1 Paasmorgen 2014: Wees niet bang!! Lezingen: Gen.2:2,3 en Gen.1:1-5 en Matt.28:1-10 Een goede traditie is het om op de vroege paasmorgen het licht tegemoet te lopen: opstaan in het nacht en de zon op zien komen, is een sensatie. Maar het is meer dan dat.het is een godservaring gelijk. In de stilte van de vroege ochtend, wanneer de natuur het alleen voor het zeggen heeft, is er ruimte voor mediteren. Stilte geeft ruimte voor een ontmoeting met God. In ons dagelijks leven is weinig stilte te vinden. Er is zoveel geluid om ons heen. We doen het zelf, we kunnen niemand de schuld geven. Oortjes in en we fietsen naar school, lopen door de bossen afgesloten van de geluiden die de natuur laat horen. Het is niet voor niets dat we in een tijd leven waar we de stilte bewust gaan creeëren en opzoeken. Mindfullness, meditatie, kloosterbezoek, stilteweekenden, pelgrimages.mensen op zoek naar zichzelf, naar de zin van hun leven, naar God en naar stilte vooral. Stilte om tot jezelf te komen, om in te keren. Want er is zoveel ruis om ons heen. Zoveel geluid dat ons afleidt waardoor we vergeten waartoe we bestaan. En om toch grip op ons leven te houden, op onze leeftijd, is het belangrijk om regelmatig een pas op de plaats te maken. De wereld waarin wij leven stelt hoge eisen. We moeten van alles. Ons tijdsbeeld geschetst in Trouw: Een belangrijk deel van de jongvolwassenen is opgegroeid in rijkdom, vrijheid en met een besef dat het leven leuk is en onbegrensde mogelijkheden biedt. Dat klinkt ideaal, maar diezelfde vrijheid betekent ook dat uit een onbegrensd aantal keuzes een leuk leven moet worden gemaakt. Niet de keur aan mogelijkheden is het probleem, maar de angst voor verkeerde keuzes, om niet te voldoen aan het leukheidsideaal en de hooggespannen verwachtingen van henzelf en anderen. En die druk is zodanig dat het je over de schoenen kunt lopen. In de generatie van de dertigers komt burnt-out veel voor. Omdat de druk zo groot is, de verwachting
2 hoog gespannen, en je je intussen afvraagt: is dit het nou? Waarom leef ik? Wat is het doel van mijn leven? Maar het zijn ook levensvragen die je keer op keer stelt in je leven. Niet alleen de dertigers. Levensvragen, zingevingsvragen horen bij het leven. En door welke oorzaak ook (tegenslagen, geluk, relaties, geboorte, ziekte, aftakeling, ouderdom) loop je daar keer op keer tegen aan. Wat is de zin van je bestaan? En hoe ga je je kind daarin voor? Hoe krijg je rust in de tent, in je leven? Een dag van ophouden. Van stilte. Van even niets. Daar is die 7 e dag voor gemaakt. Na al het scheppen, plaats maken voor jan en alleman, neemt de Eeuwige een dag rust. Om te genieten van wat hij heeft gemaakt. Je kunt niet aan de gang blijven Ook de vrouwen hebben die dag in ere gehouden: maar de dag van ophouden was voor hen ook een dag waarop het leven voor hen was opgehouden. Een dag zonder toekomst, zonder uitzicht. Hun rabbi Jezus is gestorven, de zin van hun leven met hem begraven. Een dag waar geen einde aan leek te komen. Geen dag van genieten, maar van tobben: hoe nu verder? Een zwarte dag waarop geen enkel lichtpuntje te vinden is. Wat volgt er op die 7 e dag? Gek genoeg, telt de evangelist niet verder. Er komt geen 8 e dag. Houdt het leven dan op? Is er geen toekomst? Matteüs begint opnieuw te tellen. Hij begint weer bij 1. De eerste dag. Het is op die dag, dat de vrouwen vroeg opstaan, bij het krieken van de dag, wanneer het licht opkomt, om naar het graf te gaan. De plek waar de 6 e dag mee eindigde, de dag waarop het leven ophield: de dood van hun rabbi Jezus. Niet om van de stilte en de rust te genieten, maar omdat ze niet weten waar ze het zoeken moeten. Ze zijn de zin van het leven kwijt, hun houvast, hun grond onder de voeten. Hoe nu verder? Zo is de sabbatdag voor hen de dag waarop ze stil gezet zijn.
3 Maar zodra het mogelijk was, stonden ze op: en liepen het licht tegemoet van de nieuwe dag, dag 1. De dag waarmee de Bijbel begint, waarmee de toon gezet wordt om te beschrijven hoe de Eeuwige zijn werk begint van dag tot dag: Sinds het begin is God schepper, van de hemelen en de aarde (Naardense Bijbel). En op dag 1 wordt het licht van het donker gescheiden: er worden grenzen gesteld aan het donker door het licht ook een plek te geven. En juist door de afwisseling van dag en nacht, licht en donker, ontstaat er een ritme van slapen en waken. Of misschien beter: van dromen en waken. Want is het nu waar wat de vrouwen hebben gezien? Een bijzonder verhaal vertelt Matteüs: een ongelofelijk verhaal. Het kan niet waar zijn. Maar er zitten elementen in die we herkennen. Waarmee hij ons tussen de regels door een boodschap wil doorgeven tegen de angst: - de angst voor het donker, de dood, het afscheid - de angst voor morgen omdat je je handen vol hebt aan de dag van vandaag - de angst voor hoe nu verder? Deze vragen op dagen van het niet meer weten waar je het zoeken moet, op dagen waar je stil gezet bent en lamgeslagen, zijn vragen die we herkennen. Hoe pak je je leven weer op? Waar haal je de kracht vandaan? Matteüs grijpt terug naar het lied tegen de angst: het scheppingslied waarmee de bijbel opent. Alsof we kinderen zijn, zo worden we aangesproken. Door alle dingen te benoemen waar men bang voor is en het een plek te geven: - de maan, de zon enz. als goden werden ze vereerd omdat men bang was Het scheppingslied wil een lied zijn tegen die angst. Kijk goed: zon en maan het zijn maar lampen aan de hemel, die God daar neergehangen heeft. En juist dat lied tegen de angst pakt Matteüs erbij om het gebeuren op Paasmorgen uit te leggen. Hij begint gewoon opnieuw te tellen: na dag 7 komt niet de 8 e dag maar dag 1. Opnieuw zal de Eeuwige scheiding maken tussen het donker en het licht: m.a.w. het duister kan nog zo donker zijn, je weet dat het licht er weer aan komt. Op haar tijd: dag licht! En God zag dat het goed was.
4 Maar Matteüs vertelt het niet alleen met een verwijzing naar de scheppingsdagen, het lied tegen de angst, maar ook met een refrein die vanaf het begin in zijn evangelie klinkt: Wees niet bang! Met kerst, rondom de geboorte van Jezus, klinken de woorden: - Wees niet bang Jozef! - Wees niet bang, Maria! Zo laat Matteüs het leven van Jezus ingeklemd zijn tussen de woorden wees niet bang!. In die woorden klinkt door dat je je van alles in het hoofd kunt halen als ouders, als mensen, je zorgen kunt maken over de dag van morgen, maar dat het een levenskunst is om in vertrouwen je weg te gaan. Vertrouwen dat je met de paplepel wordt ingegoten: door de bijbelverhalen te vertellen, door je eigen verhaal te vertellen hoe het is om je weg te zoeken als je het niet meer weet. Blijf ik nog met een vraag zitten: waarom worden die woorden Wees niet bang! alleen gezegd tegen de vrouwen en niet tegen de grafbewakers? Zij schrikken zich toch ook dood..!? Anselm Grün heeft daar iets moois over geschreven: grafbewakers bevinden zich niet alleen bij het graf van Jezus, maar ook in onze ziel. Zij zorgen ervoor dat alles bij het oude blijft, dat ons ware zelf begraven blijft, dat de eigenlijke mens in ons niet opstaat. Als een mens een engel durft te zien en opstaat, laat hij zich niet langer door de grafwachters van zijn ziel bepalen en beperken. Dat is een wonder. Dat is Pasen. De vrouwen moeten het graf laten voor wat het is en op weg gaan naar de anderen: daar gaat het verhaal verder. In Galilea zullen ze Jezus zien op de bekende plekken waar ze met Jezus geweest zijn, zullen ze zich weer herinneren wat hij allemaal gezegd en gedaan heeft. Daar waar de herinneringen liggen, zullen ze Jezus als nabij ervaren en weer levend voor de geest krijgen. Samen met de andere volgelingen: in een gemeenschap blijven die verhalen klinken, halen we die herinneringen op aan wat eenmaal geweest is. Zoals vandaag bij ons.
5 Maar klinken de woorden ook als nieuw: wees niet bang! Na de 7 e dag komt de 1 e dag: Dag licht! We hadden je al verwacht. Leersum, Corine Beeuwkes-van Ede