Correctievoorschrift VWO



Vergelijkbare documenten
Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift VMBO-KB 2006

Correctievoorschrift VWO

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VMBO-BB

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift VMBO-GL

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift HAVO

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift HAVO

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift HAVO

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VMBO-BB

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift HAVO

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift VMBO-KB

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift VMBO-BB 2006

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift HAVO

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift VMBO-KB

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift HAVO. wiskunde B1

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift VMBO-KB

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift VMBO-KB

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift VMBO-BB

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift VMBO-GL 2006

Correctievoorschrift VWO 2012

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift VMBO-GL 2006

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift VWO 2012

Correctievoorschrift VMBO-KB

Correctievoorschrift VMBO-KB

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VMBO-KB 2005

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift VMBO-KB

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift HAVO

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Transcriptie:

Correctievoorschrift VWO 008 tijdvak wiskunde B B Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 4 en 4 van het Eindeamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal eamen vastgesteld (CEVO-0-806 van 7 juni 00 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr 8 van 3 juli 00). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 4, 4a en 4 van het Eindeamenbesluit van belang: De directeur doet het gemaakte werk met een eemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het eamen toekomen aan de eaminator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De eaminator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. De directeur doet de van de eaminator ontvangen stukken met een eemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO. 800049--08c lees verder

4 De eaminator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal eamen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. Algemene regels Voor de beoordeling van het eamenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: De eaminator vermeldt op een lijst de namen en/ nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. Voor het antwoord op een vraag worden door de eaminator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0,,,..., n, waarbij n het maimaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, een score minder dan 0 zijn niet geoorlod. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3. indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maimaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3. indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maimaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring uitleg afleiding berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn. 800049--08c lees verder

4 Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hodletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. 5 Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/ tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 6 Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 7 Indien de eaminator de gecommitteerde meent dat in een eamen in het beoordelingsmodel bij dat eamen een fout onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten als eamen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het eamen rekening gehouden. 8 Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 9 Het cijfer voor het centraal eamen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal eamen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer. NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/ het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. 3 Vakspecifieke regels Voor dit eamen kunnen maimaal 84 scorepunten worden behaald. Voor dit eamen zijn de volgende vakspecifieke regels vastgesteld: Voor elke rekenfout verschrijving in de berekening wordt één punt afgetrokken tot het maimum van het aantal punten dat voor dat deel van die vraag kan worden gegeven. De algemene regel 3.6 geldt ook bij de vragen waarbij de kandidaten de Grafische rekenmachine (GR) gebruiken. Bij de betreffende vragen doen de kandidaten er verslag van hoe zij de GR gebruiken. 800049--08c 3 lees verder

4 Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Een eponentiële functie maimumscore 4 f'( ) = e f '(0) = f (0) =, dus een vergelijking van de raaklijn is y= + De -coördinaat van B is maimumscore 5 De oppervlakte van het vlakdeel is gelijk aan e d Een primitieve van e is F( ) = e De oppervlakte van het vlakdeel is e p + p e is positief (voor elke positieve waarde van p) Dus e p + is kleiner dan voor elke positieve waarde van p 3 maimumscore 6 De beeldgrafiek is de grafiek van een functie g die gedefinieerd is als g ( ) = e a e a = 0 geeft = lna De -coördinaat van het snijpunt met de -as is ln a De y-coördinaat van het snijpunt met de y-as is a, dus a = lna Beschrijven hoe deze vergelijking opgelost kan worden Het antwoord: a 0, 0 p 0 800049--08c 4 lees verder

Looptijden 4 maimumscore 5 Bij een gemiddelde snelheid van 5,0 km/uur doet hij 5, minuten over de wandeling Te berekenen is de kans P(T < 5, μ = 8 en σ =,5) Beschrijven hoe deze kans berekend kan worden P(T < 5,) 0,34 Het antwoord: 70,34 0,9dagen per week ( ongeveer dag per week) 5 maimumscore 5 Bijvoorbeeld a = 0,5 kiezen geeft de te berekenen kansen P(v < 4,0) en P(v > 5,0) P(v < 4,0) = P(T > 3,5 μ = 8 en σ =,5) en P(v > 5,0) = P(T < 5, μ = 8 en σ =,5) Beschrijven hoe deze kansen berekend kunnen worden P(v < 4,0) = P(T > 3,5) 0,0808 en P(v > 5,0) = P(T < 5,) 0,34 Deze kansen zijn niet gelijk aan elkaar (dus het vermoeden is niet juist) Een zwaartepunt 6 maimumscore 6 ( f( )) = ( ) = 3 Een primitieve van 3 is 4 4 ( ( )) d = 4 0 V = 4π = π 3 3 4 π 3 Z = = (= 0,375) π 8 3 800049--08c 5 lees verder

Rechthoek in ovaal 7 maimumscore 4 AB = cosα + en AD = sinα De oppervlakte van ABCD is (cosα+) sin α = 4sinαcosα + 4sinα sinαcosα = sin α, dus O = sinα + 4sinα AD = sinα, dus de rechthoek binnen het vierkant heeft oppervlakte 4sinα De twee rechthoeken aan de zijkanten hebben elk oppervlakte sinαcosα sinαcosα = sin α, dus O = sinα + 4sinα 8 maimumscore 4 d 4cosα 4cosα do = 4(cos α + cosα) = 4( cos α+ α cos α α) = 8 cos α cos α 9 maimumscore 4 d 0 cos α = 0 cos α = 0 cos α = 0 geeft α= π ( α,047 ) (en cos α = 0 heeft geen 3 oplossing voor 0 < α< π) De maimale oppervlakte is 3 3 ( ongeveer 5,) d 0 4cosα + 4cosα = 0, dus 4(cos α ) + 4cos α = 0 8cos α + 4cosα 4= 0 geeft cosα = ( cosα = ) cosα = geeft α= π ( α,047 ) (en cosα = heeft geen 3 oplossing voor 0 < α< π) De maimale oppervlakte is 3 3 ( ongeveer 5,) d 0 4cosα + 4cosα = 0, dus cos α = cosα cos α = cosα geeft α= π α+ k π α= π+ α+ k π α= π α+ k π geeft α= π ( α,047 ) (en α= π+ α+ k π 3 heeft geen oplossing voor 0 < α< π) De maimale oppervlakte is 3 3 ( ongeveer 5,) 800049--08c 6 lees verder

Een dobbelspel 0 maimumscore 3 K moet met de ene dobbelsteen een stip werpen en met de andere dobbelsteen een A, omgekeerd De kans op één van die volgordes is 4 6 6 De kans is 4 = 6 6 9 maimumscore 4 Dat kan alleen als L zijn fiche niet kwijt raakt en vervolgens K zijn beide fiches wel kwijt raakt De kans dat L zijn fiche niet kwijt raakt, is 4 6 De kans dat K zijn fiches kwijt raakt, is ( ) 6 De gevraagde kans is 4 ( ) = ( ongeveer 0,074) 6 6 7 maimumscore 6 Het aantal keer X dat K wint, is binomiaal verdeeld met n = 0 en p = 0, 43 Het aantal keer Y dat L wint, is binomiaal verdeeld met n = 0 en p = 0,57 Beschrijven hoe P( X 7) en P( Y 7) met de GR kunnen worden berekend P( X 7) 0,0806 P( Y 7) 0,30 De kans dat een van de spelers minstens 7 keer wint, is ongeveer 0,0806 + 0,30 0,39 P(K L wint minstens 7 keer) = P(K wint minstens 7 keer) + P(K wint hoogstens 3 keer) De gevraagde kans is (P( X = 4) + P( X = 5) + P( X = 6)), waarbij X binomiaal verdeeld is met n = 0 en p = 0,43 ( p = 0,57) Beschrijven hoe deze kans met de GR berekend kan worden De gevraagde kans is ongeveer 0,39 800049--08c 7 lees verder

Dozen met vaste inhoud 3 maimumscore 6 De bodem is 5,0 bij 5,0 De inhoud is (5, 0 ) Beschrijven hoe de vergelijking (5, 0 ) = 00 opgelost kan worden 0,5 5,34 De lengte is ongeveer 5,0 + 5,0 0,5 9,5 (dm) ongeveer 5,0 + 5,0 5,34 4,7 (dm) 4 maimumscore 3 De bodem is b bij b De inhoud is ( b ) Uit b ( ) = 00 volgt 00 ( b ) = 5 maimumscore 5 De lengte van de rechthoek is b A= b( b ) 0 0 A= + 3+ Herleiden tot 00 A= 6 + 70 + 0 b= +, dus de breedte van de doos is 0 0 0 A= + 3+ Herleiden tot 00 A= 6 + 70 + 6 maimumscore 4 Beschrijven hoe berekend kan worden voor welke waarde van A minimaal is,0 De breedte van het karton is ongeveer, dm De lengte van het karton is ongeveer 0, dm 800049--08c 8 lees verder

File 7 maimumscore 6 Het tijdstip van botsing is een oplossing van de vergelijking 300 + 0,40t = 5t Beschrijven hoe deze vergelijking opgelost kan worden De oplossing van de vergelijking is t 6, ( t 46,3) De snelheid van auto F is '( ) = 0,80 ( beschrijven hoe met de GR F de snelheid van auto F op tijdstip t 6, berekend kan worden) De snelheid van auto F op tijdstip t 6, is ongeveer 3 (m/s) Het snelheidsverschil is dan ongeveer (m/s) 8 maimumscore 4 De grafiek van sa raakt in het grensgeval aan de grafiek van s F Beschrijven hoe (met de GR) de geschikte beginwaarde van de grafiek van s A gevonden kan worden Het antwoord: minstens 400 (m) Op het moment van aansluiten geldt: 0,80t = 5 Dit geeft t = 3,5 Voor de minimale afstand b geldt: b + 0,40 3,5 = 5 3,5 b = 390,65, dus de afstand moet minstens 400 (m) zijn De grafiek van sa raakt in het grensgeval aan de grafiek van s F (met s () t = b+ 0,40 t ) F Van de vergelijking 0, 40t 5t+ b= 0 is in dit geval de discriminant D gelijk aan 0 D = 65,60b D = 0 geeft b = 390,65, dus de afstand moet minstens 400 (m) zijn Opmerking Als het antwoord minstens 390 (m) is gegeven, hiervoor geen punten aftrekken. 5 Inzenden scores Verwerk de scores van alle kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 0 juni naar Cito. 800049--08c* 9 lees verder einde