De Wmo-gerechtigde is de persoon die een indicatie heeft voor Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) en die 75 jaar of ouder is.



Vergelijkbare documenten
RICHTLIJN NR. I 046 VERVOERSVOORZIENING AANPASSING VAN EEN AUTO

EERSTE WIJZIGING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Kaag en Braassem

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Non-Professional. Artikel 2. Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening Begeleiding Individueel

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2016

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis

De Wmo en vervoersvoorzieningen. mei 2012

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland Ingangsdatum 1 januari 2014

b e s l u i t: Vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2017

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân

Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... 5

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal,

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015

FINANCIEEL BESLUIT. maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

VERORDENING INKOMENSONDERSTEUNENDE MAATREGELEN MINIMA HELMOND 2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft,

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011;

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest januari 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2015 Nr

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster 2013,

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 2 Artikel 2.1 Regels rond verstrekking en verantwoording... 2

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2016

Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 versie 18 december 2009

Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2017

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2015 GEMEENTE EPE

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017 Nr

Concept: 4.3 ( ) Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013

Nadere regels voor de algemene vervoersvoorzieningen en de individuele voorzieningen uit de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft,

Verordening Wmo gemeente Appingedam 2009

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heeze-Leende 2016

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst

Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE IJSSELSTEIN 2017

Vastgestelde beleidsregels - Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Zoeterwoude

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR

Gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldambt 2017; Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldambt 2018

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente <NAAM> 2015 concept. Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening...

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2012

Wetstechnische informatie

Wijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning

Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget

Transcriptie:

GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Helmond. Nr. 10266 26 februari 2014 BELEIDSREGELS WMO HELMOND 2013 Besluit: I. Vast te stellen de Beleidsregels WMO Helmond 2013 II. In te trekken de Beleidsregels Wet Maatschappelijke Ondersteuning Helmond 2009 1. BELEIDSREGEL BEMIDDELEN BIJ VERHUIZEN Uitgangspunt is dat iedereen zelf voor een woning moet zorgen. Bij de keuze van een woning moet men binnen de eigen (financiële) mogelijkheden rekening houden met de eigen situatie. Dit betekent dat men, rekening houdend met bestaande of te verwachten beperkingen, zoekt naar een geschikte woning. Het college kan ondersteunen en bemiddelen bij het zoeken naar een geschikte woning, door middel van het aanbieden van een woning. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: 1. Het college biedt maximaal 2 keer een woning aan; 2. Als belanghebbende de eerst aangeboden passende en geschikte woning niet accepteert, blijft het college bemiddelen naar een volgende woning. Indien echter geen passende en geschikte woning meer kan worden aangeboden, dan zal de huidige woning van belanghebbende niet worden aangepast; 3. Het college bemiddelt naar alle woonwijken. Belanghebbende mag 2 woonwijken aangeven, waar hij niet wil wonen (zgn. negatieve woonwijken). Het college probeert hiermee rekening te houden maar het college kan deze voorkeuren niet garanderen. Notabene: Bovenstaande beleidsregel kenmerkt zich als buitenwettelijk begunstigend beleid. Het toewijzen van een woning aan belanghebbende dan wel het bieden van hulp bij het vinden van een woning valt namelijk volgens de vaste jurisprudentie niet onder één van de in artikel 4 Wmo genoemde prestatievelden (zie CRvB 14-09-2011, nrs. 11/1118 WMO e.a., CRvB 16-10-2013, nr. 11/5225 WMO, CRvB 19-06-2013, nr. 10/3660 WMO). 2. BELEIDSREGEL VERVOERSVOORZIENING VOOR WMO-GERECHTIGDEN Wmo-gerechtigde vervoersvoorziening De Wmo-gerechtigde is de persoon die een indicatie heeft voor Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) en die 75 jaar of ouder is. Vervoerspas Wmo-gerechtigden komen, ongeacht het inkomen en zonder dat een medische noodzaak is vereist, in aanmerking voor een vervoerpas voor het CVV, uitgevoerd door Taxbus. Vervoersgebied en -kosten De Wmo-gerechtigde kan vanaf het woonadres maximaal vijf openbaar vervoer zones reizen tegen verlaagd tarief. Dat tarief is 0,65 per zone, waarbij voor elke rit 1 extra zone, de zogenaamde opstapzone, moet worden betaald. Dus bij een 1-zone rit moet 1,30 worden betaald en bij een 2-zone rit 1,95 enzovoorts. Bij reizen over zes of meer zones vanaf het woonadres, is vanaf de zesde zone het commerciële tarief verschuldigd van 8,50 per zone. 3. BELEIDSREGEL WOONVOORZIENING - BOUWKUNDIGE OF WOONTECHNISCHE VOORZIENING (richtlijn I027) De volgende onderwerpen komen aan de orde: Voorwaarden Vorm Hoogte Eigen bijdrage/aandeel Overige aspecten Voorwaarden Het college verleent alleen een individuele voorziening van bouwkundige of woon-technische aard: 1

1. indien er sprake is van aantoonbare beperkingen bij het voeren van een huishouden of het normale gebruik van de woning (artikel 2.1 en 4.3 Wmo-verordening); 2. indien deze betrekking heeft op de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon (artikel 4.3 eerste lid Wmo-verordening); 3. indien deze betrekking heeft op de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning (artikel 4.3 tweede lid Wmo-verordening); 4. indien het primaat van verhuizen niet van toepassing is (artikel 4.3 lid 3 en 4 Wmo-verordening); 5. voor zover deze langdurig noodzakelijk is (artikel 6.2 eerste lid onder a en b Wmo-verordening); 6. voor zover deze in overwegende mate op het individu is gericht (artikel 6.2 eerste lid onder c Wmoverordening); 7. voor zover deze, naar objectieve maatstaven gemeten, als goedkoopst compenserende voorziening kan worden aangemerkt (artikel 6.2 eerste lid onder d Wmo-verordening); 8. als er geen sprake is van een voorliggende voorziening zoals een algemeen gebruikelijke voorziening, algemene voorziening, wettelijk voorliggende voorziening of collectieve voorziening (artikel 6.2 tweede lid onder a Wmo-verordening); 9. indien de belanghebbende in Helmond woonachtig is (artikel 6.2 tweede lid onder b Wmo-verordening); 10. voor zover de voorziening geen betrekking heeft op een hoger niveau dan het uitrustingsniveau voor sociale woningbouw (artikel 6.2 tweede lid onder c Wmo-verordening); 11. voor zover er aan de zijde van de belanghebbende sprake is van aantoonbare meerkosten in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperkingen waarvoor de voorziening wordt aangevraagd (artikel 6.2 tweede lid onder d Wmo-verordening); 12. er geen sprake is van kosten die de persoon met beperkingen voorafgaand aan het moment van beschikken op de aanvraag heeft gemaakt, tenzij a. het college vooraf uitdrukkelijk schriftelijk toestemming heeft gegeven, of b. het college de noodzaak, adequaatheid en passendheid van de voorziening en de gemaakte kosten achteraf nog kan beoordelen (artikel 6.2 tweede lid onder e Wmo-verordening); én 13. er geen sprake is van een voorziening die reeds eerder krachtens deze, of voorafgaande versie van deze verordening dan wel krachtens de aan deze verordening voorafgaande Verordening voorzieningen gehandicapten is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of versterkte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen (artikel 6.2 tweede lid onder f Wmoverordening 2013). De voorziening wordt geweigerd indien: 1. de voorziening niet noodzakelijk is vanwege redelijkerwijs van de belanghebbende zelf of van anderen in zijn omgeving, zoals bijvoorbeeld huisgenoten, te vergen medewerking aan oplossing voor het zich voordoende probleem of doordat middels de afspraken in het gevraagde wordt voorzien (artikel 6.2 tweede lid onder g Wmo-verordening); 2. indien belanghebbende niet voldoet aan de in artikel 6.3 (inzake meewerken aan advisering) gestelde voorwaarden en verplichtingen (artikel 6.2 tweede lid onder h Wmo-verordening). Vorm Een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening kan worden verstrekt (artikel 5.2 eerste lid Wmo-verordening): a. in natura; b. in de vorm van een pgb; c. in de vorm van een financiële tegemoetkoming. Hoogte Het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte of de prijsbepaling van de Limitatieve lijst (artikel 10 eerste lid Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Helmond). Verder geldt dat de hoogte van het persoonsgebonden budget gekoppeld is aan de tegenwaarde van de te verstrekken goedkoopst compenserende voorziening (artikel 10 tweede lid Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Helmond). Eigen bijdrage/aandeel In richtlijn I059 staat aangegeven of een eigen bijdrage of eigen aandeel is verschuldigd. 2

Overige aspecten Gereedmelding, vaststelling en uitbetaling Zie richtlijn I034 voor de procedure ten aanzien van de gereedmelding, vaststelling en uitbetaling van een voorziening van bouwkundige of woontechnische aard. Afspraken met woningcorporaties Het college heeft afspraken gemaakt met de woningcorporaties over het aanbrengen van woningaanpassingen op grond van de Wmo. Deze afspraken zijn neergelegd in een overeenkomst met de woningcorporaties. Versnelde procedure voor eenvoudige woningaanpassingen Vanaf 1 februari 2003 geldt er een versnelde procedure voor eenvoudige woningaanpassingen. In het kader van deze procedure is een limitatieve lijst van standaard woonvoorzieningen in het kader van de Wmo vastgesteld. Deze lijst is opgenomen in de gemeentelijke bijlagen onder nr. GB04. 4. BELEIDSREGEL VERVOERSVOORZIENING - AANPASSING VAN EEN AUTO Voorwaarden Financiële tegemoetkomingen voor autoaanpassingen kunnen alleen toegekend worden voor een belanghebbende die de bestuurder van de auto is, onder de volgende voorwaarden: De aanpassingen dienen individueel te zijn, medisch noodzakelijk en niet standaard opgenomen of verkrijgbaar te zijn in de voorhanden zijnde automodellen. De volgende autoaanpassingen gelden als algemeen gebruikelijk (niet limitatief): uitneembare hoedenplank; derde of vijfde deur; elektrisch bedienbare portierruiten; verstelbare lendensteunen op de voorstoel; neerklapbare of inklapbare achterbank; rembekrachtiging; automatische transmissie. de kosten van een APK-keuring; stuurbekrachtiging; airconditioning Het dient om aanpassingen te gaan, die minder vaak voorkomen of die in een uitvoering gemaakt moeten worden, die afwijken van de gangbare voorzieningen. CBR keuring Autoaanpassingen dienen door het CBR te worden gekeurd; vervolgens wordt een aantekening op het rijbewijs gemaakt welke noodzakelijke aanpassing(en) is (zijn) aangebracht. Wisselen van auto Bij wisseling van auto dient, bij autoaanpassingen die verwisselbaar zijn, bekeken te worden of de aanpassingen overzetbaar zijn. Levensduur auto Eenzelfde aanpassing wordt in principe maximaal één keer per 5 jaar verstrekt. In verband hiermee geldt dat bij auto's ouder dan drie jaar onderzocht moet worden of de resterende levensduur van de betreffende auto zodanig is dat het verantwoord is om de noodzakelijke aanpassingen aan te brengen. Hiertoe zal een deskundig adviseur ingeschakeld moeten worden. Als uit het advies blijkt dat de resterende levensduur van de auto minder dan vijf jaar bedraagt en wanneer de gevraagde aanpassingen niet zomaar kunnen worden overgezet in een andere auto dan kan overwogen worden om de aanvraag af te wijzen. Bedragen De gemeente hanteert de normbedragen afkomstig van het UWV die zijn opgenomen in de algemene bijlage van het handboek Wmo. Zie de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Helmond 2014 voor de maximale vergoeding voor een autoaanpassing. CVV Ten aanzien van de belanghebbende die wel in staat is gebruik te maken van het collectief vervoer maar er voor kiest de eigen auto te gebruiken, kan niettemin een autoaanpassing plaatsvinden indien de aanpassing noodzakelijk is en voldaan wordt aan de overige bovenstaande voorwaarden. In deze situatie wordt er geen vergoeding toegekend voor het gebruik van de auto. Scootmobiel Naast een autoaanpassing kan in individuele situaties ook een scootermobiel toegekend worden omdat niet in alle gevallen met een autoaanpassing volledig in de vervoersbehoefte wordt voorzien. Verzekering en belasting 3

In verband met het verlenen van een vervoersvoorziening in de vorm van een autoaanpassing komen tevens de volgende aanverwante kosten voor financiële tegemoetkoming in aanmerking: De meerkosten van de verzekering, d.w.z. het verschil tussen de premie van een aangepaste en een niet-aangepaste auto. Als voorwaarde geldt dat de waarde van de auto door de aanpassing is toegenomen en de verzekeringsmaatschappij als gevolg daarvan aanpassing van de premie verlangt; De meerkosten van de motorrijtuigenbelasting indien het gewicht van de auto als gevolg van de aanpassingen is toegenomen en daardoor in een hogere klasse van de motorrijtuigenbelasting terecht komt; De keuringskosten en de kosten van weging. Schade ontstaan aan niet verzekerde aanpassingen komt niet voor vergoeding in aanmerking. Overwegingen Op grond van artikel 4 lid 1 Wmo is het college verplicht om ter compensatie van beperkingen die een belanghebbende ondervindt in zijn zelfredzaamheid en zijn maatschappelijke participatie voorzieningen te treffen die de belanghebbende in staat stellen om zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel. In artikel 6 Wmo is de keuzevrijheid van de burger voor de vorm van de individuele voorzieningen geregeld. Het college moet de burger de keuze bieden tussen een voorziening in natura en een PGB. De keuzevrijheid van de burger tussen een voorziening in natura of in de vorm van een PGB leidt uitzondering indien overwegende bezwaren bestaan tegen deze keuzevrijheid. Een voorziening in de vorm van een autoaanpassing zal in de praktijk niet vaak toegekend worden. Meestal is een andere verstrekking of een combinatie van verstrekkingen adequaat om de vervoersproblemen op te lossen. Een autoaanpassing kan aangewezen zijn indien: er een medische indicatie bestaat voor een vervoersvoorziening; de medische situatie van belanghebbende is zodanig dat hij niet in staat is lopend, fietsend of met het openbaar vervoer sociale contacten te onderhouden; de belanghebbende niet in staat is gebruik te maken van een aanwezig collectief vervoersysteem en ook niet met een normale auto, taxi of rolstoeltaxi kan reizen en er geen andere, goedkopere adequate voorzieningen zijn die een oplossing bieden voor het mobiliteitsprobleem; het niet gaat om standaardaanpassingen; met een autoaanpassing volledig in de vervoersbehoefte van de belanghebbende kan worden voorzien. Over het algemeen zullen algemeen gebruikelijke aanpassingen niet worden verleend, tenzij deze medisch noodzakelijk zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan airconditioning. De medische noodzaak van een autoaanpassing wordt vastgesteld door de medisch adviseur. Een dergelijk advies kan eventueel ook door het CBR gegeven worden. Zij geven direct aan welke aanpassingen noodzakelijk zijn en of een aantekening daarvan op het rijbewijs is aangewezen. Het college kan met een dergelijke vaststelling van het CBR vaak afzien van advies door de GGD. Een overweging om een vergoeding voor een autoaanpassing toe te kennen kan zijn dat de beoogde aanpassingen overzetbaar zijn. De frequentie van aanpassen kan beperkt worden tot eens per vijf jaar. Hiermee samenhangend is de vraag of de aanpassing economisch verantwoord is bij oudere auto's van belang. De financiële tegemoetkoming voor een autoaanpassing geldt alleen voor een belanghebbende die de bestuurder van de auto is en niet voor een belanghebbende die passagier is van de auto. De reden hiervan is gelegen in een verschil in afhankelijkheid. Een bestuurder zou met toekenning van een autoaanpassing volledig onafhankelijk kunnen zijn van hulp van derden. Een passagier is dat nooit, want een passagier zal altijd afhankelijk zijn van een bestuurder. Aangezien een passagier ook met toekenning van een autoaanpassing afhankelijk blijft van de bestuurder is de meerwaarde van een dergelijke voorziening ten opzichte van collectief vervoer nihil. 5. BELEIDSREGEL VERVOERSVOORZIENING AUTO Het verstrekken van een bruikleenauto of een PGB is alleen aan de orde indien uit het medisch advies blijkt dat dit noodzakelijk is en dit de goedkoopst adequate voorziening is. Gelet hierop zal het in de praktijk slechts zeer zelden nodig zijn om een bruikleenauto of een PGB te verstrekken. Andere adequate voorzieningen of combinaties daarvan zullen veelal goedkoper zijn. Rijlessen Het gemeentelijk beleid inzake het verlenen van een financiële tegemoetkoming voor rijlessen luidt als volgt: 1. Als uit een medische indicatie blijkt dat de belanghebbende, na het behalen van het rijbewijs, is aangewezen op vervoer per eigen (aangepaste) auto vergoedt het college de meerkosten voor de noodzakelijke rijlessen voor het behalen van een autorijbewijs waarbij het aantal rijlessen op een maximum van 10 is gesteld. 4

2. De vergoeding wordt berekend door het normbedrag van één rijles in een niet-aangepaste auto in mindering te brengen op de werkelijke kosten van de rijles. 3. Als uit de medische indicatie blijkt dat de belanghebbende op vervoer per eigen auto is aangewezen en hij zelf niet kan rijden, vergoedt het college de kosten van de rijlessen voor een aanwezige partner of huisgenoot. De vergoeding bedraagt de helft van het lesgeld in een niet-aangepaste auto. De huisgenoot heeft immers ook profijt van het hebben van een rijbewijs. 4. Er worden maximaal 5 proeflessen vergoed (lessen om de rijgeschiktheid te testen). 5. Er worden maximaal 5 gewenningslessen vergoed (lessen om te wennen aan de auto-aanpassingen). 6. Reiskosten die door de belanghebbende of rijschoolhouder worden gemaakt om de rijschool te bereiken die over een aangepaste auto beschikt worden volledig vergoed. Inwerkingtreding Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na datum van bekendmaking in het Gemeenteblad. Besloten in de vergadering van 18 februari 2014. Burgemeester en wethouders van Helmond, De burgemeester, Mevr. P.J.G.M. Blanksma van den Heuvel De secretaris, Dhr. A.A.M. Marneffe RA. Bekend gemaakt op: 21 februari 2014 De gemeentesecretaris, Dhr. A.A.M. Marneffe RA. 5