Handleiding VEGASOURCE 31. Stralingsbronhouder. Document ID: 38131



Vergelijkbare documenten
Handleiding. Extra elektronica. Overspanningsbeveiliging. Document ID: 46670

Handleiding. Elektronica VEGADIS 82. Document ID: 50073

Handleiding. Borgkoppeling ARV-WE63.1. Voor VEGAWAVE 63 - drukloos bedrijf. Document ID: 32359

Handleiding. Elektronica VEGASWING 66. Document ID: 44768

Aanvullende handleiding. Vlotter voor olie-/waterdetectie. voor VEGACAP 63. Document ID: 31595

Handleiding. Extra elektronica. Voor Modbus. Document ID: 41864

Handleiding. Elektronica. VEGAPULS Serie 60. Document ID: 36801

Handleiding. Extra elektronica. Voor 4 20 ma/hart en accupack. Document ID: 41033

Handleiding Reservebehuizing voor plics -instrumenten

Handleiding. Elektronicain. VEGABAR Serie 80. Document ID: 45054

Handleiding. Elektronica. VEGABAR Serie 80. Document ID: 45054

Montagehandleiding Beschermkap

Aanvullende handleiding PLICSLED. Opsteekbare aanwijsmodule voor grenswaardeschakelaar. Document ID: 47885

Handleiding. Kogelkraanarmatuur conform ZB Voor druksensor VEGABAR 82. Document ID: 50027

Aanvullende handleiding. Externe behuizing VEGAVIB. Document ID: 31086

Aanvullende handleiding. Externe behuizing. Voor druksensor VEGABAR Serie 80. Document ID: 45081

Aanvullende handleiding. Vlotter voor olie-/waterdetectie. voor VEGASWING 63 en EL 3. Document ID: 36676

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

TECHNISCHE HANDLEIDING

Handleiding B G. Overspanningsbeveiligingsapparaat. Voor voedings- en signaalkabels in ma-circuits. Document ID: 40491

Aanvullende handleiding. Externe behuizing VEGACAP, VEGACAL. Document ID: 31085

Handleiding. Kogelkraanarmatuur PASVE. voor VEGABAR 54, 82. Document ID: 30177

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

Aanvullende handleiding. Connector ISO voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 30380

Model 240 Pneumatisch open-/dicht-regelventiel Type 3351

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B

Aanvullende handleiding. Connector Harting HAN 7D. voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 34456

Handleiding. Borgkoppeling ARV-SG63.2. voor VEGASWING 63 - Drukbereik: bar. Document ID: 29751

Handleiding B 63-48, B Overspanningsbeveiligingen. Voor voedings- en signaalkabels in ma-circuits. Document ID: 33012

Adapters en verloopmoeren van metaal

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat KNX. Lichtsterkteregelaar Mini Best. nr. : Bedieningshandleiding

DuoControl CS. NL Inbouwhandleiding Pagina 2

Installatie- en bedieningsinstructie. Table Stand DS (2018/08) nl

Bedieningshandleiding Veiligheidsdeurgreepsysteem STS Over dit document. Inhoudsopgave

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRG Montagehandleiding GESTRA Niveau-elektrode NRG 26-21

Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 2183 NL. Veiligheidstemperatuurbewaking (STW) met veiligheidsthermostaat type 2403 K

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid

LAH 500. Loudspeaker Mounting Hardware. Montagehandleiding Montageanleitung Montageanleitung Montageanleitung Montageanleitung

Product information Scheidingsversterkers en Beveiliging

Aanvullende handleiding. Luchtkoeling - MINITRAC 31. Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische. Document ID: 50337

AK 45 Gebruiksaanwijzing

Aanvullende handleiding. Connector Harting HAN 7D. Voor continu metende sensoren. Document ID: 34457

NL... Horizontaal tilsysteem. Vers. 3.00

Cellion primax. Handleiding voor audiciens. Hearing Systems

Bedieningshandleiding Vergrendelstaaf AZ/AZM 200-B30-P30/-P31 AZ/AZM 201-B30-P30/-P Over dit document. Inhoudsopgave

Montage- en gebruiksaanwijzing

Weegschaaltruck EL20W-1150-TAZPN. Capaciteit: 2t

Draadloze bussysteem Draadloze handzender comfort. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Best.nr. :

testo 540 Handleiding

GESTRA. GESTRA Steam Systems VK 14 VK 16. Gebruikershandleiding Kijkglazen Vaposkop VK 14, VK 16

Draagdoorn. Gebruiksaanwijzing. Draagdoorn

Aanvullende handleiding. Straler laden en vervangen VEGASOURCE 31, 35. Document ID: 39155

Veiligheidsafsluitventiel met drukreduceer Type Fig. 1 Type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB NL

Inbouwhandleiding Pagina 26. Wijnklimaatkast EWTgb/gw 1683 / 2383 / 3583

Aanvullende handleiding. Connector M12 x 1. voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 30382

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting

Aanvullende handleiding. VEGADIS-adapter. Voor de aansluiting van een externe displayof bedieningseenheid of een slave-sensor. Document ID: 45250

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LB-management. Jaloeziebasiselement Universeel. Jaloeziebasiselement Universeel Art. nr.

testo 610 Handleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

DL 26 NDT. Manual /30

Beknopte handleiding VEGAFLEX 82. TDR-sensor voor continue niveaumeting van stortgoederen. Profibus PA Staaf- en kabelmeetsonde. Document ID: 47594

Magneetventielen type 3963

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding

Afbeelding 1: Helderheidsregelaar inbouw

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR

Powerpack. gebruikshandleiding

Gebruiksaanwijzing ULTRASONE WANDDIKTE METER 43LD7015

MIDDENSPANNINGSBORD HET MODULAIR CONCEPT

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

KNX/EIB Lichtsterkteregelaar. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Montagehandleiding - scheepsbouw VEGAFLEX 81

Bestnr Digitale temperatuurregelaar ENDA ET1311

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Montage- en gebruikershandleiding

2Power opslagtank. Installatie instructies

Aanvullende handleiding. Kleminrichting KV31. Voor leidingen met ø mm Verticale sensormontage. Document ID: 49229

Handleiding B FI. Overspanningsbeveiligingsapparaat. Voor voedings- en stuurkabels met aardlekschakelaar. Document ID: 40489

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Repeater. Bedieningshandleiding

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting

GEBRUIKSAANWIJZING Thermometer PCE-IR 50

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Aanvullende handleiding. Staaf- en kabelcomponenten. voor VEGAFLEX Serie 80. Document ID: 44968

DROOGPLATEAU. Handleiding

Inbouwhandleiding Pagina 22. Wijnklimaatkast EWTdf 1653 / 2353 / 3553

Gebruikershandleiding Hijsframe t.b.v. trapgat Versie 1,

Emotron I/O-board 2.0 Optie

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

Fig.1a Fig.1b

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Lichtmanagement Taststuureenheid. Bedieningshandleiding

Drukreduceer Type Fig. 1 Type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB NL

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Afdekking Standaard met timerfunctie Art. nr. : ST.. Bedieningshandleiding

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht.

MS Semen Storage Pro

Transcriptie:

Handleiding VEGASOURCE 31 Stralingsbronhouder Document ID: 38131

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over dit document 1.1 Functie... 4 1.2 Doelgroep... 4 1.3 Gebruikte symbolen... 4 2 Voor uw veiligheid 2.1 Geautoriseerd personeel... 5 2.2 Correct gebruik... 6 2.3 Waarschuwing voor misbruik... 6 2.4 Algemene veiligheidsinstructies... 6 2.5 Toepassingsinstructies... 7 2.6 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving... 7 2.7 Milieuvoorschriften... 8 3 Productbeschrijving 3.1 Constructie... 9 3.2 Werking... 15 3.3 Verpakking, transport en opslag... 16 3.4 Levering... 20 4 Monteren 4.1 Algemene instructies... 22 4.2 Montage-instructies... 23 5 Aansluiting van de pneumatische schakelinrichting 5.1 Aansluiting van de naderingsschakelaar... 32 5.2 Persluchtaansluiting... 33 6 In bedrijf nemen 6.1 Bediening - uitvoering A... 35 6.2 Bediening - uitvoering B... 36 6.3 Bediening - uitvoering C... 38 6.4 Bediening - uitvoering D... 39 6.5 Bediening - uitvoering K, L, M, N (pneumatische schakelinrichting)... 40 7 Service en storingen oplossen 7.1 Reiniging... 43 7.2 Onderhoud... 43 7.3 Controle van de schakelinrichting... 44 7.4 Lekdichtheidsbeproeving... 45 7.5 Storingen oplossen... 47 7.6 Gedrag in een noodgeval... 47 8 Demonteren 8.1 Demontagestappen... 49 8.2 Afvoeren... 49 9 Bijlage 9.1 Technische gegevens... 51 9.2 Afmetingen... 60 9.3 Leverancierverklaring... 70 9.4 Industrieel octrooirecht... 71 9.5 Handelsmerken... 71

Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving Let bij Ex-toepassingen op de Ex-specifieke veiligheidsinstructies. Deze worden met elk instrument met Ex-toelating als document meegeleverd en zijn bestanddeel van de handleiding. Uitgave: 2016-04-05 3

1 Over dit document 1 Over dit document 1.1 Functie Deze gebruiksaanwijzing geeft u de benodigde informatie voor de montage, aansluiting en inbedrijfname plus belangrijke instructies voor onderhoud en oplossen van storingen. Lees deze daarom voor de inbedrijfname en bewaar deze daarom goed toegankelijk als onderdeel van het product in de nabijheid van het instrument. 1.2 Doelgroep Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor gekwalificeerd vakpersoneel. De inhoud van deze handleiding moet aan het personeel beschikbaar worden gesteld. 1.3 Gebruikte symbolen Informatie, tip, instructie Dit symbool markeert nuttige aanvullende informatie. Voorzichtig: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kunnen storingen of foutief functioneren ontstaan. Waarschuwing: bij niet aanhouden van deze waarschuwingen kan persoonlijk letsel en/of zware materiële schade ontstaan. Gevaar: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kan ernstig persoonlijk letsel en/of onherstelbare schade aan het instrument ontstaan. Ex-toepassingen Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen. Lijst De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde. Handelingsstap Deze pijl markeert een afzonderlijke handeling. 1 Handelingsvolgorde Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen. Afvoeren batterij Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren van batterijen en accu's. 4

2 Voor uw veiligheid 2 Voor uw veiligheid 2.1 Geautoriseerd personeel Alle in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelingen mogen alleen door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautoriseerd vakpersoneel worden uitgevoerd. Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de benodigde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen. Het omgaan met radioactieve stoffen is wettelijk geregeld. Maatgevend voor het gebruik zijn de stralingsbeschermingsvoorschriften in het land, waar de installatie wordt gebruikt. In Duitsland geldt de actuele "Strahlenschutzverordnung" (StrlSchV) gebaseerd op de "Atomschutzgesetz" (AtG). Voor de meting met radiometrische methoden zijn vooral de volgende punten van belang: Gebruikstoestemming Algemene informatie betreffende stralingsbescherming Voor het gebruik van een installatie met gammastraling is een gebruikstoestemming nodig. Deze toestemming wordt gegeven door de betreffende autoriteiten. Wij helpen u graag bij het aanvragen van deze vergunning. Bij de omgang met radioactieve stralingsbronnen moet elke onnodige stralingsbelasting worden vermeden. Een onvermijdbare stralingsbelasting moet zo klein mogelijk worden gehouden. Houd daarvoor de volgende drie belangrijke maatregelen aan: 1 2 3 Fig. 1: Maatregelen ter bescherming tegen radioactieve straling 1 Afscherming 2 Tijd 3 Afstand Afscherming: zorg voor een zo goed mogelijke afscherming tussen de stralingsbron en uzelf en alle andere personen. Voor een effectieve afscherming kunnen stralingsbronhouders en alle materialen met een hoge dichtheid worden gebruikt (bijv. lood, ijzer, beton, enz.). Tijd: houd u zo kort mogelijk in het stralingsgebied op. Afstand: houd een zo groot mogelijke afstand tot de stralingsbron aan. De stralingsdosis neem kwadratisch af met de afstand tot de stralingsbron. 5

2 Voor uw veiligheid Verantwoordelijke voor de stralingsbescherming Controlegebied De eigenaar van de installatie moet een verantwoordelijke voor de stralingsbescherming benoemen, die de noodzakelijke vakkennis heeft. Deze is verantwoordelijk voor de stralingsbeschermingsverordening en voor alle maatregelen voor de stralingsbescherming. Wij bieden verschillende cursussen aan, waarbij de benodigde vakkennis kan worden verworven. U vindt de gecertificeerde cursusaanbieders ook op de homepage van het "Bundesamtes für Strahlenschutz": www.bfs.de Controlegebieden zijn gebieden, waarbinnen de plaatselijke stralingsdosis een bepaalde waarde overschrijdt. Binnen deze controlegebieden mogen alleen personen werkzaam zijn, waarbij een ambtelijke persoonlijke dosisbewaking plaatsvindt. De telkens geldende grenswaarden voor het controlegebied vindt u in de actuele stralingsbeschermingsverordening. Voor meer informatie over stralingsbescherming en de voorschriften in andere landen staan wij u graag ter beschikking. 6 2.2 Correct gebruik De in dit document beschreven stralingsbronbehuizing VEGASOUR- CE 31 bevat in bedrijfstoestand een radioactieve stralingsbron, die voor de radiometrische niveau-, scheidingslaag-, niveaudetectie- en dichtheidsmeting wordt gebruikt. De stralingsbronbehuizing schermt de straling af van de omgeving en laat deze alleen praktisch ongedempt in de meetrichting uittreden. Om de afschermende werking te waarborgen en een beschadiging van het radioactieve preparaat uit te sluiten, moeten bij de montage en tijdens het bedrijf alle instructies uit deze handleiding en de wettelijke stralingsbeschermingsvoorschriften nauwkeurig worden aangehouden. De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen gewaarborgd bij correct gebruik. Voor schade die ontstaat uit verkeerd gebruik zijn wij niet aansprakelijk. Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk "Productbeschrijving" opgenomen. 2.3 Waarschuwing voor misbruik Bij verkeerd of onjuist gebruik kan van dit instrument gevaar uitgaan, zoals bijvoorbeeld gevaar voor personen door uittredende gammastraling. Houd de bijbehorende veiligheidsinstructies aan. 2.4 Algemene veiligheidsinstructies Het instrument voldoet aan de laatste stand der techniek rekening houdend met de geldende voorschriften en richtlijnen. Deze mag alleen onder technisch optimale en bedrijfsveilige toestand worden gebruikt. De eigenaar is verantwoordelijk voor het storingsvrij gebruik van het instrument.

2 Voor uw veiligheid De operator is verder verplicht, tijdens de gehele toepassingsduur de overeenstemming van de benodigde bedrijfsveiligheidsmaatregelen met de actuele stand van de betreffende instituten vast te stellen en nieuwe voorschriften aan te houden. Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handleiding, de nationale installatienormen en de geldende veiligheidsbepalingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden. Handelingen die verder gaan dan hetgeen beschreven in de gebruiksaanwijzing mogen uit veiligheidsoverwegingen alleen door personeel worden uitgevoerd dat is geautoriseerde door de leverancier. Eigenmachtig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk verboden. Bovendien moeten de op het instrument aangebrachte veiligheidssymbolen en -instructies worden aangehouden. 2.5 Toepassingsinstructies Houd de geldende regels en nationale/internationale normen aan. Houdt de stalingsbeschermingsvoorschriften aan bij het gebruik van, opslaan van en werken aan het radiometrische meetsysteem. Houd de waarschuwingsinstructies en de veiligheidszones aan. Installeer en gebruik het instrument conform deze documentatie en de bijbehorende documenten van de autoriteiten. Het instrument mag niet buiten de gespecificeerde parameters worden gebruikt of opgeslagen. Bescherm het instrument tijdens gebruik en opslag tegen externe invloeden (bijv. chemische producten, weersinvloeden, mechanische stoten, trillingen, enz.). Het instrument mag in geladen toestand niet moedwillig of opzettelijk worden beschadigd (bijv. bij verschrotten). Beveilig de schakelstand "UIT" ("OFF") altijd met het slot. Voor het inschakelen van de straling moet worden gewaarborgd, dat er geen personen in het stralingsgebied aanwezig zijn (ook niet buiten de producttank).de straling mag alleen door opgeleid personeel worden ingeschakeld. Gebruik geen gecorrodeerde of beschadigde instrumenten. Informeer de verantwoordelijke stralingsbeschermingsexpert zodra schade of corrosie optreedt en volg zijn instructies op. Voer de benodigde lekdichtheidsbeproeving uit conform de geldende regels en instructies. Wanneer twijfel bestaat over de correcte toestand van de installatie, controleer dan, of in de nabijheid van het instrument straling kan worden aangetoond en informeer de verantwoordelijke stralingsbeschermingsexpert. 2.6 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving Instrumenten met toelatingen kunnen afhankelijk van de uitvoering afwijkende technische specificaties hebben. Bij deze instrumenten moeten daarom de bijbehorende toelatingsdocumenten worden aangehouden. Deze zijn met de instrumenten meegeleverd of kunnen via www.vega.com via "VEGA Tools" en "instrument zoeken" en via "Downloads" en "Toelatingen" worden gedownload. 7

2 Voor uw veiligheid De geschiktheid van de radiometrische meetmethode en het instrument voor toepassing in explosiegevaarlijke omgeving moet door de eigenaar aan de hand van de geldende nationale voorschriften en regelgeving worden gecontroleerd. Houd de volgende instructies aan: Statische oplading: voorkom elektrostatische oplading aan het instrument. Niet droog wrijven. Potentiaalvereffening: het instrument moet in de potentiaalvereffening van de installatie worden opgenomen. Om een goed elektrisch contact tussen de stralingsbronbehuizing en de montageconsole te waarborgen, moeten tandringen worden gebruikt. Pneumatische schakelinrichting: bij pneumatisch bediende stralingsbronbehuizingen: voor toepassing in explosiegevaarlijke omgevingen uit de categorie ATEX II 2G moeten de bijbehorende veiligheidsinstructies worden aangehouden. Corrosie: de pneumatische aandrijving mag niet onder omgevingscondities worden toegepast, welke corrosie in en aan de pneumatische aandrijving kunnen veroorzaken. 2.7 Milieuvoorschriften De bescherming van de natuurlijke levensbronnen is een van de belangrijkste taken. Daarom hebben wij een milieumanagementsysteem ingevoerd met als doel, de bedrijfsmatige milieubescherming constant te verbeteren. Het milieumanagementsysteem is gecertificeerd conform DIN EN ISO 14001. Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de milieu-instructies in deze handleiding. Hoofdstuk "Verpakking, transport en opslag" Hoofdstuk "Afvoeren" 8

3 Productbeschrijving 3 Productbeschrijving Typeplaat 3.1 Constructie De typeplaat bevat de belangrijkste gegevens voor de identificatie en toepassing van het instrument: Bestelcode Serienummer Stralingsbronhouder Opgenomen preparaat (gammastraler) Radio-isotoop Activiteit Stralingsdosis Artikelnummer - documentatie Opmerking: "hoogradioactieve stralingsbron" (indien nodig) Met het serienummer is het mogelijk, via "www.vega.com", "VEGA Tools" en "Instrument zoeken" de uitleveringsspecificaties van het instrument op te zoeken. Opmerking: De op de typeplaat aangegeven stralingsdosis op een gedefinieerde afstand is veiligheidsgericht en bevat productieafhankelijke variaties van de straler en toleranties van de meetinstrumenten. Daarom kunnen afwijkingen bestaan ten opzichte van de stralingsdosis, die met de opgegeven dempingsfactoren worden berekend. Zie daarvoor ook "Werkingsprincipe/preparaat". Opmerking: Bij preparaten, die een bepaalde activiteit overschrijden, moet de melding "hoogradioactieve stralingsbron" op de typeplaat worden opgenomen. Dit is het geval bij Co-60 met een activiteit 4 GBq (108 mci) of bij Cs-137 met een activiteit 20 GBq (540 mci). Uitvoeringen Er zijn meerdere uitvoeringen met verschillende mogelijkheden voor het openen resp. sluiten van de stralingsweg ter beschikking. Naast de handbediende uitvoeringen zijn er ook uitvoeringen met pneumatische omschakeling beschikbaar. 9

3 Productbeschrijving A B KLMN C D Fig. 2: Uitvoeringen VEGASOURCE 31 - overzicht Uitvoering A - standaard uitvoering Uitvoering B - met fixeerpen en hangslot voor de UIT-positie Uitvoering C - met hangslot voor AAN- en UIT-positie Uitvoering D - met verhoogde bescherming tegen stof en vocht en hangslot voor AAN- en UIT-positie Uitvoering K L M N - uitvoeringen met pneumatische schakelinrichting Kenmerken van de uitvoeringen 10 A B C D K L M N Handmatige omschakeling Draaibeugel Beschermkap Fixeerpen Steekslot - AAN/UIT Hangslot - AAN Hangslot - UIT Bescherming tegen stof en vocht

3 Productbeschrijving A B C D K L M N Pneumatische omschakeling Ex-toelating Tab. 1: Kenmerken van de instrumentuitvoeringen Uitvoering A 4 2 1 3 2 1 Fig. 3: Positie van de typeplaten - uitvoering A 1 Typeplaat - stralingsbronbehuizing 2 Typeplaat - preparaat 3 Kleeftypeplaat - preparaat 4 Kleeftypeplaat - radioactief 11

3 Productbeschrijving A 11 4 B 6 2 5 1 2 3 2 7 7 8 8 9 9 10 3 10 6 C Fig. 4: Typeplaat - uitvoering A A Typeplaat - stralingsbronbehuizing B Typeplaat - preparaat C Kleeftypeplaat - preparaat 1 Serienummer - stralingsbronbehuizing 2 Bestelcode - stralingsbronbehuizing 3 Nummer van de bijbehorende handleiding 4 Stralingsuitvalhoek 5 Stralingsdosis op gedefinieerde afstand van het oppervlak (van de naar de uitlaatopening gekeerde zijde) 6 Opmerking: "hoogradioactieve stralingsbron" (indien nodig) 7 Radio-isotoop: Cs-137 of Co-60 8 Serienummer van de stalerkapseling (voor traceren van de straler) 9 Activiteit van het preparaat in MBq en mci resp. GBq en mci 10 Fabricagedatum van de preparaten (MM/JJJJ) 11 Data-matrix-code Uitvoering B C D 1 1 1 2 2 2 B C D Fig. 5: Positie van de typeplaten - uitvoeringen B C D 1 Typeplaat - stralingsbronbehuizing 2 Typeplaat - preparaat 12

3 Productbeschrijving A 1 2 4 5 3 11 B 2 1 6 7 8 9 10 3 Fig. 6: Typeplaat - uitvoering B C D A Typeplaat - stralingsbronbehuizing B Typeplaat - preparaat 1 Serienummer - stralingsbronbehuizing 2 Bestelcode - stralingsbronbehuizing 3 Nummer van de bijbehorende handleiding 4 Stralingsuitvalhoek 5 Stralingsdosis op gedefinieerde afstand van het oppervlak (van de naar de uitlaatopening gekeerde zijde) 6 Opmerking: "hoogradioactieve stralingsbron" (indien nodig) 7 Radio-isotoop: Cs-137 of Co-60 8 Serienummer van de stalerkapseling (voor traceren van de straler) 9 Activiteit van het preparaat in MBq en mci resp. GBq en mci 10 Datum (MM/JJJJ) 11 Data-matrix-code Uitvoering K L M N 1 3 2 2 Fig. 7: Positie van de typeplaten - uitvoeringen K L M N 1 Typeplaat - stralingsbronbehuizing 2 Typeplaat - preparaat 3 Extra typeplaat - preparaat 13

3 Productbeschrijving A C 1 2 4 5 B 2 3 11 2 7 8 9 10 6 6 3 10 7 8 9 Fig. 8: Typeplaat - uitvoering K L M N A Typeplaat - stralingsbronbehuizing B Typeplaat - preparaat C Kleeftypeplaat - preparaat 1 Serienummer - stralingsbronbehuizing 2 Bestelcode - stralingsbronbehuizing 3 Nummer van de bijbehorende handleiding 4 Stralingsuitvalhoek 5 Stralingsdosis op gedefinieerde afstand van het oppervlak (van de naar de uitlaatopening gekeerde zijde) 6 Opmerking: "hoogradioactieve stralingsbron" (indien nodig) 7 Radio-isotoop: Cs-137 of Co-60 8 Serienummer van de stalerkapseling (voor traceren van de straler) 9 Activiteit van het preparaat in MBq en mci resp. GBq en mci 10 Datum (MM/JJJJ) 11 Data-matrix-code Serienummer - instrument zoeken 14 De typeplaat bevat het serienummer van het instrument. Daarmee kunt u via onze homepage de volgende gegevens van het instrument vinden: Productcode (HTML) Leveringsdatum (HTML) Radarsensor voor continue niveaumeting van stortgoederen Handleidingen en beknopte handleidingen op het tijdstip van uitlevering (PDF) Opdrachtspecifieke sensorspecificaties voor vervangen elektronica (XML) Testcertificaat (PDF) - optie Ga hiervoor naar www.vega.com "VEGA Tools" en "Instrument zoeken". Voer daar het serienummer in. Als alternatief kunt u de gegevens opzoeken via uw smartphone. Smartphone-App "VEGA Tools" uit de "Apple App Store" of de "Google Play Store" downloaden Data-matrixcode op de typeplaat van het instrument scannen of

3 Productbeschrijving Serienummer handmatig in de app invoeren Leveringsomvang Toepassingsgebied De leveringsomvang bestaat normaal gesproken uit de volgende onderdelen. Stralingsbronhouder Documentatie Deze gebruiksaanwijzing Ex-specifieke "Veiligheidsinstructies" (bij Ex-uitvoeringen) Certificaat van de preparaten (stralerkapsel) Evt. andere certificaten 3.2 Werking De VEGASOURCE 31 is een stralingsbronbehuizing voor het afschermen van radioactieve preparaten zoals Cs-137 of Co-60. Het radioactieve preparaat in de stralingsbronbehuizing zendt gammastraling uit. De VEGASOURCE 31 wordt op de tank of de leiding gemonteerd, direct tegenover de sensor. De stralingsbronbehuizing schermt de omgeving af tegen de gammastraling en beschermt het radioactieve preparaat tegen mechanische beschadiging of chemische inwerking. Bij grote meetbereiken (bijv. bij hoge tanks) worden twee of meer stralingsbronbehuizingen toegepast. De VEGASOURCE 31 bestaat uit de volgende componenten: 2 1 3 4 Werkingsprincipe Fig. 9: Stralingsbronhouder VEGASOURCE 31 1 Stralingsbronhouder 2 Omschakel-/blokkeerinrichting 3 Transportogen 4 Aansluitflens De door een gammastralingsbron uitgezonden stralen worden bij het doordringen van het product gedempt. De sensor, die de afgezwakte 15

3 Productbeschrijving straling aan de tegenoverliggende zijde van de tank detecteert, berekent uit de sterkte daarvan de meetwaarde. Preparaat Maximale activiteit van de preparaten De volgende tabel geeft de maximale activiteit van de preparaten aan. Met productieafhankelijke variaties van de stralingsactiviteit en toleranties van de meetinstrumenten is daarbij geen rekening gehouden. Co-60 Cs-137 Max. activiteit max. 0,74 GBq (20 mci) max. 22,2 GBq (600 mci) Tab. 2: Maximale activiteit van de preparaten Opgelet: De maximaal toelaatbare activiteit van de stralingsbron kan door een nationale toelating verder zijn beperkt. Dempingsfactor en halfwaardelagen Co-60 Cs-137 Dempingsfactor 37 294 Aantal halfwaardelagen 5,2 8,2 Tab. 3: Dempingsfactor en halfwaardelagen Verpakking 3.3 Verpakking, transport en opslag Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door een beproeving verzekerd conform ISO 4180. Bij standaard instrumenten bestaat de verpakking uit karton; deze is milieuvriendelijke en herbruikbaar. Bovendien wordt ook PE-schuim of PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkingsmateriaal af via daarin gespecialiseerde recyclingbedrijven. Voor het transport wordt de stralingsbronbehuizing op een transportpallet van hout vastgezet en beschermd door een schuimverpakking. Informatie: De schuimverpakking kan met het gewone huisvuil worden afgevoerd. Transportinspectie Transport 16 De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volledigheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld. Aan de buitenzijde van de transportverpakking is een zegel aangebracht, die aantoont, dat de verpakking nog niet geopend is geweest. Controleer de toestand van dit zegel en protocolleer de onbeschadigde toestand daarvan. Het transport moet rekening houdend met de instructies op de transportverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade aan het instrument tot gevolg hebben. De stralingsbronbehuizing is conform de IATA-regelgeving bedoeld als type A-verpakking voor de preparaten. Voor het transport is de

3 Productbeschrijving stralingsbronbehuizing op een transportpallet vastgezet en wordt deze door een schuimverpakking beschermd. Afmetingen van de transportverpakking in mm (in): Zonder pneumatische schakelinrichting: 380 x 380 x 450 mm (15 x 15 x 18 in) Met pneumatische schakelinrichting: 380 x 380 x 600 mm (15 x 15 x 24 in) Waarschuwing: Controleer de hefwerktuigen op voldoende draagkracht; ca. 110 kg (244 lbs) Personen mogen zich nooit onder lasten ophouden. Bij het transport gaat u te werk conform de volgende afbeeldingen. Gebruik de heavy-duty greep (5) voor het met de hand lossen. De heavy-duty grepen zijn niet geschikt voor inhangen aan een kraanhaak. Wij adviseren voor het transport naar de toepassingslocatie een hefwagen of een vorkheftruck te gebruiken. 5 A 6 3 3 Fig. 10: Transport van de type A-verpakking A Stralingsbronbehuizing in omverpakking (op pallet) 3 Pallet 5 Heavy-duty greep 6 Omverpakking van de type A-verpakking (stralingsbronbehuizing) 17

3 Productbeschrijving 2 B 1 3 4 5 6 A 3 Fig. 11: Pallettransport van het type A verpakking A Stralingsbronbehuizing in omverpakking (op pallet) B Stralingsbronbehuizing zonder omverpakking (op pallet) 1 Vorkheftruck of ander hefvoertuig 2 Transportplaat 3 Pallet 4 Zegel 5 Heavy-duty greep 6 Omverpakking van de type A-verpakking (stralingsbronbehuizing) Ter plaatse moet u de transportplaat uit de omverpakking tillen. Ga te werk volgens de volgende afbeelding. Voorkom bij het gebruik van de transportlussen draaien of kantelen van de stralingsbronbehuizing met een extra transportlus aan het bovenste deel van de stralingsbronbehuizing. 18

3 Productbeschrijving B 7 8 2 Fig. 12: Extra ringlussen, om het kantelen van de stralingsbronbehuizing te voorkomen B Stralingsbronbehuizing zonder omverpakking 7 Transportlussen 8 Ringlussen 9 Transportplaat uit de omverpakking trekken. Omverpakking openen en beide transportlussen naar boven toe Voorkom bij het gebruik van de transportlussen het draaien of kantelen van de stralingsbronbehuizing met behulp van een extra transportlus aan het bovenste deel van de stralingsbronbehuizing. Stralingsbronbehuizing langzaam met de transportlussen uit de omverpakking tillen. Stralingsbronbehuizing uit veiligheidsoverwegingen weer wat laten zakken en voorzichtig, zonder hortende en stotende bewegingen naar de toepassingslocatie transporteren. Stralingsbronbehuizing van de transportplaat losmaken Kraantransport Gebruik de ogen van de stralingsbronbehuizing voor het transport aan een kraanhaak. 19

3 Productbeschrijving 10 Fig. 13: Kraantransport van de stralingsbronbehuizing 10 Hijsoog Opslag Opslag- en transporttemperatuur Transportvoorschriften 20 De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstellings- en opslagmarkeringen worden bewaard. Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de volgende omstandigheden opslaan: Niet buiten bewaren Droog en stofvrij opslaan Niet aan agressieve media blootstellen Beschermen tegen directe zonnestralen Mechanische trillingen vermijden Omgevingstemperatuur voor opslag en transport zie hoofdstuk "Bijlage - Technische gegevens - omgevingscondities" Relatieve luchtvochtigheid 20 85 %. 3.4 Levering Voor radioactieve preparaten gelden strenge voorschriften. Daarom zijn wij bij de uitlevering van de preparaten aan de geldende voorschriften van het land van levering gebonden. Duitsland Radioactieve preparaten mogen wij pas uitleveren, wanneer wij een kopie hebben ontvangen van de gebruikstoestemming. Wij helpen graag bij het verkrijgen van de benodigde documenten. Neem contact op met uw verkoopkantoor.

3 Productbeschrijving Uit veiligheidsoverwegingen en als kostenbesparing leveren wij de stralingsbronbehuizing in principe in geladen toestand, dat wil zeggen met ingebouwde stralingsbron. Indien de eindgebruiker de stralingsbronbehuizing vooraf geleverd wil hebben, moet het preparaat worden nageleverd. In dit geval wordt het preparaat in een transporttrommel geleverd. Andere landen Radioactieve preparaten mogen wij pas uitleveren, wanneer wij een kopie hebben ontvangen van de importlicentie. Wij helpen graag bij het verkrijgen van de benodigde documenten. Neem contact op met uw verkoopkantoor. In het buitenland kunnen wij radioactieve stralingsbronnen alleen ingebouwd in de stralingsbronbehuizing leveren. Bij uitlevering staat de stralingsbronbehuizing in de schakelstand "UIT" ("OFF"). Deze stand is met een slot vergrendeld. Het transport van de geladen stralingsbronbehuizing wordt in opdracht van ons door een bedrijf uitgevoerd, dat een ambtelijke toelating voor dergelijke transporten heeft. Het transport wordt uitgevoerd in een type A-verpakking (stralingsbronhouder VEGASOURCE 31) in overeenstemming met de Europese en internationale regelgeving betreffende het transport van gevaarlijke stoffen (ADR- en DGR/IATA-bepalingen). 21

4 Monteren 4 Monteren Algemeen 4.1 Algemene instructies U heeft voor de montage van de VEGASOURCE 31 een speciale toestemming nodig. De montage mag alleen door toegelaten specialistisch personeel, voor wie de stralingsblootstelling wordt bewaakt, worden uitgevoerd conform de lokale wetgeving resp. de gebruikstoestemming. Let hiervoor op de bepalingen in de gebruikstoestemming. Houd rekening met de plaatselijke omstandigheden. Voer alle werkzaamheden zo snel mogelijk en op zo groot mogelijke afstand uit. Zorg voor een geschikte afscherming Vermijd gevaar voor andere personen door geschikte maatregelen (bijv. afzettingen enz.). Alle montage- en demontagewerkzaamheden mogen alleen in de schakelaarstand "UIT" resp. "OFF", beveiligd door een slot, worden uitgevoerd. Houd bij de montage rekening met het gewicht van de stralingsbronbehuizing (tot 100 kg resp. 220 lbs) Afhankelijk van de uitvoering kan het zwaartepunt van de VEGASOURCE 31 variëren. Houd hier rekening mee bij kraantransport aan het hijsoog. Montage met kraan Waarschuwing: Controleer de hefwerktuigen op voldoende draagkracht; ca. 110 kg (244 lbs) Personen mogen zich nooit onder lasten ophouden. De stralingsbronbehuizing is op een transportplaat vastgeschroefd. Maak deze schroeven los en til de stralingsbronbehuizing van de transportplaat. Gebruik daarvoor de ogen van de stralingsbronbehuizing. Gebruik een geschikt aanslagmiddel (schalmen, karabijnhaak, enz.), om de stralingsbronbehuizing aan de kraanhaak te bevestigen. Let erop, dat de stralingsbronbehuizing bij het hijsen zijwaarts kantelt. Vochtigheid 22 Uitvoeringen met handmatige omschakeling Bescherm de stralingsbronbehuizing tegen vocht en daarmee tegen corrosie. Indien de stralingsbronbehuizing direct aan weersinvloeden wordt blootgesteld, voorzie deze dan van een dak of een geschikte beschermkap. Uitvoering met pneumatische schakelinrichting Gebruik de aanbevolen kabel (zie hoofdstuk "Op de voedingsspanning aansluiten") en draai de kabelwartel vast aan. U beschermt uw instrument extra tegen het binnendringen van vocht door de aansluitkabel voor de kabelwartel naar beneden te leiden. Regen- en condenswater kan dan afdruipen. Dit geldt vooral bij buitenopstelling of in ruimten waar met een hoge vochtigheid rekening moet worden gehouden (bijv. vanwege reinigingsprocessen) of op gekoelde resp. verwarmde tanks.

α 4 Monteren De pneumatische aandrijving mag niet onder omgevingscondities worden toegepast, welke corrosie in en aan de pneumatische aandrijving kunnen veroorzaken. Uitlijning - niveaumeting 4.2 Montage-instructies Voor de continue niveaumeting moet de stralingsbronbehuizing iets boven of ter hoogte van het maximale niveau worden gemonteerd. De straling moet exact op de tegenoverliggend gemonteerde detector zijn uitgelijnd. De hoek voor het uitrichting van de stralingsbronbehuizing komt overeen met de helft van de uitstraalhoek. De stralingsbronbehuizing VEGASOURCE moet zo mogelijk dicht bij de tank worden gemonteerd. Bij grote meetbereiken en kleine tankdiameters kan een bepaalde afstand vaak echter niet worden vermeden. Indien gaten of tussenruimten overblijven, moet met afzettingen en beschermroosters ingrijpen in de gevaarlijke zone worden verhinderd. Dergelijke zones moeten overeenkomstig worden gemarkeerd. α/2 Fig. 14: Uitlijning - stralingsbronbehuizing a Openingshoek Uitlijning - niveaudetectie Voor de niveaudetectie is de uitvoering van de stralingsbronbehuizing met een uitstraalhoek van a = 5 geschikt. De straling moet exact op de tegenover gemonteerde detector zijn gericht. Wanneer u grotere stralingshoeken (20 of 40 ) wilt gebruiken, moet u erop letten, dat de straal horizontaal verloopt. Daarvoor moet u de 23

4 Monteren stralingsbronbehuizing zodanig monteren, dat de ringbout horizontaal ligt. De stralingsbronbehuizing VEGASOURCE moet zo mogelijk dicht bij de tank worden gemonteerd. Bij grote meetbereiken en kleine tankdiameters kan een bepaalde afstand vaak echter niet worden vermeden. Indien gaten of tussenruimten overblijven, moet met afzettingen en beschermroosters ingrijpen in de gevaarlijke zone worden verhinderd. Dergelijke zones moeten overeenkomstig worden gemarkeerd. 3 2 1 Fig. 15: Inbouwposities - niveaudetectie met MINITRAC 31 1 Horizontale inbouw 2 Inbouw verticaal 3 Montage horizontaal, dwars op tank Uitlijning - dichtheidsmeting 24 De meest optimale en meest constante omstandigheden voor dichtheidsmetingen in leidingen worden gerealiseerd, wanneer u de meting op verticale leidingen of in transportinrichtingen monteert. De straling moet exact op de tegenoverliggend gemonteerde detector zijn gericht. Om het traject van de straal door het medium te verlengen en zo een beter meetresultaat te bereiken, kan de leiding schuin worden doorstraald of kan een meettraject worden gebruikt. De benodigde montagetoebehoren vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens".

4 Monteren De stralingsbronbehuizing VEGASOURCE moet zo mogelijk dicht bij de tank worden gemonteerd. Bij grote meetbereiken en kleine tankdiameters kan een bepaalde afstand vaak echter niet worden vermeden. Indien gaten of tussenruimten overblijven, moet met afzettingen en beschermroosters ingrijpen in de gevaarlijke zone worden verhinderd. Dergelijke zones moeten overeenkomstig worden gemarkeerd. De ideale meetopstelling voor de dichtheidsmeting is de montage op een verticale leiding. Daarbij mag de leidingdiameter 50... 100 mm zijn. De doorstroomrichting moet van beneden naar boven zijn. Voor de montage zijn kleminrichtingen, houders en montageklemmen ter beschikking. Verticale leiding, 30 schuin, diameter 50 100 mm (1.97 3.94 in) Bij leidingdiameters 50... 100 mm verdient een schuine doorstraling aanbeveling. Daarmee wordt het traject van de straal door het medium verlengd en het meeteffect verbeterd. Hierbij is de als optie mogelijke loodafscherming voor de detector aan te bevelen, om invloeden van secundaire stralingsbronnen te vermijden. Fig. 16: 30 -meetopstelling op een leiding met diameter 50 100 mm (1.97 3.94 in) Verticale leiding, diameter 50 420 mm (1.97 16.54 in) Bij leidingdiameters 100... 420 mm is een rechte doorstraling mogelijk. De radiometrische sensor kan naar keuze horizontaal of verticaal gemonteerd worden. 25

4 Monteren 1 2 3 4 Fig. 17: Meetopstelling op een leiding met diameter 50... 420 mm, detectormontage verticaal 1 Stralingsbronbehuizing (VEGASOURCE) 2 Radiometrische sensor (MINITRAC) 3 Stralingsbereik 4 Kleminrichting Vermijden van externe straling - verticale leiding, diameter 50 420 mm (1.97 16.54 in) Bij horizontale montage van de radiometrische sensor verdient gebruik van de als optie toepasbare loodafscherming aanbeveling, om invloeden van secundaire stralingsbronnen te vermijden. 26

4 Monteren 1 2 3 4 Fig. 18: Meetopstelling op een leiding met diameter 50... 420 mm, detectormontage horizontaal 1 Stralingsbronbehuizing (VEGASOURCE) 2 Radiometrische sensor (MINITRAC) 3 Stralingsbereik 4 Kleminrichting Horizontale leiding Bij een horizontale leiding moet de leiding met een horizontaal stralingsvlak doorstraald worden, om storingen door luchtinsluitingen te voorkomen. 27

4 Monteren 1 3 2 Fig. 19: Meetopstelling bij een horizontale leiding 1 Stralingsbronbehuizing (VEGASOURCE) 2 Stralingsbereik 3 Detector (MINITRAC) Vuurvaste uitvoering Aanbevolen uitlijning 1 2 40 /20 5 Fig. 20: Correcte montage van de vuurvaste uitvoering 1 Montage bij niveaumeting 2 Montage bij niveaudetektie 28 De stralingsbronbehuizing is ook als vuurvaste uitvoering (821 C gedurende 30 min./1510 F gedurende 30 min.) leverbaar. Deze uitvoering heeft een expansievat. Monteer de stralingsbronbehuizing zodanig, dat het expansievat zich boven, dus op de hoogste plaats, bevindt. In geval van brand kan de vloeibaar wordende lood in het expansievat lopen en sluit daarbij het stralingskanaal af. Opmerking: Na een brand is de bescherming in het bovenste gebied van de behuizing iets verminderd. Neem contact op met onze adviseurs over het vervangen van de stralingsbronbehuizing.

4 Monteren Uitlijning bij plaatsgebrek 1 2 40 /20 5 Fig. 21: Montage van de vuurvaste uitvoering bij plaatsgebrek boven de stralingsbronbehuizing. 1 Montage bij niveaumeting 2 Montage bij niveaudetektie Bij plaatsgebrek boven de stralingsbronbehuizing kan deze ook zodanig worden gemonteerd, dat het expansievat zich daaronder of aan de zijkant bevindt. In geval van brand kan het vloeibaar wordende lood naar het expansievat uitwijken en vult daarbij het afvoerkanaal en het expansievat. Waarschuwing: Na een brand is de afscherming in het bovenste gebied van de stralingsbronbehuizing sterk verminderd. De installatie mag niet meer verder worden gebruikt. De stralingsbronbehuizing moet direct worden vervangen. Schroefborging De stralingsbronbehuizing moet in de potentiaalvereffening van de installatie worden opgenomen. Om een goed elektrisch contact tussen de stralingsbronbehuizing en de montageconsole te waarborgen, moeten de meegeleverde tandringen conform de afbeelding hierna worden ingezet. Gebruik het voorgeschreven aandraaimoment voor de montageschroeven. Waarborg dat de schroeven elektrisch contact maken met de potentiaalvereffening. Materiaal Sterkteklasse Aandraaimoment Wrijvingscoëfficiënt RVS 70 50 140 Nm 1,4 Staal 8,8 50 140 Nm 1,4 1 1 Fig. 22: Tandringen als schroefborging en geleidende verbinding met de potentiaalvereffening 1 Tandringen (2 stuks) 29

4 Monteren Montage-inrichtingen De stralingsbronbehuizing kan bijvoorbeeld ook aan een lokale montageplaat of op L-profielen worden gemonteerd. 1 2 D 8x45 B A D 120 mm (4.7") C B Fig. 23: Lokale montage-inrichting 1 Montageplaat 2 L-profielen EN ASME A 68,9 mm (2.71 in) 72,9 mm (2.87 in) B 166,3 mm (6.55 in) 176,0 mm (6.93 in) C 180,0 mm (7.09 in) 190,5 mm (7.50 in) D 18,0 mm (0.71 in) 19,1 mm (0.75 in) De montageflens van de VEGASOURCE 31 past op: DN 100 PN 16 ASME 4" 150 lbs Inbouwcontrole 30 Uitmeten van de stralingsdosis Nadat de montage is afgerond of zodra de radioactieve stralingsbron in de stralingsbronbehuizing is ingebouwd, moet de stralingsdosis in de omgeving van de stralingsbronbehuizing en de detector in µsv/h worden uitgemeten. Opgelet: Afhankelijk van de betreffende installatie kan de straling door verstrooiing ook buiten het eigenlijke stralingsuittredekanaal optreden. In dit geval moet deze door extra lood- of staalplaten worden afgeschermd. Alle controle- en sperzones moeten ontoegankelijk worden gemaakt en als zodanig worden gemarkeerd. Gedrag bij lege producttank Opgelet: Bij een lege tank moet na de montage het controlegebied in de omgeving van de tank op radioactiviteit worden uitgemeten en indien aanwezig, worden afgezet en gemarkeerd. Eventuele toegangsmogelijkheden voor de binnenruimte van de tank moeten veilig worden

4 Monteren afgesloten en worden gemarkeerd met een waarschuwingsbord "radioactief". De toegang mag alleen door de stralingsbeschermingsfunctionaris, na controle van de veiligheidsmaatregelen bij uitgeschakelde stralingsbronbehuizing, worden toegestaan. Indien werkzaamheden in of aan de tank moeten worden uitgevoerd, moet de straling op de stralingsbronbehuizing altijd worden uitgeschakeld. 31

5 Aansluiting van de pneumatische schakelinrichting 5 Aansluiting van de pneumatische schakelinrichting 5.1 Aansluiting van de naderingsschakelaar Deze instructies gelden voor de stralingsbronbehuizing VEGASOUR- CE 31 uitvoering K, L, M, N met pneumatische schakelinrichting. De naderingsschakelaars signaleren de schakelstand van de stralingsbronbehuizing. Wij adviseren de naderingsschakelaars aan te sluiten. Deze zijn bedoeld voor de betrouwbare terugmelding of de schakelinrichting ook werkelijk op de pneumatische schakelimpuls heeft gereageerd. Veiligheidsinstructies Potentiaalvereffening Verbindingskabel Elektrische aansluiting 32 Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies: Alleen in spanningsloze toestand aansluiten Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten overspanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd De naderingsschakelaars zijn al gemonteerd en in de klemmenbox aangesloten op de aansluitklemmen. Sluit de naderingsschakelaar aan conform de hierna volgende aansluitschema's. Houdt daarbij de algemene installatievoorschriften aan. Verbindt de VEGASOURCE 31 in principe met de tankaarde (PA) resp. bij kunststof tanks met het naastgelegen aardpotentiaal. Aan de bovenzijde van de beschermkap van het instrument is daarvoor een aardklem aanwezig. Deze verbinding is bedoeld voor de afleiding van elektrostatische ladingen. Bij Ex-toepassingen moet u eerste prioriteit geven aan de opstellingsvoorschriften voor explosiegevaarlijke omgeving. De specificaties betreffende de voedingsspanning vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens". Het instrument wordt met een standaard twee-aderige kabel zonder afscherming aangesloten. Gebruik kabels met ronde doorsnede. Een kabelbuitendiameter van 5 10 mm zorgt voor een goede afdichtende werking in de kabelwartel. Wanneer u kabel met een andere diameter of doorsnede gebruikt, vervang dan de afdichting of gebruik een geschikt kabelwartel. Ingebouwde naderingsschakelaar: Pepperl+Fuchs 181094-NCB2-12GM35-NO-10M Opgelet: Houd bij de elektrische aansluiting en bij de inbedrijfname de handleiding van de naderingsschakelaar aan.

5 Aansluiting van de pneumatische schakelinrichting + - + - 12 34 br bl br bl 1 2 Fig. 24: Aansluitklemmenbox van de naderingsschakelaar 1 Naderingsschakelaar voor de schakelstand AAN - ON (klemmen 1 en 2) 2 Naderingsschakelaar voor de schakelstand UIT - OFF (klemmen 3 en 4) Scheidingsschakelversterker Voor de signaalverwerking heeft u voor elke naderingsschakelaar een NAMUR-scheidingsschakelversterker nodig. Bijvoorbeeld de volgende scheidingsschakelversterkers kunnen worden aangesloten. Phoenix Contact MINI MCR-SL-NAM-2RNO KFA6-SH-Ex1, 230 V AC (Pepperl+Fuchs) KFA2-SH-Ex1, 24 V DC (Pepperl+Fuchs) 5.2 Persluchtaansluiting Deze instructies gelden voor de stralingsbronbehuizing VEGASOUR- CE 31 uitvoering K, L, M, N met pneumatische schakelinrichting. Opmerking: De pneumatische schakelinrichting mag pas na de montage van de stralingsbronbehuizing in bedrijf worden genomen. Aansluiting van de persluchtleidingen De persluchtleiding wordt op de smoorterugslagklep aangesloten. 33

5 Aansluiting van de pneumatische schakelinrichting 5 1 2 4 4 3 EIN ON AUS OFF Fig. 25: Aansluiting van de persluchtleidingen op VEGASOURCE 31 - uitvoering K L M N 1 Smoorterugslagklep voor aansluiting van de perslucht 2 Ontluchtingsfilter 3 Klemmenbox voor aansluiting van de naderingsschakelaar 4 Kabelwartels 5 Aansluiting voor de potentiaalvereffening Opgelet: De smoorterugslagklep is af fabriek ingesteld en met schroefborglak verzegeld. De instelling van de smoorterugslagklep mag niet worden gewijzigd. Neem een elektrische schakelventiel op in de persluchtleiding (bijv. Festo CPE). Daarmee kunt u de persluchttoevoer onderbreken. Als optie kunt u in de buurt van de installatie als extra een handbediend schakelventiel (bijv. Festo VHEM) in de persleiding inbouwen. Daarmee kunt u in geval van nood de persluchttoevoer ter plaatse onderbreken en de stralingsbronbehuizing uitschakelen. Monteer dit handbediende schakelventiel in een veilige positie buiten het stralingsbereik. 34

6 In bedrijf nemen 6 In bedrijf nemen 6.1 Bediening - uitvoering A Waarschuwing: Waarborg voor het inschakelen, dat niemand zich in het stralingsbereik bevindt (ook niet in de tank). De straling mag alleen door opgeleid personeel worden ingeschakeld. Inschakelen van de straling De getallen tussen haakjes hebben betrekking op de volgende afbeelding. A 3 1 B 4 C 6 5 45 7 2 45 8 180 9 D E F 10 11 45 12 13 Fig. 26: Inschakelen van de straling - VEGASOURCE 31 uitvoering A Uitgangssituatie: stralingsbronbehuizing bevindt zich in de UIT-stand 1. Beschermkap krachtig tegen de stralingsbronbehuizing drukken en 2. Beschermkap 45 rechtsom verdraaien tot de aanslag 3. Beschermkap naar boven toe wegtrekken 4. Sleutel in het slot steken 5. Sleutel 45 linksom draaien 6. Steekslot tot aan de aanslag uittrekken 7. Indien aanwezig: tapeind met inbussleutel (SW 5) losdraaien (alleen bij instrument met extra uitrusting "dichtheidsmeting met fixatie") 35

6 In bedrijf nemen 8. Totale eenheid 180 linksom draaien De betreffende schakelstand wordt door een markeringspijl aangegeven (AAN - ON of UIT - OFF) 9. Verzegeling niet losmaken. Waarschuwing: Verzegelde tapeind (9) niet bedienen. Een slag van de eenheid via het tapeind neemt de uitnamepositie van de stralingsbron in. 10. Steekslot met sleutel indrukken 11. Steekslot met sleutel ca. 45 rechtsom draaien 12. Indien aanwezig: tapeind met inbussleutel (SW 5) inschroeven 13. Beschermkap weer plaatsen De stralingsbronbehuizing mag niet zonder beschermkap worden gebruikt. Indicatie schakeltoestand Straling AAN Het schild AAN - ON is zichtbaar. De markeringspijl wijst naar AAN - ON. Straling UIT Het schild UIT - OFF is zichtbaar. De markeringspijl wijst naar UIT - OFF. Uitschakelen van de straling Het uitschakelen van de straling volgt op dezelfde wijze. Voor het uitschakelen van de straling de stralingsbron 180 rechtsom draaien. 6.2 Bediening - uitvoering B Waarschuwing: Waarborg voor het inschakelen, dat niemand zich in het stralingsbereik bevindt (ook niet in de tank). De straling mag alleen door opgeleid personeel worden ingeschakeld. Inschakelen van de straling De getallen tussen haakjes hebben betrekking op de volgende afbeelding. 36

6 In bedrijf nemen 4 1 3 6 1 3 180 5 2 2 Fig. 27: Inschakelen van de straling - VEGASOURCE 31 uitvoering B 1 Hangslot 2 Borgschroef 3 Fixeerpen 4 Borgbeugel 5 Borgpen 6 Draaibeugel Indicatie schakeltoestand Uitgangssituatie: stralingsbronbehuizing bevindt zich in de UIT-stand Handslot verwijderen (1) Borgschroef (2) losdraaien Fixeerpen (3) uittrekken Waarschuwing: Borgbeugel (4) niet verwijderen. Verzegeling niet verwijderen. Verzegelde borgpen (5) niet indrukken. Verdraaien van de eenheid via het borgpen (5) zorgt voor verplaatsen van de stralingsbron in de uitnamepositie. Draaibeugel (6) 180 linksom draaien Opmerking: De actuele schakeltoestand wordt door het zichtbare schild (AAN - ON resp. UIT - OFF) weergegeven. Het andere schild wordt door de draaibeugel (6) bedekt. Fixeerpen (3) in de schakelstand AAN - ON laten vallen. Let op correct vastklikken. Hangslot (1) op de daarvoor bedoelde positie op de borgbeugel (4) bevestigen, tot deze weer nodig is Borgschroef (2) vastschroeven Straling AAN Het schild AAN - ON is zichtbaar. De markeringspijl wijst naar AAN - ON. 37

6 In bedrijf nemen Straling UIT Het schild UIT - OFF is zichtbaar. De markeringspijl wijst naar UIT - OFF. Uitschakelen van de straling Het uitschakelen van de straling volgt op dezelfde wijze. Voor het uitschakelen van de straling de draaibeugel (6) 180 rechtsom draaien. 6.3 Bediening - uitvoering C Waarschuwing: Waarborg voor het inschakelen, dat niemand zich in het stralingsbereik bevindt (ook niet in de tank). De straling mag alleen door opgeleid personeel worden ingeschakeld. Inschakelen van de straling De getallen tussen haakjes hebben betrekking op de volgende afbeelding. 1 1 2 180 3 2 4 Fig. 28: Inschakelen van de straling - VEGASOURCE 31 uitvoering C 1 Hangslot 2 Borgschroef 3 Borgpen 4 Draaibeugel 38 Uitgangssituatie: stralingsbronbehuizing bevindt zich in de UIT-stand Handslot verwijderen (1) Borgschroef (2) losdraaien Waarschuwing: Verzegeling niet verwijderen. Verzegelde borgpen (3) niet indrukken. Een slag van de eenheid via de borgpen (3) neemt de uitnamepositie van de stralingsbron in. Draaibeugel (4) 180 linksom draaien

6 In bedrijf nemen Opmerking: De actuele schakeltoestand wordt door het zichtbare schild (AAN - ON resp. UIT - OFF) weergegeven. Het andere schild wordt door de draaibeugel bedekt. positie borgen. Borgschroef (2) vastschroeven Schakelstand AAN met het hangslot (1) op de daarvoor bedoelde Indicatie schakeltoestand Straling AAN Het schild AAN - ON is zichtbaar. De markeringspijl wijst naar AAN - ON. Straling UIT Het schild UIT - OFF is zichtbaar. De markeringspijl wijst naar UIT - OFF. Uitschakelen van de straling Het uitschakelen van de straling volgt op dezelfde wijze. Voor het uitschakelen van de straling de draaibeugel (4) 180 rechtsom draaien. Inschakelen van de straling 1 6.4 Bediening - uitvoering D Waarschuwing: Waarborg voor het inschakelen, dat niemand zich in het stralingsbereik bevindt (ook niet in de tank). De straling mag alleen door opgeleid personeel worden ingeschakeld. De getallen tussen haakjes hebben betrekking op de volgende afbeelding. 3 3 1 1 180 2 4 2 Fig. 29: Inschakelen van de straling - VEGASOURCE 31 uitvoering D 1 Hangslot 2 Borgschroef 3 Draaibeugel 4 Borgschroef Uitgangssituatie: stralingsbronbehuizing bevindt zich in de UIT-stand Handslot verwijderen (1) 39

6 In bedrijf nemen Borgschroef (2) losdraaien Waarschuwing: Borgschroef (4) niet losmaken en draaibeugel (3) niet omhoog klappen. Door de draaibeugel (3) omhoog te klappen wordt de uitnamepositie van de stralingsbron ingenomen. Draaibeugel (3) 180 linksom draaien Opmerking: De actuele schakeltoestand wordt door het zichtbare schild (AAN - ON resp. UIT - OFF) weergegeven. Het andere schild wordt door de draaibeugel bedekt. positie borgen. Borgschroef (2) vastschroeven Schakelstand AAN met het hangslot (1) op de daarvoor bedoelde Indicatie schakeltoestand Straling AAN Het schild AAN - ON is zichtbaar. De markeringspijl wijst naar AAN - ON. Straling UIT Het schild UIT - OFF is zichtbaar. De markeringspijl wijst naar UIT - OFF. Uitschakelen van de straling Het uitschakelen van de straling volgt op dezelfde wijze. Voor het uitschakelen van de straling de draaibeugel (3) 180 rechtsom draaien. 6.5 Bediening - uitvoering K, L, M, N (pneumatische schakelinrichting) Waarschuwing: Waarborg voor het inschakelen, dat niemand zich in het stralingsbereik bevindt (ook niet in de tank). De straling mag alleen door opgeleid personeel worden ingeschakeld. Opmerking: De pneumatische aandrijving mag niet onder omgevingscondities worden toegepast, welke corrosie in en aan de pneumatische aandrijving kunnen veroorzaken. Voor de toepassing in explosiegevaarlijke omgeving categorie ATEX II 2 G moeten de bijbehorende veiligheidsinstructies worden aangehouden. Inschakelen van de straling 40 De getallen tussen haakjes hebben betrekking op de volgende afbeelding.

6 In bedrijf nemen 1 2 Fig. 30: Inschakelen van de straling met de pneumatische schakelinrichting - VEGASOURCE 31 uitvoering K, L, M, N 1 Hangslot voor borgen van de schakeltoestand - moet voor gebruik van de pneumatische schakelinrichting worden verwijderd 2 Hangslot voor borgen van de stralingsbron - mag bij normaal bedrijf niet worden verwijderd Uitgangssituatie: pneumatische omschakeling is correct aangesloten. Stralingsbronbehuizing bevindt zich in de UIT-OFF-stand Bovenste hangslot verwijderen (1) Opmerking: Het bovenste hangslot moet pas weer voor revisiedoeleinden worden aangebracht (UIT-stand) en moet daarom tot dat moment in het tweede hangslot worden gehangen of buiten de installatie worden bewaard. Waarschuwing: Het onderste hangslot (2) beveiligt de toegang tot de stralingsbron en mag tijdens normaal bedrijf niet worden verwijderd. De pneumatische schakelinrichting kan nu worden bediend Opmerking: De actuele schakeltoestand wordt in het weergavevenster (AAN - ON resp. UIT - OFF) zichtbaar. De andere schild is telkens bedekt. 41

6 In bedrijf nemen 1 Fig. 31: Weergave van de schakeltoestand bij VEGASOURCE 31 - uitvoering K, L, M, N 1 Weergavevenster Waarschuwing: Weergavevenster niet aanraken, wanneer de aandrijving onder druk staat. Indicatie schakeltoestand Straling AAN De schild AAN - ON is in het weergavevenster zichtbaar Straling UIT De schild UIT - OFF is in het weergavevenster zichtbaar Uitschakelen van de straling De straling wordt op dezelfde wijze uitgeschakeld via de besturing van de perslucht. Wanneer de pneumatische schakelinrichting drukloos wordt, schakelt de VEGASOURCE 31 automatisch naar de schakelstand UIT - OFF terug. 42

7 Service en storingen oplossen 7 Service en storingen oplossen 7.1 Reiniging Reinig het instrument regelmatig. Houd daarbij de volgende punten aan: Reinig het instrument van stoffen, die de veiligheidsfunctie nadelig beïnvloeden. Verwijder de vervuiliging door het product of andere stoffen, die omschakelen van de stralingsbronbehuizing bemoeilijken of kunnen hinderen. Houd de belettering in leesbare toestand Reinig de stickers en de aansluitbox (bij uitvoering met pneumatische schakelinrichting) alleen vochtig met water. Vermijd elektrostatische oplading op het instrument. Bij reinigen nooit droog wrijven. Waarschuwing: Houd bij de reiniging alle veiligheidsinstructies in deze handleiding aan. Inspectie 7.2 Onderhoud Bij correct gebruik en onder aanhouding van de opgegeven omgevings- en bedrijfsomstandigheden is geen onderhoud van de VEGASOURCE 31 noodzakelijk. In het kader van regelmatig uitgevoerde inspecties van de installatie adviseren wij de volgende controles: Visuele inspectie op corrosie van de behuizing, de lasnaden, de externe delen van de stralingsbron, de sloten/het slot, tandringen Visuele inspectie van de referentie O-ring (alleen uitvoering D, M, N) - zie volgende instructie Test van de beweeglijkheid van het preparaat (in- en uitschakelfunctie) Beoordeling van de leesbaarheid van alle beletteringen en waarschuwingen Sterkte en bevestiging van de preparaathouder Tip: Wanneer u een uitvoering met verhoogde bescherming tegen stof en vocht (uitvoering D, M, N) heeft, is de stralingsbron met twee extra afdichtingen beschermd. De toestand van de ingebouwde afdichting kunt u met de volgende praktijkmethode beoordelen, zonder de stralingsbronbehuizing te hoeven openen. Op een van de externe koppelingen is een identieke afdichting (referentie O-ring) gemonteerd, zodat deze aan de omgevingscondities is blootgesteld. Uit de toestand van deze afdichting kunt u conclusies trekken over de toestand van de ingebouwde afdichtingen. Wanneer de externe afdichting poreus of beschadigd raakt, moeten de afdichtingen van de stralingsbronbehuizing mogelijkerwijs ook worden vervangen. 43