Behoort bij besluit van Burgem eester en Wethouders d a t u m : 12 mei 2016 r eg.n r. : Z-HZ_WABO-2016-00516 b esl u i t : Toegekend Nam ens dezen, de m anager Vergunningen van de afdeling Dienstverlening akoestisch rapport toetsing interne geluidisolatie Klooster Koningsoord Berkel-Enschot Roozen van Hoppe Wilhelminadijk 7 5089 NT HAGHORST 28-01-2016 GL 10.335/1
A K O E S T I S C H R A P P O R T toetsing interne geluidisolatie Klooster Koningsoord Berkel-Enschot opdrachtgever: Roozen van Hoppe Wilhelminadijk 7 5089 NT HAGHORST projectnummer GL 10.335/1 Nuenen, db/a consultants Ing. P.J.M. Klomp 7 5089 NT HAGHORST. 2 v 18.
1. INLEIDING.... 4 2. GELUIDISOLATIE.... 5 2.1. EISEN.... 5 2.2. PRAKTIJKRICHTLIJN.... 6 3. SCHEIDINGSCONSTRUCTIES.... 7 3.1. VERDIEPINGSVLOEREN.... 7 3.1.1 Begane grondvloer.... 7 3.1.2. De verdiepingsvloeren.... 7 3.2 LICHTE SCHEIDINGSWAND TUSSEN APPARTEMENTEN.... 8 4. TOETSEN AANSLUITDETAILS.... 9 4.1. VLOEREN.... 9 4.2. BUITENGEVELS.... 10 4.3. BINNENWANDEN.... 10 4.4. DAKAANSLUITING.... 10 4.5. TUSSEN VERBLIJFSRUIMTEN VAN DEZELFDE WOONFUNCTIE.... 11 4.6. INSTALLATIEGELUID EN LIFTGELUID.... 11 4.7. LEIDINGSCHACHTEN.... 11 4.8. WANDEN ALGEMEEN.... 11 4.9. ABSORPTIE.... 12 5. BIJLAGEN (01-06).... 12 7 5089 NT HAGHORST. 3 v 18.
1 INLEIDING. Roozen van Hoppe Bouw en Ontwikkeling B.V. te Haghorst heeft het voormalige klooster Koningsoord te Berkel/Enschot verworven. In de planvorming voor de exploitatie wil Roozen van Hoppe het klooster gaan verbouwen en renoveren; Tevens heeft het architectenbureau Bedaux De Brouwer te Goirle de opdracht om een appartementengebouw te ontwerpen dat, grenzend aan de weilanden, in het park van het klooster moet worden gebouwd. Koningsoord ligt ten westen van de dorpskom. Op 260 meter loopt daar de spoorlijn traject Tilburg Vught. Foto 1: situatie De Klooster Koningsoord. Het appartementengebouw omvat 2 vleugels en in 4-5 bouwlagen komen 52 senioren appartementen. Tussen de appartementen komen lichte scheidingsconstructies; de verdiepingsvloeren worden uitgevoerd als kanaalplaatvloeren of breedplaatvloer. Het Bouwbesluit 1 stelt eisen aan de geluidisolatie van de interne scheidingsconstructies en ook aan de toelaatbare nagalmtijd in de gemeenschappelijke verkeersruimten. Het voorliggende rapport toetst of het ontwerp aan de eisen voldoet. 1 Besluit van 29 augustus 2011 houdende vaststelling van voorschriften met betrekking tot het bouwen, gebruiken en slopen van bouwwerken (Bouwbesluit 2012). 7 5089 NT HAGHORST. 4 v 18.
2. GELUIDISOLATIE. 2.1. EISEN. Het Bouwbesluit omschrijft in afdeling 3.4 de eisen voor de geluidwering tussen ruimten van verschillende gebruiksfuncties, zoals. Het volgens NEN 5077 2 bepaalde karakteristieke luchtgeluidniveauverschil voor de geluidsoverdracht van een besloten ruimte naar een verblijfsgebied van een aangrenzende woonfunctie op hetzelfde perceel is niet kleiner dan 54 db. Dit komt overeen met de minimale eis (k = 3) conform de huidige bouwpraktijk, hetgeen betekent een Ilu;k +0 db. Het volgens NEN 5077 bepaalde gewogen contactgeluidniveau voor de geluidsoverdracht van een besloten ruimte naar een verblijfsgebied van een aangrenzende woonfunctie op hetzelfde perceel is niet groter dan 59 db. Dit komt overeen met de minimale eis (k = 3) conform de huidige bouwpraktijk, hetgeen betekent een Ico +5 db. Tussen verblijfsruimten van dezelfde woonfunctie geldt, mits er tussen die verblijfsruimten geen deur aanwezig is, voor de Ilu;k en de Ico de eis -20 db. Een toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanisch ventilatiesysteem, een warmwatertoestel, een installatie voor het verhogen van waterdruk of een lift mogen in een verblijfsgebied, gelegen op een aangrenzend perceel, een karakteristiek installatie-geluidsniveau veroorzaken van ten hoogste 30 db (bepaald volgens NEN 5077). Het artikel 3.13 van het Bouwbesluit eist dat een besloten gemeenschappelijke verkeersruimte die grenst aan een niet-gemeenschappelijke ruimte van een woonfunctie, een volgens NEN-EN 12354-6 bepaalde totale geluidsabsorptie heeft met een getalswaarde, uitgedrukt in m 2, die niet kleiner is dan 1/8 van de getalswaarde van de inhoud van die ruimte, uitgedrukt in m 3, in elk van de octaafbanden met midden frequenties van 250, 500, 1.000 en 2.000 Hertz. 2 Geluidwering in gebouwen NEN 5077 d.d. november 2008. Bepalingsmethoden voor de grootheden voor geluidwering van uitwendige scheidingsconstructies, luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie, geluidniveaus veroorzaakt door installaties en nagalmtijd. 7 5089 NT HAGHORST. 5 v 18.
2.2. PRAKTIJKRICHTLIJN. Voor dit onderzoek zijn o.a. de praktijkrichtlijnen NPR 5086 3 en NPR 5070 4 geraadpleegd. De richtlijn 5086 toont voorbeeldconstructies van woningscheidende wanden met een massa per oppervlakte kleiner dan 200 kg/m² die geschikt zijn gebleken voor het realiseren van de geluidweringsklasse 3. De richtlijn 5070 toont voorbeeldconstructies van wanden en vloeren in steenachtige draagconstructies. 3 NPR 5086 Geluidwering in woongebouwen Geluidwering van lichte, woning scheidende wanden, juni 2006. 4 NPR 5070 Geluidwering in woongebouwen Voorbeelden van wanden en vloeren in steenachtige draagconstructies, februari 2005. 7 5089 NT HAGHORST. 6 v 18.
3. SCHEIDINGSCONSTRUCTIES. De ontwerpinformatie is overgenomen van de plattegronden en de aanzichten van de gevels op de verstrekte tekeningen van Bedaux De Brouwer, projectnummer 2374 (d.d. 23-12-2015) en de concept constructietekeningen van Hooijen Konstruktiebureau B.V. projectnummer 15-219-01 d.d. 21-07-2015. 3.1. VERDIEPINGSVLOEREN. 3.1.1 Begane grondvloer. Boven de garage (c.q. als begane grondvloer) wordt toegepast een breedplaatvloer dik 280 mm met een verend opgelegde dekvloer van 80 mm. Ter plaatse van de gangen is een verzwaring tot 350 mm aangebracht. Op de dekvloer kan een eindafwerking worden aangebracht. De massa breedplaatvloer op de begane grond heeft een massa van 658 kg/m 2 te bepalen via {(0,28 x 2.350). 3.1.2. De verdiepingsvloeren. De verdiepingsvloeren van de appartementen zijn uitgevoerd als een kanaalplaatvloer dik 400 mm met een constructieve druklaag van 70 mm. Hierop wordt aangebracht een verend opgelegde dekvloer van 100 mm bestaande uit 30 mm tussenlaag en een 70 mm gietvloer. en een eindafwerking van 20 mm. Op de dekvloer kan een eindafwerking worden aangebracht. Dit is een constructie uit verschillende lagen. Bij het bepalen van de massa van het geheel mogen de massa s van de samenstellende delen alleen worden opgeteld als de hechting tussen de lagen sterk is. Bij een slechte hechting kunnen namelijk kleine spouwtjes ontstaan, waardoor plaatselijk de lucht- en contactgeluidisolatie kunnen verslechteren. Alleen bij een goede hechting mogen de massa s van de basisconstructie en van de afwerklaag bij elkaar worden opgeteld. De massa van de losliggende afwerkvloer mag dus niet worden meegeteld. De constructeur geeft aan dat de massa van de circa 650 kg/m 2 bedraagt. Voor de verwerking van het leidingwerk komt onder de vloeren een naadvrij gestuukt plafond op een metal-stud draagstructuur. 7 5089 NT HAGHORST. 7 v 18.
3.2 HORIZONTALE SCHEIDING APPARTEMENTEN. De horizontale scheidingsconstructie tussen de appartementen (en de gemeenschappelijke ruimten) zal bestaan uit een spouwconstructie gevuld met minerale wol met aan weerszijden niet gekoppelde spouwdelen opgebouwd met dubbele gipsplaten (2 x 12,5 mm) op 2 x 75 mm U-profiel. De U-profielen staan 5 mm uit elkaar en in de spouw wordt 60 mm minerale wol aangebracht. Toets NPR 5086. De toe te passen scheidingswand komt overeen met het wandtype 1b mits in de spouw 70 mm steenwol ( 30 kg/m 2 ) of 70 mm glaswol ( 16 kg/m 2 ) wordt toegepast. Voor details zie de bijlage 1. 7 5089 NT HAGHORST. 8 v 18.
4. TOETSEN AANSLUITDETAILS. De aansluitmogelijkheden van wanden, vloeren, gevels en daken zijn in principe onafhankelijk van het type lichte woning scheidende wand. Hierbij is alleen van belang dat de wand voldoet aan RA 57 db. De aansluitende constructies wanden, vloeren en binnenspouwbladen die voor het gebouw Koningsoord zijn gekozen staan aangegeven op de tekeningen DT00X Nr 2374 d.d. 23-12-2015 en worden onderstaand getoetst aan de NPR 5086. 4.1. VLOEREN. De massa van zowel de breedplaatvloer en de kanaalplaatvloer is groter dan 500 kg/m 2. De NPR 5086 duidt dit type als een V2 vloer. Om te voldoen aan de eis voor contactgeluidisolatie moet op de breedplaatvloer en de kanaalplaatvloer een verend opgelegde dekvloer worden aangebracht. Dit wordt opgelost met een tackerplaat en dekvloer met een ΔLlin 10 db. De grootheid ΔLlin geeft de verbetering in de contactgeluidisolatie aan door toepassing van een verend opgelegde dekvloer op een steenachtige basisvloer. De grootheid wordt bepaald overeenkomstig NPR 5079 en NEN-EN-ISO 140-8. Het gaat hierbij niet om de verbetering zoals die optreedt door diverse soorten vloerbedekking, maar om het directe effect van de verend opgelegde dekvloer op de contactgeluidisolatie van de draagvloer. Toets NPR 5086. De scheidingswand type 1b mag zonder meer op de breedplaatvloer en de kanaalplaatvloer worden geplaatst. Bijlage 2 geeft de principe aansluitdetails van de wand op de vloerconstructie V1. 7 5089 NT HAGHORST. 9 v 18.
4.2. BUITENGEVELS. Het onderstaande principedetail toont de aansluiting van de scheidingswand met het binnen spouwblad. Het binnen spouwblad bestaat uit een prefab betonwand dik 220 mm die meer weegt dan 400 kg/m 2 (0,22 x 2.350). Vergeleken met het praktijkdetail, zie bijlage 3, kan deze constructie oplossing zonder meer worden toegepast. 4.3. DAKAANSLUITING. Bijlage 6 toont een detail uit de NPR 5086 voor het type dak D4 dat o.a. een dilatatie bij de dakplaat aangeeft. Om flanking via de dakplaat te voorkomen is het noodzakelijk dat onder de dakplaat een gesloten verend plafond wordt aangebracht volgens de uitvoering zoals het detail op bijlage 6 aangeeft. Tevens moeten de dubbele gipsplaten rond stalen profiel op een spouw (en minerale wol) worden aangebracht. 7 5089 NT HAGHORST. 10 v 18.
4.5. TUSSEN VERBLIJFSRUIMTEN VAN DEZELFDE WOONFUNCTIE. Tussen de verblijfsruimten van dezelfde woonfunctie geldt, mits er tussen de verblijfsruimten geen deur aanwezig is, voor de Ilu;k en de Ico de eis -20 db. In alle appartementen zijn tussen de woonkamer en de slaapkamer deuren aanwezig. Hier geldt dus geen eis. 4.6. INSTALLATIEGELUID EN LIFTGELUID. In het woongebouw zijn in de trappenhuizen ook liftinstallaties aanwezig. Het ontwerp van de liftschacht van de installatie moet overeenstemmen met de aanwijzingen zoals vastgelegd in de NPR 5073:1991, Geluidwering in woongebouwen Liftinstallaties. 4.7. LEIDINGSCHACHTEN. De wanden van de leidingschachten bij de toiletten en de douche, en van de leidingschachten bij de meterkasten moeten een minimale massa hebben van 170 kg/m². Hieraan voldoet bijvoorbeeld kalkzandsteen dik 100 mm. Eventueel kan ook worden uitgegaan van metal-studwandsystemen. 4.8. WANDEN ALGEMEEN. Inbouwdozen in woning scheidende wanden (elektra, antenne enz.) niet tegenover elkaar aanbrengen, doch minstens de dikte van de wanden ten opzichte van elkaar laten verspringen. Voor de naast elkaar gelegen appartementen mogen geen gemeenschappelijk ventilatiekanalen worden toegepast. De aansluitingen van verschillende soorten steenachtige constructies op elkaar en tussen dezelfde steenachtige constructies onderling dienen in verband met krimp, uitzetting, enz. ter plaatse van de scheidingconstructies uitgevoerd te worden met een flexibele voeg (dilatatievoeg). De naden bij alle wandaansluitingen moeten met een elastisch blijvende kit zorgvuldig zijn gedicht. Doorvoeren van de centrale verwarmingsbuizen of dergelijke moeten zorgvuldig zijn gedicht. 7 5089 NT HAGHORST. 11 v 18.
4.9. ABSORPTIE. Voorkomen moet worden dat appartementen, die liggen aan besloten gemeenschappelijke verkeersruimten, geluidhinder ondervinden van de activiteiten in die ruimten. De kans hierop is groter indien het geproduceerde geluid, door een te lange nagalmtijd, onvoldoende wordt gedempt. De trappenhuizen zijn besloten gemeenschappelijke verkeersruimten. Tegen de plafonds boven de trappen moet een absorberende beplating, bijvoorbeeld een Herakustik houtwolcement op een regelwerk, worden aangebracht. Oplossingsvoorbeelden staan aangegeven op bijlage 5. 5. BIJLAGEN (01-06). Wandtype 1b volgens NPR 5086.......01. Aansluiting wandtype 1b aan vloertype V2 volgens NPR 5086....02. Aansluiting wandtype 1b aan geveltype G1 volgens NPR 5086.......03. Aansluiting wandtype 1b aan wandconstructie W1 en W2 volgens NPR 5......04. Voorbeelden absorptie....05. Wandtype 1b aan wandconstructie D4 volgens NPR 5086........06. 7 5089 NT HAGHORST. 12 v 18.
Bijlage 1 7 5089 NT HAGHORST. 13 v 18.
Bijlage 2. 7 5089 NT HAGHORST. 14 v 18.
Bijlage 3. 7 5089 NT HAGHORST. 15 v 18.
Bijlage 4 7 5089 NT HAGHORST. 16 v 18.
Bijlage 5 7 5089 NT HAGHORST. 17 v 18.
Bijlage 6 7 5089 NT HAGHORST. 18 v 18.