Beveel gerust Uw wegen Gez. 427 Beveel gerust uw wegen, Al wat u t harte deert, Der trouwe hoed en zegen Van Hem, die t al regeert. Die wolken, lucht en winden Wijst spoor en loop en baan, Zal ook wel wegen vinden Waarlangs uw voet kan gaan. Uw trouw en uw genade, o Vader, weet zo goed wat voor de mens tot schade of winste worden moet. Wat Gij hebt uitgelezen, daar werkt Gij, sterke held, en brengt in stand en wezen, wat Ge U hebt voorgesteld. Gezang 116 oude bundel Door den nacht van smart en zorgen schrijdt de stoet der pelgrims voort, zingend lied ren van den morgen, nu het nieuwe licht weer gloort. God is zelf vooraan geschreden. Hij verlicht, verlost zijn volk, baant het pad, dat wij betreden, en verjaagt de donk re wolk. Eens komt dan het groot ontwaken, eens de zege op den dood. Dan zal God een einde maken aan ellend en allen nood. Er is een God die hoort Vreugde of blijdschap, droefheid of smart er is een God, er is een God. Stort bij Hem uit, o mens, toch uw hart, er is een God die hoort. Ga steeds naar Hem om hulp en om raad, wacht niet te lang, t is spoedig te laat. Dat niet door twijfel t hart wordt verstoord, er is een God die hoort. Van oost tot west, van zuid tot noord, mens zegt het voort, mens zegt het voort. Wordt 's Heren liefde alom gehoord, mensenkind zegt het voort. Dwaal niet in 't duister, ga niet alleen, maar zoekt het heil bij Jezus alleen. Dat al uw hoop op Hem is gericht, Jezus is 't eeuwig licht. God heb ik lief, Ps 116: 1, 2, 3, 8 God heb ik lief want die getrouwe Heer nam, toen ik riep met toegenegen oren mijn woorden aan. Hij zal mij blijven horen en levenslang ben ik niet eenzaam meer.
Toen de benauwdheid dreigend op mij viel en angsten voor het doodsrijk mij bekropen, heb ik de naam des heren aangeroepen en weende: Heer min God, bewaar mijn ziel. Hij is goedgunstig in gerechtigheid, Hij wil zich altijd over ons ontfermen Zijn kracht kwam mij, eenvoudige, beschermen Rust nu, mijn ziel, de Heer heeft u bevrijd. Voor t oog van al de zijnen zal ik Hem offers van dank naar mijn beloften brengen in s Heeren voorhof mijn gejubel mengen met uw lofprijzingen, Jeruzalem. Opw nr. 136 : 1, 2 Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe. U alleen doorgrondt mijn hart, U behoort het toe. Laat mijn hart steeds vurig zijn, U laat nooit alleen. Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe. Abba, Vader, laat mij zijn slechts van U alleen. Dat mijn wil voor eeuwig zij d uwe en anders geen. Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer. Laat mij nimmer gaan. Abba, Vader, laat mij zijn slechts van U alleen. Ik zie een poort wijd open staan Ik zie een poort wijd open staan, Waardoor het licht komt stroomen Van t kruis, waar k vrij -lijk heen mag gaan, Om vrede te bekomen. Refrein Genade Gods, zoo rijk en vrij! Die poort staat open, ook voor mij! Voor mij! Voor mij! staat open, ook voor mij. Die open poort laat d ingang vrij Aan wie komt binnen vlieden; Aan rijk en arm, aan u en mij Komt Jezus vrede bieden. refrein In 't hemelrijk, voor Jezus' troon daar leidt het kruis tot zegen; daar dragen wij voor kruis een kroon door Jezus' bloed verkregen. refrein
Lied 303 De ware kerk des Heren, in Hem alleen gegrond, Geschapen Hem ter ere, de bruid van zijn verbond, dankt aan zijn dood het leven. Hij is haar Bruidegom. Want God, zo staat geschreven, zag naar zijn dienstmaagd om. Met God zijn wij verbonden, met Vader, Zoon en Geest, met alwie overwonnen alwie zijn trouw geweest. Bewijs ons uw genade, dan zingen wij bevrijd de glorie van uw daden, in tijd en eeuwigheid. Joh. de Heer 17 Als ik maar weet, dat hier mijn weg door u, Heer, wordt bereid en dat die weg, hoe moeilijk ook, mij nader tot U leidt. Koor Nader tot U, nader tot U, nader mijn Heiland tot U; Als ik maar weet, dat alles hier mij nader brengt tot U. Als ik maar weet, dat ook voor mij de Heer aan 't kruishout stierf, en dat de Heiland ook voor mij een levenskroon verwierf. koor Als ik maar weet, ook als op aard' mij droefheid wacht of kruis, dat ieder kruis mij nader brengt bij 't eeuwig Vader huis. koor Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam.. 1. Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam, die U ons noemt door sterren zon en maan. Hemel en aarde spreken wijd en zijd, tonen het wonder van uw heerlijkheid. 2.Heer, onze God, die aard en hemel schiep, zeeën en land met macht tevoorschijn riep, wat zijn wij, mensen, dat U aan ons denkt en ons uw heerlijkheid en luister schenkt? 3.U komt ons, Heer, in Christus tegemoet. U geeft ons, Heer, verlossing door zijn bloed. U roept ons mensen in uw heerlijkheid: leven om Jezus wil in eeuwigheid. 4.Daarom zal, Heer, ons lied een loflied zijn, dat in ons zingt met eindeloos refrein. Prijzend uw liefde, heffen wij het aan:
Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam. Joh. de Heer 232 Waarheen, pelgrims waarheen gaat gij, t Oog omhoog en hand in hand? Wij gaan, op des Konings roepstem, Naar ons huis en Vaderland. Over bergen en door dalen, Gaan wij naar die blijde zalen, Gaan wij naar die blijde zalen, Van Gods huis in t Vaderland (bis). 2. Storm en duisternis bedreigt u; Zijt daartegen gij bestand? Waarom zou ons harte vrezen, Wand lend aan des Heren hand? Jezus Zelf zal voor ons strijden, En door storm en nacht ons leiden, En door storm en nacht ons leiden, Naar Gods huis in t Vaderland (bis). Er gaat door alle landen, JdH 462 Er gaat door alle landen een trouwe kindervriend; geen oog kan Hem aanschouwen, maar Hij ziet ieder kind. De hemel is zijn Vaderland. Hij is des Heren afgezant. Hij komt in alle huizen, en waar een vrolijk kind zijn vader en zijn moeder en God de Heer bemint, daar woont Hij gaarne dag en nacht, en houdt er over t kind de wacht. E.B.235 Neem, Heer, mijn beide handen En leid Uw kind, Tot ik aan d eeuw ge stranden De ruste vind. Te zwaar valt m elke schrede, Als k U verlaat. O, neem mij met U mede, Daar waar Gij gaat. O, doe genaad ervaren Aan t bevend hart, En breng het tot bedaren Bij vreugd en smart. Laat m aan Uw voeten rusten, Mij, hulp loos kind, Vertrouwen en berusten, Voor d uitkomst blind. En blijft m ook soms verborgen Uw grote macht, Gij voert mij tot de morgen, Ook door de nacht. Neem dan mijn beide handen En leid Uw kind, Tot ik aan d eeuw ge stranden De ruste vind. Leer mij Uw weg ev. bundel 185 Leer mij uw weg, o Heer; Schenk van uw kracht mij meer, leer mij Uw weg. Houd mij in evenwicht, dat k voor uw aangezicht wandel in t volle licht,
Als vrees soms t hart benauwt, als zorg mijn dank verflauwt, Help mij in vreugd en pijn, noodweer of zonneschijn steeds blij in U te zijn, Houd hoog uw kruis voor mijn verdonk rend oog, Licht in den schemer, leid mij naar omhoog! De morgen daagt, de schaduw gaat voorbij: in dood en leven, Heer blijf mij nabij! Wat ook dit leven brengt, t Zij t vreugd of droefheid schenkt, Hoe sterk ook satans macht, Jezus geeft licht en kracht ieder die Hem verwacht; gezang 282 (oude bundel) Blijf bij mij, Heer, want d avond is nabij. De dag verduistert, Here, blijf bij mij! Als and re hulp m ontbreekt, geluk m ontvliedt, der hulpelozen hulp, verlaat mij niet. k Heb U altijd van node, dag en nacht, slechts uw genâ verwint des bozen macht. Wie kan als Gij mijn gids en sterkte zijn? Blijf bij mij, Heer, in nacht en zonneschijn!