STRAMIEN VOOR DE OPMAAK VAN EEN ZORGSTRATEGISCH PLAN VOOR OUDEREN- EN THUISZORGVOORZIENINGEN



Vergelijkbare documenten
Jongerenwelzijn. Zorgstrategie en zorgstrategisch plan in de Bijzondere Jeugdbijstand mei 2016

ZIEKENHUISNETWERKEN REGIONALE ZORGSTRATEGISCHE PLANNING 10/07/2019

Handleiding voor het indienen van een aanvraag tot principieel akkoord voor een investeringswaarborg

Dagverzorgingscentrum

IS VOOR DE REALISATIE VAN DIT ZORGSTRATEGISCH PLAN EEN INVESTERING NOODZAKELIJK VOOR DEZE VOORZIENING?

Inhoud. Besluit van de Vlaamse regering van 4 september 2009 betreffende de programmatie,

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 170, 1;

CENTRUM VOOR KORTVERBLIJF

VR DOC.0134/1BIS

lokalebesturen.limburg.be Vergrijzing en zorgvraag in beeld gebracht

Zorgstrategisch Plan Vlaanderen Template voor een regionaal ZSP

MEMORIE VAN TOELICHTING

1.GEBRUIKERSGERICHT Rusthuizen, dagverzorging en kortverblijf Serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening

Voorstel van stramien voor de vernieuwde samenstelling van een dossier voor de goedkeuring van een zorgstrategisch plan.

Zorgstrategisch plan. Langemark-Poelkapelle. Vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn op (18 december 2013) OCMW Langemark-Poelkapelle

ZORGBEDRIJF ANTWERPEN

woonzorgcentrum HET GULLE HEEM centrum voor ouderenzorg en thuiszorg HET GULLE HEEM

Centrum voor Kortverblijf

COMMISSIE WELZIJN, WERK EN MILIEU - MONDELINGE VRAAG - ANTWOORD

Koppels in de woonzorgcentra

VR DOC.0237/16

OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN OUDENBURG PROCES-VERBAAL VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

Ouderenzorg. Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 17 MAART 1998

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VERGRIJZING: GEVAAR OF UITDAGING? Luc Martens burgemeester Roeselare

Bevoegdheidsoverdracht prijsbepaling. Geachte mevrouw, geachte heer,

Bijlage VI. Lokale dienstencentra. Hoofdstuk I. Definities

AANVRAAGFORMULIER SUBSIDIES VOOR LOKALE DIENSTENCENTRA 2016

FORMULIER VOOR (GEBUNDELDE) AANVRAAG FUNCTIES 1-2 SUBSIDIEREGELING NIEUWE ALGEMENE VOORZIENINGEN WMO 2015 BRUMMEN

Biologische factoren Psychologische factoren Sociale factoren. Medecliënten geraken hierdoor geërgerd.

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning

SERVICEFLATS. Zorginspectie Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Inhoud. Basisregelgeving Woonzorgdecreet. Basisregelgeving kwaliteitszorg. Inleiding. Woonzorgdecreet van 13 maart 2009

Bijlage XVII. Subsidiëring van de infrastructuur in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf

Het Woonzorgdecreet als basis voor een toekomstgericht ouderenbeleid

VR DOC.1528/2BIS

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid

Bijlage III. Diensten voor oppashulp. Hoofdstuk I. Definities

Toewijzing erkenningskalenders

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 48, 86, eerste lid, 1, en 87;

limburg.be Masterplan Ouderenzorg in Limburg

VLAAMS ZIEKENHUISLANDSCHAP IN BEWEGING JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 30/04/2019

ONTWERP VAN WOONZORGDECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

IS DE INITIATIEFNEMER GOED GEPLAATST OM OP PERFORMANTE WIJZE IN DE GEÏDENTIFICEERDE BEHOEFTE TE VOLDOEN?

Waarop letten wanneer een assistentiewoning* uw nieuwe thuis wordt. * officiële benaming voor serviceflat

EXTRA CHECKLIST. bij de aankoop van een assistentiewoning: als belegging, om eventueel nadien zelf te bewonen. om onmiddellijk zelf te bewonen.

1. Voor wie is dit besluit van belang?

OPNAMEREGLEMENT WZC HOF TEN KOUTER

Inhoud. Basisregelgeving Woonzorgdecreet

OUDERENZORG Detectie van de toekomst, ontwikkelen van visie Opportuniteit tot samenwerking.

Jaarverslag Seniorencentrum

Ondersteunende richtlijnen voor het indienen van een project

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

vrtrr Tot eind 2015 geen nieuwe voorafgaande vergunningen.

WOONZORGCENTRUM HET GULLE HEEM

13 MAART Woonzorgdecreet (*)

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

LEADER Zorg in de Binnentuin. Promotor Familiehulp regio Ieper Copromotors Gemeente Vleteren en Gemeente Lo-Reingen

Projectoproep Inclusie Invest (Versie 2.2)

VR DOC.0237/3BIS

Opleiding nieuwe directies woonzorgcentra Les 1: Wetgevend kader

Subsidie-aanvraagformulier Initiatieven Coevorden Verbindt

FORMULIER VOOR GEBUNDELDE AANVRAAG LOCATIEGEBONDEN FUNCTIES 1-2 SUBSIDIEREGELING ALGEMENE VOORZIENINGEN WMO 2015 APELDOORN

SAMENWERKING BINNEN EEN PPS-VERENIGING : EEN UITDAGING BINNEN DE OUDERENZORG?!

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

Haalbaarheid realisatie dagverzorgingscentrum. Londerzeel 18/11/2015

Opleiding nieuwe directies woonzorgcentra Les 1: Wetgevend kader

Aandachtspunten meting 2019

Omgevingsanalyse thuis- en ouderenzorg

Palliatief bed in WZC Sint Bernardus

ACTIEF OUDER WORDEN EN ZIJN. Beleidsnota van de minister van Sociale zaken en Pensioenen Frank Vandenbroucke over ouderenbeleid

Bijlage VII. Regionale dienstencentra. Hoofdstuk I. Definities

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 juli 2008 betreffende de zorg- en bijstandsverlening, artikel 5, eerste en tweede lid;

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk

VIPA Alternatieve financiering. Gebruikstoelage. -Bedrag -Gebruiksnormen -Procedure -Voorbeeld van berekening

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2016;

VR DOC.0237/2

Het Bestuurscomité van LSM,

Niel, 13 december

VIPA. Beoordeling financieel-technisch plan en budgettoewijzing

WOONZORGCENTRUM. Zorginspectie Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Meulebeke, Betreft: Uw huuraanvraag Assistentiewoningen Residentie Deeveland. Geachte,

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

29/04/2019 MINDER VERSNIPPERING MEER ZORG CHRONISCHE ZORG EN DE VERHOUDING TUSSEN DE ACTOREN

Woonzorg Thuiszorgcentrum t Punt

MET LIEFDE, ZORG EN DESKUNDIGHEID EEN VISIE OP OUDERENZORG. OPDRACHTVERKLARING vzw Zorg-Saam Zusters Kindsheid Jesu

Bijlage IX. Dagverzorgingscentra. Hoofdstuk I. Definities

55500 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Opnamereglement woonzorgcentrum Hingeheem

Dagverzorgingscentra (DVC)

VLAAMSE OUDERENRAAD Standpunt over de commercialisering van de residentiële ouderenzorg in Vlaanderen

Thuiszorg Thuiszorgcentrum t Punt

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

woonzorgdecreet voorstelling

HET NIEUWE ONTWERP VAN WOONZORGDECREET

Rol CRA in woonzorgcentra

Revaliderend kortverblijf Dijlehof: doorverwijzing vanuit UZ Leuven

PRIJSBEPALING OUDERENVOORZIENINGEN Vormingssessie /

WOONZORGCENTRUM HET GULLE HEEM

Transcriptie:

STRAMIEN VOOR DE OPMAAK VAN EEN ZORGSTRATEGISCH PLAN VOOR OUDEREN- EN THUISZORGVOORZIENINGEN In zijn ZSP maakt de initiatiefnemer op beknopte en overzichtelijke wijze zijn zorgstrategische visie voor de komende 10 jaar kenbaar. Hij dient zijn keuze in het voorziene zorgaanbod te onderbouwen aan de hand van een sterktezwakte analyse. Volgende gegevens moeten opgenomen worden in het ZSP. 1. VOORSTELLING VAN DE INITIATIEFNEMER Identificatiegegevens van initiatiefnemer en voorziening - Naam en adres van de initiatiefnemer - Naam en adres van de voorziening(en) die momenteel door de initiatiefnemer uitbaat worden - Naam, telefoon- en faxnummer en e-mail van de contactpersoon 2. VOORSTELLING VAN DE PROJECTEN De initiatiefnemer geeft een overzicht van de projecten waarvoor een zorgstrategisch plan ingediend wordt, eventueel met een korte toelichting, in chronologische volgorde van uitvoering. 3. BESLISSINGEN OM EEN INVESTERINGSSUBSIDIE AAN TE VRAGEN EN EEN ZSP IN TE DIENEN Als bijlage toe te voegen: - notulen mbt de beslissing om een investeringssubsidie / -waarborg aan te vragen - notulen mbt de beslissing om een ZSP in te dienen - statuten of andere documenten inzake de rechtspersoon van de initiatiefnemer 4. MISSIE VAN DE INITIATIEFNEMER Historiek Huidige situatie Toekomstvisie De initiatiefnemer omschrijft beknopt het ontstaan en de historiek van de organisatie en schetst een beeld van de huidige situatie op vlak van zorgaanbod. De initiatiefnemer geeft ook een beknopte omschrijving van zijn toekomstvisie en geplande rol in de.

5. EVALUATIE VAN DE WENSELIJKHEID EN HAALBAARHEID VAN DIE TOEKOMSTVISIE AAN DE HAND VAN DE INGEDIENDE STERKTEZWAKTE ANALYSE 5.1. Sluit de realisatie van dit zorgstrategisch plan aan bij de noden van de? 5.1.1. Is er in deze ruimte voor investeringen in het kader van de realisatie van het? De realisatie van het van voorzieningen in de is een indicatie voor de nood aan voorzieningen. Hierbij is het belangrijk dat een zo volledig mogelijk scala aan zorgvormen in de aanwezig is. Wanneer de programmatie voor één bepaalde zorgvorm (vb. woonzorgcentrum) volledig ingevuld is, kan de realisatie van andere zorgvormen (vb. centrum voor kortverblijf) overwogen worden. De initiatiefnemer geeft een overzicht van de mate van realisatie van het in de voor en. De mate van realisatie van het van de is de verhouding tussen de capaciteit die effectief in gebruik is en het voor het jaar waarin het ZSP wordt ingediend. De mate van realisatie van het van de is de verhouding tussen de capaciteit die in gebruik zal zijn (zoals vastgesteld in de afstemmingsvergaderingen) en het voor het jaar waarin het ZSP wordt ingediend. Woonzorgcentra gemeente Serviceflatgebouwen

Centra voor kortverblijf Dagverzorgingscentra Lokale dienstencentra gemeente 5.1.2. Is er in de behoefte aan het geplande initiatief? Om te komen tot een vraaggestuurd beleid is het belangrijk het geplande aanbod af te stemmen op het verwachtingspatroon en de noden van de toekomstige gebruikers en de toekomstige behoefte naal te kaderen. Hierbij is het van belang rekening te houden met een aantal demografische, socio-economische en geografische kenmerken van de. De initiatiefnemer geeft een beschrijving van het reeds bestaande aanbod aan voorzieningen in relatie met het geplande initiatief en geeft het verwachtingspatroon en de noden van de toekomstige gebruikers weer aan de hand van een aantal specifieke kenmerken (vb. aantal alleenwonenden, gemiddeld inkomen per inwoner, graad van vergrijzing enz.).

5.1.3. Is in deze behoefte aan een betere spreiding of geografische toegankelijkheid van de voorzieningen? De voorzieningen moeten idealiter adequaat gespreid zijn om onder andere via samenwerking en goede afstemming in te kunnen staan voor een bereikbaar aanbod van kwalitatief hoogstaande zorg. De initiatiefnemer omschrijft de behoefte aan een betere spreiding of geografische toegankelijkheid aan de hand van de ligging van de bestaande voorzieningen en de woonkernen in de gemeente en. 5.2. Is de initiatiefnemer goed geplaatst om op performante wijze in de geïdentificeerde behoeften te voldoen? 5.2.1. Is de voorziening voldoende toegankelijk? 5.2.1.1. Ligging en bereikbaarheid Om op een adequate manier in de zorgbehoeften van een te voldoen, moet de voorziening goed gelegen en vlot bereikbaar zijn. De voorziening is het best geïntegreerd in woonkernen en maakt deel uit van de plaatselijke leefgemeenschap. De initiatiefnemer bespreekt de ligging van de voorziening in de gemeente, de toegangswegen tot de voorziening, het openbaar vervoer naar de voorziening en de nabijheid van winkels en diensten. In geval van uitbreiding of nieuwbouw wordt een bewijs toegevoegd dat aantoont dat het onroerend goed stedenbouwkundig in aanmerking komt om er het initiatief te realiseren. 5.2.2. Heeft de initiatiefnemer een duidelijk beleidsplan dat strookt met de visie over kwalitatief hoogstaande zorg en dienstverlening? 5.2.2.1. Profileringsintentie Om de zorg zo goed mogelijk te kunnen afstemmen op haar bewoners moet de voorziening een duidelijke profileringsintentie hebben. Hiermee wordt bedoeld dat een voorziening zich duidelijk wil profileren binnen een door zich te richten op de verzorging van personen met een bepaald type zorgprofiel. De voorziening kan zich profileren naar een specifieke doelgroep of zich heterogeen opstellen naar de bevolking. Dit is van belang zodat de infrastructuur gebouwd kan worden in functie van de doelgroep die men wenst te bereiken. 5.2.2.1.A. Profileringsintentie van de residentiële voorziening b. Opnamebeleid c. Evolutie van de zorgbehoevendheidscategorieën d. Gemiddelde bezettingsgraad e. Evolutie gemiddelde bezettingsgraad

5.2.2.1.B. Profileringsintentie van het centrum voor kortverblijf b. Opnamebeleid c. Mate van aansluiting van de dienstverlening op andere zorgactoren d. Pooling e. Gemiddelde bezettingsgraad f. Evolutie gemiddelde bezettingsgraad 5.2.2.1.C. Profileringsintentie van het dagverzorgingscentrum b. Opnamebeleid c. Mate van aansluiting van de dienstverlening op andere zorgactoren d. De mate van aansluiting van het gebruikersprofiel op de profileringsintentie e. Pooling f. Gemiddelde bezettingsgraad g. Evolutie gemiddelde bezettingsgraad h. Mobiliteit 5.2.2.1.D. Profileringsintentie van een lokaal dienstencentrum b. Mate van aansluiting van het bezoekersprofiel op de profileringsintentie c. Mate van aansluiting op de buurt/gemeente/stad d. Mate van aansluiting met de thuiszorgactoren e. Aantal bezoekers en de evolutie ervan f. Aantal vrijwilligers en de evolutie ervan 5.2.2.1.E. Profileringsintentie van een naal dienstencentrum b. Mate van aansluiting van het bezoekersprofiel op de profileringsintentie c. Mate van aansluiting met de thuiszorgactoren d. Mate van aansluiting met de eerstelijn 5.2.2.2. Houdt de initiatiefnemer rekening in zijn beleid om een breed scala aan zorgvormen voor ouderen aan te bieden? De initiatiefnemer kan door middel van het aanbieden van een breed scala aan voorzieningen inspelen op de vraag naar verschillende vormen van zorg- en dienstverlening. De initiatiefnemer geeft een overzicht van de aanwezige zorgvormen: wonen met dienstverlening, dagverzorging, kortverblijf, nachtopvang,... Niet elke initiatiefnemer moet of kan een volledig zorgaanbod aanbieden. In dit geval moeten de nodige samenwerkingsverbanden met andere voorzieningen aangegaan worden. 5.2.2.3. Aandacht voor de leefomgeving van de bewoner van een residentiële ouderenvoorziening en/of thuiszorgvoorziening Voor bestaande voorzieningen kan uit de aandacht die gegeven wordt aan de woon- en leefomgeving van de gebruiker worden afgeleid of de voorziening werkt vanuit een visie die strookt met de vereisten van kwalitatief hoogstaande zorg- en dienstverlening.

De initiatiefnemer licht zijn visie toe met betrekking tot volgende elementen: a) Autonomie b) Formele inspraak en communicatiekanalen c) Animatie d) Reglement van orde en opnameovereenkomsten 5.2.2.4. Aantoonbare relatie met andere voorzieningen en verenigingen in de a) relatie met ouderenvoorzieningen in de b) relatie met thuiszorgvoorzieningen in de c) relatie met de huisartsen d) relatie met de zorgprogramma s geriatrie van de algemene ziekenhuizen Door goede relaties met andere voorzieningen in de wordt een betere afstemming van de zorgvorm voor de individuele gebruiker gegarandeerd, in functie van zijn zorgbehoevendheid en de mate van steun vanuit zijn omgeving. De initiatiefnemer toont aan de hand van samenwerkingsovereenkomsten aan dat er een lokaal netwerk van samenwerkingsverbanden bestaat in de en omschrijft de overlegfrequentie en de wijze waarop de samenwerking concreet verloopt. 5.2.2.5. Afstemming 2.2.5.A.: Externe afstemming van het zorgstrategisch plan 2.2.5.B.: Aantoonbare relatie met klantenverenigingen Dit criterium beoogt voornamelijk de voorzieningen te stimuleren hun zorgaanbod op elkaar af te stemmen. De initiatiefnemer voegt het verslag toe van de externe afstemmingsvergadering van het zorgstrategisch plan met de omliggende ouderen- en thuiszorgvoorzieningen uit de en toont aan dat het zorgstrategisch plan besproken werd met de betrokken verenigingen binnen de gemeente (vb. ouderenorganisaties, welzijns- en seniorenadviesraden, ). 5.2.3. Beschikt de initiatiefnemer over voldoende kwalificaties voor een professioneel beheer en een kwalitatief hoogstaande dienstverlening? 5.2.3.1. Professionaliteit van de leiding a. Professionaliteit van het beheersorgaan/beheerscomité De samenstelling en het opleidings- en ervaringsprofiel van de leden van het beheersorgaan/beheerscomité van een voorziening kan een belangrijke factor zijn in de mate van professionaliteit waarmee een voorziening bestuurd en beheerd wordt. Een juiste complementariteit van deskundigheden (juridisch, financieel-economisch, maatschappelijk en/of op gezondheidsvlak) wordt van belang geacht voor een professioneel beheer van een voorziening. De initiatiefnemer voegt een overzicht toe van de leden van het beheersorgaan, met vermelding van het opleidings- en ervaringsprofiel.

b. Professionaliteit van de dagelijks verantwoordelijke De vaardigheden en capaciteiten van de dagelijkse verantwoordelijke spelen een rol in de professionele en efficiënte uitbating van een voorziening. Voldoende ervaring in een leidinggevende en organisatorische functie in de gezondheids- of welzijnszorg is van belang. De initiatiefnemer toont aan dat er voldoende aandacht is voor de inhoud en de frequentie van de bijscholing van de dagelijkse verantwoordelijke. 5.2.3.2. Kwaliteit van de personeelsomkadering a) personeelsbezetting b) organisatie c) vorming Uit de aandacht die in het beleidsplan gegeven wordt aan de personeelsomkadering van de voorzieningen kan worden afgeleid of men werkt vanuit een visie die strookt met de vereisten van kwalitatief hoogstaande zorg- en dienstverlening. Voor bestaande voorzieningen toont de initiatiefnemer aan: - of de voorziening voldoet aan de wettelijke normen; - of uit de inspectieverslagen een positieve beoordeling blijkt; - of er in het zorgstrategisch plan voldoende aandacht gegeven wordt aan deze elementen. Voor nieuwe initiatieven toont de initiatiefnemer aan dat er voldoende rekening gehouden wordt met de nodige personeelsomkadering voor de beoogde projecten. 5.2.4. Heeft de voorziening een prijszetting die toegankelijk is voor alle doelgroepen? Transparantie in de prijszetting a) dekking van de reële kostprijs b) samenstelling van de dagprijs en mogelijke supplementen c) opstelling van de factuur: woonzorgcentrum Door transparantie in de prijszetting kan men een beeld vormen in hoeverre de dagprijs relatief overeenkomt met de reële kostprijs. Het is van belang of de factuur die aan de gebruiker wordt gepresenteerd overzichtelijk, volledig en duidelijk is. De initiatiefnemer voegt voor de evaluatie van dit criterium volgende gegevens toe aan het zorgstrategisch plan: * De gemiddelde dagprijs en haar samenstelling 1 * De gemiddelde inkomsten uit forfaits * De gemiddelde reële kostprijs per dag * Supplementen die kunnen worden aangerekend * Factuur opstelling 1 Niet van toepassing op voorzieningen die nog geen dagprijs hebben.

5.2.5. Heeft de voorziening een gestructureerde vrijwilligerswerking? Naast de lokale netwerken van samenwerkingsverbanden tussen de verschillende voorzieningen is ook een goede samenwerking tussen verschillende zorg- en dienstverleners van toenemend belang voor een kwalitatief hoogstaande dienstverlening. Door een structureel overleg tussen professionele hulpverleners en vrijwilligers te organiseren, is het mogelijk een netwerk van zorgverleners te creëren waar personen terechtkunnen met hun problemen en zorgvragen. De initiatiefnemer voegt aan het zorgstrategisch plan een lijst toe van de vrijwilligers waarop men een beroep kan doen en van de geplande activiteiten. Hij licht ook het statuut van de vrijwilligers en de frequentie en wijze van overleg toe. 5.3. Is voor de realisatie van dit zorgstrategisch plan een investering noodzakelijk voor deze voorziening? 5.3.1. Is de realisatie van dit ZSP noodzakelijk om te voldoen aan de hedendaagse vereisten van een voorziening? 5.3.1.1.: de mate van beantwoorden aan de erkenningsnormen/ erkennings-voorwaarden, bouwfysische en bouwtechnische normen van de voorziening De initiatiefnemer schetst een beeld van de huidige toestand van de aangeboden infrastructuur en omschrijft de mate waarin de voorzieningen beantwoorden aan de meest recente erkennings-, bouwfysische en bouwtechnische normen en tracht op die manier de nood aan investering aan te tonen. De initiatiefnemer kan zich hiervoor baseren op het meest recente inspectieverslag.

5.3.2. Is de realisatie van dit zorgstrategisch plan noodzakelijk voor een economisch verantwoorde uitbating? 5.3.2.1: Schaalgrootte Een mogelijke indicator voor een economisch verantwoorde uitbating van een voorziening is de schaalgrootte. De initiatiefnemer geeft een overzicht van de geplande wijzigingen van het aantal woongelegenheden (woonzorgcentrum en centrum voor kortverblijf), aantal verblijfseenheden (dagverzorgingscentrum) en aantal verschillende gebruikers (centra voor kortverblijf, dagverzorgings- en dienstencentra) en de effecten hiervan op de werkingskost. 6. VOORWAARDEN De initiatiefnemer geeft een overzicht van de voorwaarden die vervuld moeten worden om de nagestreefde visie te realiseren (erkenningen, vergunningen, erkenningen met opschorting).