Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.



Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

Besluit maatschappelijke ondersteuning. gemeente Nunspeet 2010

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland Ingangsdatum 1 januari 2014

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 2 Artikel 2.1 Regels rond verstrekking en verantwoording... 2

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek.

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2012.

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2015 Nr

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2016

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

1.3 Woonvoorzieningen die uitsluitend in natura kunnen worden verstrekt zijn: mobiele tilliften, en douchebrancards.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017 Nr

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

MEMO van college aan de raad

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Wijzigingen Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen:

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011;

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal,

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2007;

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede. 8 februari 2011

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren 2012;

a. op grond van aanwijzingen het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Besluit voorzieningen Wmo gemeente Veere Vastgesteld in de collegevergadering van 17 december 2013

1.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van belanghebbende.

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden-v2

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray

Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014

Toelichting. Artikel 2

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast;

gelet op artikel van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet;

FINANCIEEL BESLUIT. maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude

Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Korendijk. Burgemeester en wethouders van de gemeente Korendijk

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster 2013,

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk > 2011

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE OOSTZAAN januari 2010 CONCEPT

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest januari 2013

Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BERKELLAND 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014

Artikel 1. Begripsbepalingen

aanpassing besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden

Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING RHENEN 2013

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Kaag en Braassem

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Rozendaal Vastgesteld bij besluit van Burgemeester en Wethouders d.d.

EERSTE WIJZIGING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015

Transcriptie:

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2011 Nr. 73307 gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2007 besluit vast te stellen het volgende: Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording. 1.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager. 1.2. Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien: a. op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget; b. reeds eerder op grond van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek een persoonsgebonden budget is verstrekt en deze op grond van artikel 35 en 36 van de Verordening is ingetrokken en/of teruggevorderd, tenzij tijdens onderzoek duidelijk is geworden dat de aanvrager deze problemen met het omgaan met een persoonsgebonden budget niet meer zal hebben; c. indien uit onderzoek duidelijk is geworden dat er sprake is van een progressief ziektebeeld of de aanvrager een kind in de groei betreft. 1.3. Verstrekking als persoonsgebonden budget bij woonvoorzieningen in natura, vervoersvoorzieningen en rolstoelvoorzieningen wordt toereikend geacht voor een periode van vijf jaar en is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf, onderhoud, reparatie en verzekering van een voorziening in natura. 1.4. Woonvoorzieningen die uitsluitend in natura kunnen worden verstrekt zijn: a. herbruikbare roerende woonvoorzieningen, zoals mobiele tilliften, losse douchestoelen, douchebrancards, toiletstoelen; b. herinzetbare trapliften. 1.5. Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als persoonsgebonden budget. Het bedrag van dit persoonsgebonden budget bedraagt 2.530,00, welk bedrag bedoeld

is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar. 1.6 De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt plaats a. in het geval van hulp bij het huishouden steekproefsgewijs na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van enig kalenderjaar, waarbij de omvang van de steekproef voldoet aan de eisen die de accountant stelt. b. in alle overige gevallen na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van elk kalenderjaar. Hoofdstuk 2. Eigen bijdragen, eigen aandeel en besparingsbijdrage. Artikel 2. Omvang van eigen bijdragen en eigen aandeel. 2.1. Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 dienen te betalen bedraagt 17,80 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven 22.636,00 dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 % bedraagt. 2.2. Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen bedraagt 17,80 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven 15.838,00 dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 % bedraagt. 2.3. Het bedrag per vier weken dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt 25,40 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven 27.902,00 dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 % bedraagt. 2.4. Het bedrag per vier weken dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt 25,40 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven 22.100,00 dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 % bedraagt. Artikel 3. Algemene voorzieningen. Voor algemene voorzieningen is geen eigen bijdrage verschuldigd. Artikel 4. Rolstoelvoorzieningen. Voor een rolstoel is geen eigen bijdrage verschuldigd.

Artikel 5. Cumulatie van eigen bijdragen en eigen aandeel. Voor de maximale in het kalenderjaar verschuldigde eigen bijdrage en het eigen aandeel in de kosten van maatschappelijke ondersteuning waarvoor een financiële tegemoetkoming wordt verleend wordt verwezen naar artikel 4.1 van de Algemene Maatregel van Bestuur. Artikel 6.maximaal negenendertig perioden van vier weken. Indien een voorziening bestaat uit een roerende zaak die in eigendom wordt verstrekt of uit een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die eigendom is van de aanvrager, wordt gedurende een periode van 39 maal vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht dan wel bij de vaststelling van de hoogte van een financiële tegemoetkoming gedurende die periode een met toepassing van het in artikel 2 vastgesteld bedrag in mindering gebracht. Artikel 7. Besparingsbijdrage. Het bedrag dat als besparingsbijdrage gevraagd wordt bij verstrekking van een woonvoorziening of vervoersvoorziening, dat dient ter vervanging van een algemeen verkrijgbare voorziening, bedraagt het bedrag zoals voor dat middel wordt aangegeven in de meest recente uitgave van de Nibud prijzengids. Hoofdstuk 3. Hulp bij het huishouden. Artikel 8. Omvang van de hulp bij het huishouden. vervallen. Artikel 9. Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden. De vaststelling van een persoonsgebonden budget vindt ten aanzien van hulp in de huishouding als volgt plaats: 9.1. Een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden voor categorie 1 bedraagt 14,69 per uur vermenigvuldigd met aantal geïndiceerde uren. 9.2. Een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden voor categorie 2 bedraagt 18,32 per uur vermenigvuldigd met het aantal geïndiceerde uren. Hoofdstuk 4. Woonvoorzieningen.

Artikel 10. Vaststelling bedragen woonvoorzieningen. 10.1. De financiële tegemoetkoming minus het eigen aandeel of het persoonsgebonden budget minus de eigen bijdrage voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte. 10.2. 1. Het in artikel 21 van de van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning genoemde afschrijvingsschema van 10 jaar luidt als volgt: - voor het eerste jaar : 100% van de meerwaarde; - voor het tweede jaar : 90% van de meerwaarde; - voor het derde jaar : 80% van de meerwaarde; - voor het vierde jaar : 70% van de meerwaarde; - voor het vijfde jaar : 60% van de meerwaarde; - voor het zesde jaar : 50% van de meerwaarde; - voor het zevende jaar : 40% van de meerwaarde; - voor het achtste jaar : 30% van de meerwaarde; - voor het negende jaar : 20% van de meerwaarde; - voor het tiende jaar : 10% van de meerwaarde. 2. Artikel 21 wordt toegepast in die situaties waarbij de aanpassingskosten meer dan 15.000,00 hebben bedragen. 3. Om de meerwaarde van de woning bij verkoop vast te stellen wordt bij verkoop van de woning de op dat moment toepasselijke WOZ waarde plus 10% als basis genomen. 10.3. Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding als genoemd in artikel 15 onder a van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning bedraagt: a. voor een alleenstaande 3.036,00; b. voor alleenstaande ouder 4,554,00, c. een echtpaar 4.554,00. 10.4. Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken als genoemd in artikel 19 lid 2 tot en met 5 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning bedraagt 5.060,00. Hoofdstuk 5. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Artikel 11. Vaststelling bedragen vervoersvoorziening. a.. Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de goedkoopstcompenserende voorziening inclusief onderhoud en reparatie zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald. b. Indien de vervoersvoorziening niet in huur verstrekt kan worden, wordt het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen vastgesteld op basis

van de tegenwaarde van de goedkoopst-compenserende voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie. Het bedrag van dit persoonsgebonden budget is bedoeld om te voorzien in aanschaf, onderhoud, reparatie en verzekering van een vervoersvoorziening voor een periode van vijf jaar. Artikel.12. Vaststelling inkomensgrens. De grens waarboven een auto, met een auto vergelijkbare voorzieningen en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, zoals genoemd in artikel 25 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, bedraagt a. 1,5 x 18.863,00 = 28.295,00 voor de ongehuwde persoon jonger dan 65 jaar; b. 1,5 x 13.198,00 = 19.797,00 voor de ongehuwde persoon van 65 jaar en ouder; c. 1,5 x 23.251,00 = 34.877,00 voor gehuwde personen, indien één van beiden of beiden jonger dan 65 jaar; d. 1,5 x 18.416,00 = 27.624,00 voor gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn. Artikel 13. Kosten gebruik (eigen) auto en (rolstoel) taxi. a. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een (eigen)auto bedraagt 760,00; b. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een taxi bedraagt 760,00; c. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt 1.520,00. Artikel 14. Aanvulling collectief vervoer. Met in achtneming van hetgeen in de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning is bepaald, kunnen burgemeester en wethouders in aanvulling op de voorziening als bedoeld in artikel 22 onder a. van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek een bedrag verlenen als tegemoetkoming in de bestrijding van incidentele bovenregionale kosten en extra al dan niet zichtbare kosten in de directe woon- en leefomgeving van de persoon met beperkingen, tot een maximum bedrag van: a. 114,00 voor een alleenstaande en een echtpaar indien de vervoersbehoefte van een echtpaar samenvalt; b. 171,00 voor een echtpaar, indien de vervoersbehoefte van het echtpaar niet samenvalt. Hoofdstuk 6. Verplaatsen in en rond de woning.

Artikel 15. Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget rolstoelvoorziening. a. Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld aan de hand van de goedkoopst-compenserende huurprijs inclusief onderhoud en reparatie zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald; b. Indien de vervoersvoorziening niet in huur verstrekt kan worden, wordt het persoonsgebonden budget voor een rolstoel vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-compenserende voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie over het jaar voorafgaand aan het laatste volle kalenderjaar voor de toekenning van de voorziening; c. Het onder sub b. genoemde bedrag van het persoonsgebonden budget is bedoeld om te voorzien in aanschaf, onderhoud, reparatie en verzekering van een vervoersvoorziening voor een periode van vijf jaar. Hoofdstuk 7. Advisering en samenhangende afstemming. Artikel 16. Verplicht advies. Het bedrag waarboven ingevolge artikel 32 lid 2 onder a van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning advies gevraagd moet worden bedraagt 2.500,00 Artikel 17. Samenhangende afstemming. Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 32 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning indien van toepassing aandacht besteed aan: a. de algemene gezondheidstoestand van de aanvrager; b. de beperkingen die de aanvrager in zijn functioneren ondervindt als gevolg van ziekte of gebrek; c. de woning en de woonomgeving van de aanvrager; d. het psychisch en sociaal functioneren van de aanvrager; e. de sociale omstandigheden van de aanvrager. Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.

Hoofdstuk 8. Slotbepalingen. Artikel 18. Evaluatie en indexering. Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek wordt jaarlijks geëvalueerd en geïndexeerd. Indien deze evaluatie/indexatie daartoe aanleiding geeft, wordt het Besluit aangepast. Artikel 19. Beleidsregels. Nadere bepalingen ten aanzien van dit besluit zijn opgenomen in de Beleidsregels Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2007. Artikel 20. Intrekken Besluit maatschappelijke ondersteuning 2010. Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2010 wordt ingetrokken per 1 januari 2011. Artikel 21. Inwerkingtreding. Dit Besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2011. Artikel 22. Citeerartikel. Dit Besluit wordt aangehaald als Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2011. Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeesters en wethouders van Oldebroek van 21 december 2010. de burgemeester, de secretaris,