ONDERRICHTINGEN BIJ «DE REGELS VAN HET VOETBALSPEL» 2011



Vergelijkbare documenten
OPLEIDINGSCURSUS VOOR KANDIDAAT-SCHEIDSRECHTER

Onderrichtingen bij de Regels van het Voetbalspel Uitgave 2011 Wijzigingen seizoen

AANVULLINGEN BIJ «DE REGELS VAN HET VOETBALSPEL»

Vademecum als bijvoegsel van het kalenderboekje

AANVULLINGEN BIJ DE REGELS VAN HET VOETBALSPEL

Koninklijke Limburgse Verstandhouding. vorming seizoen

AANVULLINGEN BIJ «DE REGELS VAN HET VOETBALSPEL»

Wijzigingen aan de Regels van het Voetbalspel /08/2016

AANVULLINGEN BIJ DE REGELS VAN HET VOETBALSPEL

AANVULLINGEN BIJ DE REGELS VAN HET VOETBALSPEL

AANVULLINGEN BIJ DE REGELS VAN HET VOETBALSPEL

Wijzigingen SPELREGELS Leuven 05/08/2017

Beknopte handleiding voor het begeleiden van wedstrijden U7 tot U13. Seizoen

Het Uitvoerend Comité nam in zitting van 28 augustus enkele interpretatieve beslissingen ter verduidelijking. Zie bijlage 2.

2 Gewestelijke Cursus. Groep J

belangrijkste reglementswijzigingen seizoen 2019/2020 update: woensdag 7 augustus 2019

Informatie voor scheidsrechters

REGLEMENTSWIJZIGINGEN

KONINKLIJKE BELGISCHE LIEFHEBBERSVOETBALBOND

HOOFDSTUK 3: DE BEKER VAN BELGIE U21 BETAALD VOETBAL

TITEL 12 DE REGELS VAN HET VOETBALSPEL

Aanpassingen aanvullende instructies werkgroep spelregels veldvoetbal juli 2014

2. In welke van de volgende situaties dient het spel te worden hervat met een indirecte vrije schop?

SAMENVATTING SPELREGELWIJZIGINGEN 2016/'17

Een ploeg bestaat uit 5 basisspelers en maximum 5 wisselspelers. Er wordt bij voorkeur gespeeld met een specifieke minivoetbal low bounce -voetbal.

SAMENVATTING SPELREGELWIJZIGINGEN 2016/'17

Handleiding assistent-scheidsrechter

Herziening spelregels

BEKER VAN ANTWERPEN - HEREN

De assistentscheidsrechter

ADMINISTRATIEVE FORMALITEITEN VAN DE SCHEIDSRECHTER VOOR DE WEDSTRIJD

HANDLEIDING VOOR ASSISTENT-SCHEIDSRECHTERS 2011

De neutrale zone (art.1211)

Handleiding Videotest spelregels Themabijeenkomst

Administratieve formaliteiten van de scheidsrechter voor de wedstrijd Controle van de documenten

Vragen Fluitje van een cent Update 2017 West-Vlaamse Refs

Vragen Fluitje van een cent Update 2017 West-Vlaamse Refs

Aanpassingen aanvullende instructies werkgroep spelregels veldvoetbal juli 2012

Een ploeg bestaat uit 5 basisspelers en maximum 5 wisselspelers.

De assistent-scheidsrechter

A. Hij geeft beide spelers een waarschuwing door het tonen van de gele kaart zodra dit mogelijk is, zonder het spel hiervoor te onderbreken.

REGELS VAN HET VOETBALSPEL

SCHEIDS, BUITENSPEL!, ZIE JE DAT NIET!, BRILLETJE NODIG!

Technische richtlijnen over samenwerking scheidsrechter en assistentscheidsrechter"

SAO spelregelquiz 2018/2019. Ronde 3

Koninklijke Limburgse Verstandhouding. vorming seizoen

DE ASSISTENT SCHEIDSRECHTER VAN HRC 27/STORMVOGELS 28!

De Assistent Scheidsrechter

BEKER VAN OOST-VLAANDEREN HOFMAN SPORT CUP VROUWEN

REGELS VAN HET VOETBALSPEL

3 de gewestelijke cursus 15/03/2016

Bijgevolg dienen alle vroegere documenten, die inhoudelijk strijdig zijn met deze vragenlijst, als nietig beschouwd te worden.

BEKER VAN ANTWERPEN - DAMES

A - HOUDING. gedraag u respectvol ten opzichte van spelers, clubleiders en publiek. reageer niet op kritiek, noch met woorden, noch met gebaren.

Beker van Belgie Dames

Antwoord B Hij fluit af toont de verdediger een rode kaart wegens Hands en laat het spel hervatten met een strafschop.

Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016

B Zolang er geen commentaar op de leiding van de scheidsrechter wordt gegeven is dit altijd toegestaan.

Spelregels 2013 Beach Soccer Dames

SCHEIDSRECHTERSCOMITE

De Spelregels. Geschreven door Ermerstrand: Het speelveld. Er wordt gespeeld op een ondergrond van zand.

TITEL 12 DE REGELS VAN HET VOETBALSPEL

ASSISTENT SCHEIDSRECHTER

BEKER VAN ANTWERPEN - HEREN SEIZOEN

BEKER VAN ANTWERPEN - VROUWEN SEIZOEN

VV Nieuwerkerk Handleiding grensrechters. VV Nieuwerkerk Handleiding grensrechters

Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016

21 september Reglement

Voetbal 1 CATEGORIEEN 2 DEELNAME 3 MATERIAAL 4 WEDSTRIJDREGLEMENT. Piramidaal provinciaal

REGELS VAN HET VOETBALSPEL

Reglement Beachkorfbal België

CENTRALE SCHEIDSRECHTERSCOMMISSIE RAADGEVINGEN EN AANBEVELINGEN

De assistent-scheidsrechters

Beknopte handleiding voor het begeleiden van wedstrijden U6 tot U13

Koninklijke Belgische Korfbalbond Vlaamse Liga v.z.w. Tornooireglement Beker van België

Informatie over functie van. ASSISTENT SCHEIDSRECHTER (grensrechter)

Circulaire nr Zurich, 12 mei Spelregelwijzigingen Geachte heer, mevrouw,

Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016

1. Regel 1 Het speelveld Interpretatie spelregels en richtlijnen voor scheidsrechters Commerciële reclame (ingediend door FIFA)

INDICATIEVE TABEL KBVB (DISCIPLINAIRE SANCTIES), OOK GELDIG VOOR CLUBS VAN VOETBAL VLAANDEREN HIERBIJ BETROKKEN.

2. door woord of gebaar toont het niet eens te zijn met een beslissing van de scheidsrechter;

A. GROENE KAART TWEE MINUTEN SCHORSING. De groene kaart met twee minuten schorsing geldt voor alle wedstrijden op een volledig veld.

DEEL 1 Competitie voor eerste elftallen Heren. DEEL 2 Competitie voor eerste elftallen Vrouwen. DEEL 4 Competitie voor jeugdploegen

PROGRAMMA VOETBAL MEISJES 8 november 2017 Basvelden Zonhoven, Muizenstraat

4.1 Er wordt gespeeld volgens de reglementen van de KBVB.

BEKER VAN ANTWERPEN - HEREN SEIZOEN REGLEMENT (c).

Wijzigingen. Internationale Volleybal Spelregels (IVS)

Schriftelijke spelregelvragen Vraag 01. Vraag 02 Vraag 03. Vraag 04. Vraag 05. Vraag 06.

BEKER VAN OOST-VLAANDEREN HOFMAN SPORT CUP HEREN

SPELREGELS 2017/'18 SPELREGELWIJZIGINGEN PRAKTISCHE RICHTLIJNEN. Datum : 1 juni 2017

SPELREGELS 2017/'18 SPELREGELWIJZIGINGEN PRAKTISCHE RICHTLIJNEN. Datum : 1 juni 2017

Algemene administratieve bepalingen, instructies en gegevens voor een scheidsrechter

Wij zijn als team op de hoogte dat de organisatie het recht heeft ons te diskwalificeren bij het niet naleven

REGELS VAN HET VOETBALSPEL

ZAALVOETBALLIGA ASSE ZELLIK SPELREGLEMENT. Maatschappelijke Zetel : Z.L.A.Z. Nerviërsstraat Asse

ALGEMEEN TORNOOIREGLEMENT INSCHRIJVINGEN

1. Categorieën. 2. Deelname

Informatie over de functie van assistent scheidsrechter.

SPELREGELS 2019/ 20 SPELREGELWIJZIGINGEN. Datum : 1 juni 2019

VVV-VLB Spelregels Zaalvoetbal Kalmthoutse ZaalvoetbalLiga September 2011

Transcriptie:

ONDERRICHTINGEN BIJ «DE REGELS VAN HET VOETBALSPEL» 2011

INLEIDING Deze onderrichtingen, van toepassing in België, verduidelijken de Regels van het Voetbalspel en zijn er een aanvulling van. Veel leesgenot en good luck. Namens de Spelregelcommissie 1

INHOUDSOPGAVE REGEL BLAD 1. HET SPEELVELD 3 2. DE BAL 9 3. HET AANTAL SPELERS 10 4. DE UITRUSTING VAN DE SPELERS 15 5. DE SCHEIDSRECHTER 17 6. DE ASSISTENT-SCHEIDSRECHTERS 35 7. DE DUUR VAN DE WEDSTRIJD 39 8. HET BEGIN EN DE HERVATTING VAN HET SPEL 42 9. DE BAL IN EN UIT HET SPEL 44 10. HOE ER WORDT GESCOORD 44 11. BUITENSPEL 44 12. OVERTREDINGEN EN ONSPORTIEF GEDRAG 45 13. DE VRIJE SCHOPPEN 49 14. DE STRAFSCHOP 49 15. DE INWORP 50 16. DE DOELSCHOP 50 17. DE HOEKSCHOP 50 DE TECHNISCHE ZONE 51 SECRETARISSEN DER COMITES EN COMMISSIES 52 ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 54 ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN I.V.M. DE WEDSTRIJD 60 2

SPELREGEL 1 - HET SPEELVELD 1. Neutrale zone Er dient een afrastering te staan op minstens 3 meter van de uiterste grenslijn van het eigenlijke speelveld. De aldus ontstane strook van minimum 3 meter wordt neutrale zone genoemd. De afrastering dient minstens één meter hoog te zijn, met een toegelaten afwijking van 15 cm naar beneden. Het publiek moet zich achter deze afrastering bevinden. Op plaatsen waar geen afrastering staat of waar de afrastering niet doeltreffend is, mag geen publiek staan. 2. Toegelaten personen in de neutrale zone of in de technische zone 2.1. de dragers van een armband : 2.1.1. terreinafgevaardigde : wit. 2.1.2. afgevaardigde bezoekende club : nationale kleuren. 2.1.3. terreincommissarissen : hun clubkleuren. 2.1.4. medische staf : geel. 2.1.5. trainers : rood. 2.1.6. officiële instantie : paars. 2.2. de wisselspelers in uitrusting. Opmerkingen : 1. De personen onder 2.1.1./2.1.2./2.1.3. en 2.1.6. mogen zich vrij verplaatsen in de neutrale zone. 2. De personen onder 2.1.4./2.1.5. en 2.2 moeten in de technische zone blijven. Dit geldt niet voor de wisselspelers die zich opwarmen. 3

SPELREGEL 1 - HET SPEELVELD 2.3. de veiligheidsdiensten (mits drager te zijn van hun uniform of van een middel waardoor zij gemakkelijk te identificeren zijn). 2.3.1. de politie. 2.3.2. de veiligheidsverantwoordelijken van beide ploegen en de stewards. 2.3.3. de hulpdiensten 3. Afbakening Op besneeuwde velden mogen producten gebruikt worden die verplaatsbaar zijn zoals zand, gestampte baksteen, enz. Het rechtstreeks aanbrengen van kalk in poedervorm is verboden. 4. Hoekvlaggen De kleur van de vlaggenstokken mag verschillen van die van de vlaggen, maar zij moet voor alle vier dezelfde zijn. De vier vlaggen moeten identiek zijn. 5. Ongeschikt speelveld De scheidsrechter mag een wedstrijd niet aanvangen indien : 4 5.1. een hindernis zich op het speelveld of op minder dan 3 meter van de buitenlijnen van het speelveld bevindt. 5.2. de doellijnen, de zijlijnen, de middenlijn, de doelgebieden, de strafschopgebieden, de hoekschopgebieden of de middencirkel niet afgebakend zijn of indien de punten in deze gebieden niet aangeduid zijn.

SPELREGEL 1 - HET SPEELVELD 5.3. de doelen of doelnetten ontbreken of stuk zijn en niet hersteld kunnen worden. 5.4. één of meerdere hoekvlaggen ontbreken bij aanvang van de wedstrijd. Opmerking : Wanneer een speelveld ongeschikt wordt verklaard, mag men niet uitwijken naar een ander speelveld. 6. Onbespeelbaar speelveld De scheidsrechter kan een wedstrijd uitstellen of stopzetten, wanneer : 6.1. bij sneeuw de lijnen onzichtbaar zijn. gevolgd door vorst het speelveld gevaren oplevert. de sneeuw aan de bal kleeft zodat die onregelmatig wordt naar vorm en gewicht. 6.2. bij vorst bevroren waterplassen op het speelveld liggen. het speelveld harde, scherpe oneffenheden vertoont. de spelers hun evenwicht niet kunnen behouden. balcontrole onmogelijk is. 6.3. bij slijk de grond zo modderig is dat de spelers niet kunnen aanzetten. Een bal die niet botst of in het slijk blijft vaststeken, is geen reden om een speelveld onbespeelbaar te verklaren. 6.4. bij regen een grote oppervlakte van het speelveld overstroomd is en de bal op die plaats de grond niet raakt. onvoldoende zichtbaarheid optreedt. 5

SPELREGEL 1 - HET SPEELVELD 6.5. bij mist de zichtbaarheid onvoldoende is : - voor wedstrijden van eerste ploegen heren in de hogere afdelingen behoort het uitsluitend tot de appreciatie van de scheidsrechter de wedstrijd te beginnen of stop te zetten. - voor wedstrijden van de lagere afdelingen en dames - wedstrijden moet de scheidsrechter van op de doellijn van het midden van het ene doel het andere doel kunnen zien. In tegengesteld geval moet de wedstrijd worden uitgesteld of gestaakt. Nota Bene : 1. wanneer het speelveld vóór aanvang van de wedstrijd onbespeelbaar wordt verklaard, mag de bezochte club de wedstrijd laten spelen op een van haar andere speelvelden, door de bond goedgekeurd en gelegen binnen een straal van 5 km van dit onbespeelbaar speelveld en voor zover dit speelveld geen speciaal schoeisel vereist. 2. wanneer het hoofdspeelveld dreigt te worden beschadigd door de weersomstandigheden, wat bijgevolg de tijdens het weekend in de installaties geplande wedstrijd van de eerste ploeg in het gedrang zou kunnen brengen, mag de thuisclub eenzijdig beslissen de wedstrijden van de andere categorieën te doen spelen op een door de bond goedgekeurd bijveld, gelegen binnen een straal van 5 km rond het hoofdspeelveld en voor zover dit speelveld geen speciaal schoeisel vereist. De speelvelden in kunststof vallen niet onder de toepassing van deze bepaling. 3. wanneer het speelveld én onbespeelbaar én ongeschikt is, zal de scheidsrechter het enkel onbespeelbaar verklaren. 6

SPELREGEL 1 - HET SPEELVELD 7. Veiligheid van spelers en officials Indien de scheidsrechter oordeelt dat de aan het speelveld grenzende installaties een gevaar inhouden voor spelers en officials, is het hem toegelaten de wedstrijd niet aan te vangen of op ieder ogenblik te staken. 8. Speelveld in kunststof Spelen op speelvelden in kunststof is toegelaten. De thuisploeg kan aangepast schoeisel eisen en alle deelnemers aan de wedstrijd dienen zich naar deze eis te schikken op straffe van verbod tot deelname aan de wedstrijd. Op een speelveld in kunststof mogen eveneens belijningen worden aangebracht voor andere sporten, op voorwaarde dat: - de belijning voor het voetbalspel in witte kleur is - de belijning voor de andere sporten in een andere kleur is. 9. Zones voor fotografen Tijdens de wedstrijden mogen de fotografen plaatsnemen in de neutrale zone, maar buiten een zone van 3 meter vanaf de buitenlijn van het speelveld: - over de breedte van het speelveld, waar zij wensen achter de doellijn - over de lengte van het speelveld, langs de kant waar er geen assistentscheidsrechter optreedt. Op de terreinen waar de neutrale zone niet meer bedraagt dan 3 meter, dienen zij achter de afrastering plaats te nemen. 7

SPELREGEL 1 - HET SPEELVELD 10. Te noteren op het wedstrijdblad in de rubriek opmerkingen en in het e-kickoff-rapport 10.1. de vaststellingen en motieven voor het uitstellen of stopzetten van een wedstrijd wegens ongeschikt of onbespeelbaar speelveld. 10.2. de melding op welk speelveld werd gespeeld indien de wedstrijd, wegens klimatologische redenen, plaatsvond op een goedgekeurd bijveld dat gelegen is binnen een straal van 5 km. 10.3. de onregelmatigheden die door de scheidsrechter werden vastgesteld en die hij vóór de beginschop heeft kunnen oplossen. 10.4. het besluit om een wedstrijd niet aan te vangen of tijdelijk of definitief te staken ingeval er gevaar dreigt voor spelers en/of officials. 8

LOI REGEL 1 2 TERRAIN - DE BALDE JEU 1. Toegelaten bal in wedstrijden van : 1.1. U12 tot U15 en vrouwelijke jeugd U13 tot U16 : nr. 4 1.2. Seniores, U16 tot U21 en vrouwelijke jeugd U20 : nr. 5 2. Te noteren op het wedstrijdblad in de rubriek opmerkingen en in het e-kickoff-rapport 2.1. het staken van de wedstrijd bij gebrek aan ballen. 2.2. een inbreuk op de afmetingen van de bal (er moet gespeeld worden). 9

REGEL 3 HET AANTAL SPELERS 1. Vervolledigen van een onvolledige ploeg Een onvolledige ploeg mag zich tijdens de wedstrijd vervolledigen. Het vervolledigen van de effectieven van een ploeg mag gebeuren : 1.1. door een speler die als effectieve speler is ingeschreven, maar nog niet aanwezig is. Vb. Speler X is als titularis op het wedstrijdblad ingeschreven. Bij de beginschop is hij niet aanwezig en er wordt gestart met 10 spelers. Enkel speler X mag zijn elftal vervolledigen. Indien speler X niet opdaagt en een wisselspeler wil zijn plaats innemen, dan kan dit enkel via een wissel. 1.2. door een ingeschreven wisselspeler, waardoor echter een wissel is uitgevoerd. 1.3. door iedere gekwalificeerde speler die niet op het wedstrijdblad is ingeschreven. In dat geval dienen de betreffende vakken van het wedstrijdblad bij de aanvang van de wedstrijd open gelaten te worden, en nadien aangevuld. Vb. De namen van 8 effectieve spelers en van 4 wisselspelers zijn op het wedstrijdblad ingeschreven (drie lijnen blijven open) op het ogenblik dat de wedstrijd begint. Iedere gekwalificeerde speler (dus ook een ingeschreven wisselspeler) kan dan op ieder moment van de wedstrijd zijn elftal vervolledigen. Indien drie van de vier wisselspelers hun elftal vervolledigd hebben, kan uiteraard de vierde wisselspeler niet meer aantreden. 10

REGEL 3 HET AANTAL SPELERS 2. Effectieve speler Een effectieve speler, die tijdens de wedstrijd wordt uitgesloten, mag niet gewisseld worden. Indien hij weigert de neutrale zone en de directe omgeving van het speelveld te verlaten, moet de scheidsrechter de wedstrijd definitief staken. 3. Aantal wisselspelers en wissels Officiële wedstrijden Aantal Aantal (kampioenschap, eindronde, beker) wisselspelers wissels eerste ploeg in 1 ste Nat. Afdeling 7 * 3 beloftecompetitie in 1 ste Nat. Afdeling 7 4 eerste ploeg in overige afdelingen 4 3 ** reserven van 2 de, 3 de en 4 de Nat. Afdeling 4 4 U18 en U19 van de Elite-jeugd 4 4 alle overige wedstrijden 4 Vliegende vervangingen * vanaf de 16 de finales van de Beker van België Heren en in de eindronde van 2 de Nationale Afdeling worden ook 7 wissel - spelers toegelaten. ** de provinciale algemene vergadering kan beslissen 4 wissels toe te laten in de wedstrijden van de provinciale beker. Wanneer de scheidsrechter vóór aanvang van de wedstrijd vaststelt dat een ploeg meer wisselspelers heeft ingeschreven dan maximaal toegelaten, zal hij deze ploeg verzoeken dit aantal te verminderen tot het toegelaten maximum. Bij weigering zal de scheidsrechter de wedstrijd niet aanvangen. 11

REGEL 3 HET AANTAL SPELERS Wanneer een club meer wissels wil doorvoeren dan reglementair toegelaten, moet de scheidsrechter de kapitein van de betrokken ploeg hiervan op de hoogte brengen. Wil de kapitein, ondanks alles, de wissel toch doorvoeren, moet de wedstrijd definitief stopgezet worden. 4. Wisselprocedure In officiële wedstrijden van de eerste ploegen, de nationale reserven, de U18 en U19 van de Elite-jeugdkampioenschappen en de beloftecompetitie van de Pro League, brengt de kapitein de scheidsrechter op de hoogte van een wissel. Hij mag ook handelen op verzoek van de trainer of clubafgevaardigde. In alle overige wedstrijden gebeurt een wissel volgens de procedure van de vliegende vervanging. 5. Vliegende vervangingen 12 Een vliegende vervanging kan plaatshebben op elk moment van de wedstrijd op voorwaarde dat: - de scheidsrechter met een teken de wissel toelaat. - de wisselspeler het speelveld pas opkomt nadat de te wisselen speler het speelveld heeft verlaten. - de wissel gebeurt aan dezelfde kant van het speelveld, ter hoogte van de middenlijn. - de wissel van de doelverdediger plaatsheeft tijdens een spel - on derbreking en nadat de scheidsrechter ervan op de hoogte werd gebracht. Eenzelfde speler mag zonder beperking gewisseld worden en vervolgens opnieuw aan het spel deelnemen. De wissels moeten niet op het wedstrijdblad vermeld worden.

REGEL 3 HET AANTAL SPELERS Indien een speler wordt uitgesloten tussen het eindsignaal van de eerste speelhelft en het beginsignaal van de tweede speelhelft, moet zijn ploeg de tweede speelhelft met één speler minder op het speelveld aanvatten. 6. Permutatie In uitzonderlijke gevallen (zieke of gekwetste speler) mag, nadat de scheidsrechter zijn kleedkamer verlaten heeft en vóór de beginschop, een permutatie plaatshebben tussen een effectieve speler en een wisselspeler. Deze handelwijze wordt niet beschouwd als een wissel. Zonder het aanvangsuur uit te stellen, moet de scheidsrechter de kapitein van de tegenstrevers inlichten en tijdens de rust het wedstrijdblad aanpassen. 7. Kapitein Iedere ploeg moet een kapitein hebben. Als tijdens de wedstrijd de kapitein het spel verlaat om welke reden ook, wordt zijn functie waargenomen door de speler die hiertoe door zijn ploegmaats wordt gekozen. Indien deze keuze aanleiding geeft tot discussie, duidt de scheidsrechter zelf een kapitein aan. Bij weigering moet de scheidsrechter de wedstrijd staken. De kapitein draagt een armband die een gemakkelijke identificatie toelaat. Noch de kapitein, noch een andere speler, mogen de scheidsrechter uitleg vragen over zijn beslissingen. 13

REGEL 3 HET AANTAL SPELERS 8. Te noteren op het wedstrijdblad in de rubriek opmerkingen en in het e-kickoff-rapport 8.1. de afwezigheid van een ploeg. 8.2. het besluit de wedstrijd niet aan te vangen of definitief te staken omdat een ploeg zich aanbiedt met of tijdens de wedstrijd herleid wordt tot minder dan zeven spelers. 8.3. het besluit de wedstrijd niet aan te vangen omdat een ploeg het aantal ingeschreven wisselspelers niet wil verminderen tot het toegelaten maximum. 8.4. het besluit de wedstrijd definitief te staken omdat een ploeg meer wissels wil doorvoeren dan reglementair is toegelaten. 8.5. het besluit de wedstrijd definitief te staken omdat een ploeg weigert de functie van kapitein in te vullen en omdat de keuze van de scheidsrechter om een kapitein aan te duiden geweigerd werd. 14

REGEL 4 UITRUSTING VAN DE SPELERS 1. Spanbroek - wielrennershort Iedere speler mag een spanbroek of een wielrennershort dragen. Deze kledingstukken moeten : voor alle spelers van eenzelfde ploeg van dezelfde kleur zijn gedragen worden onder de korte broek (de spanbroek in de kousen). 2. Niet reglementaire kledij Een speler draagt zijn kledij niet reglementair indien : de kousen de benen niet bedekken tot onder de knie de scheenbeschermers de voorkant van het scheenbeen niet bedekken kleefband of sokken van een andere kleur gedragen worden boven de kousen. Opmerking : witte tape van maximum 2 cm is toegelaten om de beenbeschermers op te houden. 3. Kleur van de uitrusting Alle spelers van een ploeg, uitgezonderd de doelverdediger, moeten spelen in een uitrusting van dezelfde kleur. De truien van beide ploegen moeten qua kleur duidelijk van elkaar verschillen. Zo niet, moet in Lagere Afdelingen, de bezochte club zich aanpassen. In kampioenschap- en bekerwedstrijden tussen eerste ploegen van de Nationale Afdelingen moet de bezoekende club zich aanpassen. 15

REGEL 4 UITRUSTING VAN DE SPELERS 4. Nummering van de spelers Dienen een genummerde trui te dragen : - seniorsploegen - jeugdploegen. Het nummer van iedere speler dient vermeld op het wedstrijdblad. 5. Juwelen Het dragen van gevaarlijke voorwerpen en/of juwelen is verboden en de spelers die hun uitrusting niet kunnen of willen in orde brengen of die hun juwelen niet kunnen of willen uitdoen, mogen aan het spel niet deelnemen. De scheidsrechter beslist soeverein om een ander voorwerp al dan niet toe te laten, op voorwaarde dat hij eerst nauwkeurig nagaat of het voorwerp geen gevaar oplevert voor de drager of de andere spelers en of het niet is opgenomen in de verbodsbepalingen van Spelregel 4. 6. Te noteren op het wedstrijdblad in de rubriek opmerkingen en in het e-kickoff-rapport 6.1. de vaststelling dat beide doelverdedigers aantraden in truien van dezelfde kleur. 6.2. iedere inbreuk op de verplichte rugnummering (er moet wel gespeeld worden). 16

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER A. Vóór de wedstrijd 1. Uur van aankomst op het terrein In lagere afdelingen moet de scheidsrechter voor wedstrijden van eerste ploegen ten laatste 60 minuten vóór aanvang van de wedstrijd aanwezig zijn. Voor alle andere wedstrijden volstaan 30 minuten. In hogere afdelingen komen de officials samen in een vergader plaats, ten laatste 75 minuten vóór aanvang van de wedstrijd. In 1 ste Nationale volgen scheidsrechter, assistent-scheidsrechters en 4 de official de instructies van de Centrale Scheidsrechterscommissie. 2. Afwezigheid/terugtrekking scheidsrechter of assistentscheidsrechter 2.1. Wedstrijd met officiële assistent-scheidsrechters en 4 de official. De 4 de official leidt de wedstrijd of vervangt de assistentscheidsrechter, maar wordt zelf niet vervangen. De vervangen official mag, indien hij het fysiek nog aankan, de functie van 4 de official uitoefenen. 2.2. Wedstrijd met officiële assistent-scheidsrechters. De assistent-scheidsrechters, in rangorde van hun aanduiding, leiden de wedstrijd. De vervanging van de assistentscheidsrechter gebeurt volgens de rangorde, bepaald in het Bondsreglement en de vervanger treedt in alle omstandi g- heden op als tweede assistent-scheidsrechter. 2.3. Wedstrijd zonder officiële assistent-scheidsrechters. De wedstrijd wordt geleid door een gelegenheids - scheids rechter, aangeduid volgens de rangorde bepaald in het Bondsreglement. 17

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER Opmerking : Wanneer een assistent-scheidsrechter afwezig is of zich terug - trekt, moet de scheidsrechter : op het wedstrijdblad en in het e-kickoff-rapport diens naam noteren. Tevens zal hij naam en adres vermelden van de vervanger. ongeacht het resultaat van de door de clubs opgestarte vervangingsprocedure de wedstrijd aanvangen of voortzetten. Een gelegenheidsscheidsrechter moet de leiding van de wedstrijd enkel afstaan aan de officiële scheidsrechter of assistent-scheidsrechter die laattijdig aankomt. Deze moet de eerste spelonderbreking afwachten om op het speelveld te komen. 3. Keuring van het speelveld De scheidsrechter keurt onmiddellijk na zijn aankomst het speelveld. Bij afwezigheid van de scheidsrechter, keurt de 1 ste assistentscheidsrechter of de gelegenheidsscheidsrechter het speelveld. De scheidsrechter zal het speelveld en de doelen opmeten in geval van twijfel of op verzoek van de kapitein of de afgevaardigde van de bezoekende club. De thuisploeg levert hiertoe het nodige meetmateriaal. Indien onmiddellijk verbeteringen mogelijk zijn, zal de scheidsrechter ze doen uitvoeren, zonder dat deze de aanvang van de wedstrijd mogen vertragen. 18

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER Spelen onder voorbehoud (enkel van toepassing bij ongeschikt speelveld) Wanneer volgens de bezoekende club een speelveld ongeschikt is, kan zij weigeren te spelen of aanvaarden te spelen onder voorbehoud. Indien de bezoekende club weigert te spelen, moet ze de redenen van haar beslissing aan de scheidsrechter kenbaar maken. Indien de bezoekende club aanvaardt onder voorbehoud te spelen, moet ze dit voorbehoud op uitdrukkelijke wijze en de ingeroepen redenen aan de scheidsrechter kenbaar maken. Ze moet dit minstens 20 minuten vóór de wedstrijd doen, opdat mogelijke verbeteringen nog onmiddellijk kunnen uitgevoerd worden (zie punt 10.1.). 4. Controle van het wedstrijdblad Bij iedere wedstrijd wordt een wedstrijdblad opgesteld, zelfs indien: 4.1. een ploeg niet opdaagt of zich aanmeldt met minder dan 7 spelers. 4.2. het speelveld ongeschikt of onbespeelbaar wordt verklaard. Het wedstrijdblad, dat eerst door de bezochte afgevaardigde behoorlijk ingevuld wordt, met inbegrip van de identiteit van al zijn spelers, moet twintig minuten voor het vóór de aftrap bepaalde uur aan de scheidsrechter bezorgd worden. De bezoekende afgevaardigde moet er de identiteit van al zijn spelers inschrijven binnen de tien volgende minuten (zie punt 10.2.). Vóór het begin van de wedstrijd moeten de ongebruikte lijnen, voorzien voor de wisselspelers, door de scheidsrechter doorgehaald en geparafeerd worden. 19

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER Een speler-trainer moet én als effectieve speler (of als wisselspeler) én als trainer op het wedstrijdblad ingeschreven worden. De scheidsrechter controleert nauwkeurig alle gegevens op juistheid en volledigheid. 5. Controle van de identiteitsbewijzen 5.1. van spelers Vóór elke wedstrijd controleert de scheidsrechter de identiteit van alle op het wedstrijdblad ingeschreven spelers. Deze controle gebeurt in aanwezigheid van de spelers en van de officiële afgevaardigde van beide ploegen. Uitzonderlijk kan de scheidsrechter de controle tijdens de rust of na de wedstrijd uitvoeren. Ontbrekende identiteitsbewijzen mogen nog worden voorgelegd na de wedstrijd en dit tot op het ogenblik dat het wedstrijdblad wordt ondertekend door de scheidsrechter en de beide afgevaardigden. Geldige identiteitsbewijzen zijn : bij wedstrijden van eerste ploegen van het betaald voetbal: de spelerslicentie. bij andere wedstrijden : elk officieel document met foto, afgeleverd door een officiële administratie. 20

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER Administratieve bepalingen : Indien een officieel identiteitsbewijs ontbreekt, moet de scheidsrechter na afloop van de wedstrijd: 1. het voorziene vakje naast de naam van de speler aankruisen. 2. in het vak Opmerkingen eveneens de naam vermelden van de speler die geen of een dubieus identiteitsbewijs voorlegde, alsmede de naam van zijn club. Bij dubieus identiteitsbewijs moet de scheidsrechter ook de reden van twijfel vermelden. Na controle geeft de scheidsrechter de identiteitsbewijzen onmiddellijk terug aan de afgevaardigde. 5.2. van niet-spelende leden in de neutrale zone De terreinafgevaardigde, de afgevaardigde van de bezoekende club, alle terreincommissarissen en de trainers moeten een identiteitsbewijs voorleggen aan de scheidsrechter. Indien ze geen identiteitsbewijs kunnen voorleggen, worden ze niet toegelaten in de neutrale zone, uitgezonderd de terrein - afgevaardigde. De identiteit van de personen, die volgens de hierboven vermelde bepalingen niet mogen plaatsnemen in de neutrale/technische zone, wordt door de scheidsrechter op het wedstrijdblad geschrapt. 21

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER 6. Controle van de uitrusting Wisselspelers moeten niet aanwezig zijn vóór aanvang van de wedstrijd. In wedstrijden met vliegende vervangingen moeten de aanwezige wisselspelers hun uitrusting laten controleren vóór de wedstrijd, terwijl de uitrusting van de bij de beginschop afwezige wisselspelers gecontroleerd wordt bij hun binnenkomen in het spel. De scheidsrechter moet verifiëren of het rugnummer op de trui van een speler overeenstemt met zijn op het wedstrijdblad ingeschreven nummer. Een speler wiens uitrusting niet voldoet aan de eisen gesteld in Spelregel 4 of die iets draagt dat gevaarlijk is voor hem of voor een andere speler, mag niet meespelen zolang hij zijn uitrusting niet reglementair in orde heeft gebracht. Wanneer in lagere afdelingen een ploeg shirts draagt in dezelfde kleur als het shirt van de scheidsrechter, dan moet de thuisclub de scheidsrechter voorzien van een propere uitrusting die in kleur verschilt van de uitrusting van beide ploegen (vb. fluorescerend vestje). 7. Borden voor wissels In wedstrijden van de eerste ploeg in 1 ste, 2 de en 3 de Nationale zijn deze borden verplicht. De bezochte club stelt 2 sets genummerde borden van verschillende kleur ter beschikking. De bezochte club gebruikt rode borden met witte cijfers, de bezoekende club gele borden met zwarte cijfers. Het gebruik van een elektronisch bord is toegelaten. 22

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER 8. Onderrichtingen aan de terreinafgevaardigde De scheidsrechter moet vóór elke ontmoeting precieze richtlijnen geven aan de terreinafgevaardigde. 9. Geven van richtlijnen aan de assistent-scheidsrechters De scheidsrechter is verplicht aan zijn assistent-scheidsrechters de nodige richtlijnen (zie regel 6) te geven. 10. Te noteren op het wedstrijdblad in de rubriek opmerkingen en in het e-kickoff-rapport 10.1. de motieven en het tijdstip van melding van het voorbehoud. 10.2. het niet tijdig voorleggen van het volledig ingevuld wedstrijdblad. 23

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER B. Tijdens de wedstrijd 1. Intrede op het speelveld Bij een seniorenwedstrijd die telt voor een competitie, waaraan klimmen en/of dalen verbonden is, voor de Beker van België of voor een provinciale beker, moeten de spelers van beide ploegen in evenwijdige rijen het speelveld betreden, onmiddellijk na de scheidsrechter(s). 2. Teken om het spel te hervatten Een spelhervatting, waarbij het fluitsignaal niet verplicht is, moet door de scheidsrechter met een armbeweging of verbaal worden aangegeven (niet bij doelschop en inworp). 3. Voordeel Indien de scheidsrechter het voordeelprincipe toepast, moet hij dit onmiddellijk aangeven met het conventionele teken, zodat de spelers begrijpen dat hij de overtreding gezien heeft. Indien het voordeel zich niet concretiseert, bestraft hij de initiële overtreding met een vrije schop. Opmerking : terugkomen op de initiële overtreding na het teken gegeven te hebben, is geen scheidsrechterlijke vergissing. 4. Disciplinaire maatregelen 24 Naast het tonen van de gele en de rode kaart (zie Spelregel 12) kan de scheidsrechter ook een verbale opmerking maken.

REGEL LOI 1 5 TERRAIN - DE SCHEIDSRECHTER DE JEU 5. Uitsluiting voor twee gele kaarten Indien een speler een tweede gele kaart krijgt, zal de scheidsrechter hem uitsluiten door hem eerst de gele en onmiddellijk nadien de rode kaart te tonen. 6. Disciplinaire maatregelen tegen personen in de neutrale zone Bij het opleggen van een disciplinaire sanctie moet de scheidsrechter een onderscheid maken tussen : 6.1. de wisselspelers, de gewisselde spelers en de speler-trainer aan wie hij de gele en/of de rode kaart moet tonen. 6.2. de dragers van een armband aan wie hij geen gele of rode kaart mag tonen. Om de orde op de bank te herstellen, mag hij de hulp inroepen van de terreinafgevaardigde of neemt hij zelf de nodige maatregelen (verbale opmerking of verwijzing uit de neutrale zone). Een speler-trainer, die uit de neutrale zone wordt verwezen, kan nadien niet meer aan het spel deelnemen. 25

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER 7. Richtlijnen i.v.m. het tijdelijk of definitief staken van een wedstrijd Deze richtlijnen gelden voor alle categorieën van wedstrijden. Overeenkomstig Spelregel 5 kan de scheidsrechter een wedstrijd tijdelijk of definitief staken. De toegestane wachttijden om een wedstrijd tijdelijk te onderbreken, worden vermeld in Spelregel 8 van deze brochure. Redenen om een wedstrijd tijdelijk of definitief te staken, kunnen zijn: 1. weersomstandigheden of invallende duisternis. 2. één of beide elftallen beschik(t)(ken) niet meer over ten minste 7 spelers. 3. wanordelijkheden op het speelveld. 4. een speelveld dat onbespeelbaar of ongeschikt wordt. 5. het uitvallen van de lichtinstallatie. 6. agressie op de scheidsrechter, de assistent-scheidsrechters of de 4 de official. 7. verbaal geweld (spreekkoren) en wanordelijkheden buiten het speelveld. 26 Voor punten 6 en 7 gelden bovendien de hiernavolgende specifieke richtlijnen : 7.1. Agressie op de scheidsrechter, de assistent scheidsrechters of de 4 de official 7.1.1. wanneer een lid van het arbitrageteam een kwetsuur oploopt ingevolge agressie, moet de wedstrijd definitief gestaakt worden.

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER 7.1.2. wanneer een lid van het arbitrageteam zich ingevolge agressie zwaar bedreigd voelt, blijven er twee moge lijk - heden: - de wedstrijd mag definitief gestaakt worden of - de procedure onder punt 7.2 mag ingezet worden. De scheidsrechter moet steeds een uitgebreid verslag opstellen. 7.2. Verbaal geweld (spreekkoren) en wanordelijkheden buiten het speelveld. Hier moet de scheidsrechter in meerdere fasen optreden : 7.2.1. Fase 1 : A. hij roept beide kapiteins en deelt hen mede dat hij de intentie heeft een omroep te laten doen via de stadionomroeper en hij vraagt hun medewerking om de supporters tot kalmte aan te manen. B. hij vraagt aan de terreinafgevaardigde om een eerste omroep te doen via de stadionomroeper. De terrein - afgevaardigde informeert onmiddellijk de veiligheids - verantwoordelijke. 7.2.2. Fase 2 : A. indien de houding van het publiek niet verbetert, onderbreekt hij de wedstrijd en vraagt de spelers tijdelijk naar de kleedkamers te gaan. B. hij vraagt aan de terreinafgevaardigde om een tweede omroep te doen via de stadionomroeper. De terrein - afgevaardigde informeert onmiddellijk de veiligheids - verantwoordelijke. C. hij hervat het spel na een betekenisvolle onderbreking (duur overeenkomstig de reglementaire wachttijden). 27

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER 7.2.3. Fase 3 : A. hij staakt de wedstrijd definitief indien tijdens de onderbreking de houding van het publiek niet verbetert of indien, nadat de rust was weergekeerd, de houding van het publiek terug verslechtert. B. hij neemt hierover contact op met de veiligheids - verantwoordelijke van de organisator en de politie indien aanwezig. Het opmaken van een gedetailleerd feitenverslag is steeds verplicht (zelfs indien men enkel de eerste fase zou hebben doorlopen). Het correct doorlopen van de procedure (fase na fase) is van kapitaal belang voor het repressief comité. 8. Terugkeer naar de kleedkamers Bij het einde van iedere speelhelft laat de scheidsrechter de spelers als eersten de kleedkamers binnengaan, zodat hij toezicht kan houden. De assistent-scheidsrechter die het dichtst bij de kleedkamers staat, begeeft zich naar de ingang ervan om de terugkeer van de spelers te bewaken. De andere assistent-scheidsrechter vervoegt de scheidsrechter. De 4 de official houdt toezicht over de instructiezones en de ingang naar de kleedkamers en verlaat als laatste het speelveld. Indien de thuisspelers na de wedstrijd op het speelveld blijven, mag de scheidsrechter onmiddellijk na de bezoekers naar de kleedkamer gaan. 28

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER Indien de bezoekers na de wedstrijd op het speelveld cooling-down (afkoeling) wensen te doen, zal de scheidsrechter pas naar de kleedkamer gaan nadat hij de afgevaardigde van de bezoekers attent heeft gemaakt op zijn verantwoordelijkheid ingeval van incidenten. 9. Weigering te spelen Indien een ploeg het speelveld verlaat zonder toelating van de scheidsrechter of weigert de beginschop te nemen na een gecontesteerd doelpunt, moet de scheidsrechter de kapitein de nodige tijd geven om zijn spelers te verzoeken het spel te hervatten. Bij weigering moet de wedstrijd definitief gestaakt worden. 10. Terugkeren van een speler op het speelveld Een speler mag het speelveld niet opnieuw betreden zonder een teken van toelating van de scheidsrechter. Tijdens het spel mag de speler uitsluitend via de zijlijn het speelveld betreden. 11. Uitrusting van de spelers In bijzondere omstandigheden (hevige hitte of stortregen) mag de scheidsrechter bij de rust, na de tegenstrevers ervan ingelicht te hebben, toestaan dat een ploeg een uitrusting aantrekt in een andere kleur, voor zover geen verwarring ontstaat met de uitrusting van de tegenstrevers en de nummering overeenkomt met deze op het wedstrijdblad. 29

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER 12. Quick restart Een snelle hervatting is enkel toegelaten wanneer aan de volgende criteria is voldaan: 1. een snelle vrije schop betekent dat het spel onmiddellijk moet hervat worden na de stopzetting 2. de scheidsrechter moet in alle gevallen de situatie onder controle hebben 3. de vrije schop behoeft geen management door de scheidsrechter 4. er wordt geen tactiek gebruikt door de tegenstrever(s) om het hervatten te vertragen 5. er is geen disciplinaire actie noodzakelijk 6. er is geen medische verzorging nodig voor een speler of spelers. Indien de scheidsrechter de situatie moet managen, gaat de mogelijkheid om een snelle vrije schop te nemen verloren. De spelers moeten dan wachten op het signaal van de scheidsrechter vooraleer het spel te hervatten. Indien de scheidsrechter van mening is dat de geest van de Spelregel niet werd toegepast, dient hij tussen te komen om ervoor te zorgen dat het spel op een correcte manier wordt hervat. 30

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER C. Na de wedstrijd 1. Beschadigingen aan de installatie van de bezochte club Indien bij gelegenheid van een wedstrijd de bezochte club vaststelt dat haar installaties werden beschadigd, zal de scheidsrechter, alvorens de installatie te verlaten, in aanwezigheid van de afgevaardigde van beide clubs de nodige vaststellingen doen. Op het wedstrijdblad, onder de rubriek Opmerkingen, noteert hij de vaststelling van de schade. Hij laat de beide afgevaardigden ondertekenen. In een afzonderlijk verslag aan het bevoegd comité detailleert hij de schade. 2. Te noteren op het wedstrijdblad in de voorziene rubrieken 2.1. de uitslag (in cijfers en letters) - na afloop van de voorziene speelduur, - na verlengingen en/of na een strafschoppenserie (in de rubriek Opmerkingen ). Na een gestaakte wedstrijd wegens incidenten dient de uitslag, op het moment van staken, in het scheidsrechtersverslag gemeld. 2.2. de wissels (behalve wedstrijden met vliegende vervan - gingen) 2.3. de gele kaart (enkel in wedstrijden van eerste ploegen) - de gele kaart, gegeven vóór een directe uitsluiting, niet vermelden op het wedstrijdblad, wel in het scheids rechters - verslag over de uitsluiting. 31

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER 2.4. de uitsluiting wegens een 2 de gele kaart in dezelfde wedstrijd - de minuut van de uitsluiting noteren in het vakje uitsluiting voor 2 waarschuwingen. - in de rubriek Opmerkingen vermelden dat de speler X (club Y) uitgesloten werd voor twee waarschuwingen. - geen scheidsrechtersverslag maken over deze uitsluiting. 2.5. de rechtstreekse uitsluiting - de minuut van de uitsluiting noteren in het vakje directe uitsluiting. - in de rubriek Opmerkingen vermelden dat de speler X (club Y) rechtstreeks uitgesloten werd en er een verslag volgt. - een scheidsrechtersverslag maken over deze uitsluiting. 2.6. de opmerkingen - bij uitsluitingen of onregelmatigheden wordt in de rubriek Opmerkingen genoteerd : Verslag volgt. Indien een officiële waarnemer aanwezig is, moet de scheidsrechter deze op de hoogte brengen. Wanneer geen wissels, waarschuwingen, uitsluitingen of opmer - kingen dienen genoteerd, moet de scheidsrechter de voorziene vakjes doorstrepen en paraferen. Toevoegingen of schrappingen moet de scheidsrechter eveneens paraferen. De terreinafgevaardigde en de afgevaardigde van de bezoekers (bij diens afwezigheid de kapitein) ondertekenen na de wedstrijd het wedstrijdblad Voor akkoord op de daartoe voorziene plaatsen. Indien ze weigeren, vermeldt de scheidsrechter dit in de rubriek Opmerkingen. De scheidsrechter ondertekent als laatste. 32

REGEL LOI 1 5 TERRAIN - DE SCHEIDSRECHTER DE JEU Nota Bene De scheidsrechter moet zijn notities betreffende waarschuwingen, uitsluitingen, wissels, enz, gedurende heel het seizoen bewaren. Hij moet ze voorleggen op elk verzoek van de bevoegde bondsinstantie, meer bepaald bij het verschijnen voor de repressieve comités. Indien een ingeschreven speler niet is komen opdagen, zal de scheidsrechter na de wedstrijd de naam van deze speler doorstrepen en paraferen. De afgevaardigde van de bezoekende club mag in alle omstandigheden en in alle wedstrijden vervangen worden door een niet spelende aangeslotene of bij ontstentenis door de kapitein van de ploeg, die mag voort spelen. 3. Te noteren op het wedstrijdblad in de rubriek opmerkingen en in het e-kickoff-rapport Het ontbreken van het identiteitsbewijs van de terrein afgevaardigde. 4. Te melden met een scheidsrechtersverslag 4.1. een rechtstreekse uitsluiting van een speler. 4.2. iedere laakbare houding van spelers, officials en publiek vóór, tijdens of na de wedstrijd. 4.3. het tijdelijk of definitief stopzetten van de wedstrijd wegens incidenten. 4.4. de schadevaststelling aan de installaties. 33

REGEL 5 - DE SCHEIDSRECHTER 5. Termijn indienen scheidsrechtersverslag 5.1. BETAALD VOETBAL (eerste ploegen) Het scheidsrechtersverslag wordt ten laatste de eerste kalenderdag na de wedstrijd vóór 10.00 uur via e-kickoff overgemaakt aan de secretaris van het Sportcomité Betaald Voetbal. 5.2. AMATEUR VOETBAL Het scheidsrechtersverslag wordt ten laatste de tweede werkdag na de wedstrijd via e-kickoff overgemaakt aan de secretaris van het Sportcomité Amateurvoetbal of van het bevoegd Provinciaal Comité. Bij agressie van een speler op de scheidsrechter(s) dient het verslag ingediend ten laatste de eerste werkdag volgend op de wedstrijd. 34

REGEL LOI 6 6 ARBITRES - DE ASSISTENT-SCHEIDSRECHTERS ASSISTANTS 1. Vlaggen Iedere assistent-scheidsrechter moet een vlag hebben. Deze vlag moet wit of helkleurig zijn en een zijde van 30 tot 40 cm hebben. Het gebruik van het elektronische vlaggensysteem is toegelaten. 2. Administratieve verantwoordelijkheid Een assistent-scheidsrechter, slachtoffer van fysieke agressie, mag zelf klacht indienen of een verslag opstellen. Alle andere feiten moet hij melden aan de scheidsrechter, de enige officiële getuige en verslaggever van de wedstrijd. 3. Bevoegdheid van de gelegenheidsassistent-scheidsrechter Een gelegenheidsassistent-scheidsrechter heeft dezelfde bevoegdheid als een officieel aangeduide assistent-scheidsrechter. 4. Onderrichtingen aan de assistent-scheidsrechters Indien de scheidsrechter, vóór aanvang van de wedstrijd, geen klare en duidelijke onderrichtingen geeft, moeten de assistent-scheidsrechters erom vragen. Deze richtlijnen omvatten vier prioriteiten : 1. het visuele contact. 2. het volgen van de voorlaatste verdediger. 3. de toepassing van het wait and see-principe bij buitenspel. 4. het opnemen van verantwoordelijkheid. 35

REGEL 6 - DE ASSISTENT-SCHEIDSRECHTERS A. Bal uit het spel Indien de scheidsrechter dit niet ziet, behoudt de assistentscheidsrechter zijn signalisatie tot bij de eerstvolgende spel - hervatting. via de zijlijn (voeten = de assistent, armen = de scheidsrechter). duidelijke situatie: richting aangeven over de ganse lengte. twijfel: vlag omhoog, visueel contact en beslissing van de scheidsrechter volgen. via de doellijn duidelijke situatie over de ganse doellijn: hoekschop of doelschop aangeven in één tijd. bij twijfel over de ganse doellijn : vlag omhoog, visueel contact en de beslissing van de scheidsrechter volgen. B. Geldig doelpunt de scheidsrechter zag het : enkele meters naar de middenlijn lopen. de scheidsrechter zag het niet : - vlag in de hoogte - wachten op het fluitsignaal - en enkele meters naar de middenlijn lopen. C. Ongeldig doelpunt ter plaatse blijven en de overtreding signaleren. D. Buitenspel voorlaatste verdediger oordeel bij het vertrek van de bal aandacht voor de niet strafbare positie 36

REGEL 6 - DE ASSISTENT-SCHEIDSRECHTERS indien de scheidsrechter de signalisatie niet ziet, de vlag in de hoogte houden tot het gevaar geweken is of tot bij de eerst - volgende spelhervatting bij vrije schop, voorlaatste verdediger nemen aandacht voor de speler die voordeel haalt uit zijn buitenspelpositie het wait and see-principe goed toepassen. E. Fouten mogelijk voordeel afwachten (geen voordeel aangeven, enkel de scheidsrechter heeft deze bevoegdheid) indien beter geplaatst dan de scheidsrechter of bij verdoken fout: - vlag omhoog, wapperen - fluitsignaal afwachten - eerst de richting en daarna de aard van de overtreding signaleren, inbegrepen de fouten begaan in het strafschopgebied - directe vrije schop: vlag langs het lichaam - indirecte vrije schop: vlag horizontaal voor het lichaam in het strafschopgebied: naar het hoekschoppunt lopen buiten het strafschopgebied: enkele passen in de richting van de middenlijn brutale overtreding om het even waar gebeurd: het nummer van de speler memoriseren en de scheidsrechter inlichten. Het is belangrijk hem te melden hoe het spel moet hervat worden mogelijkheid tot tussenkomen op het speelveld om de tegenstrevers te scheiden of om de afstand van 9,15 m te doen eerbiedigen door zich voor de bal te plaatsen. F. Wissels de wisselspeler moet klaar staan verwittigen met het overeengekomen signaal (eventueel over - nemen door de andere assistent) spelonderbreking en teken van scheidsrechter afwachten controle van de uitrusting de wisselspeler komt pas op wanneer de te wisselen speler het speelveld verlaten heeft en na teken van de scheidsrechter. 37

REGEL 6 - DE ASSISTENT-SCHEIDSRECHTERS G. Neutrale zone technische zone geduld en kalmte uitsluitend de toegelaten personen behalve bij zware feiten, een spelonderbreking afwachten om de scheidsrechter in te lichten opwarming van de wisselspelers achter de rug van de 1 ste assistentscheidsrechter en in een andere uitrusting dan de veldspelers. Maximum 3 spelers van elke ploeg mogen zich tegelijkertijd opwarmen. Eenmaal het maximum aantal wissels is uitgevoerd, is iedere opwarming verboden weten waar de terreinafgevaardigde zich bevindt preventief optreden bij kwetsuren van spelers uitgesloten spelers moeten de omgeving van het speelveld en de technische zone verlaten en mogen niet in de neutrale zone blijven of erin terugkeren. H. Allerlei reservemateriaal bijhebben en speeltijd noteren netten controleren bij het begin van de wedstrijd en na de rust de kaarten en de vervangingen noteren taak bij het einde van iedere speelhelft lichaamstaal op gepaste wijze gebruiken. 5. Samenwerking met een assistent-scheidsrechter van de club De scheidsrechter preciseert en becommentarieert de specifieke punten van de officiële onderrichtingen die hij wenst toegepast te zien. 38

LOI REGEL 1 7 7 TERRAIN DUREE - DUUR DU VAN DE MATCH JEU DE WEDSTRIJD 1. Duur van de officiële wedstrijden (kampioenschap, nationale en provinciale beker) De duur van een officiële wedstrijd is tweemaal : - 45 minuten voor de seniores, behalve voor deze van een bepaalde leeftijd opgesteld in de provinciale reserven (veteranen) de U18 tot U21 de eerste ploegen van de nationale en provinciale dames - competitie de vrouwelijke jeugd U20-40 minuten voor de U16 tot U17-35 minuten voor de U14 en U15 de seniores van een bepaalde leeftijd, opgesteld in provinciale reserven (veteranen) de vrouwelijke jeugd U16-30 minuten voor de U12 en U13 Zelfs bij onderling akkoord mag deze duur niet verkort worden. Hij mag ook niet verlengd worden, behalve in de gevallen waar het competitiereglement verlengingen en/of een strafschoppenserie voorziet (zie punt 3 hierna) en ook in het geval een strafschop moet genomen worden aan het einde van een helft of aan het einde van een verlenging. 39

REGEL 7 - DUUR VAN DE WEDSTRIJD 2. Duur van de vriendschappelijke wedstrijden en tornooien Bovenstaande bepalingen zijn eveneens van toepassing op vriendschappelijke wedstrijden en wedstrijden van tornooien. Toch kan voor deze wedstrijden, mits onderling akkoord tussen de betrokken clubs, de duur verkort worden. 3. Verlengingen - Strafschoppenserie De ploegen spelen twee verlengingen van 15 minuten elk, met kampwisseling en onmiddellijke spelhervatting na het eerste kwartier, wanneer een wedstrijd van mannelijke seniores, gespeeld buiten reeks en zonder rangschikking per punten, eindigt op een gelijk spel. Bij aanvang van de verlengingen moet de scheidsrechter opnieuw tossen volgens de bepalingen van Spelregel 8. Wanneer de stand na deze verlengingen nog steeds gelijk is, wordt de winnaar aangeduid via een strafschoppenserie. De duur van een jeugd- of een dameswedstrijd mag nooit verlengd worden. Bij een gelijke stand, na de normale duur van deze wedstrijden, gaat men onmiddellijk over tot een strafschoppenserie. 4. Wedstrijd die de reglementaire duur niet gehad heeft Indien de scheidsrechter, na het einde van een speelhelft gefloten te hebben, dadelijk bemerkt dat hij de wedstrijd te vroeg onderbroken heeft, moet hij het spel voor de nog overblijvende tijd doen hervatten. Is dit niet meer mogelijk, zal hij de procedure volgen zoals voorzien onder punt 5. 40

REGEL LOI 1 7 TERRAIN - DUUR VAN DE JEU DE WEDSTRIJD 5. Te noteren op het wedstrijdblad in de rubriek opmerkingen en in het e-kickoff-rapport Indien de scheidsrechter vaststelt dat een speelhelft niet de reglementaire duur gehad heeft, moet hij dit op het wedstrijdblad vermelden, in aanwezigheid van de afgevaardigden van beide clubs en eventueel van de twee assistent-scheidsrechters, die gevraagd worden deze vaststelling mede te ondertekenen. In geval van weigering, wordt dit door de scheidsrechter genoteerd. 41

REGEL 8 HET BEGIN EN DE HERVATTING VAN HET SPEL 1. De beginschop De beginschop wordt gegeven door een speler die aan de wedstrijd deelneemt. 2. Wachttijden 2.1. Algemeen principe. 2.1.1. een wedstrijd moet op het voorziene aanvangsuur beginnen. 2.1.2. na een spelonderbreking moet het spel zo snel mogelijk hervat worden. 2.2. Wachttijden zijn mogelijk. 2.2.1. bij afwezigheid van een ploeg op het voorziene aanvangsuur en op voorwaarde dat de aanwezige ploeg akkoord gaat. 2.2.2. bij onvoorziene omstandigheden. 2.2.3. bij het uitvallen van de verlichting. 2.3. De maximum duur van de wachttijden. 2.3.1. 10 minuten bij afwezigheid van een ploeg. 2.3.2. 30 minuten bij onvoorziene omstandigheden. 2.3.3. 30 minuten bij het uitvallen van de verlichting. 42

REGEL LOI 1 8 TERRAIN HET BEGIN DE JEU EN DE HERVATTING VAN HET SPEL 2.4. Nota Bene. 2.4.1. de som van alle toegepaste wachttijden wegens onvoorziene omstandigheden (inclusief de wachttijd toegepast wegens de afwezigheid van een ploeg) mag nooit meer dan 30 minuten per wedstrijd bedragen. 2.4.2. de som van alle toegepaste wachttijden wegens het uitvallen van de verlichting mag nooit meer dan 30 mi nuten per wedstrijd bedragen. 2.4.3. de regels onder 2.4.1 en 2.4.2 mogen cumulatief worden toegepast. 2.4.4. wordt de totale duur van alle toegepaste en toegelaten wachttijden overschreden, dan moet de scheidsrechter de wedstrijd definitief staken. 2.4.5. indien bij mist een weersverbetering niet te verwachten valt, wordt aangeraden de voorziene wachttijd niet te benutten, maar zo snel mogelijk een definitieve beslissing te nemen. 2.4.6. het aanvangsuur van een wedstrijd mag nooit vertraagd worden om de thuisploeg toe te laten herstellings - werken te beëindigen ingevolge ongeschikt speelveld. 3. Te noteren op het wedstrijdblad in de rubriek opmerkingen en in het e-kickoff-rapport 3.1. de reden(en) voor het laattijdig aanvangen en het exacte aanvangsuur van de wedstrijd. 3.2. de reden(en) voor het overschrijden van de maximum duur van de voorziene wachttijd (met het staken van de wedstrijd tot gevolg). 43

REGEL 9 DE BAL IN EN UIT HET SPEL REGEL 10 - HOE ER WORDT GESCOORD Vreemd voorwerp Een doelpunt mag niet toegekend worden wanneer de bal, alvorens hij de doellijn overschrijdt, in contact is geweest met een vreemd voorwerp. De scheidsrechter zal in dit geval het spel stilleggen en hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal in contact kwam met het vreemd voorwerp, tenzij het spel werd stilgelegd in het doelgebied. In dit geval, zal de scheidsrechter de bal laten vallen op de lijn van het doelgebied, die evenwijdig loopt aan de doellijn en op een plek zo dicht mogelijk bij de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken. Indien een toeschouwer het speelveld betreedt om een doelpunt te verhinderen, zal de scheidsrechter het doelpunt valideren indien de toeschouwer de bal niet raakte of zich niet daadwerkelijk in de spelontwikkeling mengde. REGEL 11 - BUITENSPEL 44

REGEL LOI 1 12 TERRAIN - OVERTREDINGEN DE JEU EN ONSPORTIEF GEDRAG 1. Wat is een spelfase? Een spelfase is het geheel van de spelacties en spelfeiten die zich afspelen tussen het in het spel brengen van de bal en de spelonderbreking die daarop volgt. 2. Wedstrijden tussen ploegen die aan verschillende strafstelsels onderworpen zijn Voor deze wedstrijden is de procedure van toepassing die gangbaar is voor de hoogste spelerscategorie. 3. Boodschap op onderkleding Indien een speler een boodschap op zijn onderkleding toont, moet de scheidsrechter een verslag opmaken voor het repressief comité. 4. Gele kaart Indien de scheidsrechter een speler een gele kaart wil tonen en deze speler op dat ogenblik een overtreding begaat die eveneens met geel moet bestraft worden, zal de scheidsrechter dit achtereenvolgens met twee gele en een rode kaart aangeven. 45

REGEL 12 - OVERTREDINGEN EN ONSPORTIEF GEDRAG 5. Herroepen van een gele of rode kaart De scheidsrechter kent een vrije schop toe aan een aanvaller en toont de tegenstrever : een gele kaart wegens het afbreken van een beloftevolle aanval of een rode kaart wegens het ontnemen van een scoringskans. Hij stelt daarna vast dat de assistent-scheidsrechter signaleerde voor een eerdere overtreding. Indien de scheidsrechter de voorafgaande inbreuk aanvaardt, vervalt de gele of rode kaart en zal het spel, naargelang de aard van de voorafgaande fout, met een indirecte of directe vrije schop hervat worden. Uitzondering : Indien de beloftevolle aanval of de scoringskans afgebroken of ontnomen wordt door een overtreding, waarvan de intensiteit op zich reeds geel of rood rechtvaardigt, dan blijft de disciplinaire maatregel behouden. 46

LOI REGEL 1 12 TERRAIN - OVERTREDINGEN DE JEU EN ONSPORTIEF GEDRAG TABEL SPELHERVATTINGEN In alle voorbeelden is, op het ogenblik van de overtreding, de bal in het spel. 1. Overtredingen (behalve werpen en spuwen ) dader effectieve speler effectieve speler effectieve speler slachtoffer tegenstrever ploegmaat scheidsrechter een andere persoon dader op of buiten het speelveld X X X slachtoffer op speelveld X X buiten speelveld X spelhervatting directe vrije schop indirecte vrije schop scheidsrechtersbal plaats spelhervatting overtreding overtreding bal 2. Werpen en spuwen dader effectieve speler effectieve speler effectieve speler slachtoffer tegenstrever ploegmaat scheidsrechter een andere persoon dader op buiten speelveld speelveld X X X slachtoffer op speelveld X X buiten speelveld X spelhervatting directe vrije schop indirecte vrije schop indirecte vrije schop plaats spelhervatting overtreding overtreding bal Voor de bijzonderheden, zie volgende pagina. 47