Inspectierapport Kids2Ellens (BSO) Eemstraat 15 2025RD HAARLEM Registratienummer 821481095 Toezichthouder: GGD Kennemerland In opdracht van gemeente: HAARLEM Datum inspectie: 06-11-2014 Type onderzoek : Regulier onderzoek Status: Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 7 Veiligheid en gezondheid... 8 Inspectie-items... 9 Gegevens voorziening... 12 Gegevens toezicht... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 13 2 van 13
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Op 06 november 2014 heeft GGD Kennemerland, in opdracht van de gemeente Haarlem een onaangekondigde, risicogestuurde inspectie uitgevoerd bij buitenschoolse opvang Kids2ellens locatie Eemstraat in Haarlem. Tijdens dit reguliere inspectiebezoek is de Wet Kinderopvang getoetst. Buitenschoolse opvang Kids2ellens locatie Eemstraat biedt opvang aan kinderen van 4 tot 13 jaar en staat geregistreerd met 40 kindplaatsen. Er wordt gebruik gemaakt van de aula van de school, die voor de opvang geschikt wordt gemaakt door het plaatsen van verrijdbare kasten met spel- en speelmateriaal. Kids2ellens heeft nog een BSO locatie in Haarlem op de Reviusstraat. Op dit moment voldoet de BSO niet volledig aan de Wet Kinderopvang: * de Meldcode kindermishandeling incl. sociale kaart is onvolledig en onvoldoende geïmplementeerd * het pedagogisch beleid voldoet inhoudelijk niet op alle punten. Zie voor verdere uitleg de betreffende items. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 13
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens deze inspectie is het pedagogisch beleid en de pedagogische praktijk getoetst. Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleid op de locatie en op de website van de school betreft een verouderde versie. De later toegestuurde aangepaste versie voldoet nog niet volledig aan alle eisen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft niet in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Ook is een aantal voorwaarden beschreven waarvan het wenselijk is deze concreter in observeerbare termen te beschrijven. Dit betreft: - de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de hoe de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt - De werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroepen. - Hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is; in dit geval bij calamiteiten wanneer tweede beroepskracht onverwacht afwezig is. - Het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Deze onderdelen kunnen duidelijker geformuleerd maar zijn als voldoende beoordeeld. Aan de overige items wordt voldaan: - De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. - Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk Er heeft een observatie plaatsgevonden op de groep tijdens start van de dag, tafelmoment en tijdens het vrij spel. De beroepkracht geeft aan dat er dagelijks tijd is om praktische zaken en onderwerpen van pedagogische aard met elkaar te bespreken tijdens de voorbespreking van de dag. Het pedagogisch beleidsplan is echter geen 'levend' document en is niet structureel onderwerp van aandacht. Wel worden zaken besproken waar tegen aan gelopen wordt of als er zorgen zijn om een kind. Emotionele veiligheid Sfeer Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. De kinderen komen uit school en maken een vrolijke ontspannen indruk. De groep is gesplitst in twee basisgroepen. de grotere kinderen zitten apart van de jongere kinderen. Aan de tafels van de jongere kinderen zitten twee beroepskrachten. Even later gaan de kinderen spelen. Een meisje is aan het knutselen. Een van de beroepskrachten zit bij haar en vertelt dat zij het prettig vindt om lekker alleen haar gang te gaan. Tijdens het knutselen praat het meisje volop tegen de beroepskracht en doet de beroepskracht mee met de knutselactiviteit. 4 van 13
Respect De beroepskrachten zijn respectvol naar de kinderen en geven in hun gedrag het goede voorbeeld door rustig te praten en aandacht te hebben voor de ander. De beroepskrachten houden voortdurend in de gaten of de kinderen het naar de zin hebben en alles goed gaat. Ze zijn er voor de kinderen en doen zichtbaar hun best om het hen naar de zin te maken. Persoonlijke competentie Ondersteunen en stimuleren De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren individuele kinderen De beroepskrachten lopen door de ruimte en kijken of kinderen begeleiding nodig hebben. Een meisje zegt: "kijk eens, ik heb een poppetje getekend; dit zijn dingetjes om mee te kijken"(een spookgezicht met holle ogen). Een van de beroepskrachten helpt een meisje met haar knutselwerk en een andere beroepskracht helpt een paar kinderen op gang met Domino. Aanbod De kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal. De BSO maakt gebruik van een grote ruimte in school. Op de dag van de inspectie is er geen specifieke activiteit gepland; de kinderen kunnen kiezen wat ze doen. Er is divers materiaal waar de kinderen uit kunnen kiezen. Er is een thematafel (Herfst/Halloween) en er hangen geknutselde spookjes en vleermuizen. Er zijn geen echte speelhoeken omdat de ruimte met school gedeeld wordt; deze worden ook niet gecreëerd. Wel is er een semi-open ruimte welke tevens een doorloop is. De kinderen spelen met een 'keukentje', met auto's en met een barbiehuis. Sommige kinderen zijn aan het knutselen (verlanglijstje voor Sinterklaas), aan het tekenen, kleuren een kleurplaten of doen een spelletje. Een paar jongens gaan naar buiten om te spelen en een van de jongens maakt een hut onder tafel: "ik heb ook een ingang gemaakt" vertelt hij. Sociale competentie Ondersteuning Interactie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling hoewel er vooral één op één contact is. Tijdens het tafelmoment zitten de grotere kinderen kort aan tafel en is er weinig communicatie tussen beroepskracht en kinderen omdat de kinderen zelfstandig aan tafel zitten en de medewerker even met iets anders bezig is. De kinderen gaan daarna spelen. Als er iets is communiceren de beroepskrachten op rustige toon en zij lopen naar kinderen toe als zij hen iets willen vertellen of vragen. De akoestiek van de locatie is niet optimaal. Het lokaal is groot en hoog wat niet bevorderlijk is voor de akoestiek. Dit feit kan van invloed zijn op de kwaliteit van de (sociale) interactie tussen beroepskrachten en groep. Ook de opstelling van de tafels van de oudste kinderen bevordert sociale competentie niet. De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren Deel uitmaken van groepsgebeuren. In het pedagogisch beleid staat beschreven dat er gestreefd wordt naar een klimaat van saamhorigheid in de groep. De kinderen gaan op ontspannen wijze hun eigen weg en zoeken kleine groepjes op. Een van de beroepskrachten gaat bij een paar kinderen spelen en doet mee met het spel Domino. Als andere kinderen dit zien, komen ze erbij en laat de beroepskracht de kinderen samen het spel afmaken. Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig: - Een kind vraagt netjes: "mogen we beginnenl?". Dat mag: "drink en eet smakelijk!". - Als een kind zich niet aan de afspraak houdt, loopt de beroepskracht naar hem toe: "Ik heb het twee keer gevraagd, kijk me eens aan". In het pedagogisch beleid zijn de regels ook duidelijk beschreven: - voor groot en klein zullen we aardig zijn - we zullen goed voor de spullen zorgen, dan zijn ze weer te gebruiken morgen - de school is van binnen een wandelgebied en buiten hoeft dat lekker niet! Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk Als twee jongens buiten willen spelen, wordt eerst gecontroleerd of de ouders hier toestemming voor hebben gegeven. Vervolgens bespreekt de beroepskracht de regels met de jongens. "Weten jullie de afspraken nog? We blijven op het plein, we maken geen ruzie en als er wat is, kom je naar binnen". "Doen jullie een jas aan en dicht want het is fris". 5 van 13
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen Observaties Pedagogisch beleidsplan 6 van 13
Personeel en groepen Buitenschoolse opvang Kids2Ellens Eemstraat heeft twee groepen met maximaal 40 kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. Momenteel zijn er maximaal 30 kinderen met maximaal drie vaste beroepskrachten per dag, afhankelijk van het kindaantal. De eigenaar werkt zelf ook op de groep. Er is verder een medewerker ter ondersteuning, een 'helpend handje'. Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag zijn gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificatie zijn gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een passende beroepskwalificatie. Vanwege een zieke beroepskracht is de stagiaire van de locatie Reviusstraat ingeleend. Haar beroepskwalificatie is bekeken op de locatie Reviusstraat. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen van maximaal 20 kinderen. De kinderen horen in een vaste basisgroep. De groep kinderen is gesplitst in een jongere basisgroep en een oudere basisgroep. Zij zitten elke week in dezelfde basisgroep. Dit is zichtbaar tijdens tafelmomenten; dan zitten zij aan aparte tafels. Op de dag van de inspectie is er een basisgroep met 8 oudere kinderen en een basisgroep met 15 jongere kinderen en wordt hierdoor aan de eisen voldaan. Beroepskracht-kindratio Op de dag van de inspectie wordt aan de beroepskracht-kindratio voldaan. Er zijn twee beroepskrachten en er is op de dag van de inspectie een beroepskracht in opleiding. Totaal zijn er 23 kinderen waarvan er twee beroepskrachten bij de jongere groep (15 kinderen) zijn en de stagiaire bij de oudere groep (8 kinderen). Hierdoor wordt aan de eisen voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen Observaties Verklaringen omtrent het gedrag BBL-contracten Opleidingsplan BBL 7 van 13
Veiligheid en gezondheid Tijdens deze inspectie is de meldcode getoetst. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke niet meer voldoet aan de eisen. De wetswijzigingen (zomer 2013) zijn niet verwerkt in de meldcode en de sociale kaart. De houder heeft aangegeven deze aan te passen. Het betreft de meldplicht indien het vermoeden een medewerker of de houder betreft. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode en de meldplicht onvoldoende. Er is hier geen structurele aandacht voor; dit zou minimaal jaarlijks wenselijk zijn. Zorgen over kinderen worden wel met elkaar gedeeld en er is een goede samenwerking met de school. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen Meldcode kindermishandeling 8 van 13
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. kinderopvang en peuterspeelzalen) In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 13
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 13
Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 11 van 13
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kids2Ellens Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : Kids2Ellens Adres houder : Eemstraat 4 Postcode en plaats : 2025RE HAARLEM KvK nummer : 34224798 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Kennemerland Adres : Postbus 5514 Postcode en plaats : 2000GM HAARLEM Telefoonnummer : 023-7891613 Onderzoek uitgevoerd door : L. den Ouden Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : HAARLEM Adres : Postbus 511 Postcode en plaats : 2003PB HAARLEM Planning Datum inspectie : 06-11-2014 Opstellen concept inspectierapport : 12-11-2014 Vaststelling inspectierapport : 17-11-2014 Verzenden inspectierapport naar houder : 17-11-2014 Verzenden inspectierapport naar : 17-11-2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 17-11-2014 12 van 13
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze Kids2Ellens 17/11/2014. Pedagogisch beleidsplan: Wij zijn er nu mee bezig om ons pedagogisch beleidsplan te herschrijven. Hierin worden o.a. ook de 4 competenties beschreven, hoe wij hier mee omgaan. Ons doel is om deze eind december 2014 af te hebben en ook op onze eigen website te kunnen posten. Meldcode huishoudelijk geweld en kindermishandeling: Protocol nieuwe versie (juli 2013) ingevoerd. Bijbehorende sociale kaart is aangepast met alle adressen en telefoonnummers. Beide uit geprint en op locaties toegevoegd. Medewerkers het protocol toegestuurd om te kunnen lezen en bespreken. Met vriendelijke groeten, Kids2Ellens / Ellen Jansen & Ellen Spanjaart 13 van 13