PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VMBO 3 SCHOOLJAAR 2015-2016



Vergelijkbare documenten
Iedere deelnemer aan het schoolexamen wordt geacht kennis te nemen van het programma van toetsing en afsluiting.

Deze regels gelden zowel voor het SE als voor het CE

Examenreglement

Examenreglement Voorgelegd ter instemming MR op 13 september 2016

Examen Reglement Postbus AS Groningen groepgroningen.nl K.v.K Datum

Examenreglement Christelijke Scholengemeenschap Groningen

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VMBO 3 SCHOOLJAAR

1. INLEIDING ALGEMENE BEPALINGEN Afnemen eindexamen Indeling eindexamen Onregelmatigheden... 3

Examen 2018 Reglement

EXAMENREGLEMENT VMBO. In dit examenreglement wordt verstaan onder:

Examenreglement

Kader examenreglementen

Schoolexamenreglement havo / vwo. Onderwijsgemeenschap Venlo & Omstreken

College voor Toetsen en Examens; waarborgt de kwaliteit en de organisatie van de examens.

Schoolexamenreglement

Examenreglement. Sint Annaparochie

EXAMENREGLEMENT VMBO T-K-B SCHOOLJAAR SCHOLENGEMEENSCHAP GROENEWALD. Z:\WORD\JAf\EX.REGL.VMBO doc 1

B. Eindexamenreglement VMBO

B. Het schoolexamen (SE) en het programma van toetsing en afsluiting (PTA)

HET EXAMENREGLEMENT. Artikel 1. Algemeen

Inhoud: 1. Algemeen 1.1 Inhoud en doel van het PTA pagina Het PTA en de wet pagina Bijzondere gevallen pagina Begrippen pagina 2

B. Het schoolexamen (SE) en het programma van toetsing en afsluiting (PTA)

Examenreglement VMBO en MAVO

Examenreglement vestigingseigen deel onder voorbehoud instemming deelraad

I. Examencommissie pag. 2. II. Reglement : Begrippen pag Algemene bepalingen pag Overige bepalingen pag. 6

Inhoud: 1. Algemeen 1.1 Inhoud en doel van het PTA pagina Het PTA en de wet pagina Bijzondere gevallen pagina Begrippen pagina 2

Examenreglement vmbo , osg Piter Jelles, locatie YnSicht basis- en kaderberoepsgerichte leerweg

Examenreglement VMBO-T / MAVO

Verkort examenreglement klas 4 VMBO (basisberoepsgerichte leerweg en kaderberoepsgerichte leerweg) voor extraneus leerlingen van

Kader examenreglementen

EXAMENREGLEMENT

SAENREDAM COLLEGE

Kader examenreglementen

EXAMENREGLEMENT. HAVO - 5 en VWO - 6 SCHOOLJAAR SCHOLENGEMEENSCHAP GROENEWALD. Z:\WORD\JAF\EX.REGL.TF doc 1

Examenreglement

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VMBO 3 SCHOOLJAAR

Algemene regels schoolexamens d Oultremontcollege

Examenreglement

EXAMENREGLEMENT VWO. In dit examenreglement wordt verstaan onder:

EINDEXAMENREGLEMENT HAVO/VWO OPENBAAR VOORTGEZET ONDERWIJS ZAANSTAD

Examenreglement. Leeuwarden

Algemeen deel PTA 0. BEPALINGEN VOORAF A. VAKKEN EN PROGRAMMA. B. OPZET SCHOOLEXAMEN.

EXAMENREGLEMENT. Examen Havo 2013

1 INHOUDSOPGAVE PTA TWEEDE FASE VWO VAN CHR. COLLEGE DE POPULIER 1. INLEIDING ALGEMENE BEPALINGEN... 3

REGLEMENT SCHOOLEXAMENS (vestigingseigen deel) SCHOOLJAAR

EXAMENREGLEMENT VMBO BB/KB

Algemene regels schoolexamens d Oultremontcollege

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING (PTA), regeling Schoolexamen leerjaar 4 Vwo Het College WEERT versie 1 september 2016

Algemene regels schoolexamens & PTA d Oultremontcollege

Eindexamenreglement HAVO/VWO

Examenreglement Schooljaar

Examenreglement VMBO BBL KBL GL (VHBO) Schooljaar

Koudum. Schooljaar 2014 / 2015 VMBO 3T. Programma van Toetsing en Afsluiting

PTA Havo 4 Cohort 2015

Hofstad Lyceum. Examenreglement VWO / HAVO. Hofstad Lyceum Colijnplein HA Den Haag

EXAMENREGLEMENT PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Klas 3 VMBO-TL REHOBOTH Erasmusweg 1, 9602 AB Hoogezand Postbus 215, 9600 AE Hoogezand

Algemene regels schoolexamens d Oultremontcollege

VMBO-TL - 4 SCHOOLJAAR Betekenis van de afkortingen. - Belangrijke data Algemeen examenreglement CSG

EXAMENREGLEMENT VMBO

UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING. Artikel 23 Eindcijfer eindexamen

PROGRAMMA van TOETSING en AFSLUITING

Examenreglement

Toelichting op het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) Schooljaar

EXAMENREGLEMENT

PERIODEN VAN HET PTA Periode 1: 1 september t/m 11 november 2016

BERTRAND RUSSELL COLLEGE HAVO en VWO

Addenda Examenreglement Reviuslyceum leerjaar 5 en 6

Toelichting examenreglement

EXAMENREGLEMENT VMBO- SLINGE

Vrijeschool voor voortgezet onderwijs vwo, havo, vmbo-tl. Studiewijzer. 10th

Examenreglement vmbo / mavo CSG Het Streek

MAVO 3 en 4 cursus

EXAMENREGLEMENT GOMARUS COLLEGE

EXAMENREGLEMENT PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Klas 3 VMBO-TL REHOBOTH Erasmusweg 1, 9602 AB Hoogezand Postbus 215, 9600 AE Hoogezand

College voor Toetsen en Examens; waarborgt de kwaliteit en de organisatie van de examens.

SCHOOLEXAMENREGLEMENT V.M.B.O. THEORETISCHE EN KADERBEROEPSGERICHTE LEERWEG HAARLEM

Examenregelement Dit reglement geldt m.i.v. 1 augustus 2012 voor alle leerlingen van de leerjaren 4, 5 en 6

Examenreglement VMBO

Examenreglement HAVO/VWO/VMBO. BC Broekhin Roermond. Schooljaar BC Broekhin Roermond

Examenreglement *******

Examenreglement. voor de eindexamens vwo, havo en vmbo Connect College Echt

A. Algemene bepalingen B. Het schoolexamen C. Het centraal examen D. Uitslag, herkansing en diplomering... 12

Ouderavonden i.v.m. de voortgang: Ouderavond: 28 of 29 november 2017 Ouderavond: 20 of 21 maart 2018

VOORWOORD. Aan de examenkandidaten.

Examenreglement HAVO. Cohort Leerjaar 4 schooljaar

EXAMENREGLEMENT STEDELIJKE SCHOLENGEMEENSCHAP NIJMEGEN Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen

Berger Scholengemeenschap PTA 4 havo

Kader examenreglementen

Examenreglement. VMBO - leerjaar 3 en (2016)

Schoolexamenreglement

Examenreglement Havo CSG Het Streek

EXAMENREGLEMENT! HAVO!! VWO!

Examenreglement en Programma van Toetsing en Afsluiting Havo en Vmbo

EXAMENREGLEMENT HAVO/VWO/VMBO

Eindexamenreglement VMBO LENTIZ VMBO LIFE COLLEGE Mgr. Nolenslaan 99b 3119 EB Schiedam (010)

EXAMENREGLEMENT. Mavo 3 & 4. Cursusjaren / Melanchthon De Blesewic Hoekeindseweg 7a 2665 KA Bleiswijk

Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs te Haarlem

Examenreglement vmbo

Examenreglement. fsluiting. rogramma van. Theoretische/Gemengde leerweg (3TOP & 4TOP)

Transcriptie:

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VMBO 3 SCHOOLJAAR 2015-2016 - Algemeen examenreglement CSG - PTA reglement VMBO-3 - Overzicht PTA per vak

Examenreglement Christelijke Scholengemeenschap Groningen 2015-2016 (Instemming MR-september 2014)

I Algemene bepalingen art. 1 Het Besluit Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting is een nadere uitwerking van het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo, hierna te noemen Het Besluit. Primair bepaalt Het Besluit de opzet en de regeling van het eindexamen. art. 2a Reikwijdte Het examenreglement wordt vastgesteld door het bevoegd gezag en bevat bepalingen en regels m.b.t. de organisatie van en de gang van zaken tijdens het eindexamen, m.a.w. zowel het schoolexamen als het centraal examen. art. 2b Examenreglement en vestigingsbijlage 1. Elke CSG-vestiging kan aanvullende bepalingen aangaande de inrichting van het schoolexamen opnemen in de bij het reglement horende vestigingsbijlagen, waaronder het programma van toetsing en afsluiting dat per CSG-vestiging en per vak het s.e.-programma, de wijze van toetsing en de regels m.b.t. het vaststellen van het s.e.- cijfer bevat. 2. Bepalingen van het CSG-reglement gaan voor op bepalingen uit de vestigingsbijlage. art. 2c De CSG-vestigingen Daar waar in het reglement gesproken wordt over school worden de volgende vestigingen bedoeld: CSG Augustinus CSG Wessel Gansfort CSG Kluiverboom CSG Diamantlaan CSG Rehoboth CSG Winsum Art. 2d Begripsbepalingen: De Wet Bevoegd gezag Directeur bestuurder Vestigingsdirecteur Eindexamensecretaris Examencommissie De wet op voortgezet onderwijs. Bestuur; eindverantwoordelijk voor de beslissingen die in verband met de school worden genomen over het onderwijs dat wordt gegeven en over de school als geheel. De directeur-bestuurder van de Stichting zijnde het bevoegd gezag. Verantwoordelijk leidinggevende van één of meerdere vestigingen van de CSG, verantwoordelijk voor de uitvoering van het examen op de desbetreffende vestiging of vestigingen. Het personeelslid dat op een vestiging belast is met de organisatie van het examen. Vestigingsdirecteur en examensecretaris per vestiging. Inspectie Vwo De inspectie bedoeld in artikel 1 van de Wet op het onderwijstoezicht. Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7 van de Wet op voortgezet onderwijs.

Havo Hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op voortgezet onderwijs. Vmbo Schooljaar Kandidaat Examinator Tweede examinator Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 21 van de Wet op voortgezet onderwijs. Het tijdvak dat aanvangt op 1 augustus van enig jaar en eindigt op 31 juli van het daaropvolgende jaar. Een ieder die door de vestigingsdirecteur voor het eindexamen of deeleindexamen wordt toegelaten. Degene die belast is met het afnemen van het examen in een vak. Degene die, naast de examinator, mede belast is bij het afnemen van het vak. Bijvoorbeeld bij het CSPE Centraal (eind-)examen (CE) Examen als bedoeld in artikel 29 van de wet op het voortgezet onderwijs Toetsen Schoolexamen (SE) PTA Cspe Herkansing Eindexamenbesluit Mondelinge, schriftelijke dan wel praktische proeven van bekwaamheid die afgelegd en beoordeeld worden binnen het eindexamen Het deel van het eindexamen dat door de vestiging, volgens een vastgesteld Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) wordt afgenomen. Programma van Toetsing en Afsluiting met daarin het schoolexamenprogramma welke voor 1 oktober aan de leerlingen wordt meegedeeld. Centraal schriftelijk en praktisch examen in een beroepsgericht programma. Het opnieuw deelnemen aan een toets van het schoolexamen. Eindexamenbesluit VO. art. 3 De organisatie en planning van het eindexamen Algemeen 1. De vestigingsdirecteur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. De scholen beschikken over een examencommissie, bestaande uit de vestigingsdirecteur en de examensecretaris. 2. De vestigingsdirecteur wijst een van de personeelsleden van de school aan tot secretaris van het eindexamen. 3. Tenzij anders aangegeven, kan de vestigingsdirecteur bij afwezigheid of bij opdracht vervangen worden door een daartoe aangewezen lid van de vestigingsleiding van de school; in de vestigingsbijlage wordt dit nader en met naam en toenaam geregeld. 4. De uitslag van het eindexamen wordt vastgesteld door de vestigingsdirecteur en de secretaris van het eindexamen, zijnde de examencommissie. Zij doen dit na het eerste tijdvak in

aanwezigheid van de examinatoren. De examinator is verantwoordelijk voor de verwerking van het juiste cijfer in de verzamellijst van cijfers op basis waarvan de uitslag wordt vastgesteld. 5. Het werk van het centraal examen wordt, tezamen met de opgaven en de officiële (cijfer)lijsten, gedurende tenminste 6 maanden na de uitslag van het centraal examen in het vestigingsarchief bewaard. 6. Het eerste en tweede tijdvak van de digitale examens basisberoepsgerichte leerweg en/of kaderberoepsgerichte leerweg wijken af van de tijdvakken van de schriftelijke reguliere examens. De afname tijdstippen van de digitale examens kan per examenkandidaat verschillen. Het definitieve examenrooster voor deze examenkandidaten wordt uiterlijk 1 mei door de vestigingsdirecteur aan de kandidaten medegedeeld. Het digitale examen in een algemeen vak kan pas plaatsvinden als het schoolexamencijfer van dit vak is vastgesteld. Bij een, om technische reden, mislukte afname kan de vestigingsdirecteur besluiten om het examen als niet gemaakt te beschouwen, zodat de kandidaat het examen opnieuw moet maken. 7. Na overleg met de vestigingsdirecteur en onder door hem te stellen voorwaarden kunnen belanghebbenden, binnen de in lid 5 gestelde termijn, inzage krijgen in schriftelijk examenwerk van het centraal examen. De betrokken examinator is bij die inzage aanwezig. Aan dit inzagerecht kan geen recht op herwaardering worden ontleend. Als een belanghebbende na inzage van mening is dat bij de vaststelling van het cijfer een objectief constateerbare fout gemaakt is, stelt hij de vestigingsdirecteur hiervan op de hoogte. art. 4a Informatieverstrekking, afname, beoordeling en geldigheidsduur m.b.t. het schoolexamen Informatieverstrekking 1. De vestigingsdirecteur verstrekt de kandidaten vóór 1 oktober het CSG-examenreglement en een vestigingsbijlage waarin in ieder geval is opgenomen het PTA. Afname 2. Het schoolexamen kan plaats vinden gedurende het curriculum van de 2 e fase vwo/havo resp. het 3 e en 4 e leerjaar vmbo. Dit is specifiek vermeld in de vestigingsbijlage en PTA. 3. De examinatoren zijn ieder voor zich verantwoordelijk voor de op het schoolexamen te stellen vragen. 4. De examinatoren dienen bij elke toets zorg te dragen voor een vraagstelling die betrekking heeft op en/of verband houdt met het in het schoolexamen aan de orde zijnde onderdeel, zoals omschreven in het PTA. 5. Bij afname van een toets kan, indien zulks in de vestigingsbijlage wordt vastgesteld, de examinator zich doen assisteren door een bijzitter, lid van het onderwijzend personeel. Op verzoek van de examinator kan de bijzitter de kandidaat vragen stellen. De examinator stelt het cijfer vast na overleg met de bijzitter. 6. Het is alleen toegestaan hulpmiddelen bij het SE te gebruiken waarvoor door de docent toestemming is gegeven. Dit staat vermeld in de vestigingsbijlage. 7. Bij een mondelinge of praktische toets wordt een protocol opgemaakt van het verloop van de toets. Een bandopname van het verloop van dit examenonderdeel kan als zodanig worden beschouwd. 8. Schriftelijke toetsen worden na correctie binnen een termijn van twee weken ter inzage gegeven aan de kandidaten. Bewaartermijn of tekenen voor akkoord 9. Het gecorrigeerde werk, de beoordelingsnormen en de toegekende cijfers worden door de examinator bewaard tot 1 januari van het jaar volgend op het jaar van het centraal examen. De school kan er ook voor kiezen het gecorrigeerde werk na kennisname door de leerling niet te bewaren. In dat geval dient de leerling en bij minderjarigheid ook een der ouders, door

ondertekening van het toegekende cijfer te verklaren het vermelde cijfer voor correct te houden. De alsdan te hanteren procedure dient in de vestigingsbijlage te worden vastgelegd. Beoordeling 10. Over de vaststelling van de cijfers: 1) Voor de becijfering van de toetsen kunnen alle getallen met één decimaal van 1,0 tot en met 10 worden gebruikt. Het eindcijfer van het schoolexamen is het gewogen gemiddelde van de beoordelingen die voor de proeven van het schoolexamen aan de kandidaat zijn gegeven. De wegingsfactor wordt per vak en per toets aangegeven in het PTA. 2) Indien een kandidaat in een vak door twee of meer docenten is geëxamineerd bepalen deze leraren in onderling overleg het cijfer voor het schoolexamen. Komen zij niet tot overeenstemming, dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen door ieder van hen. 3) Indien een gemiddelde, als bedoeld in lid 1 of lid 2, een cijfer met twee of meer decimalen is, wordt dit cijfer afgerond op de eerste decimaal met dien verstande dat deze decimaal met 1 wordt verhoogd indien de tweede decimaal zonder afronding 5 of hoger is. 4) De examinator geeft de kandidaat inzage in de normen die bij het bepalen van het cijfer voor de afgelegde toetsen door hem zijn gehanteerd. Bezwaar, herkansing en geldigheidsduur cijfer 11. De leerlingen worden tot een jaarlijks door de vestigingsdirecteur vast te stellen datum in de gelegenheid gesteld onvolkomenheden in de berekening of de vermelding van het cijfer s.e. bij de vestigingsdirecteur te melden. Deze doet vervolgens de betrokken examinator het juiste cijfer vaststellen. 12. Herkansingsmogelijkheden voor het schoolexamen worden vermeld in de vestigings-bijlagen van dit examenreglement. 13. Als een kandidaat in het voorlaatste examenjaar doubleert dan is de kandidaat verplicht om alle onderdelen van het schoolexamen over te doen die in dat specifieke jaar zijn afgenomen. Uitgezonderd het sectorwerkstuk voor het VMBO en het profielwerkstuk voor HAVO en VWO. 1 Conform het examenbesluit 35.1 heeft een leerling te allen tijde recht op herkansing van het cijfer maatschappijleer 1 als dit lager dan een 6 is. 14. Als een kandidaat het laatste examenjaar overdoet na te zijn gezakt voor het examen, dan is de kandidaat verplicht om alle onderdelen van het schoolexamen betreffende dat leerjaar weer over te doen. De eerder behaalde resultaten uit het derde leerjaar (vmbo) vierde leerjaar (havo) en vierde en vijfde leerjaar (vwo) blijven staan. Ook hier geldt de regeling als bedoeld in artikel 4a lid 13 voor het sectorwerkstuk en profielwerkstuk als deze niet in het voorlaatste maar in het laatste examenjaar worden gemaakt. 15. Een uitzondering op artikel 4a lid 13 en 14 kan worden gemaakt voor de leerling die aansluitend een vavo-traject gaat volgen 16. De verblijfsduur voor het VMBO is beperkt tot maximaal 6 jaar. Daarbij mag een leerling maximaal een keer doubleren en maximaal een keer het laatste schooljaar (examenjaar) overdoen. art. 4b Afwezigheid of te laat komen of te laat inleveren van werk bij het schoolexamen (s.e.) 1. Bij afwezigheid van de kandidaat bij een zitting van het s.e. kan sprake zijn van verhindering om een geldige reden dan wel van niet gewettigde afwezigheid. Zulks staat ter beoordeling van de vestigingsdirecteur. 2. Na afwezigheid van de kandidaat ontvangt de vestigingsdirecteur daartoe ten spoedigste een bij meerderjarigheid door de kandidaat en bij minderjarigheid van de kandidaat een door een der ouders c.q. verzorgers ondertekende verklaring, waarin de oorzaak van de afwezigheid is vermeld. 1 Voor bepaalde groepen leerlingen is een overgangsregeling van kracht zie blz. 10

3. Indien de afwezigheid om geldige reden heeft plaatsgehad zal de kandidaat de gemiste toets later alsnog afleggen. De vestigingsbijlage kan omtrent het tijdstip in dezen nadere aanwijzingen bevatten. 4. Niet gewettigde afwezigheid wordt als onregelmatigheid aangemerkt, waartegen de vestigingsdirecteur overeenkomstig artikel 8 maatregelen kan nemen. 5. Voor werkstukken daaronder tevens te verstaan boekverslagen, meetrapporten, leesdossiers etc. kunnen data in het PTA worden vastgesteld, waarop deze bij de examinator moeten zijn ingeleverd. Ook presentaties in de klas dienen op de daartoe vastgestelde datum te worden geleverd. Blijft de kandidaat in gebreke, dan wordt zulks als onregelmatigheid aangemerkt, waartegen de vestigingsdirecteur overeenkomstig artikel 8 maatregelen kan nemen. 6. Een kandidaat die voor een zitting van het s.e. te laat komt mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de zitting worden toegelaten. Indien de kandidaat na genoemd half uur zich meldt, dan wel zich afmeldt voor de zitting, dan wordt hij niet meer toegelaten en geldt hij als afwezig. Voor hem gelden dan de leden 1, 2, 3 en 4 van dit artikel van overeenkomstige toepassing. art. 5a De gang van zaken tijdens de zittingen van het centraal examen 1. Tijdens de zittingen wordt toezicht gehouden door tenminste twee daartoe door de vestigingsdirecteur aangewezen surveillanten. 2. Bij een schriftelijk examen geldt: Nadat bij de aanvang van het examen in enig vak een van de surveillanten de zich op de verzegelde verpakking bevindende gegevens heeft opgelezen en in orde bevonden, opent hij de verzegelde verpakking in tegenwoordigheid van de kandidaten. Indien niet alle kandidaten in één lokaal zijn geplaatst, geschiedt het openen gelijktijdig in de verschillende examenlokalen. 3. Bij een digitaal examen geldt: Digitale examens kunnen flexibel worden afgenomen. Tijdstip, plaats en wijze van afname is minimaal 14 dagen van te voren schriftelijk met de kandidaat gecommuniceerd. Afname vindt plaats via digitaal beveiligde media, die gescheiden van elkaar zijn opgesteld. 4. Kandidaten bij het schriftelijke examen zijn vijftien minuten voor aanvang aanwezig en mogen niet eerder dan een uur na de aanvang der zitting vertrekken. 5. Kandidaten bij een digitaal examen zijn vijftien minuten voor aanvang aanwezig en mogen het examenlokaal verlaten na afronding van het examen, echter niet eerder dan de tijdslimiet, als bedoeld in lid 4 is verstreken. 6. Een kandidaat die te laat komt mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de zitting worden toegelaten. 7. Het werk wordt uitsluitend gemaakt op gewaarmerkt papier door of vanwege de vestigingsdirecteur verstrekt, tenzij door de commissie belast met de vaststelling van de opgaven ander papier wordt verstrekt. 8. Hulpmiddelen, door het CEVO/ministerie vastgesteld en door de vestigingsdirecteur toegestaan, mogen door de kandidaat meegenomen worden in de examenzaal. 9. Het is niet toegestaan om een mobiele telefoon mee te nemen of te gebruiken in het examenlokaal, noch via diverse media toegang te hebben tot internet 10. De kandidaat mag zich tijdens de zitting niet verwijderen uit het examenlokaal tenzij met toestemming van de surveillant 11. Deelname aan een zitting betekent dat het eenmaal gemaakte werk zijn geldigheid behoudt. 12. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding van een surveillant het examenlokaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de vestigingsdirecteur of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten. De vestigingsdirecteur bepaalt in overleg met de inspectie of de gemiste tijd aan het eind van de zitting mag worden ingehaald. Kan de kandidaat het werk niet hervatten, dan kan de vestigingsdirecteur beslissen dat het voor een deel gemaakte werk ongeldig is. In dat geval zal de kandidaat in het tweede tijdvak aan de desbetreffende zitting moeten deelnemen.

13. Aan het einde van de zittingen verzamelen de surveillanten het gemaakte werk. De kandidaten blijven zitten tot de surveillanten het sein geven om het examenlokaal te verlaten. art. 5b Afwezigheid bij het centraal examen 1. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de vestigingsdirecteur, is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen voor ten hoogste twee toetsen per dag alsnog te voltooien. Als verhindering met geldige reden wordt beschouwd: ziekte die de kandidaat schriftelijk kan (laten) verantwoorden; verhindering wegens een bijzondere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid, ter bepaling door de vestigingsdirecteur. 2. Na afwezigheid van de kandidaat ontvangt de vestigingsdirecteur daartoe ten spoedigste een bij meerderjarigheid door de kandidaat en bij minderjarigheid van de kandidaat een door een der ouders c.q. verzorgers ondertekende verklaring, waarin de oorzaak van de afwezigheid is vermeld. 3. Indien de afwezigheid om geldige reden heeft plaatsgehad kan de kandidaat het gemiste examenonderdeel inhalen tijdens het tweede tijdvak. In deze situatie ontvangt de kandidaat pas na het tweede tijdvak de examenuitslag. Indien hij dan voor een herkansing in aanmerking komt, moet deze herkansing worden afgelegd tijdens het derde tijdvak, na de zomervakantie. 4. Niet gewettigde afwezigheid wordt als onregelmatigheid aangemerkt, waartegen de vestigingsdirecteur overeenkomstig artikel 8 maatregelen kan nemen. art. 5c Afwijking in de wijze van examineren 1. De vestigingsdirecteur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de vestigingsdirecteur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. De vestigingsdirecteur overlegt met de inspectie. 2. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijk handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aanpaste wijze van examineren dat: a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld, b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigheidsverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. 3. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal van de kandidaat afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in voorgaande zin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: a. het vak Nederlandse taal en letterkunde; b. het vak Nederlandse taal; c. enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. 4. De in het derde lid bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. 5. Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie.

art. 6 Onregelmatigheid tijdens de zittingen van het school- en centraal examen Het zich niet houden door de kandidaat aan de regels die gelden voor de gang van zaken tijdens het school- of centraal examen, zoals vastgelegd in dit examenreglement en/of de vestigingsbijlage, wordt aangemerkt als een onregelmatigheid waartegen de vestigingsdirecteur overeenkomstig art. 8 van dit reglement maatregelen kan nemen. art. 7 Bedrog of fraude Indien de kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het examen aan bedrog of fraude schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de vestigingsdirecteur tegen deze onregelmatigheid overeenkomstig artikel 8 maatregelen nemen. art. 8 Maatregelen tegen onregelmatigheden 1. De maatregelen als bedoeld in de artikelen 4b4, 4b5, 5b.4, 6 en 7, die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het s.e. of het c.e.; b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer onderdelen van het s.e. of c.e.; c. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het s.e. of c.e.; d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de vestigingsdirecteur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op één of meer onderdelen van het c.e. legt de kandidaat dat examen af in het volgende tijdvak van het c.e., dan wel ten overstaan van de Staatsexamencommissie; e. het waarderen van een opdracht met de termen niet naar behoren of onvoldoende. 2. De maatregel(en) wordt(worden) door de vestigingsdirecteur genomen. Hij hoort alvorens een beslissing te nemen de kandidaat die zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige kan laten bijstaan. De vestigingsdirecteur deelt zijn beslissing aan de kandidaat mee, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk onder vermelding van de mogelijkheid tegen zijn beslissing in beroep te gaan. De inspectie ontvangt eveneens een afschrift. 3. In geval van minderjarigheid wordt een afschrift van de beslissing gezonden aan ouders, verzorgers of voogden. art. 9a Beroep op de vestigingsdirecteur of op de door hem aangewezen functionaris 1. Indien een kandidaat meent dat zijn prestaties geleverd bij een toets voor het s.e. door een leraar onjuist zijn beoordeeld, dan kan hij daartegen binnen drie dagen na het hem bekend worden van het cijfer, in beroep gaan bij de vestigingsdirecteur, dan wel bij een daartoe door de vestigingsdirecteur aangewezen functionaris zoals vermeld in de vestigings-bijlage (bijlage bij het CSG-examenreglement). 2. Indien een kandidaat meent dat een examinator niet overeenkomstig art. 4a, lid 4 t/m 9 heeft gehandeld, dan kan hij daartegen uiterlijk binnen drie dagen na het hem bekend worden van het cijfer in beroep gaan bij de vestigingsdirecteur, dan wel bij een daartoe door de vestigingsdirecteur aangewezen functionaris zoals vermeld in de vestigingsbijlage (bijlage bij het CSG-examenreglement). 2 3. De vestigingsdirecteur, dan wel de aangewezen functionaris, deelt hem zijn beslissing schriftelijk mee binnen twee weken na het beroep tenzij de termijn met redenen omkleed met ten hoogste twee weken is verlengd. art. 9b Vaststellen score en cijfer centraal examen De examinator en de gecommitteerde dan wel de tweede examinator, stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot 2 Mocht de kandidaat het beoordeelde werk ter inzage krijgen, nadat hem het cijfer is meegedeeld, dan geldt de termijn van drie dagen vanaf de ter inzage legging.

overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen. Voor de slaag-zak regelingen wordt verwezen naar de vestigingsbijlagen. art. 10 Mogelijkheden tot beroep 1. De kandidaat kan tegen de beslissing van de vestigingsdirecteur dan wel de aangewezen functionaris, vanwege kwesties onder art. 8 of 9 in beroep gaan bij de commissie van beroep. 2. De commissie van beroep bestaat uit drie leden en drie plaatsvervangende leden. a. de directeur/bestuurder; b. een docent; c. een ouder. De leden en plaatsvervangende leden worden benoemd door het bevoegd gezag. Voor de leden van de commissie namens de ouders (niet zijnde een personeelslid van de CSG) geldt een adviesrecht van de oudergeleding van de MR. Voor de leden van de commissie namens de docenten geldt een adviesrecht van de personeelsgeleding van de MR. De directeur/bestuurder kan bij afwezigheid worden vervangen door een lid van de CSGdirectie niet zijnde betrokken bij het beroep. Van de zitting wordt verslag gemaakt. 3. Het beroep wordt binnen drie dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de commissie van beroep ingesteld. Het adres is: Bestuursbureau CSG/SCOG, Eenrumermaar 4, 9703 LR Groningen. De commissie stelt de directeur op de hoogte van het feit dat er beroep is aangetekend, stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen, onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat, de directeur en aan de inspectie. 4. Bezwaar bij de vestigingsdirecteur of de aangewezen functionaris of de commissie van beroep is niet mogelijk na afsluiting van het schoolexamen tenzij de kandidaat en bij minderjarigheid zijn ouders of verzorgers schriftelijk verklaren het c.e. in het onderhavige vak uit te stellen tot het tweede tijdvak. De commissie van beroep of een van haar leden hoort de betrokken vestigingsdirecteur, de kandidaat in kwestie en, indien van toepassing, de betrokken examinator dan wel docent of surveillant alvorens tot een beslissing te komen. De kandidaat kan zich door een derde laten vergezellen. De beslissing wordt door de commissie van beroep binnen twee weken op het beroep genomen tenzij de termijn met redenen omkleed met ten hoogste twee weken is verlengd. De beslissing wordt, met redenen omkleed, schriftelijk meegedeeld aan de leerling, de ouders of verzorgers in geval van minderjarigheid van de leerling en de betrokken docent of docenten. De commissie van beroep kan haar beslissing vergezeld doen gaan van een advies aan het bestuur. II Slotbepalingen art. 11 Het s.e. wordt voor de aanvang van het eerste tijdvak van het c.e. afgesloten. In de vestigings-bijlage kunnen nadere aanwijzingen zijn opgenomen. art. 12 Onvoorziene omstandigheden In gevallen waarin dit examenreglement niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag deelt zijn beslissing zo spoedig mogelijk mee aan de betrokkenen en aan de inspectie.

art. 13 a: Het examenreglement treedt in werking op de eerste schooldag van enig cursusjaar. b: Het examenreglement heeft een geldigheidsduur van één jaar, welke telkens stilzwijgend verlengd kan worden met wederom een periode van één jaar. (van 1 oktober tot 1 oktober). art. 14 Bij inwerkingtreding van dit reglement vervallen voorgaande reglementen uitgezonderd de bepalingen die zijn opgenomen in III Overgangsregeling. III Overgangsregeling Het examenreglement is per 1 oktober 2014 van kracht. De vestigingsspecifieke bijlagen en PTA s zijn hierop aangepast. Daarbij wordt tevens een overgangsregeling van kracht. Deze bepaalt dat; Toezeggingen die gedaan zijn aan leerlingen krachtens het oude reglementen, PTA s, en vestigingsspecifieke reglementen van kracht blijven. Het betreft hier de volgende groepen leerlingen. Leerlingen aan wie in het kader van het examen een vestigings-specifieke bepaling van 1 oktober 2012 of eerder en/of een afdelingsspecifiek PTA van 1 oktober 2012 of eerder is verstrekt betreffende het schoolexamen.

PTA REGLEMENT VMBO LEERJAREN 3 EN 4 Iedere deelnemer aan het schoolexamen wordt geacht kennis te nemen van het programma van toetsing en afsluiting. 1. Algemeen Het programma van toetsing en afsluiting (PTA) kan jaarlijks worden aangepast. 2. Eindexamen Het complete eindexamen bestaat uit een schooleigen deel (SE= schoolexamen) en een centraal deel (CE = centraal examen): a) een schoolexamen voor de vakken lichamelijke opvoeding, kunstvakken 1 en maatschappijleer; b) het handelingsdeel (SE), dat gevormd wordt door een oriëntatie op leren en werken (LOB); c) twee grote praktische opdrachten (SE), waarvan de beoordeling deel uit maakt van een examenvak; d) een sectorwerkstuk (SE), dat betrekking heeft op een (deel)vak behorend tot het sectordeel; e) een schoolexamen en een centraal examen voor de vakken Nederlands, Frans, Duits, Engels, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, natuur- scheikunde 1, natuur- scheikunde 2, biologie, economie en handvaardigheid. Voor het vak handvaardigheid bestaat het centraal examen uit een praktisch deel (CPE) en een theoretisch deel (CSE). Het centraal examen wordt afgenomen in het laatste examenjaar (vmbo-4). Het schoolexamen voor de onderdelen kunstvakken 1, het handelingsdeel en de twee grote praktische opdrachten, vindt plaats in vmbo-3. 3. Toetsen Alle beoordelingen in vmbo 3 en 4, die opgenomen zijn in het PTA, maken deel uit van het schoolexamen. Het overgangscijfer voor een vak dat door een leerling is gekozen, kan het eerste SE-cijfer voor dat vak zijn. 4. Schoolexamen 4.1 Examendossier Het examendossier omvat alle onderdelen van het schoolexamen die bij de diverse vakken in het vakinhoudelijke gedeelte van het PTA zijn vermeld. Een overzicht van alle onderdelen staat in het dossier vermeld. Het examendossier bestaat uit een overzicht van de beoordelingen (cijfers en kwalificaties) van de leerling. Hiertoe behoren de beoordelingen voor de vakken van het algemene deel, van het sector deel en van het vrije deel, alsmede de beoordelingen voor het vak godsdienst, de praktische opdrachten, het handelingsdeel en de beoordeling voor de extra vakken van vmbo-3 Er worden in het examendossier twee soorten beoordelingen onderscheiden: 1. cijfer: mondelinge of schriftelijke toetsen met gesloten en/of open vragen en praktische opdrachten worden beoordeeld met een cijfer. 2. kwalificatie: het sectorwerkstuk, het handelingsdeel, de vakken KV1, LO en godsdienst worden beoordeeld met de kwalificatie (on)voldoende of goed. Voor KV1, LO, het handelingsdeel en het sectorwerkstuk geldt dat ze met de kwalificatie voldoende of goed worden afgerond om te kunnen slagen voor het eindexamen.

4.2.1 Praktische opdrachten Praktische opdrachten maken onderdeel uit van één vak. De twee grote praktische opdrachten (minimaal 10 slu per opdracht) worden beoordeeld met een cijfer en moeten in de vakbeoordeling meegeteld worden. In het examendossier worden de twee PO s vermeld. Ingeval een leerling in klas 3 doubleert, dienen de twee PO s opnieuw te worden gemaakt. 4.2.2 Het sectorwerkstuk Het sectorwerkstuk (minimaal 20 slu) moet worden gemaakt voor een vak uit het sectordeel van de leerling of over een onderwerp passend in zijn sector of ter voorbereiding op de vervolgopleiding. Het sectorwerkstuk wordt beoordeeld met een kwalificatie: (on)voldoende of goed. 4.3 Cijfers schoolexamen 1. Een cijfer van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een getal uit een schaal van cijfers lopende van 1 t/m 10, met de daar tussenliggende cijfers met één decimaal. De cijfers 1 t/m 10 betekenen: 1 zeer slecht 6 voldoende 2 slecht 7 ruim voldoende 3 zeer onvoldoende 8 goed 4 onvoldoende 9 zeer goed 5 bijna voldoende 10 uitmuntend 2. De beoordeling van iedere toets resulteert in een cijfer met één decimaal. 3. Het eindcijfer schoolexamen voor het vak maatschappijleer (dat is het vak zonder centraal examen) is een cijfer zonder decimaal. 4. De vakken KV1, en LO uit het gemeenschappelijk deel worden beoordeeld met voldoende of goed. Deze beoordeling geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van de desbetreffende vakken. Ingeval een leerling in klas 3 doubleert, wordt vrijstelling verleend voor het onderdeel KV1, mits dit voldoende is afgesloten. 5. Het handelingsdeel (vmbo-3) over oriëntatie op studie en beroep (LOB) moet naar behoren worden afgerond en apart vermeld worden in het examendossier 6. Het sectorwerkstuk wordt beoordeeld met voldoende of goed. Deze beoordeling geschiedt op de grondslag van het genoegzaam voltooien van het sectorwerkstuk. Het sectorwerkstuk krijgt een aparte plaats in het examendossier met de vermelding van onderwerp en voldoende en goed. 4.4 Bekendmaking cijfer en bezwaar tegen beoordeling van een onderdeel van het schoolexamen Het cijfer of de beoordeling wordt binnen drie weken na het afleggen van een onderdeel van het schoolexamen meegedeeld aan de kandidaat. Een schriftelijke toets wordt zo spoedig mogelijk besproken.

Bij andere onderdelen van het schoolexamen wordt op verzoek van de kandidaat door de examinator aangegeven hoe de beoordeling tot stand is gekomen en/of hoe het onderdeel beter had kunnen worden gemaakt of gedaan. Voor het aantekenen van bezwaar zie artikel 9a van het algemeen reglement CSG. 4.5 Mededeling en controlecijfers Op de CE-instructiedag voor het begin van het Centraal Examen wordt de kandidaat schriftelijk in kennis gesteld van alle tot dan behaalde cijfers en beoordelingen die meetellen voor het eindexamen. De kandidaat krijgt gelegenheid te reageren op de bekendgemaakte cijfers en beoordelingen. Indien hij binnen één schooldag hiervan geen gebruik maakt, zijn de cijfers en beoordelingen definitief vastgesteld en wordt de kandidaat geacht daarmee akkoord te zijn gegaan en ingeval van minderjarigheid ook zijn ouders/verzorgers. De cijfers en beoordelingen van het lopende cursusjaar zijn daarmee onherroepelijk. 4.6 Afwezigheid bij het schoolexamen Behoudens het bepaalde in artikel 5.b van het algemeen examenreglement van de CSG geldt tevens dat de kandidaat bij afwezigheid telefonisch met de teamleider van het betreffende leerjaar contact opneemt voor de aanvang van de desbetreffende toets. Het bovenstaande geldt eveneens voor in het PTA opgenomen tussentoetsen. 4.7 Herkansingen Er bestaan twee soorten mogelijkheden tot herkansing: het herexamen SE en de herkansing van een SE. * Een herexamen SE is alleen mogelijk voor een vak dat geen Centraal Examen kent, voor vmbo theoretische leerweg is dat maatschappijleer. Dit herexamen bestaat uit een toets over onderdelen van het examenprogramma voor dat vak. Dit herexamen kan alleen worden gedaan indien de kandidaat een eindcijfer lager dan 6 gescoord heeft voor dit vak. De reeds gemaakte SE s komen hiermee te vervallen. * Voor alle vakken die naast het schoolexamen ook een Centraal Examen kennen bestaat de mogelijkheid tot herkansing van een SE. De regel voor het bepalen van het totaal aantal herkansingen is als volgt: In klas 4 heeft de kandidaat recht op maximaal drie herkansingen. Daarbij zijn een aantal voorwaarden van kracht: alleen schriftelijke schoolexamens mogen worden herkanst; de herkansingsmogelijkheid geldt uitsluitend de toetsen van de eerste 3 periodes; de tussentoetsen vallen buiten de herkansingsregeling; per SE-periode mag slechts één toets worden herkanst; een toets mag slechts één keer herkanst worden; bij deelname aan herkansing geldt het principe: het hoogste cijfer telt; alleen luistertoetsen met een wegingspercentage van 20% of meer kunnen worden herkanst; wanneer je door ziekte een schoolexamen mist, moet je het inhalen tijdens de herkansingsperiode; een door ziekte gemiste toets kan je dus niet herkansen; bij langdurige ziekte beslist de schoolleiding;

Door ziekte gemiste tussentoetsen kunnen slechts ingehaald worden op de daarvoor door de school centraal vastgestelde momenten en niet tijdens de vaklessen. 5. Slaag-/zakregeling vmbo-4 vanaf schooljaar 2013-2014 1. In het schooljaar 2013-2014 wordt de afname van de rekentoets verplicht, maar het behaalde cijfer telt niet mee voor de slaag-/zakregeling. De rekentoets wordt wel conform de planning in het schooljaar 2013-2014 ingevoerd als verplicht examenonderdeel en het cijfer wordt op de cijferlijst vermeld. 3. Wat blijft gelden is dat voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijke deel en in de gemengde en de theoretische leerweg voor het sectorwerkstuk de kwalificatie voldoende of goed is behaald. 4. Het eindcijfer voor het SE maatschappijleer telt mee in de slaag-/zakregeling. 6. Regeling voor afgewezen leerling Wat staat vast: Gezakte leerlingen moeten alle centrale examens overdoen, ongeacht het behaalde cijfer. Invulling programma gezakten: 1. Het gehele programma wordt opnieuw gevolgd. 2. Indien het sectorwerkstuk is beoordeeld met voldoende of goed hoeft dit niet opnieuw gedaan te worden. 3. Alle schoolexamentoetsen uit het 4 e leerjaar moeten opnieuw worden afgelegd. 4. Indien van toepassing gelden opnieuw de beoordelingen en cijfers zoals vastgesteld bij de overgangsrapportage vmbo-3 naar vmbo-4. 5. De gezakte leerlingen hebben recht op het aantal herkansingen dat gelijk is aan het aantal waarmee de eerste keer gestart werd in het eindexamenjaar. 6. Van deze regeling kan in individuele gevallen worden afgeweken. De beslissing hierover wordt genomen door de vestigingsleider. 7. Slotopmerkingen - Als het gebruik van rekenmachine en/of woordenboeken bij een vak is toegestaan, is de leerling zelf verantwoordelijk voor het meebrengen ervan. Rekenmachine of woordenboeken vergeten, betekent dat het SE zonder dit hulpmiddel gemaakt wordt. Lenen van een andere kandidaat of van school tijdens het SE is niet mogelijk. - Aanwezigheid van mobiele telefoons tijdens het SE is verboden. Ook als de telefoon uit staat, ben je in overtreding en wordt dit bestraft als spieken. Zorg, om diefstal te voorkomen, dat je je mobiel (tijdig) in je kluis opbergt of thuis laat. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de vestigingsleider.

In klas 3 maken de leerlingen enkele praktische opdrachten (PO s) van elk minimaal 10 slu s. De resultaten worden vermeld in het examendossier. Deze praktische opdrachten staan afzonderlijk vermeld in het opgestelde PTA per vak. Voor de vakken aardrijkskunde, nask1 en biologie worden de voor het examen meetellende onderdelen hieronder vermeld (= SE0 in klas 4). Betekenis van de afkortingen in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) CE of c.e. CSE CSG D H M MC NH O/V/G P PO PTA S SE of s.e. slu SU tt centraal examen centraal schriftelijk examen christelijke scholen gemeenschap digitale toets herkansbaar mondeling multiple choice niet herkansbaar onvoldoende/voldoende/goed practicum/practica praktische opdracht programma van toetsing en afsluiting schriftelijk schoolexamen studielastuur zelf-studie-uur tussentoets

PTA 2015 2016 T3 Aardrijkskunde Alle voor het schoolexamen meetellende beoordelingen Nr. SE 1 2 Weeknr. Stofomschrijving In overleg docent In overleg docent Arm en Rijk Regionale verschillen in welvaart Hoofdstuk 1, 2 en 3 Bronnen van Energie Gebruik van energie en gevolgen, maatregelen voor duurzamer energiegebruik en effecten Hoofdstuk 1, 2 en 3 Toetsvorm S S PO Tijdsduur Lesuur Atlas Lesuur Atlas Toegestane hulpmiddelen Examendomein Arm en Rijk K7-13,14,15 K3 3 V4 V5 Bronnen van Energie K3 3 K 7,8,9 V2 V3 H of NH Gewicht in % NH 4,00% NH 5,00% Cijfer 3 4 In overleg docent In overleg docent Praktische opdracht Energie 3 Grenzen en Identiteit Verschillen in regionale identiteit en territoriale conflicten Hoofdstuk 1, 2 en 3 S Lesuur Atlas Grenzen en Identiteit K3 3 K5 19,20,21 V6,7,8 NH 4,00% Fietsexcursie NH 2,00% 1 De PO Energieverbruik valt binnen de lessen van R2 en moet voldoende worden afgesloten.

PTA 2015 2016 T3 Biologie Alle voor het schoolexamen meetellende beoordelingen Week In overleg Afk. Stofomschrijving Toets Vorm SE0 Bouw van organismen: Schriftelijk + practicum + verslag Tijd S+P 45 + thuis verslag maken (50/50) H of NH Gewicht in % NH 25% SE0 Ordening S 45 NH 25% Cijfer SE0 Stevigheid, ordening en beweging S 45 NH 25% SE0 Gedrag: schriftelijk + practicumverslag mbv ethogram S+P 45 + thuis verslag maken (50/50) NH 25% Gemiddelde van de 4 cijfers gelden samen als SE0 (zie PTA-programma klas 4) Bij te laat inleveren van het verslag dat hoort bij het practicum-se wordt 0,5 punt per dag in mindering gebracht.

PTA 2015 2016 T3 Economie Alle voor het schoolexamen meetellende beoordelingen datum Stofomschrijving Toetsvorm Tijd in slu Gewicht inleverdatum i.o.m. docent Een eigen onderneming S (per tweetal) 15 telt 3x mee als proefwerk voor de overgang

PTA 2015 2016 T3 NASK1 Alle voor het schoolexamen meetellende beoordelingen Week Afk. Stofomschrijving Toetsvorm Tijdsduur H of NH Gewicht in % Cijfer SE0 Deel 3: H5 Licht Deel 3: H8 Straling S S lesuur lesuur H H 50 50 De onderdelen in dit PTA worden beoordeeld als proefwerken en tellen mee voor de overgang van T3 naar T4. Het eindcijfer telt voor 7,5% mee in het PTA van T4.

PTA 2015 2016 T3 Loopbaan Oriëntatie en -Begeleiding Het handelingsdeel LOB is gericht op de voorbereiding op studie- en beroepskeuze. Het bestaat derhalve uit de volgende onderdelen: een arbeidsoriënterende verkenning georganiseerd door de coördinator in samenwerking met mentoren en vakdocenten. Het afsluitende, verplichte verslag wordt afgevinkt door de mentor. een MBO-bezoekdag waarvan de aanwezigheid wordt afgevinkt door de decaan. In het examendossier worden de onderdelen van het handelingsdeel LOB afgevinkt. Als de leerling heeft voldaan aan de eisen kan hij/zij over naar klas 4 en heeft hij/zij tevens voldaan aan de eindexameneisen met betrekking tot het handelingsdeel.

PTA 2015 2016 T3 Kunst Vakken 1 Het onderdeel KV1 wordt in klas 3 aangeboden op basis van een uur op de lessentabel. Een leerling die de kwalificatie goed of voldoende heeft gehaald, kan bevorderd worden naar klas 4 en heeft daarmee voldaan aan de wettelijke eisen met betrekking tot het vak. De behaalde kwalificatie wordt vermeld in het examendossier. Week Omschrijving Datum afvinken week 45 week 2 week 13 Activiteit 1, kunstautobiografie, kunstcollage en andere lesopdrachten Activiteit 2, (kijkwijzer en verslag) en andere lesopdrachten Activiteit 3, (kijkwijzer en verslag) en andere lesopdrachten eind oktober 2016 begin januari 2016 eind maart 2016 week 20 Activiteit 4 en inleveren totale kunstdossier direct na de meivakantie 2016 Week 22 Afronding KV1 13 mei 2016 De leerlingen hebben tot woensdag 13 mei 2016 de tijd om onvoldoende beoordelingen een ander aanzien te geven. Op het rapport en ook mondeling worden naast andere beoordelingen ook eventuele onvoldoende beoordelingen voor de onderdelen KV1 en LOB bij de leerlingen bekend gemaakt.