nitraat is geen base / een zeer zwakke base (dus het tegenhouden van nitraat kan niet op het gebruikelijke bufferen berusten). Het gebruikelijke bufferen berust op een zuur-base reactie, de reactie van pyriet met nitraat is geen zuur-base reactie. een buffer bestaat (meestal) uit een mengsel van een zwak zuur en zijn geconjugeerde base 1 pyriet is dat niet 1 of vermelding dat onder een buffer (meestal) een systeem wordt verstaan dat toegevoegd zuur en/of base onschadelijk maakt 1 nitraat is geen base (dus het tegenhouden van nitraat kan niet op het gebruikelijke bufferen berusten) 1 of het gebruikelijke bufferen berust op een zuur-base reactie 1 de reactie van nitraat met pyriet is geen zuur-base reactie 1 Maximumscore 4 10 2 NO 3 + 12 H + + 10 e N 2 + 6 H 2 O NO 3 voor de pijl, N 2 na de pijl 1 N-balans kloppend 1 H + voor de pijl, H 2 O na de pijl en H- en O-balans kloppend 1 e /e voor de pijl en ladingsbalans kloppend 1 300010 CV26 6 Lees verder

Antwoorden Deelscores 11 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: Niet mee eens, want sporenelementen / zware metalen (als arseen, nikkel, zink en cadmium) gaan ook in oplossing en dat gebeurt gelijktijdig / laat geen 150 jaar op zich wachten. Niet mee eens, want het sulfaat dat tegelijkertijd ontstaat, is ook geen lekkere stof / is desastreus voor de wetlands. Niet mee eens, want er ontstaat (via sulfaat en sulfide) fosfaat (en dat leidt tot eutrofiëring) en dat gebeurt niet na 150 jaar. sporenelementen gaan ook in oplossing en/of het sulfaat dat ontstaat is ook geen lekkere stof / desastreus voor de wetlands en/of fosfaat komt (via sulfaat en sulfide) vrij 1 notie dat het genoemde proces niet 150 jaar op zich laat wachten / gelijktijdig optreedt en conclusie 1 Indien een antwoord wordt gegeven als: Het nitraat komt niet in het grondwater, dus zolang er pyriet is, blijft het grondwater schoon. of Bij de reactie tussen pyriet en nitraat ontstaat onschuldig stikstofgas, dus het grondwater blijft schoon. 0 Maximumscore 1 12 Voorbeelden van juiste onderzoeksvragen zijn: Bevat de oplossing fosfaat? Is fosfaat aan te tonen in een oplossing waarin ook nog (weinig) sulfide aanwezig is? Indien een onderzoeksvraag is geformuleerd als: Wordt het ijzer losgeweekt van fosfaat? 0 Opmerking Wanneer de onderzoeksvraag Is er ijzer(ii)sulfide ontstaan? is geformuleerd, dit goed rekenen. Maximumscore 3 13 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Eerst het gevormde neerslag affiltreren en dan aan het filtraat een oplossing van bariumnitraat toevoegen. eerst (het gevormde neerslag) affiltreren 1 aan het filtraat een (verdunde) oplossing van een oplosbaar barium-, calcium-, of magnesiumzout toevoegen 2 Indien als enige fout de negatieve ionsoort van het zout dat aan het filtraat moet worden toegevoegd niet is vermeld 2 Indien een antwoord is gegeven als: Eerst filtreren en dan aan het filtraat (een oplossing van) bariumcarbonaat toevoegen. 2 Indien een antwoord is gegeven als: Eerst filtreren en dan aan het filtraat barium toevoegen. 2 Opmerkingen Wanneer een antwoord is gegeven waarin na filtreren een oplossing van een oplosbaar aluminiumzout wordt toegevoegd, gebaseerd op het gegeven dat Al 3+ met S 2 reageert volgens Binas-tabel 45A, dit goed rekenen. Wanneer een antwoord is gegeven als: Er ontstaat FeS wanneer de ijzerionen los zijn gekomen van het fosfaat. FeS is zwart, dus je moet kijken of er een zwart neerslag is ontstaan. dit goed rekenen. 300010 CV26 7 Lees verder

Antwoorden Deelscores 14 Een juiste uitleg leidt tot de conclusie dat Boukes (kennelijk) vindt dat boeren meer mest per hectare per jaar mogen uitrijden. Boukes vindt dat er geen nitraatprobleem is 1 conclusie 1 15 het noemen van een argument 1 standpunt dat daarmee in overeenstemming is 1 No NO Maximumscore 3 16 De vormingswarmte van NO is + 0,904( 10 5 J mol 1 ), dus de vorming van NO is een endotherme reactie / de ontleding van NO is een exotherme reactie. Bij verlaging van de temperatuur verschuift het evenwicht (naar de exotherme kant) dus naar links. vermelding van de vormingswarmte van NO: + 0,904( 10 5 J mol 1 ) 1 (dus) de vorming van NO is een endotherme reactie / de ontleding van NO is een exotherme reactie 1 bij verlaging van de temperatuur verschuift het evenwicht (naar de exotherme kant) dus naar links 1 Opmerking Wanneer bij de beantwoording van deze vraag één of meer gegevens uit Binas-tabel 51 op een juiste manier zijn gebruikt, dit goed rekenen. 17 Bij de lage temperatuur treedt geen reactie meer op / is de reactiesnelheid nul geworden / kan de activeringsenergie niet meer worden gehaald (dus verandert de samenstelling van het gasmengsel niet meer). Opmerking Wanneer een antwoord is gegeven als: Door de snelle afkoeling is het evenwicht 'vastgevroren'. dit goed rekenen. Maximumscore 4 18 2 CH 4 ON 2 + 4 NO + O 2 2 CO 2 + 4 N 2 + 4 H 2 O CH 4 ON 2, NO voor de pijl en CO 2, N 2 en H 2 O na de pijl 1 O 2 voor de pijl 1 verhouding 1 : 2 voor CH 4 ON 2 en NO juist en de koolstof-, stikstof- en waterstofbalans juist 1 zuurstofbalans juist 1 Indien de volgende vergelijking is gegeven: 6 NO + 2 CH 4 ON 2 5 N 2 + 2 CO 2 + 4 H 2 O 3 300010 CV26 8 Lees verder