zittingsjaar 2010-2011 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie



Vergelijkbare documenten
zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

vergadering C165 WON14 zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

219 ( ) Nr oktober 2009 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet

over vermindering van onroerende voorheffing voor energiezuinige woningen waarvan de bouwaanvraag dateert van voor de EPB-regelgeving

Omzendbrief RWO/WO/2014/03

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID

VOORSTEL VAN DECREET. van de heren Bart Martens, Carl Decaluwe, Marc van den Abeelen, Jan Peumans en Joris Vandenbroucke

C264 WON21. Zitting juni 2006 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR WONEN, STEDELIJK BELEID, INBURGERING EN GELIJKE KANSEN

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

vergadering C69 WON6 zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

vergadering C248 WON19 zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

Dames en heren. Dat lees ik ook in de conclusies van het boek, waarvan ik er enkele graag met u overloop:

Omzendbrief W/2014/01

Voorstel van decreet ( ) Nr maart 2017 ( ) ingediend op

Voorstel van resolutie. betreffende het afschaffen van sociale koopwoningen

INHOUD 1. INLEIDING EN SITUERING. 1.1 Wettelijk kader 1.2 Gemeentelijk initiatief 1.3 Definities 2. ALGEMEEN KADER INZAKE TOEWIJZING

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN JULI /016 Stand van zaken projecten kwalitatief en betaalbaar wonen 07/2014

vergadering C91 zittingsjaar Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen

Handelingen. Commissievergadering. Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie VOORLOPIGE VERSIE. zittingsjaar

En ten slotte wil ik stilstaan bij de doorlooptijden. Vaak hoor ik dat vertragingen hierin te wijten zijn aan Brussel. Het zijn administratieve

Vlaamse Regering principieel akkoord met E70 vanaf 2012

vergadering C154 LAN8 zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid

SOCIALE KOOP. Dé manier om een betaalbare & kwalitatieve woning te kopen. Vereniging van Vlaamse VVH Huisvestingsmaatschappijen

"J'" Vlaamse Regering.

4. ALGEMENE TOEPASSING 5. GOEDKEURING EN WIJZIGINGEN 6. BEKENDMAKING 7. INWERKINGTREDING


betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid

Gemeente MEULEBEKE Toewijzing zoals bepaald door het Sociaal Huurbesluit. Een eigen lokaal toewijzingsreglement

Toespraak Freya Saeys, actualiteitsdebat VP

Wonen in Vlaanderen. Mercedes Van Volcem Vlaams Parlementslid

~aam.e Regering ~ door de toezichthouder met betrekking tot de toewijzing van de woning gelegen naast zich neer te leggen.

Commissievergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

VERZOEKSCHRIFT. over het wegvallen van de huursubsidie bij verhuis naar een sociale woning VERSLAG

* alleenstaande moeder of vader+inwonende kinderen. * gehuwd of samenwonend. * jaar. * meer dan 50 jaar. * jaar

Het sociaal energiebeleid in Vlaanderen doorgelicht. Loont de aanpak van de strijd tegen energiearmoede? Voorstelling aanpak evaluatie

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

ADVIES DIENST REGULERING

Het Sociaal Verhuurkantoor professioneel partner in het Woonbeleid. Presentatie door. Yannick Claes Sociaal Verhuurkantoor Waasland

Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen

VCB vraagt handhaving van woonbonus en aanpassing van kredietvoorwaarden

Stad Gent investeert tien miljoen euro in sociale huisvestingsmaatschappij WoninGent

Dag van het Lokaal Woonbeleid: Overdracht van gesubsidieerde onroerende goederen. 25 juni 2019

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

C57 ECO9 Commissievergadering

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heren Marc Olivier, Jacques Timmermans en Carl Decaluwé c.s.

Bij de voorstelling van het Jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN 2015

Vlaamse Regering :~~< " '.~

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van mevrouw Veerle Heeren en de heren Carl Decaluwe, Mark Van der Poorten en Jan Laurys

Brus sel, 21 april Mijn heer de mi nis ter-pre si dent,

over een waarborgfonds voor huurders met financiële problemen

9,65 x 15,8 mm. Sluisweg. 4,9 x 5,25 mm. verslag

Commissie Openbare Werken, Mobiliteit en Stedenbouw

2. Welke huisvestingsmaatschappijen hebben het grootste aandeel oudere huurders?

VOORSTEL VAN DECREET. van de dames Veerle Heeren, Dominique Guns en Caroline Gennez en de heer Bart De Wever

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS

Vergeet niet uw energie mee te verhuizen.

Energieprestatiecertificaten (EPC) in het Vlaamse Gewest. Stand van zaken

Doorlooptijden van investeringsprojecten inzake sociale woningbouw Wat kan een overheid doen?

Handelingen. Commissievergadering. Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed VOORLOPIGE VERSIE

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE EN EUROPESE AANGELEGENHEDEN

Verandering zal niet volstaan, een totale ommekeer is noodzakelijk!

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, STADSVERNIEUWING EN HUISVESTING

Commissievergadering nr. C13 OND1 ( ) 8 oktober 2009

over goedkope woonvormen zoals de tiny houses

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ALGEMEEN BELEID, FINANCIEN EN BEGROTING

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN ENERGIE, WONEN, STEDEN EN SOCIALE ECONOMIE,

Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie

Het sociaal huurbeleid en raakvlakken met welzijn

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

GEMEENTE KALMTHOUT. Toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen. Goedgekeurd door de minister op 14 november 2012

Nummer 34. Op zoek naar betaalbare woonvormen

40 jaar Vlaams parlement

Vlaamse Regel"ing.:~~. =

R E G L E M E N T LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR OUDEREN. Gemeenteraad van INLEIDING

Monitoring van het sociaal woonaanbod. De realisatie van een sociaal woonaanbod op gemeentelijk niveau

ADVIES OVER HET ONTWERPBESLUIT TOT WIJZIGING VAN DE ERKENNINGS- EN SUBSIDIEVOORWAARDEN VAN SOCIALE VERHUURKANTOREN. Advies / 6.09.

Sociale huur in kleine kernen Westhoek Leader Westhoek - 18/11/ en dus geen sociale koopwoningen of doelgroepwoningen van het OCMW/gemeente.

Inhoud. trst_. Lokaal toewijzingsreglement voor ouderen Goedgekeurd in de gemeenteraad van Zemst van 26 april 2018

Advies. Omzetting EU-richtlijn hernieuwbare energie. Brussel, SERV, 26 januari 2011 Brussel, Minaraad, 3 februari 2011

namens de Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen uitgebracht door Marc Hendrickx

Verzoekschrift. over de premie voor energiebesparende investeringen voor niet-belastingbetalers. Verslag

Grond- en pandendecreet gereedschapskist voor betaalbaar wonen

De wijzigingen aan het bestaande toewijzingsreglement werden in het geel aangeduid.

TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN INTERLOKALE VERENIGING REGIONAAL WOONBELEID NOORD-WEST BRABANT

betreffende de bestrijding van energiearmoede

Commissievergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn

Het bindend sociaal objectief halen na de arresten van het Grondwettelijk Hof kansen en knelpunten. Jeroen Schreurs Tom Nulens Jeroen Van Pottelberge

SNELLER DOOR BETER Aanbevelingen aangaande de versnelling van maatschappelijk belangrijke investeringsprojecten

OCMW Lede - Beleidsnota Sociale dienstverlening. Financiële steun

Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 29bis, 5, van de Vlaamse Woon code betreffende de beslissing van de sociale

PERSBERICHT. Annemie Turtelboom Vlaams Viceminister-president Annemie Turtelboom Vlaams minister van Financiën, Begroting en Energie

S p o e d l e v e r I n g

Transcriptie:

vergadering C107 WON9 zittingsjaar 2010-2011 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie van 20 januari 2010

2 Commissievergadering nr. C107 WON9 (2010-2011) 20 januari 2010 INHOUD Vraag om uitleg van de heer Marc Hendrickx tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de dalende verkoop van sociale woningen aan de zittende huurder - 863 (2010-2011) 3 Vraag om uitleg van de heer Carl Decaluwe tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de relatie tussen het dalend E-peil en de nood aan nieuwe aardgasaansluitingen - 880 (2010-2011) 5 Vraag om uitleg van de heer Marc Hendrickx tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de erkenning van landmeters-experten om schattingsverslagen op te stellen - 908 (2010-2011) 7 Vlaams Parlement 1011 Brussel 02/552.11.11 www.vlaamsparlement.be

Commissievergadering nr. C107 WON9 (2010-2011) 20 januari 2010 3 Voorzitter: de heer Jan Penris Vraag om uitleg van de heer Marc Hendrickx tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de dalende verkoop van sociale woningen aan de zittende huurder - 863 (2010-2011) De voorzitter: De heer Hendrickx heeft het woord. De heer Marc Hendrickx: Voorzitter, minister, ik heb u reeds een schriftelijke vraag gesteld, maar het antwoord heeft me aangezet tot deze mondelinge vraag. U hebt een aantal gegevens gegeven waaruit blijkt dat de verkoop van sociale huurwoningen niet rooskleurig is. Tussen 1998 en 2006 werden in Vlaanderen elk jaar gemiddeld 253 huurwoningen gekocht door hun huurders. De laatste jaren daalde dat gemiddelde naar 209. Op 2001 na waren de jaren 2009, met 160 verkochte woningen, en 2010 met 161 verkochte woningen zelfs de slechtste verkoopjaren sinds 1998. Dit is zonder meer jammer. Het sociale kooprecht is een zeer goede zaak. Wie een woning bezit in plaats van die te huren, zal er vanzelfsprekend meer zorg voor dragen en er sneller in investeren, wat het uitzicht van sociale woonwijken sterk verbetert. Bovendien zijn huurders die hun woning kopen, verplicht twintig jaar na aankoop deze woning te blijven betrekken. Dit zet de eigenaars dan ook aan een sociaal netwerk uit te bouwen in de buurt en actief mee te werken aan een aangename en leefbare woonomgeving. Zo ontstaat er in de sociale woonwijken een gezonde mix van eigenaars en huurders. De grote vraag is nu natuurlijk wat de verklaring is voor die teleurstellende resultaten. De economische crisis, die in 2009 op haar ergst was, is een mogelijke reden. Toch mag dit niet volstaan om deze zeer tegenvallende verkoop af te doen als een conjunctureel en dus tijdelijk probleem. Zo geven verschillende actoren in de huisvestingssector aan dat de discrepantie tussen sociaal huren en eigenaarschap blijft toenemen. De gemiddelde sociale huurprijs is zoveel lager dan de gemiddelde mensualiteit bij de afbetaling van een gelijkaardige woning dat het weinig aantrekkelijk is om eigenaar te worden. Bovendien wordt met een huurachterstand bij een socialewoningbewoner veel flexibeler opgetreden dan met een afbetalingsachterstand bij een bank. Een tweede mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat door de uitgebreidere service die de huisvestingsmaatschappijen bieden aan hun huurders, het voor zittende huurders een stuk minder aantrekkelijk wordt om eigenaar te worden van hun huurwoning. Als eigenaars verliezen ze immers alle voordelen die huurders krijgen: slijtageproblemen dienen ze zelf te repareren, heel wat onderhoudskosten moeten ze zelf dragen, de begeleiding van de sociale dienst valt volledig weg enzovoort. Een derde verklaring ligt mogelijk in het feit dat het publiek van de sociale huisvesting de voorbije jaren verarmde. De bepalingen in het kaderbesluit Sociale Huur inzake het maximaal inkomen voor sociale huurders en de daaraan verbonden afschaffing van de lokale uitzondering met leefbaarheidsplan en de marginale sociale huurverhoging hebben het voor de gemiddelde inkomens en werkenden aanzienlijk moeilijker gemaakt om een huis te verwerven binnen het sociale huurstelsel. Gevolg is natuurlijk dat het huidige publiek meer afhankelijk is van vervangingsinkomens en dus niet geneigd is langdurige verbintenissen aan te gaan, zoals de aankoop van een eigen huis. Minister, welke verklaringen ziet u voor de tegenvallende verkoop van sociale woningen aan zittende huurders na de versoepeling van 2006? Bent u van mening dat een dergelijke negatieve verkoopstrend door Vlaamse beleidsmaatregelen kan of moet worden omgebogen? De voorzitter: Mevrouw Coppé heeft het woord. Mevrouw Griet Coppé: Voorzitter, minister, collega s, ik zou een bijkomende vraag willen stellen. Misschien zou het interessant zijn om te weten hoeveel dossiers voor aankoop worden

4 Commissievergadering nr. C107 WON9 (2010-2011) 20 januari 2010 gestart en hoeveel er uiteindelijk worden gerealiseerd. Ik denk dat we meer moeten weten om te zeggen dat het geen succes is. Tot vandaag is het zo dat een huurder geen sociale lening kan krijgen. Men kan enkel terecht op de private markt, bij de banken. De intrest zal dus hoger zijn. Kunt u niet onderzoeken of een huurder geen sociale lening kan krijgen? De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord. De heer Carl Decaluwe: Voorzitter, minister, ik weet niet wat de teneur van het antwoord van de minister zal zijn, maar de CD&V-fractie heeft altijd een dubbel gevoel gehad bij dit dossier. Er is herinvesteringsplicht. Als men drie woningen verkoopt, kan men met die middelen maar twee woningen meer bouwen. Als men dit massaal zou doorvoeren, dan is er een afbouw van het socialehuurpatrimonium. Het zijn vooral de mensen met de betere inkomens die hun woning kunnen kopen. Dat betekent dat de gemiddelde huurprijs voor diegenen die niet kunnen kopen, misschien zal stijgen. Ook dit moeten we in ogenschouw nemen. Het is een goede maatregel, maar ik vraag voorzichtigheid om deze maatregel met alle mogelijke middelen te stimuleren. Zolang er wachtlijsten zijn voor sociale huurwoningen, moeten we er met de nodige omzichtigheid mee omgaan. De heer Jan Penris: Minister, ik herinner me uit de vorige legislaturen dat we dat debat ook meer ten gronde hebben gevoerd. De filosofie van de toenmalige ministers was dat men eigendomsverwerving moest stimuleren. Eigenaar zijn, is altijd of dikwijls te verkiezen boven het blijven huren. De heer Decaluwe heeft toen namens zijn fractie altijd duidelijk gemaakt dat men voorzichtig moet zijn en ervoor moet zorgen dat men niet het hele patrimonium uitverkoopt. Verder moeten we ook eens nagaan waar de verkoop succesvol is en waar we niet van onze sociale panden af geraken. Ik denk dat de staat van sommige woningen en de leefomgeving van sommige buurten wel eens determinerend zou kunnen zijn om een zittende huurder aan te moedigen tot het al dan niet kopen van een woning. Weten is meten en meten is weten. Dat was de slogan van uw voorganger, minister. We kijken dan ook met veel interesse uit naar uw antwoord. De voorzitter: Minister Van den Bossche heeft het woord. Minister Freya Van den Bossche: Die geringe verkoopcijfers hebben vooral te maken met het doelpubliek. Dat zijn per definitie mensen met een laag inkomen, voor wie het niet eenvoudig is om een woning te verwerven. Mijnheer Penris, u zegt dat de staat van de woning en de omgeving wellicht een belangrijk aspect van aantrekkelijkheid vormen. Dat klopt zeker. Maar zoals de heer Hendrickx zegt, heeft ook de economische crisis een aantal mensen zwaar getroffen. In essentie gaat het natuurlijk om mensen die een bijzonder laag inkomen hebben en voor wie het niet gemakkelijk is om een woning te kopen, vooral dan als we de vergelijking maken met de huurprijs die deze mensen soms betalen. Die prijs is aangepast aan het inkomen en kan vrij laag liggen ten opzichte van de prijzen op de markt. De kloof tussen huren en kopen is binnen de sociale sector veel groter dan op de privémarkt. De woningen die in aanmerking komen voor het kooprecht zijn veelal woningen uit de jaren 70 en 80. Doorgaans zijn die in vrij goede staat. De oudere woningen die worden verkocht, zijn meestal al van de hand gegaan. Voor deze wat recentere woningen komt men natuurlijk in concurrentie met de sociale koop. Ik denk dat die nieuwe sociale koopwoningen vaak een aantrekkelijker initiatief vormen voor mensen die het zich dan wel kunnen permitteren om die via die bijzondere sociale leningen aan te kopen. Ik heb de indruk dat men dan eerder die keuze maakt.

Commissievergadering nr. C107 WON9 (2010-2011) 20 januari 2010 5 Slechts een beperkt deel van de sociale huurwoningen is onderhevig aan dat kooprecht. Het gaat bijvoorbeeld niet om appartementen. Het gaat om 30.000 van de 140.000 woningen. Bovendien moet men er vijf jaar onafgebroken in gewoond hebben. We spreken dan ook over een eerder beperkt volume aan woningen dat daarvoor in aanmerking komt. Enerzijds creëert die bestaande maatregel opportuniteiten vooral voor die huurders die na verloop van tijd wat meer zuurstof krijgen en misschien wat meer beginnen te verdienen. Als zij dan die woning verwerven, is dat de beste zekerheid voor het moment dat zij met pensioen gaan. Zij hoeven dan geen huur meer te betalen. Anderzijds bestaat het gevaar, zoals ook de heer Decaluwe zei, dat als we te snel te veel van die woningen verkopen wetende hoeveel wachtenden er nog op de lijst staan en hoe lang de gemiddelde wachttijd nu is, we nooit zullen kunnen bijbouwen wat we verliezen. We moeten ons daarvoor hoeden. Er is voorzien in een niet-onbelangrijk volume aan sociale koop. Het klopt ook dat vandaag voor een beperkt volume het recht bestaat om die huurwoning te kopen. Ik denk echter niet dat ik extra stimulerende maatregelen kan nemen omdat ik bang ben voor het effect op de wachtlijsten. We zitten nu aan een precair evenwicht dat ik niet zomaar zou durven te verstoren. Ik besef echter dat dit geen eenvoudige problematiek is. De voorzitter: De heer Hendrickx heeft het woord. De heer Marc Hendrickx: Minister, uw antwoord volstaat. We zijn actief in een sector, in een niche die geen exacte wetenschap toelaat. Daar zijn verschillende oorzaken voor. U geeft zelf aan dat we op een precair evenwicht zitten, waar we zorgzaam mee moeten omgaan. We zien wel hoe dit evolueert. De voorzitter: Het incident is gesloten. Vraag om uitleg van de heer Carl Decaluwe tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de relatie tussen het dalend E-peil en de nood aan nieuwe aardgasaansluitingen - 880 (2010-2011) De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord. De heer Carl Decaluwe: Voor woningen mag het E-peil sinds 2010 maximaal E80 zijn. Een lage-energiewoning heeft een E-peil van maximum E60. Het is de ambitie van deze Vlaamse Regering om dat peil verder naar beneden te krijgen. De komende jaren zal door de geleverde inspanningen voor meer duurzaamheid en efficiënt energiebeheer het E-peil van nieuwe woningen blijven dalen, wat op zich een goede zaak is. We hebben al vaker vragen gesteld over de impact en het gebruik van aardgas. Steeds meer specialisten zijn er echter van overtuigd dat op termijn aardgasvoorzieningen in nieuwe verkavelingen geen echte noodzaak meer zullen zijn wegens het dalend E-peil. Als er een nieuwe verkaveling komt met passiefwoningen, is men dan verplicht om te opteren voor aardgasvoorzieningen? Destijds is het decreet van de heer Martens en mezelf over de aardgasaansluitingen in woongebieden goedgekeurd. Dit dateert uit de vorige regeerperiode. De doelstelling was om in woongelegenheden een aansluitbaarheidsgraad van 95 procent in 2010 en van 100 procent in 2020 na te streven. De aansluitbaarheid is natuurlijk meer dan het ter beschikking stellen van een aardgasleiding in de straat. Een aantal specialisten zeggen dat we in de toekomst moeten bekijken hoe we dit aanpakken. De aansluitbaarheidsgraad gaat natuurlijk gepaard met zware investeringen door de distributienetbeheerders, die moeten worden doorgerekend. Wat is dan de toegevoegde waarde, in verhouding tot het dalende E-peil?

6 Commissievergadering nr. C107 WON9 (2010-2011) 20 januari 2010 Bestaat er, in het kader van de daling van het E-peil van de woongebouwen, reeds onderzoek over de aanwending van aardgas in relatie tot rationeel energiebeheer en duurzaamheid? Zo ja, wat zijn de bevindingen? Indien er daar nog geen studies over zouden bestaan ik heb ze althans niet gevonden, overweegt u een dergelijk onderzoek te laten opstarten? Indien u dit niet wilt doen, wat is daar dan de reden voor? In hoeverre kan het Aardgasdecreet het aansluitbaarheidsdecreet volgens u gelinkt worden aan de problematiek van duurzaamheid en lagere E-peilen? Uiteindelijk is dat de essentie van de zaak. Wat is de stand van zaken inzake de uitvoering van dit decreet? Is er een verschil merkbaar tussen de zuivere en de gemengde intercommunales? Indien u daarover cijfermateriaal hebt, kunt u dat misschien ter beschikking stellen. De voorzitter: Minister Van den Bossche heeft het woord. Minister Freya Van den Bossche: Het is zeker interessant om na te gaan wat de impact is van de verstrenging van die energieprestatie-eisen op de nieuwbouw en de gebruikte verwarmingsbronnen. Het Vlaams Energieagentschap (VEA) volgt dat ook op via de EPBaangiftes (energieprestatie en binnenklimaat) die na ingebruikname van een nieuwbouw moeten worden ingediend. Uit analyse van de meest recent beschikbare gegevens voor de heel energiezuinige nieuwbouw, E60 of lager, blijkt dat nog in beperkte mate wordt gebruikgemaakt van aardgas of stookolie. In die woningen wordt steeds meer gebruikgemaakt van een warmtepomp. In woningen met een E-peil hoger dan E60, wordt de warmtepomp in beperkte mate toegepast. In woningen met een E-peil tussen E40 en E60 gaat het echter al om een derde van de woningen. Als men zakt onder E40, gaat het al om twee derde van de woningen. Naarmate het E-peil dus wordt verstrengd en we zitten in de richting van energieneutraliteit, we zijn verder aan het verstrengen wordt die noodzaak om aan te sluiten op aardgas steeds kleiner. Dat is de huidige realiteit. Zodra de E-peileis wordt verstrengd tot E40, moet men daarmee rekening houden bij de aanleg van aardgasnetten in nieuwe woonwijken. Op dat moment wordt het logischer dat men overgaat naar de warmtepomp, ook om het E-peil te halen dat inzake kosten en baten interessant is. In 2012 gaan we naar E70, in 2014 naar E60. Het verdere pad voor verstrenging moet nog worden vastgelegd. Het VEA heeft de opdracht gekregen om tegen eind 2011 een voorstel te doen voor dat verdere pad richting verstrenging. Zodra we dat pad kennen en hebben goedgekeurd, moeten we de regelgeving mee aanpassen die daarmee gepaard gaat. Ik denk dan ondere andere aan waar u naar verwijst. De Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) stelt vast dat de netbeheerders hun netten continu zijn blijven uitbreiden. De aansluitbaarheidsgraad van 95 procent die we hebben vooropgesteld tegen 2015 voor die woongebieden, uitgezonderd dat hele landelijke karakter, wordt nu al gehaald in redelijk wat gebieden. Tegen 2015 zullen alle distributienetbeheerders die 95 procent halen. Ook de hogere streefcijfers voor 2020 zouden volgens de VREG haalbaar moeten zijn. Zij volgen de situatie overigens op via de jaarlijkse investeringsplannen. Zij kunnen de netbeheerders ook bijsturen indien die nodig mocht blijken, wat tot hier toe nog niet het geval is geweest. De VREG merkt ook geen significant verschil tussen de zuivere en gemengde intercommunales. Er zijn natuurlijk een aantal parameters zoals de historische achterstand die zich in bepaalde gebieden voordoet en de zwaarte van investeringen die zeker een invloed hebben op de snelheid waarmee zo n netbeheerder de aansluitbaarheidsgraad in zijn gebied verhoogt en kan verhogen. Het tempo dat elke netbeheerder momenteel aanhoudt, is voldoende hoog om de streefcijfers te halen.

Commissievergadering nr. C107 WON9 (2010-2011) 20 januari 2010 7 Uw suggestie is dus zeer waardevol voor de nieuwe woonwijken die zullen worden aangelegd, als in de toekomst dat E-peil verder wordt verstrengd. De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord. De heer Carl Decaluwe: Minister, dank voor uw antwoord. Ik kan daar niets aan toevoegen. De voorzitter: Het incident is gesloten. Vraag om uitleg van de heer Marc Hendrickx tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de erkenning van landmeters-experten om schattingsverslagen op te stellen - 908 (2010-2011) De voorzitter: De heer Hendrickx heeft het woord. De heer Marc Hendrickx: Minister, sociale huisvestingsmaatschappijen signaleren ons al lange tijd aanzienlijke achterstandproblemen bij het opstellen van schattingsverslagen door de aankoopcomités. De onderbemanning enerzijds en de overbevraging anderzijds van deze comités zorgen voor aanzienlijke vertragingen bij het opmaken van schattingsverslagen in het kader van onroerende verrichtingen. Vandaag kunnen dergelijke schattingsverslagen enkel worden opgesteld door het aankoopcomité en de ontvanger van registratie. Tot voor kort werden ook provincies, gemeenten en OCMW s geconfronteerd met vertragingsproblemen bij het opstellen van deze verslagen. Begin december 2010 gaven wij zo goed als unaniem onze goedkeuring aan een voorstel van decreet waardoor deze besturen schattingen voortaan ook door landmeters-experten kunnen laten uitvoeren. Tijdens de bespreking van dit voorstel van decreet werd verwezen naar de problematiek in de sociale huisvestingssector. Zowel in de commissie en de plenaire vergadering suggereerde men om ook voor de sociale huisvestingsmaatschappijen in een oplossing te voorzien. Ik neem aan dat u op de hoogte bent van de problemen die sociale huisvestingsmaatschappijen op dit vlak ervaren. Hebt u hierover al klachten of vragen ontvangen? Hebt u weet van concrete dossiers die vertraging hebben opgelopen? Welke mogelijkheden ziet u om aan deze problematiek tegemoet te komen? Zult u ter zake iets ondernemen? De voorzitter: De heer de Kort heeft het woord. De heer Dirk de Kort: Ik wil graag aansluiten bij deze vraag van de heer Hendrickx. Ik vind deze vraag ook terecht, want het is een van de vertragingselementen in het realiseren van sociale huisvestingsprojecten. Daar is er effectief een problematiek bij de aankoopcomités. Je merkt wel goede wil, maar er is daar onderbemanning. Uiteraard heeft het federale niveau er minder belang bij dat er goed werk wordt geleverd op het vlak van sociale huisvestingsmaatschappijen. Ook inzake de ontvangst van registratie hangt sterk af van regio tot regio of men er al dan niet werk van maakt. Het is zeker zinvol om de landmeters-experten zoals we dit al op andere domeinen hebben gedaan een schattingsverslag te laten opstellen. Ik ben ter zake bezig met de voorbereiding van een voorstel van decreet. Ik zal daarover later nog overleg plegen met de collega s. De voorzitter: Minister Van den Bossche heeft het woord. Minister Freya Van den Bossche: De geschetste problematiek is mij bekend. De heer de Kort heeft daar op 22 oktober al een vraag over gesteld.

8 Commissievergadering nr. C107 WON9 (2010-2011) 20 januari 2010 Ik heb deze problematiek zelf al een aantal keren aangekaart. De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en de sociale huisvestingsmaatschappijen kennen die zeker. Het probleem is vooral regionaal bepaald en bestaat vooral in Antwerpen. Er zijn evengoed regio s waar er op dat vlak geen enkel probleem bestaat. Het probleem is vooral te wijten aan personeelstekort bij een aantal aankoopcomités. Wat de heer de Kort daarnet zei, klopt dus. De VMSW aanvaardt sinds kort dat bij de verkoop van restgronden schattingsverslagen worden opgesteld door een notaris of erkend landmeter-expert. Precies omwille van hun definitie als gronden die door hun omvang of ligging niet meer voor sociale huisvesting in aanmerking komen, vallen die gronden niet onder de normale regelgeving. Het gaat hier natuurlijk niet om een groot volume aan gronden. Het bespoedigend effect van deze maatregel mag dan klein zijn, het toont wel aan dat we nood hebben aan een oplossing in deze problematiek. In het kader van de doorlichting van de doorlooptijden en de aanbevelingen die daaruit voortvloeien, moet het aan bod komen. Dat is een van de vertragende effecten in de hele procedure. Ik wil alle relevante regelgeving aanpassen om de schattingen in de mate van het mogelijke te versoepelen, naar andere experten. We moeten er alleen voor zorgen dat de schattingen correct en objectief kunnen blijven gebeuren. Afhankelijk van het beroep is de toegang tot lijsten met gegevens wel of niet mogelijk. Dit kan problemen opleveren voor het referentiekader voor die schatters, maar we moeten er een oplossing voor kunnen vinden. Het zal een decreetswijziging vereisen en een aantal aanpassingen aan uitvoeringsbesluiten. Ik heb aan de administratie gevraagd om te onderzoeken wat de opties en de mogelijkheden zijn. Ik verwacht op vrij korte termijn een antwoord, zodat we weten welke stappen we kunnen zetten. Mijnheer de Kort, ik zal zeker niet nalaten om samen met de initiatiefnemers van een eventueel decreet ter zake te overleggen over die stappen. De voorzitter: De heer Hendrickx heeft het woord. De heer Marc Hendrickx: Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik neem ook kennis van de intentie van collega de Kort en de initiatieven die u hebt opgestart met de administratie. Ik wacht met spanning op de resultaten zodat we kunnen tegemoetkomen aan de bezorgdheden van de sector. De voorzitter: De heer de Kort heeft het woord. De heer Dirk de Kort: Ik wou ter informatie zeggen dat er in de Commissie Versnelling Maatschappelijk Belangrijke Investeringsprojecten is afgesproken om op 7 februari een hoorzitting te houden met de VMSW om de knelpunten te overlopen. Ik hoop alleen dat het nuttiger is dan de vergadering van deze week in de commissie Ruimtelijke Ordening. Minister, dat was bedroevend. Als het enkel de bedoeling is om de parlementsleden af en toe wat bezigheidstherapie te geven, dan hoeft het niet. Ik heb aan de voorzitter ook voorgesteld dat we dan beter zelf voorstellen van decreet kunnen indienen. Het was ondermaats. Ik denk dat iedereen wel aanvoelt dat er een aantal projecten serieus moeten worden versneld. De heer Jan Penris: De mensen van de VMSW hebben gezegd dat ze naar de hoorzitting komen. Hun stijl kennende we kregen gisteren een heel interessante presentatie van hen, denk ik dat het wel een interessante gedachtewisseling zal worden. Maar goed, iedereen heeft zijn stijl en talenten. De ene doet het al beter dan de andere. We hebben gisteren mogen vaststellen dat die mensen op dat niveau heel matuur zijn en ik heb hen daar ook heel uitdrukkelijk voor gefeliciteerd. Ik verwacht dat de zitting van 7 februari interessant zal worden. Minister Freya Van den Bossche: Ik wil de heer de Kort geruststellen: wij zullen de voorbereiding samen met de VMSW bekijken om ervoor te zorgen dat het relevant wordt

Commissievergadering nr. C107 WON9 (2010-2011) 20 januari 2010 9 voor u, want het is zeker niet de bedoeling dat u een aantal uren van uw kostbare tijd besteedt aan een weinig relevante uiteenzetting en gedachtewisseling. We zullen het zelf ook goed in de gaten houden, maar net als de voorzitter, ben ik heel tevreden over de deskundige manier waarop de VMSW wordt geleid. Ik heb er vrij veel vertrouwen in. De voorzitter: Het incident is gesloten.