Lerarenopleiding. Studiegids 2014/2015. Bij ons leer je de wereld kennen



Vergelijkbare documenten
ICLON. STUDIEGIDS Master Lerarenopleiding Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing

Lerarenopleiding. Studiegids 2012/2013. Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken.

STUDIEGIDS Educatieve minor

Lerarenopleiding. Toke Egberts 10 nov. 2017

Het praktijkdeel in de ICLON lerarenopleiding

Educatieve Minor. Studiegids 2014/2015. Bij ons leer je de wereld kennen

Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing

Educatieve Minor. Studiegids 2012/2013. Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken.

Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing

Het praktijkdeel in de ICLON lerarenopleiding

Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing

Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs in de eerste graad Onderwijs- en examenregeling

Lerarenopleiding Geesteswetenschappen. Masterdag 16 mrt. 2018

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en examenregeling

ICLON. STUDIEGIDS Master Lerarenopleiding Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing

STUDIEGIDS Educatieve minor

Voorlichtingsavond ILO

Interfacultaire Lerarenopleidingen (POWL) Voorlichtingsavond ILO

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en Examenregeling GMW. Bijlage 1a

STUDIEGIDS Master Lerarenopleiding

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

ICLON. Praktische aanvulling op e-studiegids Master Lerarenopleiding Educatieve minor Educatieve module

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Engels Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Engels

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Management en

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Biologie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Biologie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING EDUCATIEVE MASTEROPLEIDINGEN RADBOUD DOCENTEN ACADEMIE

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en ExamenRegeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

2

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience

Onderwijs- en examenregeling

concept Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Masteropleiding Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs

Onderwijs- en Examenregeling. Educatieve Minor

Onderwijs- en Examenregeling. Educatieve Minor

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

STUDIEGIDS Educatieve minor

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

GMW Onderwijs- en ExamenRegeling. Master-opleiding. voor het studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

7.3 Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Lerarenopleiding voor:

Onderwijs- en examenregeling

master leraar voortgezet onderwijs

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Masteropleiding Management van de Publieke Sector. OER Ma MPS d.d. 14 april Geldig vanaf 1 september 2015

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Dit is een wettelijk vastgestelde rol met een beroepsprofiel waar ieder zich mee bemoeit: politiek niet in de laatste plaats. Waarom.

Onderwijs- en examenregeling

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Duits Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Duits

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Literatuurwetenschap

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud:

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011. Masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING EDUCATIEVE MASTEROPLEIDINGEN RADBOUD DOCENTEN ACADEMIE

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van Bachelor-Minor-studenten met een aanstelling)

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Transcriptie:

Lerarenopleiding Studiegids 2014/2015 Bij ons leer je de wereld kennen

STUDIEGIDS Master Lerarenopleiding 2014 2015 Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing Afdeling Voortgezet Onderwijs ICLON Afdeling Voortgezet Onderwijs Willem Einthovengebouw Wassenaarseweg 62A Postbus 905, 2300 AX Leiden tel. 071 527 4015 www.iclon.leidenuniv.nl

2

Inhoudsopgave studiegids ICLON Master Lerarenopleiding 2014-2015 Inleiding... 5 Onderwijsmomenten... 7 Elektronische leeromgeving... 8 Trajecten... 9 Curriculum... 10 Leren en Instructie 1...10 Leren en Instructie 2...11 Pedagogiek...12 Vakdidactiek 1... 13 Vakdidactiek 2... 14 Keuzemodule... 15 Vakdidactisch Ontwerponderzoek... 16 Praktijk 1... 17 Praktijk 2... 19 Beoordeling... 20 Data beoordelingsmomenten en inleverdata producten... 20 Beoordelingscriteria...23 Beoordelingstermijn... 23 Cijfers...23 Geldigheidsduur van alle studieonderdelen... 24 Uitsluiting van de opleiding of bepaalde onderdelen daarvan... 24 Fraude, plagiaat en andere onregelmatigheden... 24 Klachtencoördinator... 24 Vrijstellingen en afwijkende trajecten... 24 Examencommissie...24 Afstuderen... 25 Kwaliteitszorg en Onderwijsevaluatie... 26 Links...27 Bijlage I Eindtermen masteropleiding leraar voorbereidend hoger onderwijs... 28 Bijlage II Overzicht curriculum van de deeltijd- en andere trajecten... 30 Bijlage III Praktijkdeel van de opleiding... 31 Bijlage IV Onderwijs- en examenregeling... 32 3

4

Inleiding De universitaire lerarenopleiding bestaat voor de helft uit een praktijk- en voor de helft uit een instituutsdeel. Beide delen hangen nauw met elkaar samen. Kennis en opdrachten worden in de praktijk toegepast en vanuit het instituut uitgevoerd. Omgekeerd worden vragen uit de praktijk op het instituut met behulp van de relevante theorie onderzocht. Met andere woorden: alle studieonderdelen op het instituut staan in verband met de studieonderdelen praktijk op school. Centraal in de opleiding staat de professionele ontwikkeling als docent. Tijdens de opleiding verwerft de student vaardigheden om ervaringen in de praktijk te kunnen verbinden met eigen overtuigingen en met wat anderen belangrijk vinden (theorie, school, begeleiders, medestudenten), en op basis hiervan het eigen leerproces te sturen en in te richten. In de opleiding komen achtereenvolgens de verschillende rollen waarin de docent opereert aan de orde: als regisseur van het leerproces van leerlingen, als vakdidacticus, als pedagoog, en als lid van de schoolorganisatie. Daarnaast vereist het beroep van docenten de rollen van professional en van vakdidactisch onderzoeker. De laatste rol wordt opgevat als onderzoeker van een onderwijsontwerp op een vakgebied. Uit onderstaande tabel wordt duidelijk in welke onderdelen van de opleiding deze zes beroepsrollen beoordeeld worden. Studieonderdelen Regisseur Pedagoog Vakdidacticus Rollen Leren & Instructie 1 X x X Leren & Instructie 2 X x x x Pedagogiek X Vakdidactiek 1 X Vakdidactiek 2 X Keuzemodule (XX) (XX) (XX) (XX) Vakdidactisch X Ontwerponderzoek Praktijk 1 X X X X X Praktijk 2 X X X X X (XX) = afhankelijk van de keuze van de student Lid schoolorganisatie Vakdidactisch onderzoeker Professional Maandag is de opleidingsdag voor alle studenten van het ICLON studenten zijn de hele maandag beschikbaar voor de opleiding op het ICLON. Het contactonderwijs is om de week ingeroosterd. In de tussenliggende week is soms onderwijs ingeroosterd, maar er is ook ruimte om eventueel samen met medestudenten aan opdrachten en producten te werken, met docenten 5

te overleggen of de mediatheek of bibliotheek te raadplegen. Het praktijkdeel bestaat óf uit een baan in het voortgezet onderwijs óf uit een door het ICLON te regelen stage. Supervisie, ten slotte, is een integraal onderdeel van de studieonderdelen Leren en Instructie 1 en 2 en Praktijk 1 en 2. Hierbij wordt de student gecoacht bij de inductie in de praktijk en de eigen professionele ontwikkeling als docent. 6

Onderwijsmomenten Het onderwijs in groepen vindt voor alle vakken plaats aan de Universiteit Leiden, in het Pieter de la Courtgebouw, Wassenaarseweg 52, Leiden. Individuele afspraken kunnen ook worden gemaakt op het ICLON, Willem Einthovengebouw, Wassenaarseweg 62A, Leiden. Het rooster van de opleiding volgt het schooljaar van scholen voor voortgezet onderwijs in Zuid- Holland. Het rooster is te vinden op http://sites.google.com/a/iclon.leidenuniv.nl/roosters-lerarenopleiding/ Onderwijsvrije dagen/periodes vallen in het collegejaar 2014/15 op: kerstvakantie: 22 december 2014 tot 5 januari 2015 2 e Paasdag 6 april 2015 Koningsdag 27 april 2015 2 e Pinksterdag 25 mei 2015 Opleiding start augustus/september 2014 De opleiding begint op maandag 25 augustus 2014 met een verplichte startweek. Studenten schrijven zich in bij de universiteit uiterlijk per 31 augustus 2014. Opleiding start januari/februari 2015 De opleiding begint op maandag 26 januari 2015 met een verplichte startweek. Studenten schrijven zich in bij de universiteit per 1 februari 2015. 7

Elektronische leeromgeving 1 In de opleiding wordt gebruik gemaakt van de elektronische leeromgeving Blackboard voor het verstrekken van informatie, communicatie met docenten en medestudenten en het inleveren van de eindproducten bij de verschillende onderdelen (http://blackboard.leidenuniv.nl). Binnen Blackboard zijn de volgende courses aangemaakt; - Informatiecentrum (algemene en praktische informatie over de opleiding, technische handleidingen, rubrics, artikelen die elektronisch worden aangeboden). - Supervisie, L&I en Pedagogiek (communicatie binnen de eigen supervisiegroep en met de docenten van deze onderdelen, bijvoorbeeld studiewijzers, mogelijkheden een blog bij te houden en tips en vragen uit te wisselen, materialen bij de bijeenkomsten). - Vakdidactiek (informatie, inhouden en communicatie binnen het eigen schoolvak). - Vakdidactisch ontwerponderzoek (richtlijnen voor dit onderdeel en voorbeelden van onderzoeken). - Beoordelingscentrum (de plaats waar eindproducten van alle onderdelen dienen te worden ingeleverd en tezamen een digitaal portfolio vormen en waar de docenten feedback geven en beoordelen). In de Startreader die in de Startweek wordt uitgereikt staat een handleiding voor Blackboard en hoe je bij deze courses kunt komen. 1 Studenten die in februari 2015 met de opleiding starten werken met een andere indeling van Blackboard 8

Trajecten De universitaire lerarenopleiding wordt aangeboden in twee varianten: een voltijdmasteropleiding van één jaar en een deeltijdmasteropleiding van twee jaar. Beide starten zowel in september als in februari en hebben een studielast van 60 EC. De eindtermen van de masteropleiding zijn opgenomen in Bijlage I. Hieronder staat het overzicht van het curriculum van de voltijd masteropleiding. Voor het curriculum voor de deeltijd- en andere trajecten, zie Bijlage II. Voltijdmaster (60 EC) Septemberstart Februaristart: september t/m juni (met een verplichte startweek eind augustus) februari t/m januari (met een verplichte startweek eind januari). maand 10 maand 9 maand 8 maand 7 maand 6 maand 5 maand 4 maand 3 maand 2 maand 1 startweek Supervisie Leren en Instructie 1 Leren en Instructie 2 Vakdidactiek 1 Vakdidactiek 2 Pedagogiek Vakdidactisch Ontwerponderzoek Keuzemodule Praktijk 1 Praktijk 2 5 EC 5 EC 5 EC 15 EC 2 EC 5 EC 7 EC 1 EC 15 EC Gedurende de hele opleiding zijn er supervisie- en intervisiebijeenkomsten in het kader van de studieonderdelen Leren en Instructie 1 en 2 en Praktijk 1 en 2. De supervisor begeleidt de student bij het leerproces, legt schoolbezoeken af en voert (met de begeleider op school) de (tussen)tijdse beoordelingsgesprekken De supervisor begeleidt de student bij het maken/verzamelen van de voor de praktijkbeoordeling noodzakelijke informatie. 9

Curriculum Leren en Instructie 1 Docent(en): diverse EC 5 Niveau: 300 Collegejaar 2014-2015 Voertaal Nederlands Leerdoelen: De student heeft kennis van en inzicht in de theorie over klassenmanagement, algemene didactiek, pedagogiek en schoolorganisatie. Beschrijving: Leren en instructie 1 staan theorieën op het gebied van klassenmanagement, algemene didactiek, pedagogiek en schoolorganisatie centraal. Deze theorieën worden verbonden met de onderwijspraktijk van de studenten. Werkvorm: Hoorcolleges, werkcolleges en zelfstudie. Toetsing en verplicht in te leveren: - Tentamen: open boek aan de hand van casussen (voor beoordelingscriteria, zie pagina 20). - Video-analyse regisseur Literatuur: Ebbens & Ettekoven, Effectief leren: basisboek, Noordhoff, 2012 (derde druk), ISBN 9789001815448 (eventueel druk uit 2005 of 2010) Teitler, P.I. (2013), Lessen in orde, Coutinho, 2013 (tweede druk), ISBN 9789046903544 (eventueel druk uit 2009) Reader Leren en Instructie 10

Leren en Instructie 2 Docent(en): diverse EC 2 Niveau: 400 Collegejaar 2014-2015 Voertaal Nederlands Leerdoelen: De student is in staat inzichten uit (de in Leren en Instructie 1 en 2) aangeboden theorie over klassenmanagement, algemene didactiek, pedagogiek en schoolorganisatie en ervaringen uit de onderwijspraktijk aan elkaar te verbinden. Beschrijving: Mede afhankelijk van de leerbehoeften en praktijkervaringen van de student wordt in vervolg op Leren en Instructie 1 verdiepende theorie wordt behandeld op het gebied van klassenmanagement, algemene didactiek, pedagogiek en schoolorganisatie. Werkvorm: Werkcolleges en zelfstudie. Toetsing: Video- analyse voor de rollen regisseur, pedagoog en (vak)didacticus, aan de hand van de theorie uit deze en de voorgaande module Leren en Instructie (maximaal 4 pagina s). (Voor beoordelingscriteria, zie pagina 20). Literatuur: In overleg met de docent wordt gebruik gemaakt van: Ebbens & Ettekoven, Effectief leren: basisboek, Noordhoff, 2012 (derde druk), ISBN 9789001815448 (eventueel druk uit 2005 of 2010) Teitler, P.I. (2013), Lessen in orde, Coutinho, 2013 (tweede druk), ISBN 9789046903544 (eventueel druk uit 2009) Reader Leren en Instructie Verdiepende literatuur, wordt nader bekend gemaakt. 11

Pedagogiek Docent(en): diverse EC: 5 Niveau: 400 Collegejaar 2014-2015 Voertaal Nederlands Leerdoelen: De student heeft inzicht in recente theorie met betrekking tot psychologie van de adolescentie en pedagogisch handelen in de klas en in de school. De student is in staat op een professionele manier gesprekken te voeren met leerlingen en ouders. De student is in staat inzichten uit de theorie met betrekking tot psychologie van de adolescentie en pedagogisch handelen in de klas en in de school en ervaringen uit de onderwijspraktijk aan elkaar te verbinden. Beschrijving: Gerelateerd aan recente theorie over de psychologie van de adolescentie komt het pedagogisch handelen in de klas en in de school aan de orde. Daarnaast worden gespreksvaardigheden in relatie tot communicatie met leerlingen en ouders getraind. Werkvorm: Werkcolleges en zelfstudie. Toetsing: Paper: analyse van een casus over de eigen pedagogische praktijk. Analyse eigen gespreksvaardigheden. Literatuur: Slot, W., & Aken, M. van. (2010) (red.). Psychologie van de adolescentie. Baarn: ThiemeMeulenhoff. ISBN 978 90 06 95101 1. Konig, A. (1995). In gesprek met de leerling. Houten: Educatieve Partners/KPC. ISBN 904020032 7. Diverse artikelen die via Blackboard worden verspreid. 12

Vakdidactiek 1 Docent(en): diverse EC: 5 Niveau: 400 Collegejaar: 2014-2015 Voertaal: Nederlands Leerdoelen De student kan met behulp van bestaand lesmateriaal vaklessen ontwerpen en uitvoeren. De student heeft een didactisch repertoire ontwikkeld van eenvoudige varianten van activerende lessen. De student kan evalueren in hoeverre doelstellingen van zijn lessen zijn gerealiseerd en kan op basis hiervan zo nodig zijn handelen bijstellen. De student heeft op basis van onderwijservaring en vakdidactische theorieën, een vakdidactische praktijktheorie ontwikkeld en kan deze gebruiken voor het verantwoorden van de gegeven lessen en voor het formuleren en realiseren van voornemens op vakdidactisch gebied. Beschrijving: In vakdidactiek 1 staat het maken van keuzes over het wat en hoe van vaklessen centraal, waarbij de student de cyclus doorloopt van ontwerpen, uitvoeren in de praktijk, evaluatie van lessen en theoretische analyse van de lessen. Voor de schoolvakken die zowel in onderbouw als bovenbouw worden gegeven staat in vakdidactiek 1 het geven van lessen in de onderbouw centraal. Bovendien ligt in vakdidactiek 1 het accent vooral op het ontwerpen en geven van eenvoudige varianten van activerende lessen aan de hand van het schoolboek Werkvorm: Werkcolleges, zelfstudie en uitproberen van lessen in de praktijk. Toetsing: Beknopte beschrijving van de vakdidactische praktijktheorie en twee lessen, zo mogelijk in de onderbouw, van de student. De informatie over deze lessen bestaat uit: - lesontwerp en evaluatie-instrumenten, inclusief vakdidactische verantwoording - evaluatieresultaten van leerlingen - video-opname van een les - vakdidactische analyse van een les met onderbouwde suggesties voor verbetering van de les. Literatuur: Wordt per schoolvak nader bekend gemaakt. 13

Vakdidactiek 2 Docent(en): diverse EC: 5 Niveau: 500 Collegejaar: 2014-2015 Voertaal: Nederlands Leerdoelen: De student kan een samenhangende serie vaklessen ontwerpen en geven. De student heeft een didactisch repertoire ontwikkeld van complexe varianten van activerende lessen. De student kent opvattingen over inrichting van het betreffende schoolvak en kan hierover een onderbouwde mening geven en vertalen naar zijn onderwijspraktijk. De student heeft op basis van onderwijservaring en vakdidactische theorieën, een vakdidactische praktijktheorie ontwikkeld en kan deze gebruiken voor het verantwoorden van de gegeven lessen en voor het formuleren en realiseren van voornemens op vakdidactisch gebied. Beschrijving: Evenals in vakdidactiek 1 staat in vakdidactiek 2 het maken van keuzes over het wat en hoe van vaklessen centraal. In vakdidactiek 2 ligt het accent vooral op het ontwerpen, geven en evalueren van complexere activerende, samenhangende, lessen voor de bovenbouw aan de hand van eigen inzichten en opvattingen over goed vakonderwijs. Dit gebeurt aan de hand van de cyclus van ontwerpen, uitvoeren in de praktijk, evaluatie van lessen en theoretische analyse van de lessen. Werkvorm: Werkcolleges, zelfstudie en uitproberen van lessen in de praktijk. Toetsing: Beknopte beschrijving van de vakdidactische praktijktheorie en een samenhangende serie lessen (maximaal 4), in de bovenbouw, van de student. De informatie over de samenhangende lessenserie bestaat uit: - lesontwerpen en evaluatie-instrumenten, inclusief vakdidactische verantwoording van lessen afzonderlijk en hun onderlinge samenhang - evaluatieresultaten van leerlingen - video-opname van 1 les - vakdidactische analyse van de les met onderbouwde suggesties voor verbetering van de les. Literatuur: Wordt per schoolvak nader bekend gemaakt. 14

Keuzemodule Docent(en): diverse EC: 1 Niveau: 400 Collegejaar: 2014-2015 Voertaal: Nederlands Leerdoelen: De student heeft in een specifiek onderwerp meer inzicht verworven. Beschrijving: Afhankelijk van de interesse van de student, kan hij/zij een keuze maken om zich in één bepaald onderwerp verder te verdiepen. Deze onderwerpen worden in een korte module van maximaal 3 bijeenkomsten aangeboden en betreffen o.a. de onderwerpen: - internationalisering - regietraining - zorg in de school - passend onderwijs - onderwijsvernieuwingen Werkvorm: Drie werkcolleges. Toetsing: Afhankelijk per module. Inschrijving: Bij de middenevaluatie bepalen student en supervisor welke keuzemodule het beste gekozen kan worden. Binnen twee weken na de middenevaluatie meldt de student zich online aan voor een van de modules. Februaristarters melden zich bij het begin van het daaropvolgende collegejaar online aan. Literatuur: Wordt per module nader bekend gemaakt. 15

Vakdidactisch Ontwerponderzoek Docent(en): diverse EC: 7 Niveau: 600 Collegejaar 2014-2015 Voertaal Nederlands Leerdoelen: De student is in staat een onderwerp uit de eigen onderwijspraktijk te vertalen naar hanteerbare en onderzoekbare vraagstellingen voor ontwerponderzoek De student is in staat om geschikte onderzoeksontwerpen en methoden van dataverzameling en analyse te selecteren voor het beantwoorden van onderzoeksvragen De student is in staat onderzoek uit te voeren naar zijn eigen onderwijspraktijk Beschrijving: Elke student heeft al onderzoekservaring vanwege het doctoraal- of masteronderzoek, maar deze heeft veelal geen betrekking op de didactiek van het schoolvak in de context van het voortgezet onderwijs. De student voert een ontwerponderzoek uit naar een onderwerp uit vakdidactiek 2. De student werkt bij voorkeur samen met een of meer collega-studenten aan het vakdidactisch ontwerponderzoek. Het vakdidactisch ontwerponderzoek wordt op basis van een goedgekeurd plan uitgevoerd. De student wordt begeleid door de (eigen) vakdidacticus en een onderzoeker. * Werkvorm: Werkcolleges, zelfstudie en dataverzameling in de praktijk. Toetsing: Verslag van ontwerponderzoek (maximaal 5000 woorden, exclusief referenties en bijlagen). Aanbevolen literatuur Oost, H., & Markenhof, A. (2002). Een onderzoek voorbereiden. Baarn: HB Uitgevers. Plomp, T. (2009). Educational design research: An introduction. In T. Plomp & N. Nieveen (Eds.), An introduction to educational design research. Enschede: The Netherlands: Netherlands Institute for Curriculum Development. http://www.slo.nl/ downloads/2009/introduction_20to_20education_20design_20research.pdf. Berg, E. van den, Kouwenhoven, K. (2008). Ontwerponderzoek in vogelvlucht. Velon: tijdschrift voor lerarenopleiders, 29(4), 20-26. WTP-studenten voeren deze opdracht uit binnen het WTP-programma en onder begeleiding van WTP-docenten (zie voor meer informatie de WTP-Studiegids). 16

Praktijk 1 Docent(en): schoolbegeleiders en supervisoren (ICLON) EC: 15 Collegejaar 2014-2015 Voertaal Nederlands Leerdoelen: De student is in staat om met name voor leerlingen in de onderbouw van havo, vwo en vmbo-t vakonderwijs voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren, leerlingen te begeleiden, leerstof te ontwikkelen en in de schoolorganisatie te participeren. De student is in staat een veilige leeromgeving voor deze leerlingen tot stand te brengen. De student is in staat deze leerlingen te helpen de basiskennis en principes van het schoolvak eigen te maken en hen vertrouwd te maken met de manier waarop deze kennis en principes worden gebruikt in het dagelijkse leven en in de wereld van het werken. De student is in staat zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar te onderzoeken, te expliciteren en te ontwikkelen. Beschrijving: Praktijk 1 start aan het begin van de opleiding en beslaat de eerste helft van de opleiding. Het omvat minimaal 120 klascontacturen, waarvan de student ten minste 60 uren zélf (deel)lessen geeft. Voor de schoolvakken die zowel in onderbouw als bovenbouw worden gegeven worden in praktijk 1, minimaal 40 van de 60 lessen in de onderbouw van havo, vwo en vmbo-t gegeven. Een aanstelling op een school voor Voortgezet Onderwijs kan als praktijkdeel (mee)tellen als de baan: - een omvang heeft van minimaal 6 lesuren; - zowel onder- als bovenbouw uren bevat (de bovenbouwuren zijn van belang voor het tweede deel van de opleiding); - een minimale duur heeft van drie maanden. - Voor studenten die werkzaam zijn in het mbo of hbo geldt een verplichte stage in de onderbouw van het Voortgezet Onderwijs van 60 klascontacturen, waarvan de student minstens 40 uur zelf (deel)lessen geeft. Daarnaast dient er op school een adequate begeleiding van de student te zijn en staat de school lesbezoek door de supervisor toe. Voor nadere informatie zie Bijlage III Het praktijkgedeelte van de opleiding. Werkvorm: Functioneren als docent waaronder verzorgen van onderwijs, observeren van lessen van collega s, het voeren van gesprekken met leerlingen en ouders, bijwonen van vergaderingen, deelnemen aan 17

schoolactiviteiten en ontwerpen van lesmateriaal. Daarnaast voert de student gesprekken met de begeleider op school (BOS) en met de supervisor. Toetsing: Aan de hand van een zelfanalyse en informatie over het functioneren van de student in de praktijk (van leerlingen, vakcoach, BOS, schoolleiding) formuleert de supervisor een eindoordeel dat in het eindgesprek van Praktijk 1 (middenevaluatie) met de BOS en de student wordt besproken. 18

Praktijk 2 Docent(en): schoolbegeleiders en supervisoren (ICLON) EC: 15 Collegejaar 2014-2015 Voertaal Nederlands Leerdoelen: De student is in staat om met name voor leerlingen in de bovenbouw van havo en vwo vakonderwijs voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren, leerlingen te begeleiden, leerstof te ontwikkelen en in de schoolorganisatie te participeren. De student is in staat een veilige leeromgeving voor deze leerlingen tot stand te brengen. De student is in staat deze leerlingen te helpen de basiskennis en principes van het schoolvak eigen te maken en hen vertrouwd te maken met de manier waarop deze kennis en principes worden gebruikt in het dagelijkse leven en in de wereld van het werken. De student is in staat zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar te onderzoeken, te expliciteren, en te ontwikkelen. Beschrijving: Praktijk 2 beslaat de tweede helft van de opleiding. Het omvat minimaal 130 klascontacturen, waarvan de student ten minste 65 uren zélf (deel)lessen geeft, waarvan 45 in de bovenbouw van havo en vwo. Een aanstelling op een school voor Voortgezet Onderwijs kan als praktijkdeel (mee)tellen als de baan: - een omvang heeft van minimaal 6 lesuren; - in ieder geval voldoende bovenbouw uren bevat; - een minimale duur heeft van drie maanden. Daarnaast dient er op school een adequate begeleiding van de student te zijn en staat de school lesbezoek door de supervisor toe. Voor nadere informatie zie Bijlage III Het praktijkgedeelte van de opleiding. Werkvorm: Functioneren als docent waaronder verzorgen van onderwijs, observeren van lessen van collega s, het voeren van gesprekken met leerlingen en ouders, bijwonen van vergaderingen, deelnemen aan schoolactiviteiten en ontwerpen van lesmateriaal. Daarnaast voert de student gesprekken met de begeleider op school (BOS) en met de supervisor. Toetsing: Aan de hand van een zelfanalyse en informatie over het functioneren van de student in de praktijk (van leerlingen, vakcoach, BOS, schoolleiding) formuleert de supervisor een eindoordeel dat in het eindgesprek (eindevaluatie) met de BOS en de student wordt besproken. 19

Beoordeling 2 Data beoordelingsmomenten en inleverdata producten September 2014 (voltijd) Beoordeling Datum beoordelingsgesprek/ tentamen Datum inleveren producten Go nogo 6-13 oktober 2014 6 oktober 2014 Middenevaluatie Eindevaluatie uiterlijk 27 oktober 2014 uiterlijk 19 januari 2015 uiterlijk 26 januari 2015 Product Onderdeel Bij wie? zelfanalyse videoanalyse regisseur eindproduct pedagogiek eindproduct vakdidactiek 1 go nogo beoordeling Leren en Instructie 1 Pedagogiek Vakdidactiek 1 12 januari 2015 tentamen Leren en Instructie 1 26 januari 2015 uitelijk 20 januari 2015 zie studiewijzer Praktijk 1 9 maart 2015 herkansing Leren en Instructie 1 6-13 juli 2015 Eindgesprekken uiterlijk 22 juni 2015 uiterlijk 22 juni 2015 uiterlijk 22 juni 2015 uiterlijk 23 juni 2014 uiterlijk 29 juni 2015 eindproduct keuzemodule eindproduct vakdidactiek 2 video-analyse alle rollen verslag vakdidactisch ontwerponderzoek zie studiewijzer Keuzemodule vakdidactiek 2 Leren en Instructie 2 Vakdidactisch ontwerponderzoek praktijk 2 Supervisor en BOS docent Leren en Instructie 1 docent pedagogiek vakdidacticus Supervisor en BOS docent vakdidactiek docent Leren en Instructie 2 vakdidacticus Supervisor en BOS 2 Voor meer informatie zie Bijlage IV, Onderwijs- en examenregeling 20

September 2014 (deeltijd- 1 e jaar) Beoordeling Go nogo Middenevaluatie Datum beoordelingsgesprek/ tentamen 6-13 oktober 2014 Datum inleveren producten 6 oktober 2014 zelfanalyse go nogo beoordeling uiterlijk 27 oktober 2014 uiterlijk 2 februari 2015 uiterlijk 22 juni 2015 Product Onderdeel Bij wie? video- analyse regisseur eindproduct vakdidactiek 1 eindproduct vakdidactiek 2 Leren en Instructie 1 Vakdidactiek 1 Vakdidactiek 2 12 januari 2015 tentamen Leren en Instructie 1 9 maart 2015 herkansing Leren en Instructie 1 6-13 juli 2015 Middenevaluatie uiterlijk 29 juni 2015 Supervisor en BOS docent Leren en Instructie 1 vakdidacticus vakdidacticus zie studiewijzer praktijk 1 Supervisor en BOS 21

Februari 2015 (voltijd) Beoordeling Datum beoordelingsgesprek/ tentamen Datum inleveren producten Product Onderdeel Bij wie? Go nogo 9 maart 2015 2 maart 2015 Zelfanalyse Supervisor en BOS Middenevaluatie uiterlijk 23 maart 2015 video- analyse regisseur Leren en Instructie 1 29 juni 2015 tentamen Leren en Instructie 1 week van13 juli 2015 Middenevaluatie week van 6 juli 2015 week van 6 juli 2015 week van 6 juli 2015 eindproduct vakdidactiek 1 eindproduct pedagogiek Vakdidactiek 1 Pedagogiek docent Leren en Instructie 1 vakdidacticus docent pedagogiek zie studiewijzer praktijk 1 Supervisor en BOS 13 juli 2015 herkansing Leren en Instructie 1 Februari 2015 (deeltijd 1 e deel van het 1 e jaar) Beoordeling Datum beoordelingsgesprek/ tentamen Datum inleveren producten Product Onderdeel Bij wie? Go nogo 9 maart 2015 2 maart 2015 zelfanalyse Supervisor en BOS Middenevaluatie (januari 2016) uiterlijk 23 maart 2015 video- analyse regisseur Leren en Instructie 1 29 juni 2015 tentamen Leren en Instructie 1 week van 6 juli 2015 eindproduct vakdidactiek 1 rol Vakdidactiek 1 13 juli 2015 herkansing Leren en Instructie 1 docent Leren en Instructie 1 vakdidacticus 22

Beoordelingscriteria Voor de beoordeling wordt bij elk studieonderdeel (uitgezonderd Leren en instructie 1) gebruik gemaakt van rubrics (zie Bijlage 5 van de Onderwijs- en examenregeling), die gebaseerd zijn op de eindtermen van de opleiding (zie Bijlage I en de studiewijzers bij elk studieonderdeel). Voor elk van de zes beroepsrollen waarvoor wordt opgeleid, is een rubric beschikbaar. Op basis van verzameld bewijsmateriaal wordt voor elk aspect in een rubric aangegeven op welk niveau de student dit beheerst. Elke ingevulde rubric geeft derhalve aan op welke niveau de student een bepaalde beroepsrol beheerst. Welke beroepsrol in welk studieonderdeel aan de orde komt, is vermeld in de Tabel op bladzijde 5. Naast een oordeel over het niveau waarop de student presteert en functioneert, geeft de docent ook een korte schriftelijke verantwoording van het oordeel. Het studieonderdeel Leren en instructie 1 wordt afgesloten met een tentamen. Beoordelingstermijn Voor het schriftelijk tentamen geldt dat de docent binnen 15 werkdagen een oordeel geeft en de administratie van de opleiding de nodige gegevens verschaft ter verwerking in USIS. Cijfers De beoordeling van alle studieonderdelen worden uitgedrukt in een cijfer tussen 5 (staat voor onvoldoende) tot en met 10. Hieronder is nader toegelicht wat de relatie is tussen dit cijfer en het beheersniveau dat is bepaald aan de hand van de rubrics. Semester 1 Semester 2 Niveau 1 5 5 Niveau 1 à 2 6 5 Niveau 2 7 6 Niveau 2 à 3 8 7 Niveau 3 9 8 Niveau 3 à 4 10 9 Niveau 4 10 10 Cum laudecriterium alle vakken dienen met tenminste een 7.0 te zijn afgerond. een student heeft als gewogen gemiddelde 8.0 of hoger behaald. voor het vakdidactisch ontwerponderzoek is minimaal een 8.0 behaald. het masterexamen is binnen twee jaar behaald. Summa cum laudecriterium alle vakken dienen met tenminste een 8.0 te zijn afgerond. een student heeft als gewogen gemiddelde 9.0 of hoger behaald. voor vakdidactisch ontwerponderzoek is minimaal een 9.0 behaald. 23

het masterexamen is binnen een jaar behaald. Geldigheidsduur van alle studieonderdelen De examencommissie kan voor een onderwijseenheid 3, waarvan het tentamen langer dan 3 jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen of de geldigheidsduur verlengen. Dit betreft alle onderdelen van de opleiding. Uitsluiting van de opleiding of bepaalde onderdelen daarvan 1. De opleiding kent geen bindend studieadvies, al kan er bij de go-no go beoordeling en de middenevaluatie dringend worden geadviseerd de opleiding te beëindigen. 2. Als een student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van het beroep van docent, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, brengt de examencommissie desgevraagd advies uit aan het College van Bestuur omtrent de weigering dan wel het beëindigen van de inschrijving van de betrokken student voor de opleiding. Fraude, plagiaat en andere onregelmatigheden Regels ten aanzien van fraude, plagiaat en andere niet reglementaire zaken staan in het studentenstatuut: http://www.reglementen.leidenuniv.nl/onderwijs-onderzoek/studentenstatuut. html Klachtencoördinator De klachtencoördinator van het ICLON: http://organisatie.leidenuniv.nl/stroomschema/ Vrijstellingen en afwijkende trajecten Een verzoek voor een afwijkend traject of om vrijstelling voor een of meer onderdelen van de opleiding kan door de student met de docent worden besproken. De docent dient dit verzoek schriftelijk en met redenen omkleed in bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie. De examencommissie vraagt advies bij 2 collega-examinatoren. Het advies wordt vervolgens voorgelegd aan de examencommissie. De examencommissie beslist gemotiveerd binnen twintig werkdagen na de indiening van het verzoek en informeert de student hierover. Examencommissie Voor het cursusjaar 2014/2015 bestaat de examencommissie uit: prof. dr. W.F. Admiraal, voorzitter, mw. drs. C. Bertona (bètacluster, vice-voorzitter), mw. drs. M. de Ferrante (alfacluster), drs A. van Haperen (gammacluster), drs. M. Kramer (onderwijskunde en vertegenwoordiger scholenveld), en mw. drs. M. Reuser, ambtelijk secretaris. 3 Onderwijseenheid staat gelijk aan studieonderdeel 24

Afstuderen Wanneer de student een studieonderdeel heeft behaald, registreert het secretariaat het resultaat in USIS. De student krijgt via e-mail vanuit USIS automatisch bericht van de registratie. Hij/zij kan zelf de studieresultaten in USIS opvragen. Als het laatste studieresultaat behaald is (en als aan alle voorwaarden van het opleidingsprogramma is voldaan), wordt de afstudeerprocedure in gang gezet door het secretariaat. De student is verplicht alle eindproducten met de beoordeling van de docenten aan het einde van de opleiding op CD/DVD in te leveren. Uiterlijk vier weken na de datum van het laatst behaalde resultaat, wordt het diploma aangemaakt. De student moet zich zelf uitschrijven bij de universiteit. Tweemaal per jaar (over het algemeen de laatste vrijdag in maart en de laatste vrijdag in september) worden de diploma s tijdens een feestelijke bijeenkomst uitgereikt. Het diploma kan niet per post worden toegestuurd maar kan wel persoonlijk door de student of door een gemachtigde worden afgehaald bij de balie van het secretariaat van de lerarenopleiding (hiervoor moet een geldig legitimatiebewijs worden getoond). 25

Kwaliteitszorg en Onderwijsevaluatie Evaluatie van de opleiding De opleiding heeft een opleidingscommissie die voor de helft uit studenten en voor de helft uit docenten van de opleiding bestaat. Voorzitter van de opleidingscommissie is mw. dr. J. Meirink. Bij de start van elk traject worden studenten uitgenodigd zitting te nemen in de opleidingscommissie. In de opleidingscommissie worden de resultaten besproken van de evaluaties, zoals de evaluaties van de afzonderlijke studieonderdelen, de studentmonitor en de panelgesprekken, die verspreid over het jaar onder de studenten van de opleiding worden afgenomen. Daarnaast heeft de opleidingscommissie de taak de onderwijsdirecteur gevraagd en ongevraagd te adviseren over alle aangelegenheden die de opleiding betreffen. Ook vindt er regelmatig overleg plaats met de Begeleiders op School (in het BOS-Supervisor overleg) en rectoren van scholen (in het Raad van Rectorenoverleg). 26

Links 1. www. iclon.leidenuniv.nl namen van medewerkers contactgegevens verdere algemene informatie over het ICLON 2. http://www.iclon.leidenuniv.nl/studenten/master/student/ informatie over bijv. opleidings- en examencommissie, afstuderen etc. namen van scholen waar het ICLON mee samenwerkt 3. http://sites.google.com/a/iclon.leidenuniv.nl/roosters-lerarenopleiding/ roosters en roosterwijzigingen 4. Blackboard (elektronische leeromgeving): blackboard.leidenuniv.nl 5. www. leidenuniv.nl voor studentenvoorzieningen en ondersteuning: Informatiebalie ICS PITSstop Studiekeuze- en loopbaanservice (BUL) Studentendecanen Studentenpsychologen Ombudsfunctionaris (Seksuele) Intimidatie Studentenstatuut 6. www.fsw.leidenuniv.nl voor: openingstijden gebouw openingstijden bibliotheek FSW gebruik kopieerapparaten verkoop onderwijsmaterialen Servicedesk computergebruik door studenten openingstijden restaurant 27

Bijlage I Eindtermen van masteropleiding leraar voorbereidend hoger onderwijs De docent als professional De leraar voorbereidend hoger onderwijs onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. De docent als regisseur De leraar voorbereidend hoger onderwijs onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn klas en zijn lessen een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega s en vooral voor de leerlingen helder. En dat op een professionele, planmatige manier. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen tot stand te brengen. De docent als pedagoog De leraar voorbereidend hoger onderwijs onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen. Voor een hele klas of groep maar ook voor een individuele leerling. En dat op een professionele, planmatige manier. De docent als vakdidacticus De leraar voorbereidend hoger onderwijs moet de leerlingen helpen zich de basiskennis en principes van het schoolvak eigen te maken en vertrouwd te raken met de manier waarop deze kennis in het dagelijkse leven en in de wereld van het werken gebruikt wordt. Bovendien moet hij zijn leerlingen introduceren in de kennis, principes, onderzoekswijzen en toepassingen van de wetenschappelijke discipline(s) waaraan het schoolvak gerelateerd is. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar voorbereidend hoger onderwijs en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken moet hij vakinhoudelijk en didactisch competent zijn. De docent als lid van de schoolorganisatie De leraar voorbereidend hoger onderwijs onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie De leraar voorbereidend hoger onderwijs onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen en bij zijn school. 28

De docent als vakdidactisch onderzoeker De leraar voorbereidend hoger onderwijs onderschrijft zijn verantwoordelijkheid als onderzoeker/specialist/ontwikkelaar. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om op grond van zijn wetenschappelijke achtergrond een bijdrage te leveren aan de systematische verdieping van verschillende aspecten van de verschillende rollen van de docent in de school. 29

Bijlage II Overzicht curriculum van de deeltijd- en andere trajecten NB: voor alle onderstaande trajecten geldt dat gedurende de hele opleiding een supervisor de student bij het leerproces begeleidt, schoolbezoek(en) aflegt en (met de begeleider op school) de (tussentijdse) beoordelingsgesprekken voert. Deeltijdmaster (2x 30 EC) Jaar 1 L&I 1 en 2 Vakdidactiek 1 en 2 Praktijk 1 Jaar 2 Pedagogiek Vakdidactisch ontwerponderzoek Keuzemodule Praktijk 2 Verkorte trajecten 30 EC (met behaalde educatieve minor en vakmaster) L&I 2 2 EC Vakdidactiek 2 5 EC Keuzemodule 1 EC Vakdidactisch ontwerponderzoek 7 EC Praktijk 2 15 EC 30 EC (met een 2 e graads bevoegdheid en een vakmaster) Vakdidactiek 7 EC Keuzemodule 1 EC Vakdidactisch ontwerponderzoek 7 EC Praktijk 2 15 EC 16 EC (tweede 1 e graads bevoegdheid) Vakdidactiek Praktijk 2 8 EC 8 EC 30

Bijlage III Praktijkdeel van de opleiding Praktijkcontract Voor ieder praktijkdeel dat in de vorm van een stage dan wel middels een baan wordt gevolgd, wordt een contract opgemaakt. In dit contract worden formeel de afspraken tussen de opleiding, de school, de betrokken begeleiders en de student betreffende het praktijkdeel vastgelegd. Het contract geldt als bewijs dat de student aan de wettelijke eisen voor het praktijkgedeelte heeft voldaan. Studentactiviteiten tijdens het praktijkdeel Tijdens het praktijkdeel voert de student op school activiteiten uit zoals: het observeren van lessen, het voorbereiden en geven van lessen, het ontwerpen van toetsen, etc. het voeren van gesprekken met (individuele) leerlingen, ouders en collega s, etc. het bijwonen van vergaderingen en het deelnemen aan allerlei (buitenschoolse) activiteiten, etc. het schrijven van leerteksten, analyseren van schoolboeken, etc. Om optimaal van deze activiteiten te kunnen leren, voert de student regelmatig gesprekken met zijn/haar begeleider over zijn/haar lessen en andere activiteiten. De begeleider op school (BOS) en de supervisor (de begeleider vanuit het ICLON) stimuleren de student een relatie te leggen tussen de (les)ervaringen van de student en de meer theoretische achtergronden die daarbij behoren. Begeleiding tijdens het praktijkdeel Op school wordt de student begeleid door een BOS en/of door een vakcoach. Een vakcoach is een vakdocent in het vak waarin de student de opleiding volgt. Dit is afhankelijk van de begeleidingsstructuur waar de school voor kiest. De begeleider op school en de student maken afspraken over de dagelijkse gang van zaken op school in het kader van de opleiding, zoals: lesobservaties door de schoolbegeleider; lesobservaties door de student; voor- en nabesprekingen van (deel)lessen(series) en andere activiteiten; maken van video-opnamen van door de student te geven lessen; schriftelijke lessenseries van de student laten evalueren door leerlingen. Contacten tussen schoolbegeleider en supervisor De begeleider op school en de supervisor zullen met enige regelmaat telefonisch of via email/ Blackboard contact met elkaar hebben over de vorderingen van de student. Daarnaast zien zij elkaar tijdens de zgn. BOS-Supervisorbijeenkomsten op het ICLON. De supervisor neemt contact op aan het begin van het praktijkdeel met de begeleider op school. Het streven is dat de supervisor de student tijdens het totale praktijkdeel minimaal één en zo mogelijk vaker op school bezoekt en lessen van de student bijwoont. Naast of soms in plaats van het schoolbezoek, worden de verrichtingen van de student in de praktijk ook via video-opnames bekeken. 31

Bijlage IV Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2014 Masteropleiding Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs Deze onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (whw) en is aangevuld met kwaliteitskenmerken zoals vastgelegd in het kaderdocument Leids universitair register opleidingen. Overeenkomstig artikel 7.14 whw beoordeelt het faculteitsbestuur de onderwijs- en examenregeling regelmatig en weegt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit. De opleidingscommissie heeft op grond van artikel 9.18 whw tot taak de wijze van uitvoeren van de onderwijs- en examenregeling jaarlijks te beoordelen. Inhoud 1 Algemene bepalingen 2 Beschrijving van de opleiding 3 Onderwijsprogramma 4 Tentamens en examens, vervolgopleiding 5 Toegang en toelating tot de opleiding 6 Studiebegeleiding en studieadvies 7 Overgangsbepalingen 8 Slotbepalingen Bijlagen 1. Verplichte onderwijseenheden, inclusief studielast en niveau 2. Eindtermen/Startbewaamheidseisen 3. Studiegids 4. E-studiegids https://studiegids.leidenuniv.nl/studies/masters/l 32

Hoofdstuk 1 Artikel 1.1 Algemene bepalingen Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de masteropleiding Voorbereidend Hoger Onderwijs in de schoolvakken: wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie, maatschappijleer en maatschappijwetenschappen, algemene economie, management en organisatie en de educatieve master Geesteswetenschappen met als specialisaties: Nederlands, Grieks en Latijnse taal en cultuur, Frans, Duits, Engels, Spaans, Chinese taal en cultuur, geschiedenis en staatsinrichting, kunstgeschiedenis en culturele en kunstzinnige vorming/kunst algemeen, culturele en kunstzinnige vorming, godsdienst en levensbeschouwing, filosofie, hierna te noemen: de opleiding. De opleiding is ingesteld overeenkomstig de Gemeenschappelijke Regeling, die is afgesloten tussen alle faculteiten van de Universiteit Leiden, en ondergebracht bij het Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing (ICLON) van de Universiteit Leiden en wordt in Leiden verzorgd. Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: : [andere definities kunnen worden opgenomen mits deze niet in strijd zijn met onderstaande definities en de wet] a. ects: het European Credit Transfer System; b. (e)-studiegids de elektronische studiegids bevattende specifieke en bindende informatie over de opleiding. De (e)-studiegids maakt als bijlage deel uit van deze regeling c. examen: de tentamens verbonden aan de tot de opleiding behorende onderwijseenheden, voor zover de examencommissie dat heeft bepaald met inbegrip van een door haar zelf te verrichten onderzoek als bedoeld in artikel 7.10, eerste lid, van de wet; d. examencommissie: de examencommissie van de opleiding, ingesteld en benoemd krachtens artikel 7.12a van de wet; e. examinator: degene die door de examencommissie is aangewezen ten behoeve van het afnemen van tentamens, krachtens artikel 7.12c van de wet; f. Leids universitair het onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur register opleidingen: gehouden register 1 van de door de Universiteit Leiden verzorgde opleidingen als bedoeld in artikel 7 van het Bestuurs- en beheersreglement; 33

g. niveau: het niveau van een onderwijseenheid volgens de abstracte structuur zoals omschreven in het kaderdocument Leids universitair register opleidingen 4 ; h. onderwijseenheid: een onderwijseenheid van de opleiding als bedoeld in artikel 7.3 van de wet. De studielast van elke onderwijseenheid wordt uitgedrukt in gehele studiepunten. Aan elke onderwijseenheid is een tentamen verbonden; i. opleiding een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken. Aan elke opleiding is een examen verbonden. j. praktische oefening: een praktische oefening als bedoeld in artikel 7.13, tweede lid onder d van de wet, in één van de volgende vormen: - het maken van een eindwerkstuk - het maken van een werkstuk of een proefontwerp, - het uitvoeren van een onderzoekopdracht, - het deelnemen aan veldwerk of een excursie, - het doorlopen van een stage, of - het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit die gericht is op het verwerven van bepaalde vaardigheden; k. student: degene die is ingeschreven aan de Universiteit Leiden voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; l. studiepunt: de eenheid waarin volgens de wet de studielast van een onderwijseenheid wordt uitgedrukt. Volgens het ects is één studiepunt gelijk aan 28 uren studie; 4 Het kaderdocument Leids universitair register opleidingen is te raadplegen op www.onderwijs.leidenuniv.nl/onderwijsbeleid 34

m. tentamen: een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student met betrekking tot een bepaalde onderwijseenheid, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek (overeenkomstig artikel 7.10 van de wet) door ten minste één daartoe door de examencommissie aangewezen examinator; Een tentamen kan uit meerdere (deel)toetsen bestaan; n. toelatingscommissie: de commissie, ingesteld door het faculteitsbestuur, die tot taak heeft met toepassing van de toelatingseisen, opgenomen in deze en met inachtneming van het in voorkomende gevallen door het College van Bestuur krachtens artikel 7.30b van de wet vastgestelde aantal, te beoordelen welke verzoekers tot deze masteropleiding kunnen worden toegelaten; 0. werkdag: maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de erkende feestdagen; p. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (whw). q. eerste lezer/beoordelaar:... r. tweede lezer/beoordelaar:... s. portfolio: een dossier van monitoring en beoordeling waarmee studenten (1) aannemelijk maken te beschikken over een niveau van academische vorming dat voldoende is voor het verwerven van het diploma, (2) inzicht geven in het persoonlijk proces van academische vorming gedurende de opleiding, en (3) begeleiding en studieloopbaanadvisering mogelijk maken; De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3 Gedragscodes 1.3.1 Op het onderwijs van de opleiding zijn de regels zoals vastgelegd in de Gedragscode docenten en studenten binnen ict en onderwijs 5 van toepassing, alsmede de (aanvullende) facultaire gedragsregels. 5 De Gedragscode docenten en studenten binnen ict en onderwijs is vastgesteld door het College van Bestuur op 30 juni 2005 en is te raadplegen op www.reglementen.leidenuniv.nl/gedragscodes/gedragscode-ict-enonderwijs.html. 35

1.3.2 De gedragscode omgangsvormen docenten en studenten 6 is van toepassing en is bedoeld om een kader te scheppen voor een goed, veilig en stimulerend werk- en studieklimaat binnen de Universiteit Leiden, waarbij docenten en studenten op respectvolle wijze met elkaar omgaan en waarbij wederzijdse acceptatie en wederzijds vertrouwen belangrijke waarden zijn. 36

Hoofdstuk 2 Beschrijving van de opleiding Artikel 2.1 Doel van de opleiding Het doel van de opleiding is het verwerven van wetenschappelijke kennis, inzicht, vaardigheden en het gebruik van wetenschappelijke methoden op het gebied van de onderwijskunde, pedagogiek en vakdidactiek ter voorbereiding op een loopbaan binnen het onderwijs. Artikel 2.3 Afstudeerrichtingen Niet van toepassing Artikel 2.3 Eindkwalificaties Afgestudeerden van de opleiding beschikken over de onderstaande eindkwalificaties en voldoen daarmee aan de in de Wet Beroepen in het Onderwijs (Wet BIO) vastgelegde bekwaamheidseisen voor de leraar VHO: a Kennis en inzicht op het gebied van de onderwijskunde, pedagogiek en (vak)didactiek: In de eindtermen (zie bijlage 2), zoals die per docentrol zijn omschreven, wordt telkens aangegeven dat de afgestudeerden over voldoende kennis moeten beschikken om de aan die beroepsrol gerelateerde taken te kunnen verrichten. In de eindtermen van de docentrol vakdidactisch onderzoeker is bovendien aangegeven dat een afgestudeerde voldoende kennis en vaardigheden heeft om op grond van zijn wetenschappelijke achtergrond een bijdrage te leveren aan de systematische verdieping van verschillende aspecten van de verschillende rollen van de docent in de school. b Toepassing van de verworven kennis en inzichten op onderwijskundig, pedagogisch en (vak)didactisch gebied om de taken van een leraar VHO te kunnen vervullen: Het op een adequaat niveau kunnen toepassen van kennis en inzichten bij het vervullen van de taken als docent (startbekwaamheid) wordt in de eindtermen (zie bijlage 2) bij alle rollen genoemd, met uitzondering van de rol van professional. Bij de rollen van regisseur, vakdidacticus, pedagoog, lid van de schoolorganisatie en vakdidactisch onderzoeker gaat het er om dan om dat docenten in staat zijn op voldoende niveau te functioneren (dwz. startbekwaam zijn). Dat betekent ook dat zij in staat zijn relevante kennis en inzichten toe te passen bij het vervullen van de taken van de leraar VHO. Bij de rol van professional gaat het er in de eerste plaats om dat docenten in staat en bereid zijn hun opvattingen over het leraarschap en hun bekwaamheid als leraar te onderzoeken, te expliciteren, en voortdurend te ontwikkelen. 6 De gedragscode omgangsvormen docenten en studenten is vastgesteld door het College van Bestuur op 19 oktober 2010 en is te raadplegen op http://media.leidenuniv.nl/legacy/gedragscode-omgangsvormen.pdf 37

c Oordeelsvorming op grond van (wetenschappelijke) informatie op onderwijskundig, pedagogisch en (vak)didactisch gebied en in de context van de beroepsrol: In de eindtermen (zie bijlage 2) is bij alle docentrollen aangegeven, dat van een docent die aan de Leidse ULO is opgeleid wordt verwacht dat hij zijn verantwoordelijkheid onderschrijft voor de wijze waarop hij zijn taken vervult in de betreffende beroepsrol. Het gaat er daarbij ook om, dat de leraar als professional zelfstandig beslissingen neemt bij de vervulling van zijn taken en daarop aanspreekbaar is. Dat doet hij op basis van de informatie die hij op dat moment ter beschikking heeft. Dat impliceert dat hij bij het nemen van die beslissingen niet alleen uitgaat van de doelen die hij als professional en persoon wil bereiken, maar ook dat hij rekening houdt met de eisen die de context waarin hij functioneert aan hem stelt en met de (wetenschappelijke) informatie die van belang is bij het nemen van die beslissingen. d Communicatie met diverse doelgroepen over alle bij de beroepsrol van leraar VHO behorende facetten: In de eindtermen (zie bijlage 2) bij alle docentrollen is aangegeven dat de docent verantwoordelijkheid neemt voor de wijze waarop taken worden vervuld. Dat betekent ook dat de docent daarop aanspreekbaar is door leerlingen, collega s, ouders/verzorgers, specialisten en leken, binnen en buiten de school en met hen kan samenwerken en met hen het gesprek aangaat. Bij de rol lid van de schoolorganisatie is expliciet gemaakt dat de leraar voorbereidend hoger onderwijs ook voldoende kennis en vaardigheid heeft om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen en bij zijn school.. e Leervaardigheden voor de verdere professionalisering van de leraar VHO: De samenleving en het onderwijs zijn voortdurend in beweging. Er is steeds meer kennis beschikbaar en ook de inzichten over onderwijs en onderwijzen ontwikkelen zich. Dat betekent dat routinevorming in een lerarenopleiding weliswaar noodzakelijk is als een solide basis voor lesgeven (startcompetentie), maar dat docenten zich daarnaast moeten kunnen blijven ontwikkelen. Dit is expliciet gemaakt in de eindtermen voor de vervulling van de rol van professional: De leraar VHO onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Artikel 2.4 Inrichting van de opleiding De opleiding wordt zowel voltijds als deeltijds verzorgd. De deeltijdse opleiding wordt overdag verzorgd. De nominale studieduur van de deeltijdopleiding is 2 jaar. Artikel 2.5 Studielast De opleiding heeft een studielast van 60 studiepunten. 38