Revisie: 2 Profielschets Raad van Commissarissen Mijande Wonen 1. Algemeen (conform Governance Code Woningcorporaties 2015) De Raad van Commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op (de kwaliteit van de besluitvorming door) het bestuur en op de algemene gang van zaken in de woningcorporatie en de met haar verbonden onderneming en staat het bestuur met raad ter zijde. De Raad van Commissarissen richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de woningcorporatie en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van de bij de woningcorporatie betrokkenen af. De Raad van Commissarissen is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen functioneren. De Raad van Commissarissen beslist over benoeming, beoordeling, beloning, schorsing en ontslag van bestuurders. Het toezicht van de Raad van Commissarissen op het bestuur omvat in ieder geval: a) de realisatie van de doelstellingen van de woningcorporatie; b) de strategie en de risico's verbonden aan de activiteiten van de woningcorporatie; c) de opzet en de werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen; d) het kwaliteitsbeleid; e) de kwaliteit van de maatschappelijke verantwoording als voorzien in hoofdstuk V; f) het financiële verslaggevingproces; g) de naleving van toepasselijke wet- en regelgeving. 2. Samenstelling RvC De RvC, bestaande uit minimaal vijf en maximaal zeven natuurlijke personen, onder wie de voorzitter. De RvC treedt volgens een vastgesteld Rooster van Aftreden af. Elk lid van de RvC treedt uiterlijk vier jaar na zijn/haar benoeming af en kan 1 maal herbenoemd worden. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn/haar voorganger in. Hierbij geldt als uitgangspunt dat zo weinig mogelijk leden tegelijkertijd aftreden. De samenstelling van de RvC is divers en evenwichtig. Dit uit zich concreet doordat de diverse kennisgebieden zoals geformuleerd in deze profielschets onder 7.3 in de Raad worden vertegenwoordigd, alsmede de leden elkaar m.b.t. de onder 7.1. vermelde persoonskenmerken aanvullen. 3. Onafhankelijkheid (conform Governance Code 2015) De voltallige Raad van Commissarissen is onafhankelijk in de zin van onderstaande bepalingen. De Commissarissen moeten onafhankelijk en kritisch kunnen opereren en mogen geen persoonlijk belang hebben in de woningcorporatie. Wel kan een commissaris huurder van de corporatie zijn. De Raad van Commissarissen stelt ten aanzien van iedere commissaris (dan wel zijn echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel,
pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad) vast of deze onafhankelijk is. De Raad van Commissarissen maakt van deze onafhankelijkheid melding in het jaarverslag. Het RvC-lidmaatschap is onverenigbaar met: - Lidmaatschap van het bestuur van een woningcorporatie; - Een functie bij een maatschappelijke organisatie, indien een bestuurder van de desbetreffende woningcorporatie tevens bestuurder is bij deze maatschappelijke organisatie; - Een eerder lidmaatschap van het bestuur van de woningcorporatie in kwestie of rechtsvoorganger; - Een eerder lidmaatschap van het bestuur of raad van toezicht van een woningcorporatie die ten tijde van dat lidmaatschap een aanwijzing heeft gekregen wegens ondeugdelijke bedrijfsvoering, of die onderworpen is geweest aan een van de andere bij de wet benoemde toezichtsmaatregelen, zoals onder meer omschreven in artikel 30, lid 6c van de Woningwet; - Lidmaatschap van een toezichthoudend orgaan (raad van toezicht of raad van commissarissen) waarvan een andere commissaris van de raad van toezicht óók lid is; - Lidmaatschap van een college van burgemeester & wethouders, college van Gedeputeerde Staten of dagelijks bestuur van een waterschap van een gebied waarbinnen de woningcorporatie werkt, of een organisatie die de belangen van gemeenten, provincies of waterschappen behartigt; - Een functie bij de overheid (Rijk, provincie, gemeente, waterschap) indien hierdoor betrokkenheid kan ontstaan bij het beleid van de woningcorporatie of bij de uitvoering van het volkshuisvestingsbeleid van de overheid. - Degene die voor benoeming in de RVT, of in de RVT van een dochtermaatschappij, in aanmerking wenst te komen, wordt niet daarin benoemd dan nadat hij aan de instantie die tot die benoeming bevoegd is een verklaring heeft overgelegd, die inhoudt dat hij niet eerder een bestuurlijke of toezichthoudende functie heeft bekleed bij enige rechtspersoon of vennootschap die op het maatschappelijke belang gerichte werkzaamheden verricht ten aanzien waarvan, als gevolg van zijn handelen of nalaten, een aanwijzing of maatregel is opgelegd en dat hij nooit voor een financieeleconomisch delict is veroordeeld. - Een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek met de stichting; - Een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek met of functionele betrokkenheid bij een bedrijf of organisatie, waarvan de belangen strijdig zouden kunnen zijn met die van de stichting; - Een eerste of tweede graad van bloed-/aanverwantschap, huwelijk, geregistreerd partnerschap of het voeren van een duurzame gemeenschappelijke huishouding met een lid van het bestuur, een lid van de Raad van Commissarissen of een werknemer van de stichting; - Een bestuurslidmaatschap van of een arbeidsovereenkomst met een werknemersorganisatie welke pleegt betrokken te zijn bij de vaststelling van arbeidsvoorwaarden van werknemers van toegelaten instellingen.
4. Huurderszetels in de RvC 1. Volgens de nieuwe Woningwet moeten er twee kandidaten worden voorgedragen door de huurdersorganisaties. (1/3 van het aantal zetels, maar nooit de meerderheid). Indien er geen zodanige huurdersorganisatie is, berust het voordrachtsrecht bij de huurders van de TI gezamenlijk. 2. Voor de benoeming van twee leden van de RvC, worden de huurdersorganisaties in de gelegenheid gesteld een bindende voordracht te doen. 3. De raad stelt de huurdersorganisaties tijdig op de hoogte dat zij een bindende voordracht kunnen doen. Hiertoe worden de huurdersorganisaties tenminste twee maanden van te voren in kennis gesteld via een schriftelijke mededeling. 4. Aan elke voordracht kan het bindende karakter worden ontnomen door de RvC, mits wordt voldaan aan de bepalingen in artikel 30, lid 9 van de Woningwet 2015. De voordrachtsgerechtigde wordt schriftelijk en gemotiveerd van dit besluit op de hoogte gesteld en wordt in de gelegenheid gesteld opnieuw een bindende voordracht te doen. 5. De kandidaat voor de huurderszetel in de RvC moet: a. voldoen aan het bepaalde in de statuten; b. voldoen aan de eisen die in de Woningwet 2015, de daarbij behorende AMvB s en in de Governancecode zijn gesteld; c. het vertrouwen genieten van de huurdersorganisatie. 6. Indien er geen voordrachten zijn gedaan door de huurdersorganisaties of bij het ontbreken van een huurdersorganisatie, door de huurders, is de verhuurder vrij in zijn keus. 5. Kerntaak RvC: toezicht en advies. formele en inhoudelijke beoordeling van het beleid; bestuurder met raad terzijde staan; benoeming/schorsing/ontslag bestuurder; goedkeuring jaarrekening en begroting; vertegenwoordiging bij tegenstrijdig belang; kwalitatieve bezetting Raad van Commissarissen; bij ontstentenis directeur het zsm voorzien in de (tijdelijke of permanente) vacature; goedkeuring van alle "majeure" besluiten (zie statuten artikel 12); het in bepaalde gevallen informeren van de minister. 6. Specifieke taken voorzitter RvC. voorzitter van de vergadering van de Raad van Commissarissen; regie van de agenda; benoemings- en herbenoemingsbeleid Raad van Commissarissen; interne coördinatie Raad van Commissarissen; coördinatie richting bestuurder; coördinatie richting externe adviseurs;
honorering/rechtspositie bestuurder; zorgen dat vergaderingen efficiënt en effectief, in open sfeer plaatsvinden, waarin alle leden gelijkwaardig participeren en tijdig informatie ontvangen voor goede taakuitoefening; bevorderen dat de RvC als team goed functioneert; goed verloop contacten RVC en bestuur met OR en huurdersraden en andere belanghouders; er op toezien dat commissarissen introductie en opleidingsprogramma volgen; er op toezien dat de leden van het bestuur en RVC ten minste 1 per jaar worden beoordeeld op hun functioneren. 7. Algemene Eisen RvC. hebben van een binding met de gemeenten of de regio; kennis van ontwikkelingen binnen de volkshuisvesting (landelijk, regionaal en plaatselijk); in staat zijn om een beleid op hoofdlijnen te toetsen; inzicht in besluitvormingsprocessen; doelstelling van de corporatie kunnen bewaken; in staat zijn langetermijnvisie te ontwikkelen; bedrijfscontinuïteit kunnen bewaken; onafhankelijk zijn ten opzichte van deelbelangen (geen belangenverstrengeling); actief en anticiperend toezicht kunnen uitoefenen. 7.1. Persoonsprofiel RvC. Opleiding HBO/academisch niveau. Kennis bij voorkeur op één van de volgende vakgebieden financieel-economisch; volkshuisvesting/vastgoed; sociaal-economisch; juridisch; bedrijfskundig/organisatiekundig. maatschappelijk Ervaring/vaardigheden ruime bestuurlijke en/of managementervaring; brede maatschappelijke ervaring c.q. netwerken; kennis van besluitvormingsprocessen; het kunnen beoordelen en toetsen van beleid; uitstekende sociale en communicatieve vaardigheden; affiniteit met doelstelling organisatie. Persoonskenmerken Authenticiteit: consistent en open; Bestuurlijk inzicht: realiteitszin, gezond verstand en bewustzijn van complexiteit woningcorporaties; Helikopterview;
Integriteit en moreel besef: moreel, ethisch en aanspreekbaar; Maatschappelijke verantwoordelijkheid: besef van specifieke (maatschappelijke) rol woningcorporaties; Onafhankelijke oordeelsvorming: lastige vragen durven stellen; Teamspeler; Visie: realistisch, toekomstgericht en risicobewust; Zelfreflectie. 7.2. Specifieke eisen voorzitter RvC. leidinggevende kwaliteiten; Voorzittersvaardigheid; representatief; beheersen van vergadertechnieken; conflicthantering. 7.3. Kennisgebieden RvC. volkshuisvestelijk (algemeen, politiek) (pro)actief volgen van ontwikkelingen op gebied van volkshuisvesting (nationaal, provinciaal en gemeentelijk); (assisteren van directie bij) het verkrijgen van informatie en beïnvloeden van het politieke veld; beoordelen van de bestuurder op diens netwerkkwaliteiten ten behoeve van de woningcorporatie. gemakkelijk in extern beleidsvormende en beleidsuitvoerende netwerken opereren; ruime kennis van politieke besluitvormingsprocessen op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau; ervaring in/met de politiek aangaande volkshuisvesting. volkshuisvestelijk (technisch) toetsen van (meer)jarenplan en investeringsplannen of er rekening is gehouden met regel- en wetgeving van milieuontwikkelingen, bestemmingsplannen en andere wettelijke kaders. bouwjuridische kennis (bijvoorbeeld in advocatuur); kennis van regel- en wetgeving van (technische) volkshuisvesting. Personeel en organisatie beoordelen van interne ontwikkelingen op het gebied van sociaal beleid aan de hand van kwartaalrapportage en jaarverslag (sociaal jaarverslag en verslag ondernemingsraad);
(laten) oplossen van crisissituaties (op het niveau van bestuurder/managementteam); beoordelen van voorstellen inzake organisatorische en personele inrichting bij vernieuwingsprojecten (samenwerkingsverbanden, ontwikkeling nevenactiviteiten, en dergelijke); beoordelen van de effectiviteit van het Management Informatie Systeem. ruime ervaring in P&O-management; ervaring met veranderingsprocessen; kennis van arbeidsverhoudingen. Sociaal maatschappelijk ontwikkelen langetermijnvisie (vijf tot tien jaar); beoordelen jaarplannen (inhoudelijk) op de primaire doelstelling van de woningbouwcorporatie; het beoordelen/toetsen van beleid ten aanzien van samenwerking met derden op sociaal/maatschappelijk gebied. kennis van en ervaring met sociaalmaatschappelijke vraagstukken in relatie tot sociale woningbouw; kennis van wetgeving ten aanzien van (sociaal maatschappelijk) volkshuisvesting. Financiën beoordelen van de begroting; beoordelen kwartaalrapportages; beoordelen van jaarrekening, directieverslag en managementletter; onderhouden contact met accountant; beoordelen treasurybeleid en vaststellen van gedragsregels (treasurystatuut); toezien op het lange termijn financieringsregime van de bestuurder; beoordelen van planning en realisatie van de (commerciële) winstmogelijkheden versus de financiële risico's. ruime kennis van bedrijfseconomie en ervaring met financieel management op directieniveau, in het bijzonder op het gebied van treasury. Commercieel het beoordelen/toetsen van het beleid ten aanzien van commerciële projectontwikkeling; het beoordelen van het beleid ten aanzien van samenwerking met derden op commercieel gebied (aannemer, projectontwikkelaar, makelaar, gemeente, et cetera). kennis van en ervaring met projectontwikkeling.