Netwerkhandleiding NPD4775-00 NL



Vergelijkbare documenten
Netwerkhandleiding NPD NL

Netwerkhandleiding NPD NL

Netwerkhandleiding NPD NL

Netwerkhandleiding NPD NL

Netwerkhandleiding NPD NL

Netwerkhandleiding NPD NL

Digitale camera Softwarehandleiding

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Handleiding voor aansluitingen

EpsonNet 10/100 Base Tx High Speed Int. Print Server

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003

Componenten installeren en de netwerkinterface klaarmaken voor gebruik

QL-500 QL-560 QL-570 QL-650TD QL-1050

Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

USB 2.0 ETHERNET PRINTSERVER

Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Windows 98 en Windows ME

Software-installatiehandleiding

USB 2.0 ETHERNET PRINT SERVER

Firmware Upgrade Utility

Stap Sluit de kabel vanaf uw modem aan op de Modem-aansluiting van uw router. (u herkent het juiste poortje aan de blauwe kleur)

EPSON Network Image Express Card Gebruikershandleiding

Beheerdershandleiding

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

Instructies voor een snelle installatie

Netwerkhandleiding NPD NL

USB 2.0 PRINTSERVER Snel installatiegids

Het lokale netwerk configureren

Handleiding voor netwerkgebruik NPD NL

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

PostScript Level3 Compatible Gebruikershandleiding NPD NL

Windows Vista /Windows 7- installatiehandleiding

Aansluitingengids. Windows-instructies voor een lokaal aangesloten printer. Voordat u de printersoftware installeert voor Windows

Voor gebruikers met netwerkverbindingen via Windows

Configuratiesoftware voor NetWare-netwerken

NEST Office Kit Copyright 1996, Novell, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Software Installerhandleiding M NL

BIPAC-711C2 / 710C2. ADSL Modem / Router. Snelle Start Gids

Gebruikershandleiding

Het installeren van de software.

Installatiehandleiding software

Met het oog op een veilig en correct gebruik van dit apparaat dient u de Veiligheidsinformatie in deze gebruikshandleiding te lezen voordat u het

Installeer de C54PSERVU in Windows Vista

P5C-emulatiekit Gebruikershandleiding

Windows Custom PostScript- of PCL-printerstuurprogramma installeren

AR-NB2 NETWERK UITBREIDINGS KIT. SOFTWARE-INSTALLATIEGIDS (voor de netwerkprinter) MODEL

Handleiding voor netwerkprinten

Printen met de NAS-server (PO50696)

Vigor V2.0. Voor een uitgebreidere handleiding kijk op e- mail:

Handleiding NL pagina 2. Manual UK page 6. Network Settings

Universele handleiding stuurprogramma s

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools)

BIPAC 7402G g ADSL VPN Firewall Router. Snelle Start Gids

Installatiehandleiding

AirPrint handleiding

Uw gebruiksaanwijzing. SHARP AL-1633/1644

Handleiding Wi-Fi Direct

BiGuard 2. ibusiness Security Gateway Home-Office. Startgids

QL-580N QL-1060N. Handleiding voor de installatie van de software. Nederlands LB A

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Aansluiten op uw PC Sluit het Philips Wireless Music Station aan op uw PC voor:

BIPAC-5100 / 5100W. (Draadloze) ADSL Router. Snelle Start Gids

BIPAC 7100SV VoIP ADSL Modem/Router

Installatiehandleiding. Voor uw SurfSnelADSL abonnement

Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003

DIGITAAL KLEUREN MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM

BIPAC 7100SG/7100G g ADSL Router. Snelle Start Gids

HANDLEIDING VOOR SNELLE NETWERKINSTALLATIE

Eigen PostScript- of PCL-printerstuurprogramma voor Windows installeren

LW057 SWEEX WIRELESS LAN PCI CARD 54 MBPS. Windows zal het apparaat automatisch detecteren en het volgende venster weergeven.

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Printerstuurprogramma installeren

Installatie- en gebruikershandleiding. Zyxel P-2612HW (Flits Thuis/Professioneel ADSL connected by KPN)

Installatiehandleiding. Voor uw ADSL Flits Connected by KPN abonnement. Type modem: P-2612 HNU-F3 Netwerk: KPN

BIPAC-7100S / ADSL Modem/Router. Snelle Start Gids

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4

P-touch Editor starten

VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT INSTALLATIE IN EEN WINDOWS-OMGEVING INSTALLATIE IN EEN MACINTOSH-OMGEVING PROBLEMEN OPLOSSEN

Internethandleiding Voor het verbinden met internet vanuit een SSHN-complex

Printersoftware. De printersoftware. De Epson-software bevat de software voor de printerdriver en EPSON Status Monitor 3.

De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

Macintosh. Vereisten. EtherTalk inschakelen en gebruiken. Mac OS 9.x. Phaser 8400-kleurenprinter

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows 2000 en XP. LW058 Sweex Wireless LAN USB 2.0 Adapter 54 Mbps

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows 2000, XP en Vista. LW303 Sweex Wireless LAN USB 2.0 adapter 300 Mbps

AirPrint handleiding DCP-J562DW MFC-J480DW MFC-J680DW MFC-J880DW

BENQ_ESG103QG_DU.book Page i Tuesday, July 30, :05 PM. Inhoudsopgave

Wifi-instellingengids

Installatiehandleiding draadloos netwerk NPD NL

Met de andere QR-code opent u een Xerox-webpagina op uw mobiele apparaat, waarmee u naar mobiele Xerox-applicaties kunt zoeken.

EnGenius Snelle Installatie Gids

Brink Home Module verbinden met lokaal netwerk

AirPrint handleiding. Versie 0 DUT

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

PostScript 3 Supplement

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY GEBRUIKSAANWIJZING

Hoofdstuk 2 Problemen oplossen

BIPAC 5102 / 5102S / 5102G

LEES MIJ EERST WorkCentre 7300 Series Fiery-installatie

Transcriptie:

NPD4775-00 NL

Auteursrechten en handelsmerken Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, via fotokopieën of opnamen, hetzij op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson Corporation. Seiko Epson Corporation wijst alle patentaansprakelijkheid af wat betreft het gebruik van de informatie in dit document. Evenmin kan Seiko Epson Corporation aansprakelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit het gebruik van de informatie in dit document. Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen door de koper van dit product of door derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan als gevolg van ongelukken, foutief gebruik of misbruik van dit product, onbevoegde wijzigingen en reparaties, of (buiten de V.S.) als de bedienings- en onderhoudsinstructies van Seiko Epson Corporation niet strikt worden gevolgd. Seiko Epson Corporation en zijn filialen kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van onderdelen of verbruiksgoederen die niet als Original Epson Products of EPSON Approved Products zijn aangemerkt door Seiko Epson Corporation. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Apple, Macintosh, Mac, Mac OS, AppleTalk, en Bonjour zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple, Inc. Apple Chancery, Chicago, Geneva, Hoefler Text, Monaco en New York zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple, Inc. EPSON en EPSON ESC/P zijn gedeponeerde handelsmerken en EPSON AcuLaser en EPSON ESC/P 2 zijn gewone handelsmerken van Seiko Epson Corporation. HP en HP LaserJet zijn gedeponeerde handelsmerken van Hewlett-Packard Company. PCL is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company. Adobe, het Adobe-logo en PostScript3 zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated, die in bepaalde rechtsgebieden kunnen zijn gedeponeerd. CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation, dat in de Verenigde Staten en andere landen is gedeponeerd. Dit product bevat RSA BSAFE Cryptografische software van EMC Corporation. RSA en BSAFE zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van EMC Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Dit product bevat Runtime Modules van IBM Rational Rhapsody, Copyright IBM Corporation 2008. Alle rechten voorbehouden. Auteursrechten en handelsmerken 2

Algemene kennisgeving: andere productnamen vermeld in deze uitgave dienen uitsluitend als identificatie en kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars. Epson maakt geen enkele aanspraak op enige rechten op deze handelsmerken. Copyright 2012 Seiko Epson Corporation. All rights reserved. Auteursrechten en handelsmerken 3

Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften Waarschuwingen, Voorzorgsmaatregelen, Belangrijk en Opmerkingen... 7 Hoofdstuk 1 Inleiding Printer... 8 Deze handleiding.................... 8 Besturingssysteem... 9 Grootformaat inkjet printers... 9 Functies van de netwerkinterface... 10 Werking van de netwerkinterface... 10 Statuslampje... 10 Netwerkconnector... 11 Software... 11 Hoofdstuk 2 Hoe Overzicht... 13 Afdrukmethode selecteren... 14 Afdrukken met Windows............................................................ 14 Afdrukken met Macintosh.... 14 Kenmerken van de afdrukmethoden......... 14 Onderdelen installeren op de computer... 15 Onderdelen installeren op de computer... 15 Windows 7/Vista/Server 2008... 16 Windows XP... 17 Windows Server 2003.... 19 Macintosh... 20 De netwerkinterface installeren... 21 De netwerkinterface verbinden met het netwerk... 21 Netwerkinterface configureren (voor Windows-gebruikers)... 22 Netwerkinterface configureren (voor Macintosh-gebruikers).... 22 Printerdriver installeren... 24 Printerdriver installeren... 24 Inhoudsopgave 4

Windows 7/Vista/Server 2008... 24 Windows XP... 28 Windows Server 2003.... 33 Macintosh... 37 Hoofdstuk 3 Netwerksoftware EpsonNet Config voor Windows... 39 Over EpsonNet Config... 39 Systeemvereisten... 39 EpsonNet Config installeren... 40 EpsonNet Config-gebruikershandleiding raadplegen... 40 EpsonNet Config voor Macintosh... 40 Over EpsonNet Config... 40 Systeemvereisten... 41 EpsonNet Config installeren... 41 EpsonNet Config-gebruikershandleiding raadplegen... 41 EpsonNet Config met webbrowser... 42 Over EpsonNet Config... 42 Configureer de volgende instellingen met EpsonNet Config met webbrowser... 42 Openingsvenster... 45 Remote Manager... 46 Over Remote Manager... 46 De netwerkinterface instellen met Remote Manager... 46 EpsonNet Print... 46 Over EpsonNet Print... 46 Systeemvereisten... 47 EpsonNet Print installeren... 47 Gebruikers van Windows 7/Vista/XP/Server 2008/Server 2003............................. 47 Printerpoort configureren... 54 Hoofdstuk 4 Probleemoplossing Algemene problemen... 57 Kan de netwerkinterface niet configureren of kan niet afdrukken vanuit het netwerk...... 57 U kunt niet afdrukken, zelfs al hebt u een IP-adres toegewezen aan de computer en de printer.... 57 EpsonNet Config kan niet worden gestart... 57 Inhoudsopgave 5

Als EpsonNet Config wordt gestart, verschijnt het bericht dat de toepassing niet kan worden gebruikt omdat er geen netwerk is geïnstalleerd... 58 Tijdens het verzenden van instellingen naar de netwerkinterface verschijnt de melding dat de configuratiegegevens niet kunnen worden uitgewisseld... 58 EpsonNet Config kan niet worden gestart met de webbrowser..... 58 De modelnaam en het IP-adres worden niet weergegeven in het dialoogvenster EpsonNet Config... 59 Netwerkstatusvel afdrukken (grootformaat inkjetprinters)... 59 Hoofdstuk 5 Tips voor beheerders IP-adres instellen via het bedieningspaneel van de printer (grootformaat inkjetprinters)... 60 Het menu Netwerkinstellingen.... 61 Appendix A Licentievoorwaarden voor de software Licenties voor openbronsoftware... 63 Bonjour... 63 Andere softwarelicenties...... 65 Info-ZIP copyright and license.... 65 WPA supplicant... 66 Index Inhoudsopgave 6

Veiligheidsvoorschriften Waarschuwingen, Voorzorgsmaatregelen, Belangrijk en Opmerkingen! Waarschuwing moet u zorgvuldig in acht nemen om ernstig lichamelijk letsel te voorkomen.! Voorzorgsmaatregel moet u zorgvuldig in acht nemen om lichamelijk letsel te voorkomen. c Belangrijk moet u naleven om schade aan het apparaat te voorkomen. Opmerking bevat belangrijke informatie over en handige tips voor het gebruik van uw printer. Veiligheidsvoorschriften 7

Hoofdstuk 1 Inleiding Printer De printer heeft een Ethernet-interface en kan via 10Base-T,100Base-TX en 1000Base-T Ethernet worden aangesloten op het netwerk. De ingebouwde Ethernet-interface, waarnaar in deze handleiding wordt verwezen als netwerkinterface, selecteert automatisch de correcte standaardinstelling wanneer verbinding wordt gemaakt met een netwerk. Verder selecteert deze automatisch de juiste netwerkprotocollen. Omdat de netwerkinterface meerdere protocollen ondersteunt en de protocollen in het netwerk automatisch worden gedetecteerd, kunt u afdrukken vanuit toepassingen voor Microsoft Windows en Apple Macintosh. Gebruik de Software Disc om eenvoudig de netwerkinterface te configureren voor gebruik in een TCP/IP-netwerk en om het printerstuurprogramma te installeren. U kunt de printer dan meteen in het TCP/IP-netwerk gebruiken. Als u de netwerkinterface wilt configureren voor protocollen als TCP/IP, WSD, LLTD, IPP/IPPS, UPnP, Bonjour, MS Network en SNMP, gebruik dan EpsonNet Config. Dit is een configuratieprogramma dat bij uw apparaat is geleverd en waarmee u de netwerkinterface snel en gemakkelijk configureert voor het gebruik van die protocollen. Met EpsonNet Config wordt de netwerkinterface zo geconfigureerd dat deze alleen werkt met protocollen die in het netwerk aanwezig zijn. Dit betekent niet dat u alle bovenstaande protocollen in het netwerk of besturingssysteem kunt gebruiken. Voor de netwerkinterface kunnen verschillende protocollen worden gebruikt, afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de netwerkconfiguratie. Deze handleiding In deze vindt u informatie over het gebruik van de netwerkinterface in een netwerk. De handleiding bevat instructies voor het instellen van de netwerkinterface, het installeren van de configuratiesoftware en het wijzigen van netwerkinstellingen voor de printer en de computers. Inleiding 8

Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor informatie over de printer. Als u de online-handleiding wilt lezen, moet Adobe Reader of Adobe Acrobat Reader op uw computer geïnstalleerd zijn. Deze handleiding is geschreven voor netwerkbeheerders. Voor veel van de beschreven procedures zijn beheerdersrechten en gedetailleerde kennis van het netwerk vereist. De term netwerkbeheerder verwijst naar de persoon die verantwoordelijk is voor het onderhoud van het netwerk. Beheerder is in deze handleiding een synoniem voor supervisor. De term netwerkinterface verwijst naar de ingebouwde Ethernet-interface van de printer in deze handleiding. Mogelijk wordt in deze handleiding onder bepaalde afbeeldingen een andere naam dan die van uw printer weergegeven. Dit verschil is niet van invloed op de instructies. De ondersteunde besturingssystemen verschillen per printer. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw printer voor informatie over de ondersteunde besturingssystemen. Besturingssysteem Voor de netwerkinterface worden de volgende omgevingen ondersteund. Grootformaat inkjet printers Besturingssysteem Protocol IPv4 IPv6 Windows 7 Windows Vista Windows XP (Home, Professional) Mac OS X 10.7 Mac OS X 10.6 Mac OS X 10.5 TCP/IP (Standaard TCP/IP-poort) ondersteund niet ondersteund TCP/IP (EpsonNet Print-poort) ondersteund niet ondersteund Bonjour ondersteund niet ondersteund Inleiding 9

Functies van de netwerkinterface Verbinden van de Epson-printer met het netwerk via de ingebouwde Ethernet-interface, die in deze handleiding de netwerkinterface wordt genoemd. Ondersteunt meerdere protocollen, zoals TCP/IP, WSD, LLTD, IPP/IPPS, UPnP, Bonjour, MS Network en SNMP. Ondersteuntt 10Base-T, 100Base-TX, en 1000Base-T Ethernet. Ondersteuning voor Bonjour met Mac OS X 10.5 of hoger. Werking van de netwerkinterface Statuslampje De statuslampjes leveren belangrijke informatie over de werking van de netwerkinterface. Grootformaat inkjetprinters (modellen zonder ondersteuning voor een verbindingssnelheid van 1000 Mbps) Statuslampje Gegevenslampje Netwerkstatus Groen Geel Gereed (verbindingssnelheid 10 Mbps) Groen Geel (knippert) Bezig met ontvangst van gegevens (verbindingssnelheid 10 Mbps) Rood Geel Gereed (verbindingssnelheid 100 Mbps) Rood Geel (knippert) Bezig met ontvangst van gegevens (verbindingssnelheid 100 Mbps) Grootformaat inkjetprinters (modellen met ondersteuning voor een verbindingssnelheid van 1000 Mbps) Statuslampje Gegevenslampje Netwerkstatus Rood Geel Gereed (verbindingssnelheid 100 Mbps) Rood Geel (knippert) Bezig met ontvangst van gegevens (verbindingssnelheid 100 Mbps) Inleiding 10

Statuslampje Gegevenslampje Netwerkstatus Groen Geel Gereed (verbindingssnelheid 1000 Mbps) Groen Geel (knippert) Bezig met ontvangst van gegevens (verbindingssnelheid 1000 Mbps) Netwerkconnector RJ-45-connector: Met deze connector wordt de Ethernet-kabel aan het netwerk gekoppeld. U kunt deze kabel gebruiken voor 10Base-T, 100Base-TX, en 1000Base-T Ethernet. c Belangrijk: U moet de netwerkinterface met de volgende STP-kabel aansluiten op het netwerk. Categorie 5 of hoger bij gebruik van 10Base-T of 100Base-TX Categorie 6 of hoger bij gebruik van 1000Base-T Software De Software Disc die is meegeleverd met de printer bevat de volgende netwerksoftware. De meegeleverde software is afhankelijk van uw printermodel. EpsonNet Config voor Windows is een voor Windows ontwikkeld configuratieprogramma voor beheerders. Hiermee kunt u de netwerkinterface configureren voor diverse protocollen, zoals TCP/IP, MS Network, AppleTalk, IPP en SNMP. Zie EpsonNet Config voor Windows op pagina 39 voor meer informatie. EpsonNet Config voor Macintosh is voor Macintosh ontwikkelde configuratiesoftware voor beheerders. Hiermee kan de netwerkinterface worden geconfigureerd voor TC/PIP, AppleTalk en IPP. Zie EpsonNet Config voor Macintosh op pagina 40 voor meer informatie. EpsonNet Config met webbrowser en Remote Manager zijn online configuratieprogramma's. Hiermee kunt u de netwerkinterface configureren voor TCP/IP, MS Network, AppleTalk, IPP en SNMP. Zie EpsonNet Config met webbrowser op pagina 42 en Remote Manager op pagina 46. Inleiding 11

EpsonNet Print is een hulpprogramma dat peer-to-peer-printing mogelijk maakt voor Epson-printers in het TCP/IP-netwerk. Zie EpsonNet Print op pagina 46 voor meer informatie. Inleiding 12

Hoofdstuk 2 Hoe Overzicht In dit gedeelte wordt de algemene procedure beschreven waarmee u de netwerkinterface kunt gebruiken in een netwerk. 1. Controleer de werking van de netwerkinterface. Controleer de functies en de werking van de netwerkinterface, zoals de statuslampjes en RJ-45-connector. Zie Werking van de netwerkinterface op pagina 10 voor meer informatie. 2. Selecteer een afdrukmethode. Selecteer een geschikte afdrukmethode voor de netwerkomgeving en het besturingssysteem. Zie Afdrukken met Windows op pagina 14 of Afdrukken met Macintosh op pagina 14 als u twijfelt. 3. Installeer de benodigde onderdelen op uw computer. Zorg ervoor dat de noodzakelijke onderdelen (zoals TCP/IP) zijn geïnstalleerd op de computer en controleer of de netwerkinstellingen (zoals het IP-adres, subnetmasker, etc.) juist zijn ingesteld. Zie Onderdelen installeren op de computer op pagina 15 voor meer informatie. 4. Verbind de netwerkinterface met het netwerk. Verbind de netwerkinterface met het netwerk. Zie De netwerkinterface verbinden met het netwerk op pagina 21 voor meer informatie. 5. Configureer de netwerkinterface en installeer de printerdriver. Zie Netwerkinterface configureren (voor Windows-gebruikers) op pagina 22 of Netwerkinterface configureren (voor Macintosh-gebruikers) op pagina 22 voor meer informatie. 6. Configureer, indien nodig, de netwerkinstellingen voor de netwerkinterface met EpsonNet Config. Hoe 13

Configureer de netwerkinterface voor TCP/IP, AppleTalk, enz. met EpsonNet Config. Zie Over EpsonNet Config op pagina 39 voor meer informatie voor Windows. Zie Over EpsonNet Config op pagina 40 voor meer informatie over Macintosh. Afdrukmethode selecteren Afdrukken met Windows Controleer of er een afdrukserver met Windows 7/Vista/XP/Server 2008/Server 2003 aanwezig is in uw netwerk en raadpleeg vervolgens de onderstaande suggesties. Hier worden alleen de aanbevolen afdrukmethoden beschreven. Zie Kenmerken van de afdrukmethoden op pagina 14 voor meer informatie over de andere mogelijkheden. Als geen afdrukserver met Windows 7/Vista/XP/Server 2008/Server 2003 aanwezig is Wij raden TCP/IP-afdrukken aan. Zie Windows 7/Vista/Server 2008 op pagina 24, Windows XP op pagina 28 of Windows Server 2003 op pagina 33. Als een afdrukserver met Windows 7/Vista/XP/Server 2008/Server 2003 aanwezig is Stel op de server in dat de printer verbinding moet maken en maak er een gedeelde printer van. De clients kunnen dan afdrukken op deze gedeelde printer. Afdrukken met Macintosh Mac OS X 10.5 of hoger Bonjour Kenmerken van de afdrukmethoden In dit gedeelte worden de kenmerken beschreven van de afdrukmethoden waaruit u kunt kiezen. Hoe 14

Afrukken met TCP/IP Voordelen Nadelen Er is geen computer nodig als netwerkinterface. Er zijn geen speciale hulpprogramma's voor Windows 7/Vista/XP/Server 2008/Server 2003 nodig. U kunt de printerstatus weergeven met EPSON Status Monitor. U kunt afdrukken via een router. U moet TCP/IP instellen. Afdrukken via Internet Voordelen Nadelen U kunt via Internet afdrukken op de printer. EPSON Status Monitor kan niet worden gebruikt. Er zijn TCP/IP- en DNS-instellingen nodig. In Windows 7/Vista/XP/Server 2008/Server 2003 kan de Internet-printer niet worden gedeeld. Onderdelen installeren op de computer Onderdelen installeren op de computer Voordat u de netwerkinterface configureert en gaat afdrukken vanaf de computer, moet u de benodigde onderdelen (zoals TCP/IP) installeren en een IP-adres en een subnetmasker aan uw computer toewijzen, afhankelijk van de afdrukmethode die u wilt gebruiken. Zie het gedeelte in dit hoofdstuk dat van toepassing is op het besturingssysteem dat u gebruikt. Hoe 15

Mogelijk hebt u de cd-rom met Windows nodig tijdens de installatie. Wanneer u TCP/IP gebruikt voor afdrukken, moet u het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway voor de computer instellen. Windows 7/Vista/Server 2008 Installeer de benodigde onderdelen op de volgende wijze: 1. Klik op Start gevold door Control Panel (Configuratiescherm). Klik vervolgens op View network status and tasks (Netwerkstatus en -taken weergeven) of dubbelklik op Network and Sharing Center (Netwerkcentrum). 2. Klik op Local Area Connection (LAN-verbinding) (Windows 7), of View Status (Status weergeven) (Windows Vista/Server 2008), en klik dan op de toets Properties (Eigenschappen). Als het dialoogvenster User Account Control (Gebruikersaccountbeheer) verschijnt, klikt u op de knop Yes (Ja) of Continue (Doorgaan). 3. Controleer of de volgende benodigde onderdelen in de lijst zijn opgenomen. Hoe 16

In de volgende tabel staan de benodigde onderdelen voor configuratie van de netwerkinterface met EpsonNet Config. Instellingenvensters van EpsonNet Config TCP/IP, WSD, IPP/IPPS, UPnP, Bonjour, MS Network Benodigde onderdelen Internet-protocol (TCP/IP IPv4) of Internet-protocol (TCP/IP IPv6) In de volgende tabel zijn de benodigde onderdelen voor afdrukken via het netwerk opgenomen. Afdrukmethode Afrukken met TCP/IP Benodigde onderdelen Internet-protocol (TCP/IP IPv4) of Internet-protocol (TCP/IP IPv6) 4. Dubbelklik op Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4) (Internet Protocol versie 4 (TCP/ IPv4)) of Internet Protocol Version 6 (TCP/IPv6) (Internet Protocol versie 6 (TCP/IPv6)) in het dialoogvenster Eigenschappen van LAN-verbinding om het dialoogvenster Eigenschappen te openen. Stel het IP-adres, subnetmasker enzovoort in en klik op OK. 5. Start de computer opnieuw op. De benodigde onderdelen zijn nu geïnstalleerd. Ga naar De netwerkinterface installeren op pagina 21. Windows XP Voor Windows XP installeert u de benodigde onderdelen op de volgende wijze: 1. Klik op Start, ga naar Control Panel (Configuratiescherm) en klik op Network and Internet Connections (Netwerk- en Internet-verbindingen). Selecteer Network Connections (Netwerkverbindingen). 2. Klik op het pictogram LAN or High-Speed Internet (LAN-verbinding) bij Local Area Connection (LAN- of snelle Internet-verbinding). 3. Klik op Network Tasks (Instellingen van deze verbinding wijzigen) bij Change settings of this connection (Netwerktaken). Hoe 17

4. Controleer of de volgende benodigde onderdelen in de lijst zijn opgenomen. In de volgende tabel staan de benodigde onderdelen voor configuratie van de netwerkinterface met EpsonNet Config. Instellingenvensters van EpsonNet Config TCP/IP, WSD, IPP/IPPS, UPnP, Bonjour, MS Network Benodigde onderdelen Internet-protocol (TCP/IP) In de volgende tabel zijn de benodigde onderdelen voor afdrukken via het netwerk opgenomen. Afdrukmethode Afrukken met TCP/IP Benodigde onderdelen Internet-protocol (TCP/IP) 5. Dubbelklik op Internet Protocol (TCP/IP) (Internet-protocol (TCP/IP)) in het dialoogvenster Eigenschappen van LAN-verbinding om het dialoogvenster Eigenschappen van Internet-protocol (TCP/IP) te openen. Stel het IP-adres, subnetmasker enzovoort in en klik op OK. 6. Start de computer opnieuw op. De benodigde onderdelen zijn nu geïnstalleerd. Ga naar De netwerkinterface installeren op pagina 21. Hoe 18

Windows Server 2003 Voor Windows Server 2003 installeert u de benodigde onderdelen op de volgende wijze: 1. Klik op Start, wijs naar Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer vervolgens Network Connections (Netwerkverbindingen). Klik op Local Area Connections (LAN-verbinding). 2. Klik op de knop Properties (Eigenschappen). 3. Controleer of de volgende benodigde onderdelen in de lijst zijn opgenomen. In de volgende tabel staan de benodigde onderdelen voor configuratie van de netwerkinterface met EpsonNet Config. Instellingenvensters van EpsonNet Config TCP/IP, WSD, IPP/IPPS, UPnP, Bonjour, MS Network Benodigde onderdelen Internet-protocol (TCP/IP) In de volgende tabel zijn de benodigde onderdelen voor afdrukken via het netwerk opgenomen. Afdrukmethode Afrukken met TCP/IP Benodigde onderdelen Internet-protocol (TCP/IP) Hoe 19

4. Dubbelklik op Internet Protocol (TCP/IP) (Internet-protocol (TCP/IP)) in het dialoogvenster Eigenschappen van LAN-verbinding om het dialoogvenster Eigenschappen van Internet-protocol (TCP/IP) te openen. Stel het IP-adres, subnetmasker enzovoort in en klik op OK. 5. Start de computer opnieuw op. De benodigde onderdelen zijn nu geïnstalleerd. Ga naar De netwerkinterface installeren op pagina 21. Macintosh Voer de volgende procedure uit om een IP-adres, subnetmasker, enzovoort toe te wijzen op de Macintosh. Mac OS X 1. Kies System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Apple-menu. 2. Open het regelpaneel Network (Netwerk). Klik op de tab TCP/IP. Voor Mac OS X 10.5 of hoger selecteert u Ethernet als verbindingsmethode in het regelpaneel Netwerk. Geef bij Configure (Configureer) ook aan hoe het IP-adres moet worden toegewezen en wijs het IP-adres vervolgens toe. 3. Kies Built-in Ethernet (Ingebouwd Ethernet) in het pull-downmenu Toon. 4. Stel een IP-adres in en wijzig zo nodig andere instellingen. 5. Klik op de knop Apply Now (Pas nu toe) om de wijzigingen op te slaan. Ga naar De netwerkinterface installeren op pagina 21. Hoe 20

De netwerkinterface installeren De netwerkinterface verbinden met het netwerk Volg de onderstaande instructies om de netwerkinterface op het netwerk aan te sluiten. 1. Zet de printer uit. 2. Sluit de netwerkkabel aan op de RJ-45-connector op de netwerkinterface en de netwerkaansluiting. c Belangrijk: U moet de netwerkinterface met de volgende STP-kabel aansluiten op het netwerk. -- Categorie 5 of hoger bij gebruik van 10Base-T of 100Base-TX -- Categorie 6 of hoger bij gebruik van 1000Base-T Sluit de netwerkinterface niet rechtstreeks op de computer aan. Gebruik een hub om de netwerkinterface op het netwerk aan te sluiten. U kunt 10Base-T, 100Base-TX, en 1000Base-T Ethernet gebruiken. Wanneer u veel gegevens afdrukt kunt u het beste een snel netwerk gebruiken met weinig netwerkverkeer. 3. Zet de printer aan. Als de statuslampjes niet meer branden, drukt u een netwerkstatusvel af. c Belangrijk: Hebt u de printer uitgeschakeld, dan moet u de printer pas weer inschakelen als de statuslampjes niet meer branden. Als u dit eerder doet, werkt de netwerkinterface mogelijk niet correct. Opmerking voor Mac OS X 10.5 of hoger: Aangezien de printer Bonjour ondersteunt en standaard is ingeschakeld, kunt u de printer gewoon op het netwerk aansluiten en direct gebruiken. Via het bedieningspaneel van de printer kunt u desgewenst de Bonjour-instellingen uitschakelen. Zie IP-adres instellen via het bedieningspaneel van de printer (grootformaat inkjetprinters) op pagina 60 voor meer informatie. Nu kunt u de netwerkinterface configureren voor gebruik in het TCP/IP-netwerk en ook de printerdriver installeren via de software disc die bij uw printer is geleverd. Hoe 21

Zie Netwerkinterface configureren (voor Windows-gebruikers) op pagina 22 als u Windows gebruikt. Zie Netwerkinterface configureren (voor Macintosh-gebruikers) op pagina 22 als u Macintosh gebruikt. Netwerkinterface configureren (voor Windows-gebruikers) Configureer de netwerkinterface voor gebruik in het TCP/IP-netwerk en installeer de printerdriver op uw computer. 1. Controleer of uw printer is verbonden met het netwerk (via een hub of router). 2. Plaats de software-cd in het cd-/dvd-station. 3. Het installatievenster van Epson wordt automatisch weergegeven. Als het installatievenster van Epson niet verschijnt, dubbelklikt u op InstallNavi.exe op de cd-rom. 4. Schakel het selectievakje I agree to the contents of the License Agreement (Ik ga akkoord met de inhoud van de licentieovereenkomst) in en klik vervolgens op de knop Next (Volgende). 5. Het scherm Software selecteren wordt weergegeven. Schakel om via een netwerk af te drukken de selectievakjes Epson Driver and Utilities (Epson-driver en -hulpprogramma's) en Epson Network Utilities (Epson-netwerkprogramma's) in en klik vervolgens op de knop Install (Installeren). Als uw printer op de computer is aangesloten met een USB-kabel, dan moet u het selectievakje Epson Network Utilities (Epson-netwerkprogramma's) uitschakelen. 6. De software wordt nu geïnstalleerd. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Netwerkinterface configureren (voor Macintosh-gebruikers) Configureer de netwerkinterface voor gebruik in het TCP/IP-netwerk en installeer de printerdriver op uw computer. Hoe 22

1. Controleer of uw printer is verbonden met het netwerk (via een hub of router). 2. Plaats de software-cd in het cd-/dvd-station. De map EPSON wordt automatisch geopend. 3. Dubbelklik op het pictogram Install Navi in de map EPSON. Het venster van Epson Install Navi wordt weergegeven. 4. Typ uw gebruikersnaam en wachtwoord in, in het venster authentication (Verifiëren). 5. Schakel het selectievakje I agree to the contents of the License Agreement (Ik ga akkoord met de inhoud van de licentieovereenkomst) in en klik vervolgens op de knop Next (Volgende). 6. Het scherm Software selecteren wordt weergegeven. Schakel om via een netwerk af te drukken de selectievakjes Epson Driver and Utilities (Epson-driver en -hulpprogramma's) en Epson Network Utilities (Epson-netwerkprogramma's) in en klik vervolgens op de knop Install (Installeren). Als uw printer op de computer is aangesloten met een USB-kabel, dan moet u het selectievakje Epson Network Utilities (Epson-netwerkprogramma's) uitschakelen. 7. De software wordt nu geïnstalleerd. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Printer installeren Mac OS X 10.5 of hoger 1. Open System Preferences (Systeemvoorkeuren). 2. Open Print & Fax (Afdrukken en faxen). 3. Klik op de knop + om een nieuwe printer toe te voegen. 4. Selecteer het gewenste printermodel dat is aangesloten met Bonjour. Hoe 23

Als uw printer niet wordt weergegeven met de gewenste verbinding, klikt u op More Printers (Meer printers), selecteert u de gewenste verbinding in de keuzelijst en selecteert u vervolgens het printermodel. 5. Klik op Add (Voeg toe). Nu kunt u de printer gebruiken in het TCP/IP-netwerk. Als uw apparaat ondersteuning biedt voor de scanfunctie, raadpleeg dan de Gebruikershandleiding van het apparaat voor meer informatie over de instellingen. Printerdriver installeren Printerdriver installeren Als u naar de netwerkprinter wilt afdrukken, moet u de printerdriver installeren op de computer. De volgende paragraaf geeft uitleg over het handmatig installeren van de printerdriver. Zie het gedeelte in dit hoofdstuk dat van toepassing is op het besturingssysteem dat u gebruikt. Windows 7/Vista/Server 2008 De installatieprocedure voor het printerstuurprogramma is afhankelijk van de afdrukmethode die u prefereert. Afrukken met TCP/IP Als u EpsonNet Print gebruikt, wijkt de installatieprocedure af. Zie Over EpsonNet Print op pagina 46 voor meer informatie. Let erop dat EpsonNet Print een IPv6-omgeving niet ondersteunt. 1. Klik op Start, Control Panel (Configuratiescherm) en View devices and printers (Apparaten en printers bekijken) (Windows 7) of Printers (Windows Vista/Server 2008). 2. Klik op Add a printer (Een printer toevoegen) om de wizard Printer toevoegen te starten. Hoe 24

3. Klik op Add a local printer (Een lokale printer toevoegen). 4. Selecteer het keuzerondje Create a new port (Een nieuwe poort maken) en selecteer Standard TCP/IP Port (Standaard TCP/IP-poort) in de lijst. Klik op Next (Volgende). Hoe 25

5. Voer het IP-adres van de netwerkinterface in en klik op Next (Volgende). 6. Wanneer er een fout optreedt, verschijnt het volgende dialoogvenster. Selecteer het keuzerondje Standard (Standaard) en selecteer EPSON Network Printer (Netwerkprinter EPSON). Klik op Next (Volgende). 7. Klik op Finish (Voltooien). 8. Zie Printerdriver installeren op pagina 28, installeer vervolgens de printerdriver. Afdrukken via internet (IPP/IPPS) 1. Klik op Start, Control Panel (Configuratiescherm) en View devices and printers (Apparaten en printers bekijken) (Windows 7) of Printers (Windows Vista/Server 2008). 2. Klik op Add a printer (Een printer toevoegen) om de wizard Printer toevoegen te starten. Hoe 26

3. Klik op Add a network, wireless or Bluetooth printer (Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer toevoegen). 4. Klik op The printer that I want isn t listed (De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst.) 5. Selecteer het keuzerondje Add a printer using a TCP/IP address or hostname (Een printer met behulp van een TCP/IP-adres of hostnaam toevoegen) en klik op Next (Volgende). 6. Voer bij Hostname (Hostnaam) of IP address (IP-adres) de URL van de doelprinter met de onderstaande notatie in. De URL moet overeenkomen met de URL die u hebt ingesteld op de IPP/IPPS-configuratiepagina in EpsonNet Config. http://ip-adres van netwerkinterface:631/printernaam Voorbeeld: http://192.168.100.201:631/epson_ipp_printer Gebruik EpsonNet Config als u het IP-adres van de netwerkinterface wilt controleren. Zie Over EpsonNet Config op pagina 39 voor meer informatie. 7. Volg de instructies op het scherm om het apparaat in te stellen. Zie Printerdriver installeren op pagina 28 indien nodig. 8. Als u met IPPS (veilig afdrukken met IPP) wilt afdrukken, moet u een digitaal certificaat naar de printer importeren met EpsonNet Config met webbrowser. Zie Remote Manager op pagina 46 voor meer informatie. Hoe 27

Printerdriver installeren 1. Plaats de Software Disc die is meegeleverd met het apparaat. 2. Sluit het venster Epson Install Navi als dat wordt weergegeven. 3. Klik op het venster Add Printer (Printer toevoegen) op de knop Have Disk (Diskette). Het dialoogvenster Installeren vanaf diskette verschijnt. 4. Klik op Browse (Bladeren). 5. Selecteer het cd-/dvd-station bij Drives (Stations) en dubbelklik op de map WINX64 of WINX86, afhankelijk van uw besturingssysteem. Klik op Open (Openen). 6. Klik op OK in het dialoogvenster Installeren vanaf diskette. 7. Selecteer de modelnaam van het apparaat en klik op Next (Volgende). Selecteer het keuzerondje Keep existing driver (Bestaand stuurprogramma vervangen) als u in de wizard Printer toevoegen wordt verzocht te kiezen tussen Replace existing driver (Bestaand stuurprogramma behouden) of Replace existing driver (Bestaand stuurprogramma vervangen). 8. Klik op Finish (Voltooien) en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Windows XP De procedure voor de installatie van de printerdriver verschilt, afhankelijk van de gewenste afdrukmethode. Afrukken met TCP/IP Als u EpsonNet Print gebruikt, wijkt de installatieprocedure af. Zie Over EpsonNet Print op pagina 46 voor meer informatie. 1. Klik op Start en op Control Panel (Configuratiescherm). Klik vervolgens op Printers and Other Hardware (Printers en andere hardware) en Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). Hoe 28

2. Klik bij Printer Tasks (Printertaken) op Add a printer (Een printer toevoegen) om de wizard Printer toevoegen te starten en klik op Next (Volgende). 3. Klik op Local printer attached to this computer (Lokale printer die met deze computer is verbonden), schakel het selectievakje Automatically detect and install my Plug and Play printer (Mijn Plug en Play-printer automatisch detecteren en installeren) uit en klik op Next (Volgende). U moet het selectievakje Automatically detect and install my Plug and Play printer (Mijn Plug en Play-printer automatisch detecteren en installeren) uitschakelen, omdat de printer rechtstreeks op het netwerk is aangesloten en niet op een Windows XP-computer. Hoe 29

4. Selecteer het keuzerondje Create a new port (Een nieuwe poort maken) en selecteer Standard TCP/IP Port (Standaard TCP/IP-poort) in de lijst. Klik op Next (Volgende). 5. Voer het IP-adres van de netwerkinterface in en klik op Next (Volgende). Hoe 30

6. Wanneer er een fout optreedt, verschijnt het volgende dialoogvenster. Selecteer het keuzerondje Standard (Standaard) en selecteer EPSON Network Printer (Netwerkprinter EPSON). Klik op Next (Volgende). 7. Klik op Finish (Voltooien). 8. Zie Printerdriver installeren op pagina 32, installeer vervolgens de printerdriver. Afdrukken via internet (IPP/IPPS) 1. Klik op Start en op Control Panel (Configuratiescherm). Klik vervolgens op Printers and Other Hardware (Printers en andere hardware) en Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). 2. Klik bij Printer Tasks (Printertaken) op Add a printer (Een printer toevoegen) om de wizard Printer toevoegen te starten en klik op Next (Volgende). 3. Klik op A network printer, or a printer attached to another computer (Netwerkprinter, of een printer die met een andere computer is verbonden) en op Next (Volgende). 4. Selecteer het keuzerondje Connect to a printer on the Internet or on a home or office network (Verbinding maken met een printer op het Internet of in uw thuis- of bedrijfsnetwerk). 5. Voer de URL van de doelprinter met de onderstaande notatie in. De URL moet overeenkomen met de URL die u hebt ingesteld op de IPP/IPPS-configuratiepagina in EpsonNet Config. http://ip-adres van printer:631/printernaam Hoe 31

Voorbeeld: http://192.168.100.201:631/epson_ipp_printer Gebruik EpsonNet Config als u het IP-adres van de netwerkinterface wilt controleren. Zie Over EpsonNet Config op pagina 39 voor meer informatie. 6. Volg de instructies op het scherm om de printer in te stellen. Zie Printerdriver installeren op pagina 32 indien nodig. 7. Als u met IPPS (veilig afdrukken met IPP) wilt afdrukken, moet u een digitaal certificaat naar de printer importeren met EpsonNet Config met webbrowser. Zie Remote Manager op pagina 46 voor meer informatie. Printerdriver installeren 1. Plaats de Software Disc die is meegeleverd met de printer. 2. Sluit het venster Epson Install Navi als dat wordt weergegeven. 3. Klik op het venster Add Printer (Printer toevoegen) op de knop Have Disk (Diskette). Het dialoogvenster Installeren vanaf diskette verschijnt. 4. Klik op Browse (Bladeren). 5. Selecteer het cd-/dvd-station bij Drives (Stations) en dubbelklik op de map WINX64 of WINX86. Klik op Open (Openen). 6. Klik op OK in het dialoogvenster Installeren vanaf diskette. Hoe 32

7. Selecteer de modelnaam van de printer en klik op Next (Volgende). Selecteer het keuzerondje Keep existing driver (Bestaand stuurprogramma vervangen) als u in de wizard Printer toevoegen wordt verzocht te kiezen tussen Replace existing driver (Bestaand stuurprogramma behouden) of Replace existing driver (Bestaand stuurprogramma vervangen). 8. Klik op Finish (Voltooien) en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Windows Server 2003 De procedure voor de installatie van de printerdriver verschilt, afhankelijk van de gewenste afdrukmethode. Afrukken met TCP/IP Als u EpsonNet Print gebruikt, wijkt de installatieprocedure af. Zie Over EpsonNet Print op pagina 46 voor meer informatie. 1. Klik op Start en selecteer Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). 2. Dubbelklik op het pictogram Add Printer (Printer toevoegen) om de wizard Printer toevoegen te starten en klik op Next (Volgende). 3. Klik op Local printer attached to this computer (Lokale printer die met deze computer is verbonden), schakel het selectievakje Automatically detect and install my Plug and Play printer (Mijn Plug en Play-printer automatisch detecteren en installeren) uit en klik op Next (Volgende). Hoe 33

U moet het selectievakje Automatically detect and install my Plug and Play printer (Mijn Plug en Play-printer automatisch detecteren en installeren) uitschakelen, omdat de printer rechtstreeks op het netwerk is aangesloten en niet op een computer. 4. Selecteer het keuzerondje Create a new port (Een nieuwe poort maken) en selecteer Standard TCP/IP Port (Standaard TCP/IP-poort) in de lijst. Klik op Next (Volgende). 5. Klik op Next (Volgende) wanneer het dialoogvenster Wizard Standaard-TCP/IP-printerpoort toevoegen wordt weergegeven. Hoe 34

6. Voer het IP-adres van de netwerkinterface in en klik op Next (Volgende). 7. Wanneer er een fout optreedt, verschijnt het volgende dialoogvenster. Selecteer het keuzerondje Standard (Standaard) en selecteer EPSON Network Printer (Netwerkprinter EPSON). Klik op Next (Volgende). 8. Klik op Finish (Voltooien). 9. Zie Printerdriver installeren op pagina 37, installeer vervolgens de printerdriver. Afdrukken via internet (IPP/IPPS) 1. Klik op Start en selecteer Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). Hoe 35

2. Dubbelklik op het pictogram Add Printer (Printer toevoegen) om de wizard Printer toevoegen te starten en klik op Next (Volgende). 3. Selecteer A network printer, or a printer attached to another computer (Netwerkprinter, of een printer die met een andere computer is verbonden) en klik op Next (Volgende). 4. Selecteer het keuzerondje Connect to a printer on the Internet or on a home or office network (Verbinding maken met een printer op het Internet of in uw thuis- of bedrijfsnetwerk). 5. Voer de URL van de doelprinter met de onderstaande notatie in. De URL moet overeenkomen met de URL die u hebt ingesteld op de IPP/IPPS-informatiepagina in EpsonNet Config. http://ip-adres van printer:631/printernaam Voorbeeld: http://192.168.100.201:631/epson_ipp_printer Gebruik EpsonNet Config als u het IP-adres van de netwerkinterface wilt controleren. Zie Over EpsonNet Config op pagina 39 voor meer informatie. 6. Volg de instructies op het scherm om de printer in te stellen. Zie Printerdriver installeren op pagina 37 indien nodig. 7. Als u met IPPS (veilig afdrukken met IPP) wilt afdrukken, moet u een digitaal certificaat naar de printer importeren met EpsonNet Config met webbrowser. Zie Remote Manager op pagina 46 voor meer informatie. Hoe 36

Printerdriver installeren 1. Plaats de Software Disc die is meegeleverd met de printer. 2. Sluit het venster Epson Install Navi als dat wordt weergegeven. 3. Klik op het venster Add Printer (Printer toevoegen) op de knop Have Disk (Diskette). Het dialoogvenster Installeren vanaf diskette verschijnt. 4. Klik op Browse (Bladeren). 5. Selecteer het cd-/dvd-station bij Drives (Stations) en dubbelklik op de map WINX64 of WINX86. Klik op Open (Openen). 6. Klik op OK in het dialoogvenster Installeren vanaf diskette. 7. Selecteer de modelnaam van de printer en klik op Next (Volgende). Selecteer het keuzerondje Keep existing driver (Bestaand stuurprogramma vervangen) als u in de wizard Printer toevoegen wordt verzocht te kiezen tussen Replace existing driver (Bestaand stuurprogramma behouden) of Replace existing driver (Bestaand stuurprogramma vervangen). 8. Klik op Finish (Voltooien) en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Macintosh Volg de onderstaande procedure om de printer in te stellen. Controleer voordat u de onderstaande instructies uitvoert of de printerdriver op de Macintosh is geïnstalleerd. Zie voor instructies over het installeren van de printerdriver de bij de printer geleverde handleiding. Mac OS X 10.5 of hoger Afdrukken met Bonjour 1. Open System Preferences (Systeemvoorkeuren). Hoe 37

2. Open Print & Fax (Afdrukken en faxen). 3. Klik op de knop + om een nieuwe printer toe te voegen. 4. Selecteer het gewenste printermodel dat is aangesloten met Bonjour. 5. Klik op Add (Voeg toe). Afrukken met TCP/IP 1. Open System Preferences (Systeemvoorkeuren). 2. Open Print & Fax (Afdrukken en faxen). 3. Klik op de knop + om een nieuwe printer toe te voegen. 4. Klik op IP. 5. Selecteer het gewenste afdrukprotocol in de vervolgkeuzelijst. 6. Typ de hostnaam of het IP-adres van de printer. 7. Selecteer het gewenste printermodel. 8. Klik op Add (Voeg toe). Hoe 38

Hoofdstuk 3 Netwerksoftware In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de bij de printer geleverde netwerksoftware kunt gebruiken. De meegeleverde software is afhankelijk van uw printermodel. EpsonNet Config voor Windows Over EpsonNet Config EpsonNet Config is een op Windows gebaseerd configuratieprogramma voor beheerders, om de netwerkinterface voor TCP/IP te configureren. Zorg ervoor dat u de EpsonNet Config-versie gebruikt op de Software Disc die is meegeleverd met dit product. Systeemvereisten De volgende tabel bevat de systeemvereisten van EpsonNet Config. Besturingssystemen Windows 7 Windows Vista Windows XP Professional/Home Edition Windows Server 2008/Windows Server 2008 R2 Windows Server 2003/Windows Server 2003 R2 Geheugen Vrije schijfruimte 150 MB of meer 50 MB Netwerksoftware 39

EpsonNet Config installeren U kunt EpsonNet Config op de computer installeren vanaf de software-cd die met de printer is meegeleverd. Plaats de Software Disc in het cd-/dvd-station en selecteer EpsonNet Config in het venster Software selecteren. Log in op het besturingssysteem met een beheerdersaccount om EpsonNet Config te installeren. Als u in het besturingssysteem protocollen toevoegt of verwijdert nadat u EpsonNet Config hebt geïnstalleerd, werkt EpsonNet Config mogelijk niet meer correct. Verwijder dan EpsonNet Config en installeer de toepassing opnieuw. Als Windows na het starten van EpsonNet Config een beveiligingswaarschuwing geeft, klikt u op de knop Allow access (Toegang toesta) of Unblock (Blokkering opheffen). Anders worden de apparaten niet weergegeven in het venster van EpsonNet Config. EpsonNet Config-gebruikershandleiding raadplegen De EpsonNet Config-gebruikershandleiding bevat meer gedetailleerde informatie over EpsonNet Config. Volg de onderstaande instructies om de EpsonNet Config-gebruikershandleiding te openen. 1. Klik op Start, kies All Programs (Alle programma's), selecteer EpsonNet, en selecteer EpsonNet Config V3. 2. Klik op EpsonNet Config User s Guide (EpsonNet Config-gebruikershandleiding). De EpsonNet Config-gebruikershandleiding verschijnt. Door te klikken op de koppelingen op de voorpagina of inhoudspagina, kunt u informatie krijgen over het gebruik van EpsonNet Config. EpsonNet Config voor Macintosh Over EpsonNet Config EpsonNet Config voor Macintosh is een op Macintosh gebaseerd configuratieprogramma voor beheerders, waarmee u de netwerkinterface voor TCP/IP kunt configureren. Netwerksoftware 40

Zorg ervoor dat u de EpsonNet Config-versie gebruikt op de Software Disc die is meegeleverd met dit product. Systeemvereisten De volgende tabel bevat de systeemvereisten van EpsonNet Config. Besturingssystemen Model Geheugen Vrije schijfruimte Mac OS 10.5 of hoger Java 1.4 of later wordt geïnstalleerd PowerPC Macintosh/Intel Macintosh 150 MB of meer 50 MB EpsonNet Config installeren U kunt EpsonNet Config op de computer installeren vanaf de software-cd die met de printer is meegeleverd. Plaats de Software Disc in het cd-/dvd-station en selecteer EpsonNet Config in het venster Software selecteren. EpsonNet Config-gebruikershandleiding raadplegen De EpsonNet Config-gebruikershandleiding bevat meer gedetailleerde informatie over EpsonNet Config. Volg de onderstaande instructies om de EpsonNet Config-gebruikershandleiding te openen. 1. Start Finder. 2. Dubbelklik in de map Applications (Toepassingen) op de map EpsonNet en dubbelklik vervolgens op de map EpsonNet Config V3. Dubbelklik ten slotte op het pictogram EpsonNet Config. EpsonNet Config start. 3. Selecteer EpsonNet Config Help in het Helpmenu. Netwerksoftware 41

De EpsonNet Config-gebruikershandleiding verschijnt. Door te klikken op de koppelingen op de voorpagina of inhoudspagina, kunt u informatie krijgen over het gebruik van EpsonNet Config. EpsonNet Config met webbrowser Over EpsonNet Config EpsonNet Config met webbrowser is een websoftware die is ontwikkeld voor configuratie van de printer in een netwerk. Als u het IP-adres van de netwerkinterface als URL in de browser typt, kunt u EpsonNet Config starten om de netwerkinterface te configureren voor TCP/IP, NetWare, MS Network, AppleTalk, IPP en SNMP. Ondersteunde webbrowser Microsoft Internet Explorer versie 6.0 of hoger Apple Safari versie 3 of hoger Mozilla Firefox versie 3.6 of hoger Configureer de volgende instellingen met EpsonNet Config met webbrowser Nadat u met EpsonNet Setup, EpsonNet Config voor Windows of Macintosh of de opdrachten arp en ping een IP-adres aan de netwerkinterface hebt toegewezen, kunt u de netwerkinterface configureren met EpsonNet Config met webbrowser. Op de computer moet een webbrowser zijn geïnstalleerd. TCP/IP moet correct zijn ingesteld voor de computer en de netwerkinterface. U mag EpsonNet Config voor Windows of Macintosh niet tegelijk met EpsonNet Config met webbrowser gebruiken. U kunt bepaalde tekens wellicht niet gebruiken in de browser. Raadpleeg de documentatie bij de browser of het besturingssysteem voor meer informatie. Netwerksoftware 42

De volgende procedure toont een voorbeeld van het instellen van de netwerkinterface op een TCP/ IP IPv4-netwerk. 1. Zet de printer aan. 2. Start EpsonNet Config op een van de volgende manieren. Start EpsonNet Config voor Windows of Macintosh. Selecteer de printer die u wilt configureren in de lijst en klik op Launch Browser (Browser starten). Open de browser en voer rechtstreeks het IP-adres van de netwerkinterface in. Start EpsonNet Config voor Windows of Macintosh niet. https://ip-adres van netwerkinterface/ Voorbeeld: https://192.168.100.201/ Gebruik EpsonNet Config als u het IP-adres van de netwerkinterface wilt controleren. Windows-gebruikers raadplegen Over EpsonNet Config op pagina 39 en Macintosh-gebruikers raadplegen Over EpsonNet Config op pagina 40 voor meer informatie. Als een Windows beveiligingswaarschuwing verschijnt, klikt u op Continue (Doorgaan) om EpsonNet Config met webbrowser te starten. 3. Klik op TCP/IP onder Network (Netwerk) op het tabblad Configuration (Configuratie) en klik op IPv4 Address (IPv4-adres) om het venster voor TCP/IP IPv4-instellingen te openen. Als u een ander protocol dan TCP/IP wilt configureren, doe dit dan in het scherm Configuratie Netwerk. 4. Selecteer een methode voor het toewijzen van een IP-adres. Als u Auto selecteert, is DHCP beschikbaar en wordt automatisch een IP-adres toegewezen. Wilt u het IP-adres handmatig instellen, dan selecteert u Manual (Handmatig). De netwerkbeheerder moet eventuele wijzigingen in de instellingen voor het IP-adres controleren. DHCP is beschikbaar als Auto is geselecteerd. Als u de DHCP-server wilt gebruiken, moet u deze installeren en correct configureren. Raadpleeg de Help van het besturingssysteem voor meer informatie. Netwerksoftware 43

Als Set Using Automatic Private IP Addressing (APIPA) (Stel in met behulp van Automatic Private IP Addressing (APIPA)) is ingeschakeld, wordt er automatisch een eigen IP-adres aan de netwerkinterface toegewezen, ook als er geen DHCP-servers in het netwerk of het systeem zijn. Als dynamische DNS niet wordt ondersteund, kunt u het beste Manual (Handmatig) selecteren en een IP-adres opgeven. Wanneer u Auto selecteert, wordt het IP-adres van de netwerkinterface elke keer gewijzigd als u de printer inschakelt en moet u de printerpoortinstellingen eveneens wijzigen. 5. Als u het IP-adres handmatig wilt toevoegen, voert u het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway in. Gebruik een uniek IP-adres zodat er geen netwerkconflicten optreden. Als een server of router wordt gebruikt als gateway, voert u het adres van de server of router in als gatewayadres. Is er geen gateway, dan wijzigt u de standaardwaarden niet. 6. Als u wilt dat automatisch een uniek IP-adres tussen 169.254.1.1 en 169.254.254.254 wordt toegewezen wanneer het adres niet bij de DHCP-server kan worden verkregen, selecteert u Enable (Beschikbaar) voor Set Using Automatic Private IP Addressing (APIPA) (Stel in met Automatic Private IP Addressing (APIPA)); anders selecteert u Disable (Niet beschikbaar). 7. Wanneer u een IP-adres instelt met behulp van de ping-opdracht, selecteert u Enable (Beschikbaar) voor Set Using PING (Stel in met behulp van PING). Selecteer Disable (Niet beschikbaar) wanneer u het IP-adres instelt met EpsonNet Config. Zo voorkomt u dat het IP-adres onverwacht wordt gewijzigd. 8. Selecteer Enable (Beschikbaar) voor Acquire DNS Server Address Automatically (DNS-serveradres automatisch verkrijgen) om het DNS-serveradres te verkrijgen via de DHCP-server. Als u het DNS-serveradres handmatig wilt invoeren, selecteert u Disable (Niet beschikbaar). Voer vervolgens het IP-adres van de DNS-server in. 9. Selecteer Enable (Beschikbaar) voor Acquire Host Name and Domain Name Automatically (Hostnaam en domeinnaam automatisch verkrijgen) om de hostnaam en de domeinnaam via de DHCP-server te verkrijgen. U kunt de hostnaam en domeinnaam ook handmatig invoeren in de tekstvakken. Netwerksoftware 44

10. Selecteer Enable (Beschikbaar) voor Register Network Interface Address to DNS Server (Registreer Network Interface Address naar de DNS-server) als u de hostnaam en domeinnaam wilt registreren via de DHCP-server die dynamische DNS ondersteunt. Selecteer Enable (Beschikbaar) voor Register Network Interface Address Directly to DNS Server (Registreer Network Interface Address direct naar de DNS-server) als u wilt dat de hostnaam en domeinnaam rechtstreeks bij de DNS-server worden geregistreerd. 11. Uitsluitend Mac OS X: Selecteer Enable (Beschikbaar) of Disable (Niet beschikbaar) bij Use Bonjour (Gebruik Bonjour). Als u Enable (Beschikbaar) selecteert, moet u de Bonjour-naam en de Bonjour-printernaam opgeven. 12. Sluit de webbrowser niet af en verzend geen taken naar de printer voordat dit bericht verschijnt. Volg de instructies op het scherm om de printer opnieuw in te stellen. Aangezien het nieuwe IP-adres beschikbaar wordt nadat u de printer opnieuw hebt ingesteld, moet u EpsonNet Config opnieuw starten door het nieuwe IP-adres in te voeren. Alleen de wijzigingen op de pagina waar u op Transmit (Verzenden) hebt geklikt, worden uitgevoerd. Openingsvenster Elke gebruiker kan het openingsvenster openen door het IP-adres van de netwerkinterface in te voeren in de adresbalk van de browser. Het item wordt alleen weergegeven als uw printer de functie ondersteunt. De naam van het item kan per model verschillen. Zie de Help van EpsonNet Config met webbrowser voor meer informatie over elk item. Netwerksoftware 45