I.V. COM (2006-2007) Nr. 32 C.R.I. COM (2006-2007) N 32 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT PARLEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE Integraal verslag van de interpellaties en mondelinge vragen Compte rendu intégral des interpellations et des questions orales Commissie voor leefmilieu, natuurbehoud, waterbeleid en energie Commission de l'environnement, de la conservation de la nature, de la politique de l'eau et de l énergie VERGADERING VAN DINSDAG 30 JANUARI 2007 RÉUNION DU MARDI 30 JANVIER 2007
Het Integraal verslag bevat de integrale tekst van de redevoeringen in de oorspronkelijke taal. Deze tekst werd goedgekeurd door de sprekers. De vertaling - cursief gedrukt - verschijnt onder de verantwoordelijkheid van de dienst verslaggeving. Van lange uiteenzettingen is de vertaling een samenvatting. Le Compte rendu intégral contient le texte intégral des discours dans la langue originale. Ce texte a été approuvé par les orateurs. Les traductions - imprimées en italique - sont publiées sous la responsabilité du service des comptes rendus. Pour les interventions longues, la traduction est un résumé.
3 I.V. COM (2006-2007) Nr. 32 30-01-2007 C.R.I. COM (2006-2007) N 32 INHOUD SOMMAIRE MONDELINGE VRAGEN 5 QUESTIONS ORALES 5 - van de heer Hervé Doyen tot mevrouw Evelyne Huytebroeck, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, betreffende "de evaluatie van de energiepremies". 5 - de M. Hervé Doyen à Mme Evelyne Huytebroeck, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles- Capitale, chargée de l'environnement, de l'energie et de la Politique de l'eau, concernant "l'évaluation des primes énergie". 5 - van mevrouw Nathalie Gilson aan mevrouw Evelyne Huytebroeck, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, betreffende "de omzetting van de Europese richtlijn 2002/91/EG van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen". 8 - de Mme Nathalie Gilson à Mme Evelyne Huytebroeck, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles- Capitale, chargée de l'environnement, de l'energie et de la Politique de l'eau, concernant "la transposition de la directive européenne 2002/91/CE du 16 décembre 2002 sur la performance énergétique des bâtiments". 8 - van de heer Jos Van Assche aan mevrouw Evelyne Huytebroeck, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, betreffende "het draaien van uitsluitend Franstalige promotiefilmpjes over het BIM in de UGC-bioscoopzalen". 12 - de M. Jos Van Assche à Mme Evelyne Huytebroeck, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles- Capitale, chargée de l'environnement, de l'energie et de la Politique de l'eau, concernant "la projection de films promotionnels de l'ibge exclusivement en français dans les salles de cinéma UGC". 12
I.V. COM (2006-2007) Nr. 32 30-01-2007 C.R.I. COM (2006-2007) N 32 4 - van de heer Jan Béghin aan mevrouw Evelyne Huytebroeck, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, betreffende "de asbestvervuiling in de de Brouckèrelaan te Ganshoren". 14 - de M. Jan Béghin à Mme Evelyne Huytebroeck, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles- Capitale, chargée de l'environnement, de l'energie et de la Politique de l'eau, concernant "la pollution par l'amiante avenue de Brouckère à Ganshoren". 14
5 I.V. COM (2006-2007) Nr. 32 30-01-2007 C.R.I. COM (2006-2007) N 32 Voorzitterschap: mevrouw Olivia P'tito, voorzitter. Présidence : Mme Olivia P'tito, présidente. MONDELINGE VRAGEN QUESTIONS ORALES Mevrouw de voorzitter.- Aan de orde zijn de mondelinge vragen. Mme la présidente.- L'ordre du jour appelle les questions orales. MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER HERVÉ DOYEN TOT MEVROUW EVELYNE HUYTEBROECK, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RE- GERING, BELAST MET LEEFMILIEU, ENERGIE EN WATERBELEID, betreffende "de evaluatie van de energiepremies". QUESTION ORALE DE M. HERVÉ DOYEN À MME EVELYNE HUYTEBROECK, MINISTRE DU GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES- CAPITALE, CHARGÉE DE L'ENVIRONNEMENT, DE L'ÉNERGIE ET DE LA POLITIQUE DE L'EAU, concernant "l'évaluation des primes énergie". Mevrouw de voorzitter.- De heer Doyen heeft het woord. De heer Hervé Doyen (in het Frans).- In het kader van de Kyotodoelstellingen inzake luchtvervuiling en energieverbruik heeft het gewest een reeks maatregelen genomen. Meer dan 70% van het gewestelijke energieverbruik is afkomstig van woningen en kantoorgebouwen. De verwarming van de Brusselse gebouwen zou verantwoordelijk zijn voor drie vierde van de Brusselse uitstoot van broeikasgassen. In 2006 liet de regering de toekenning van energiepremies gepaard gaan met een bewustmakings- en communicatiecampagne: ze voorzag in negen soorten premies voor gezinnen, dertien premies voor de collectieve huisvesting en elf voor de tertiaire sector en de industrie. In 2005 ontvingen 14.000 particulieren een energiepremie. Hoeveel waren dat er in 2006? Ter waarde van welk bedrag? Is er vooruitgang Mme la présidente.- La parole est à M. Doyen. M. Hervé Doyen.- Dans le cadre du respect des objectifs de Kyoto, de la réduction de la pollution de l'air et de la consommation énergétique, toute une série de mesures sont prises au niveau de la Région, dont celles relatives aux primes à l'énergie. Ces mesures sont d'autant plus importantes à Bruxelles qu'il est établi qu'en Région bruxelloise, plus de 70% de la consommation énergétique totale est absorbée par les immeubles, les logements et les bureaux. Ceci a été rappelé lors de notre voyage à Fribourg. Le chauffage des bâtiments serait par ailleurs responsable de trois quarts des émissions de gaz à effet de serre. En vue d'accroître l'intérêt autour de ces enjeux, les primes énergie 2006 ont fait l'objet d'une campagne de sensibilisation et de communication (encarts presse, informations) : 9 primes énergie étaient prévues pour les ménages bruxellois,
I.V. COM (2006-2007) Nr. 32 30-01-2007 C.R.I. COM (2006-2007) N 32 6 merkbaar tegenover de vorige jaren? Wanneer in 2006 waren de begrote middelen voor energiepremies opgebruikt? Was er voldoende administratief personeel beschikbaar om de dossiers af te handelen? Binnen welke termijn ontvingen de aanvragers een antwoord vanwege de administratie? Welke lessen trekt de minister uit de ervaring van 2006 en wat zijn haar plannen voor 2007? 13 pour le logement collectif et 11 pour le secteur tertiaire et industriel. En 2005, 14.000 primes énergie ont été distribuées aux particuliers. A l'heure du bilan de la campagne 2006, la ministre peut-elle nous donner les informations suivantes? Quel est le nombre de primes attribuées par publiccible en 2006 et quel est leur montant total? Quelle est la progression par rapport aux années précédentes? A quel moment de l'année le budget a-t-il été épuisé en 2006? Le personnel administratif était-il suffisant pour suivre les dossiers? Quels étaient les délais moyens de réponse de l'administration? Quels enseignements et quelles perspectives la ministre peut-elle nous donner pour 2007? Mevrouw de voorzitter.- Mevrouw Huytebroeck heeft het woord. Mevrouw Evelyne Huytebroeck, minister (in het Frans).- Uit de reis naar Fribourg zult u geleerd hebben dat energiepremies voor gezinnen, voor de dienstensector of voor collectieve huisvesting belangrijk zijn voor een goed beleid inzake rationeel energieverbruik. In 2006 werden 16.576 premies toegekend aan gezinnen, ter waarde van 1.906.000 euro. Dat is 18% meer dan in 2005. Tot nu toe werden 96 premies toegekend aan rechtspersonen uit de dienstensector of de collectieve huisvesting, ter waarde van 1.140.000 euro. Hierbij zitten veel aanvragen die pas eind 2006 of begin 2007 ingediend werden. Dit is 235% meer dan in 2005. Met de lopende aanvragen is het budget voor 2006 verzadigd. Desnoods zullen de premies gefinancierd worden via het budget voor 2007. De premies voor de gezinnen worden verwerkt door Sibelga, de beheerder van het distributienet Mme la présidente.- La parole est à Mme Huytebroeck. Mme Evelyne Huytebroeck, ministre.- L'intéressant et sympathique voyage de Fribourg vous aura démontré que les primes énergie à l'intention des ménages ou du secteur du tertiaire ou du logement collectif sont des éléments importants d'une bonne politique d'utilisation rationnelle de l'énergie. En 2006, 16.576 primes ont été attribuées à des ménages sur le programme "primes énergie 2006" pour un montant de 1.906.000 euros. Cela représente une augmentation de 18% par rapport à 2005. A ce jour, 96 primes ont été attribuées à des personnes morales - secteurs du tertiaire et du logement collectif - sur le programme "primes énergie 2006" pour un montant de 1.104.000 euros. Ceci comprend de nombreuses demandes encore reçues dans les derniers jours de 2006 ou les premiers jours de janvier 2007, et qui ont déjà été traitées. L'augmentation par rapport à 2005 est de 235%.
7 I.V. COM (2006-2007) Nr. 32 30-01-2007 C.R.I. COM (2006-2007) N 32 voor gas en elektriciteit. Er was voldoende personeel. Aanvragen werden binnen de maand behandeld. De premies voor de collectieve huisvesting en de dienstensector werden in 2006 door de administratie verwerkt. Twee personen behandelden de dossiers en een extern expert controleerde de technische conformiteit van de aanvragen. Een adviescomité met vertegenwoordigers van de administratie, het kabinet, Sibelga en de expert, besliste over de premies. Hier was de termijn voor behandeling twee tot drie maanden. De vooruitzichten voor 2007 zijn als volgt: De premies voor elektrische huishoudapparaten, die het grootste deel vormden van de premies voor particulieren, hebben hun doel bereikt. De spaarzame toestellen A+ en AAA zijn de standaard geworden. De premies gelden enkel nog voor A++-toestellen en A-droogkasten. Als voorbereiding op de ordonnantie op de energieprestaties van gebouwen, zullen de premies in 2007 vooral gericht worden op de isolatie. Voor passieve woningen en woningen met een laag energieverbruik kan men premies krijgen. Dit is een Europese primeur. Dezelfde klemtoon geldt voor de collectieve huisvesting en de dienstensector. Bijkomende informatie staat op de site van Leefmilieu Brussel. Avec les demandes en cours, le budget 2006 est saturé. Néanmoins, toutes les demandes seront honorées, en ayant recours, s'il le faut, au budget 2007, qui est en forte augmentation. Les primes à l'intention des ménages ne sont pas traitées par l'administration, mais par Sibelga, le gestionnaire du réseau de distribution de gaz et d'électricité. Le personnel était suffisant. Le délai moyen de traitement était d'un mois. Les primes pour les secteurs du logement collectif et du secteur tertiaire étaient traitées par l'administration en 2006. Deux personnes étaient chargées du suivi des dossiers, tandis qu'un expert extérieur vérifiait la conformité technique des demandes. Un comité d'avis - composé de représentants de l'administration, du cabinet, de Sibelga et de l'expert - décidait de l'octroi ou non de la prime, en fonction du respect des critères techniques et administratifs fixés dans les modes d'emploi. Le délai de traitement des dossiers est de deux à trois mois. Les perspectives pour 2007 sont les suivantes : En ce qui concerne les primes électroménager pour les particuliers, qui constituaient le gros du volet en faveur de ce groupe-cible, l'objectif des primes a été atteint puisque les appareils concernés sont entre-temps devenus quasiment standards sur le marché. Les primes ont permis de démocratiser les appareils moins énergivores A+ et AAA. C'est pourquoi, en 2007, les primes électroménager ne concerneront plus que les appareils A++ et les sèche-linge A, dont les parts de marché sont encore très faibles. L'accent des primes énergie 2007 sera mis ailleurs. En préparation à la mise en oeuvre de l'ordonnance sur la performance énergétique des bâtiments, les primes 2007 sont centrées sur l'isolation, qui est une intervention clé pour favoriser une meilleure performance énergétique. A titre d'illustration, les habitations passives et basse énergie feront pour la première fois l'objet de primes. Cette initiative est une première européenne. Pour le secteur tertiaire et le logement collectif également, l'accent sera mis sur la performance énergétique (primes isolation, chauffage performant, etc.). Des informations supplémentaires sont disponibles
I.V. COM (2006-2007) Nr. 32 30-01-2007 C.R.I. COM (2006-2007) N 32 8 - Het incident is gesloten. - L'incident est clos. sur le site de Bruxelles Environnement. Nous pouvons vous faire parvenir la liste, avec tous les détails. MONDELINGE VRAAG VAN MEVROUW NATHALIE GILSON AAN MEVROUW EVELYNE HUYTEBROECK, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RE- GERING, BELAST MET LEEFMILIEU, ENERGIE EN WATERBELEID, betreffende "de omzetting van de Europese richtlijn 2002/91/EG van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen". QUESTION ORALE DE MME NATHALIE GILSON À MME EVELYNE HUYTEBROECK, MINISTRE DU GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES- CAPITALE, CHARGÉE DE L'ENVIRONNEMENT, DE L'ÉNERGIE ET DE LA POLITIQUE DE L'EAU, concernant "la transposition de la directive européenne 2002/91/CE du 16 décembre 2002 sur la performance énergétique des bâtiments". Mevrouw de voorzitter.- Mevrouw Gilson heeft het woord. Mevrouw Nathalie Gilson (in het Frans).- Europese richtlijn 2002/91/EG van 16 december 2002 heeft tot doel de energieprestatie van de gebouwen in de Europese Unie te verbeteren. De richtlijn stelt hiertoe een algemeen kader vast voor de berekening van de energieprestatie en legt een aantal minimumeisen op voor nieuwe gebouwen en voor bestaande grote gebouwen die een ingrijpende renovatie ondergaan, voor de energiecertificering en de keuring van de verwarmings- en airconditioningsystemen. Tot slot moet bij de verkoop of de verhuur van een gebouw voortaan een energiecertificaat aan de eigenaar of huurder worden verstrekt. De Europese richtlijn diende uiterlijk op 4 januari 2006 door de Lidstaten te worden omgezet. Aangezien de richtlijn betrekking heeft op gewestelijke bevoegdheden, diende ook het Brussels Gewest deze om te zetten. Blijkbaar is dat evenwel nog altijd niet gebeurd. Hoe komt dat? Mme la présidente.- La parole est à Mme Gilson. Mme Nathalie Gilson.- Le Parlement européen et le Conseil ont adopté une directive sur la performance énergétique des bâtiments le 16 décembre 2002. Cette directive a pour objectif de promouvoir l'amélioration de la performance énergétique des bâtiments dans la Communauté européenne. Pour ce faire, cette directive fixe plusieurs exigences en ce qui concerne le cadre général d'une méthode de calcul de cette performance énergétique, l'application d'exigences minimales en matière de performance énergétique aux bâtiments neufs et aux bâtiments existants de grande taille, lorsque ces derniers font l'objet de travaux de rénovation importants, la certification de la performance énergétique, et l'inspection régulière des chaudières et des systèmes de climatisation, ainsi que l'évaluation de l'installation de chauffage lorsqu'elle comporte des chaudières de plus de 15 ans. De plus, lors d'une vente ou d'une location, un certificat relatif à la performance énergétique doit
9 I.V. COM (2006-2007) Nr. 32 30-01-2007 C.R.I. COM (2006-2007) N 32 Op 25 oktober 2005 antwoordde u op een vraag van mevrouw Quix dat uw diensten actief aan de omzetting van de richtlijn werkten, maar dat de ordonnantie met een jaar vertraging in werking zou treden wegens de omvang van de werkzaamheden. Hoe ver staat het met die omzetting? Hebt u al een voorontwerp aan de Raad van State voorgelegd? U antwoordde ook dat er volgens Leefmilieu Brussel 130 tot 350 deskundigen nodig zouden zijn voor de concrete toepassing van de richtlijn in het gewest. Beschikt u over het nodige personeel of moet u extra mensen aanweven? Moet u een openbare aanbesteding uitschrijven voor de certificerings- en inspectietaken? Hebt u hiermee rekening gehouden in de begroting 2007? être délivré au propriétaire ou au locataire. Cette directive devait être transposée au niveau des Etats membres au plus tard pour le 4 janvier 2006. La matière concernée par la directive relevant des compétences régionales, la Région bruxelloise avait l'obligation de transposer cette directive. Cette opération at-elle été effectuée? Ayant fait des recherches dans les archives législatives de la Région, il me semble que ce ne soit pas le cas. Quelle justification donnez-vous à un tel retard? Lors d'une question orale sur ce même sujet posée par Mme Quix en commission de l'environnement le 25 octobre 2005, vous avez répondu que vos services préparaient activement la transposition de la directive. Vous avez également précisé qu' étant donné l'ampleur de la tâche, la mise en œuvre de cette directive subirait un retard d'un an et qu'elle serait donc opérationnelle à partir de 2007. Nous voici en 2007 et pourtant, malgré l'activité de vos services, cette directive n'est visiblement pas encore transposée au niveau régional. Le 25 octobre 2005, vous disposiez d'un avant-projet d'ordonnance qui devait être prochainement discuté au sein du gouvernement bruxellois. Qu'en est-il? Qu'en est-il également de l'avis du Conseil d'etat? De plus, concernant le nombre d'experts nécessaires à la mise en oeuvre de l'ordonnance pour l'application de la directive sur le plan régional, vous avez répondu également que Bruxelles Environnement, l'ibge de l'époque, avait estimé ce nombre entre 130 et 350 experts. Disposez-vous du personnel nécessaire pour ce faire ou faudra-t-il en recruter. Faudra-t-il procéder à l'ouverture d'un marché public pour la mise en oeuvre de la directive et le contrôle de ses missions de certification et d'inspection? En avez-vous tenu compte dans le budget 2007? Avez-vous prévu l'engagement de personnel supplémentaire à Bruxelles Environnement?
I.V. COM (2006-2007) Nr. 32 30-01-2007 C.R.I. COM (2006-2007) N 32 10 Mevrouw de voorzitter.- Mevrouw Huytebroeck heeft het woord. Mevrouw Evelyne Huytebroeck, minister (in het Frans).- Uw vraag laat me toe om het project inzake de energieprestatie van gebouwen toe te lichten. Op 16 december is de Europese richtlijn aangenomen. Ten laatste op 4 januari 2006 moest deze worden omgezet. In Vlaanderen is dat reeds gebeurd, het Brussels en het Waals Gewest hebben vertraging. Toen ik in functie trad in juli 2004 was er amper voorbereidend werk geleverd. De middelen van Leefmilieu Brussel waren absoluut ontoereikend om een snelle omzetting van de richtlijn mogelijk te maken. Ik heb prioritaire aandacht besteed aan het dossier en na een jaar was er een voorontwerp van ordonnantie. Het betreft immers belangrijk wetgevend werk. We wilden er dan ook voor zorgen dat het voorontwerp in de lijn van de wetteksten van de andere gewesten lag en dat alle betrokken instanties werden geraadpleegd. Na een debat tussen de regeringsleden is de tekst gewijzigd. Bij sommigen bestond de vrees dat de ordonnantie negatieve gevolgen voor de economie zou hebben. Het heeft tijd gekost om de andere regeringsleden van het nut van de ordonnantie te overtuigen. De tekst werd in eerste lezing goedgekeurd op 20 juli 2006 en verzonden naar de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de commissie voor Leefmilieu. Na bespreking zijn er opnieuw enkele zaken gewijzigd. Tenslotte is de tekst in tweede lezing goedgekeurd op 21 december 2006. Op dit ogenblik is de tekst voorgelegd aan de Raad van State die tegen begin februari een advies moet uitspreken. Het is mogelijk dat de Raad van State adviseert om een aantal zaken te wijzigen, waarna de tekst aan de regering wordt voorgelegd voor een derde lezing. Ik hoop dat hij omstreeks Pasen in deze commissie kan worden besproken. Hopelijk kan het eerste deel van de ordonnantie op Mme la présidente.- La parole est à Mme Huytebroeck. Mme Evelyne Huytebroeck, ministre.- Cette question me permet de faire le point sur le parcours de ce fameux projet "Performance énergetique des bâtiments", dont j'avais dit qu'il serait le projet sur lequel la commission devrait se pencher après la libéralisation. La directive européenne a été adoptée le 16 décembre 2002 et exigeait une transposition pour le 4 janvier 2006. Nous sommes donc en retard. Je ne l'ai pas caché. La Flandre l'a adoptée depuis déjà deux ans, tandis que la Wallonie en est à peu près au même stade que nous. A mon arrivée, en juillet 2004, peu de travail préparatoire avait été entamé et, surtout, les moyens disponibles à Bruxelles Environnement (IBGE) étaient extrêmement faibles pour travailler à une transposition rapide de la directive. J'ai très vite mis la priorité sur ce dossier qui a abouti, après un an, à un avant-projet d'ordonnance. Cela a pris un an parce qu'il s'agit en la matière d'un travail législatif important, que nous voulions assurer une cohérence avec les textes des deux autres Régions, et que nous avons voulu faire de nombreuses consultations informelles avec différents secteurs tant économiques que de la construction, avec les architectes, etc. Il y a eu des débats en gouvernement, dont certains ont été longs et vifs, avec des modifications du texte. Certaines craintes sont nées à propos d'éventuelles conséquences économiques liées à l'adoption du texte. Nous avons mis du temps à démontrer à nos partenaires la justesse de cette ordonnance. Convaincre, démontrer, démystifier l'opportunité que constitue la performance énergétique des bâtiments pour l'emploi a pris du temps. Le texte a été adopté en première lecture le 20 juillet 2006, à la veille des vacances. Il a alors été transmis au Conseil économique et social et au Conseil de l'environnement. Il nous est revenu. Nous avons fait certaines modifications suite à l'avis du Conseil économique et social. J'ai ensuite redéposé le texte pour deuxième lecture. Il a été
11 I.V. COM (2006-2007) Nr. 32 30-01-2007 C.R.I. COM (2006-2007) N 32 1 januari 2008 in werking treden. U stelt vragen over de tewerkstelling als gevolg van die Europese richtlijn. Welnu, er moet een onderscheid worden gemaakt tussen een aantal zaken. Mijn administratie zal vanaf 2008 ongeveer tien nieuwe personeelsleden nodig hebben als gevolg van de nieuwe ordonnantie. De ordonnantie creëert een nieuw beroep, met name dat van certificateur. Deze persoon is gemachtigd om een energiecertificering op te stellen van de te verhandelen gebouwen, of het nu verkoop of verhuur betreft. Volgens de administratie dienen er de eerste jaren dat deze bepaling geldt 70 à 80.000 certificaten te worden opgesteld. Dat wordt een taak voor de privé-sector en niet voor ambtenaren. De nieuwe bepaling wordt niet meteen van kracht, maar er worden nu reeds personen voor opgeleid, vooral architecten. adopté en deuxième lecture le 21 décembre 2006. Il est actuellement soumis au Conseil d'etat, qui doit remettre son avis pour le début du mois de février. Il se peut qu'il y ait encore des modifications du texte en fonction de l'avis du Conseil d'etat et que le texte doive ensuite passer en troisième lecture au gouvernement. J'espère qu'il pourra arriver dans cette commission aux environs du mois de mars ou de Pâques. Mon intention est de pouvoir mettre en oeuvre la première partie de l'ordonnance, à savoir l'introduction des exigences de performance énergétique pour toutes les constructions neuves et les rénovations lourdes de plus de 1.000 m2 dès le 1er janvier 2008. Vous me posez des questions sur les emplois directs générés par la directive. Différents éléments doivent être distingués. D'abord, nous avons évalué le nombre d'emplois au sein de l'administration pour mettre en oeuvre l'ordonnance à Bruxelles, à une dizaine pour la première année de démarrage. Nous demanderons donc une dizaine d'emplois pour 2008. L'ordonnance va entraîner la création d'un nouveau métier, celui de certificateur. Il s'agit d'une personne habilitée à réaliser la certification énergétique des bâtiments soumis à transactions, c'est-à-dire à la vente ou à la location. En effet, l'administration estime qu'environ 70 à 80.000 certificats devront être délivrés pendant les premières années de cette disposition, ce qui correspond à un certain volume d'emploi. Cette tâche incombera à des professionnels du secteur privé et non à des fonctionnaires. Cette nouvelle disposition n'entrera pas en vigueur tout de suite, mais des formations sont déjà en cours en prévision de cette nouvelle tâche, surtout du côté des architectes. Mevrouw de voorzitter.- Mevrouw Gilson heeft het woord. Mevrouw Nathalie Gilson (in het Frans).- Is de machtiging van deze personen vergelijkbaar met die van de controleurs van de elektriciteitsvoorzieningen? Mme la présidente.- La parole est à Mme Gilson. Mme Nathalie Gilson.- Ces personnes disposeront-elles d'une habilitation semblable à celle qui prévaut pour les circuits électriques?
I.V. COM (2006-2007) Nr. 32 30-01-2007 C.R.I. COM (2006-2007) N 32 12 Mevrouw Evelyne Huytebroeck, minister (in het Frans).- Jazeker. Mme Evelyne Huytebroeck, ministre.- Absolument. - Het incident is gesloten. - L'incident est clos. MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER JOS VAN ASSCHE AAN MEVROUW EVELYNE HUYTEBROECK, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RE- GERING, BELAST MET LEEFMILIEU, ENERGIE EN WATERBELEID, betreffende "het draaien van uitsluitend Franstalige promotiefilmpjes over het BIM in de UGC-bioscoopzalen". QUESTION ORALE DE M. JOS VAN ASSCHE À MME EVELYNE HUYTEBROECK, MINISTRE DU GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES- CAPITALE, CHARGÉE DE L'ENVIRONNEMENT, DE L'ÉNERGIE ET DE LA POLITIQUE DE L'EAU, concernant "la projection de films promotionnels de l'ibge exclusivement en français dans les salles de cinéma UGC". Mevrouw de voorzitter.- De heer van Assche heeft het woord. De heer Jos Van Assche.- Gedurende enkele weken liepen in het Brusselse bioscoopcomplex UGC uitsluitend Franstalige promotiefilmpjes van het BIM (Leefmilieu Brussel). Deze campagne was uitbesteed aan het reclamebureau Space, dat op zijn beurt het ondernemingsbureau Screenvision, dat de reclame in de bioscopen verzorgt, had ingeschakeld. Screenvision stelt dat de eentalig Franse campagne er kwam op vraag van de adverteerders en de klanten (Space en BIM). Naar eigen zeggen beschikten ze wel degelijk over een Nederlandstalige versie, die trouwens in het Kinepolis-complex wel wordt vertoond. Het BIM maakt er zich nogal gemakkelijk van af door te zeggen dat het niet op de hoogte was en dat de Nederlandstalige versie onder meer op TV- Brussel te zien was. Op 8 januari zouden de betrokken partijen overleg gepleegd hebben over deze gang van zaken. Blijkbaar begrijpen ze dus toch dat dit niet door de beugel kan. Ik heb hier mijn twijfels bij. Screenvision verantwoordt zich immers met het argument dat het al verscheidene klachten gekregen zou hebben Mme la présidente.- La parole est à M. Van Assche. M. Jos Van Assche (en néerlandais).- Durant quelques semaines, les salles de cinéma UGC ont projeté des films promotionnels de Bruxelles Environnement, exclusivement en français. Cette campagne était confiée à l'agence publicitaire Space, qui avait fait appel à son tour à la régie publicitaire Screenvision, qui diffuse la publicité dans les cinémas. Screenvision affirme que la campagne unilingue francophone s'est déroulée à la demande des annonceurs et des clients (Space et l'ibge) et qu'une version néerlandophone est disponible, qui a du reste été projetée dans les salles de Kinépolis. L'IBGE a déclaré qu'il n'était pas au courant et que la version néerlandophone était entre autres visible sur TV-Brussel. Les parties concernées se seraient mises d'accord sur cette façon de procéder le 8 janvier, sans se rendre compte que cela dépassait les bornes. Screenvision se justifie en argumentant que des réclames en néerlandais avaient déjà fait l'objet de plaintes dans les cinémas UGC, étant donné que toutes les publicités sont en français.
13 I.V. COM (2006-2007) Nr. 32 30-01-2007 C.R.I. COM (2006-2007) N 32 wanneer het in de UGC Nederlandstalige reclame bracht, "aangezien alle reclame in het Frans is". Dit verbaast mij. De taalwet is duidelijk: "de plaatselijke diensten die in Brussel zijn gevestigd, stellen de berichten, de mededelingen en formulieren voor het publiek op in het Frans en in het Nederlands". Dit artikel is volledig van toepassing op de Brusselse gewestelijke diensten. Een eentalige reclamespot is zonder twijfel een ernstige overtreding hiervan. Het BIM is een gewestelijke instelling en is wettelijk verplicht alle promotie in de twee talen te voeren. Het projecteren van dit soort uitsluitend Franstalige reclamefilmpjes is een grove schending van de taalwet. Un spot publicitaire unilingue constitue une infraction grave à la législation linguistique. En application de celle-ci, plus particulièrement des dispositions régissant les services administratifs régionaux,, l'ibge est légalement tenu d'assurer toute sa promotion dans les deux langues. Comment la situation a-t-elle été rétablie entretemps, pour peu que ce soit le cas? Exigerez-vous une forme ou l'autre de dédommagement de Space, Screevision, ou même de l'ugc, et envisagerezvous des sanctions à l'encontre du fonctionnaire responsable de l'ibge, qui serait à l'origine de cette situation? Wat is er ondertussen gebeurd om de situatie recht te zetten, als er al iets gebeurd is? Zult u een of andere vorm van schadeloosstelling vorderen van respectievelijk Space, Screenvision, of zelfs UGC en eventueel sancties overwegen tegenover de verantwoordelijke ambtenaar van het BIM? Mevrouw de voorzitter.- Mevrouw Huytebroeck heeft het woord. Mevrouw Evelyne Huytebroeck, minister.- ln Brussel vertoont UGC de reclamespots alleen in de twee talen wanneer de klant daar uitdrukkelijk om vraagt, wat niet aan mijn administratie (Leefmilieu Brussel) werd medegedeeld. Toen wij hebben gemerkt dat UGC enkel in het bezit was van de Franstalige reclamespots, hebben wij onmiddellijk gereageerd. Mijn administratie heeft aan Screenvision gevraagd het aantal kopieën te verhogen zodat er in alle Brusselse bioscopen 50% spots in het Nederlands te zien zouden zijn. Screenvision heeft op eigen kosten (voor 385.000 euro) 73 kopies gemaakt. Ze werden onmiddellijk vertoond zodra ze klaar waren, namelijk in de week van 15 januari. Ze zullen tot het einde van de maand worden vertoond. Mevrouw de voorzitter.- De heer Van Assche heeft het woord. De heer Jos Van Assche.- Ik dank de minister voor haar antwoord. Mme la présidente.- La parole est à Mme Huytebroeck. Mme Evelyne Huytebroeck, ministre (en néerlandais).- L'UGC de Bruxelles diffuse des spots publicitaires dans les deux langues lorsque le client en formule la demande explicite, ce qui n'a pas été communiqué à mon administration. Lorsque nous avons remarqué que l'ugc ne détenait que des versions françaises, nous avons immédiatement réagi et demandé à Screenvision d'augmenter le nombre de copies pour en assurer la projection dans les deux langues dans tous les cinémas bruxellois. Screenvision a réalisé 73 copies sur base de ses fonds propres, pour un montant total de 380.000 euros. Elles sont visibles depuis le 15 janvier et le seront jusqu'à la fin du mois. Mme la présidente.- La parole est à M. Van Assche. M. Jos Van Assche (en néerlandais).- Je remercie la ministre pour sa réponse.
I.V. COM (2006-2007) Nr. 32 30-01-2007 C.R.I. COM (2006-2007) N 32 14 - Het incident is gesloten. - L'incident est clos. MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER JAN BÉGHIN AAN MEVROUW EVELYNE HUYTEBROECK, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RE- GERING, BELAST MET LEEFMILIEU, ENERGIE EN WATERBELEID, betreffende "de asbestvervuiling in de de Brouckèrelaan te Ganshoren". QUESTION ORALE DE M. JAN BÉGHIN À MME EVELYNE HUYTEBROECK, MINISTRE DU GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES- CAPITALE, CHARGÉE DE L'ENVIRONNEMENT, DE L'ÉNERGIE ET DE LA POLITIQUE DE L'EAU, concernant "la pollution par l'amiante avenue de Brouckère à Ganshoren". Mevrouw de voorzitter.- Op verzoek van de indiener, die verontschuldigd is, en met instemming van de minister, wordt de mondelinge vraag naar een volgende vergadering verschoven. Mme la présidente.- A la demande de l'auteur, excusé, et avec l'accord de la ministre, la question orale est reportée à une prochaine réunion.