Oecumenische oudejaarsavonddienst Maartenskerk, Hillegom 31 december 2013, 19.00 uur Voorgangers: pastor Kees Warmerdam ds Wim Zaagsma organist: Marcel den Dulk
Orgelspel Welkomstwoord Openingslied: Lied 91a: 1 en 2 (allen staan) Engelen zendt Hij alle dagen om hem tot vaste gids te zijn. Zij zullen hem op handen dragen door een woestijn van hoop en pijn. Geen vrees of onheil doet hem beven, geen ziekte waar een mens van breekt. Lengte van dagen zal God geven, rust aan een koele waterbeek.
Moment van stilte Groet v a Genade en vrede, u en jullie allemaal, van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer. Amen. Bemoediging v Onze Hulp is in de Naam van de Heer, a die hemel en aarde gemaakt heeft, v die trouw blijft tot in eeuwigheid a en niet loslaat het werk van zijn handen. Gebed van toenadering v dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer a Amen. Vervolg openingslied: Lied 91a: 3 Hem zal de nacht niet overvallen, zijn dagen houden eeuwig stand. Duizenden doden kunnen vallen, hij blijft geschreven in Gods hand. God legt zijn schild op zijn getrouwen, die leven van geloof alleen. Hij zal een nieuwe hemel bouwen van liefde om hun tranen heen. (allen gaan zitten) Gebed
Gloria: Lied 117d 1 ste lezing: Prediker 3: 1-15 Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om te rooien. Er is een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen. Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen. Er is een tijd om te ontvlammen en een tijd om te verkillen, een tijd om te omhelzen en een tijd om af te weren. Er is een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te gooien. Er is een tijd om te scheuren en een tijd om te herstellen, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken. Er is een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten. Er is een tijd voor oorlog en er is een tijd voor vrede. Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij met zijn gezwoeg tot stand brengt? Ik heb gezien dat het een kwelling is, die hem door God wordt opgelegd. God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven, en ook heeft hij de mens inzicht in de tijd gegeven. Toch kan de mens het werk van God niet van begin tot eind doorgronden. Ik heb vastgesteld dat voor de mens niets goeds is weggelegd, behalve vrolijk te zijn en van het leven te genieten. Want wanneer hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet van al het goede dat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God. Alles wat God doet, zo heb ik vastgesteld, doet hij voor altijd. Daar is niets aan
toe te voegen, daar is niets van af te doen. God doet het zo opdat wij ontzag voor hem hebben. Wat er is, was er al lang; wat zal komen, is er altijd al geweest. God haalt wat voorbij is altijd weer terug. Tussenzang: Lied 845
Tijd van troosten tijd van tranen tijd van mooi zijn tijd van schamen Tijd van jagen nu of nooit tijd van hopen dat nog ooit. Tijd van zwijgen zin vergeten, nergens blijven niemand weten, Tijd van kruipen angst en spijt zee van tijd en eenzaamheid. Wie aan dit bestaan verloren nieuw begin heeft afgezworen wie het houdt bij wat hij heeft sterven zal hij ongeleefd. Tijd van leven om met velen brood en ademtocht te delen - wie niet geeft om zelfbehoud, leven vindt hij honderdvoud. 2 de lezing: Lukas 1: 67-75 Zijn vader Zacharias werd vervuld met de heilige Geest en sprak deze profetie: Geprezen zij de Heer, de God van Israël, hij heeft zich om zijn volk bekommerd en het verlost. Een reddende kracht heeft hij voor ons opgewekt uit het huis van David, zijn dienaar, zoals hij van oudsher heeft beloofd bij monde van zijn heilige profeten: bevrijd zouden we worden van onze vijanden, gered uit de greep van allen die ons haten. Zo toont hij zich barmhartig jegens onze voorouders en herinnert hij zich zijn heilig verbond: de eed die hij gezworen had aan Abraham, onze vader, dat wij, ontkomen aan onze vijanden, hem zonder angst zouden dienen, toegewijd en oprecht, altijd levend in zijn nabijheid.
Tussenzang: Lied 158a Bevrijding uit de vijandschap de hand van die ons haten, gelijk Hij eens gezworen had Abraham onze vader, opdat wij in rechtvaardigheid de Here God zijn toegewijd ons leven lang op aarde, Zo zult gij voor de Heer uitgaan,
Verkondiging een stem die Hem de toegang baant: bereidt Hem alle wegen! Gij zijt de stem der profetie sprekend van mededogen, want eens zal ieders oog Hem zien: de opgang uit den hoge. Gezegend zij de dageraad het licht dat weldra schijnen gaat voor wie in duister kwijnen. Hij zal de schaduw van de dood beschamen met zijn morgenrood. Op aarde daalt de vrede!
Gezang na de verkondiging: GvL 531 Om water voor de zee te zijn, om anderman een woord te zijn, om niemand weet hoe groot en klein, gezocht, gekend, verloren. Om avond- en morgenland, om hier te zijn en overkant, om hand in een andre hand, om niet te zijn verloren.
Gedicht Om oud en wijd als licht te zijn, om lippen, water, dorst te zijn, om alles en om niets te zijn, gaat iemand tot een ander. Naar verte die niemand weet, door vuur dat mensen samensmeedt, om leven in lief en leed, gaan mensen tot elkander. Gebeden met acclamatie: Collecte
Slotlied: Lied 150 (allen staan) Zegen Hef, bazuin, uw gouden stem, harp en fluit, verheerlijkt Hem! Cither, cimbel, tamboerijn, laat uw maat de maatslag zijn van Gods ongemeten wezen, opdat zinge al wat leeft, juiche al wat adem heeft tot Gods eer. Hij zij geprezen.