Bouwen aan een thuis Evaluatieonderzoek huisvesting kleinschalig wonen voor dementerenden Ine van Liempd, bureau AKTA Onderzoek verricht door: Ine van Liempd en Ed Hoekstra, AKTA Annegreet Jans en Leonie Huibers, Vilans Clarine van Oel, TU Delft Onderzoeksvraag Wat bepaalt de gebruikskwaliteit van de huisvesting van kleinschalige groepswoonprojecten voor mensen met dementie? Wat vindt u belangrijk? 1. Grootte van de woonkamer 2. Grootte van de (zit)slaapkamer 3. Eigen badkamer voor elke bewoner 4. Naast eenpersoonskamers ook tweepersoonskamers 5. Aanwezigheid van een besloten tuin 6. Voorzieningen (winkels, recreatie) in de buurt 7. Inrichting van de woning die past bij bewoners 8. Bewoners kunnen meehelpen in de keuken 9. Ruimte waar familie en bewoner elkaar privé kunnen spreken 10. Woning lijkt zoveel mogelijk op thuis 11. Elke bewoner heeft een eigen (zit)slaapkamer Onderzoeksmethode Post- occupancy Evaluation (POE): Plattegrondstudie en onderzoek op locatie Oordelen onderzoekers, medewerkers, familie Kenmerken en gedrag van bewoners De bewoners Leeftijd en verblijfsduur: overeenkomstig vph Type dementie: conform landelijk gemiddelde Medicatie: minder dan in vph (52% versus 65%) Kwaliteit van leven: hoge score op tevredenheid, thuis voelen, sociale relaties l AKTA 2010 1
De bewoners en het gebruik van hun huis Opvallende uitkomsten: 38% gebruikt overdag eigen kamer regelmatig De helft komt zelden buiten (16% nooit!) Ruim eenderde gaat zelfstandig naar toilet 29 woningen onderzocht De woonvormen Zes tot acht bewoners per woning Stad en platteland Drie woontypes: Stand- alones in bestaande bouw Woningen binnen een intramurale voorziening ww.akta.nl Woningen gekoppeld aan voorzieningen Woningen gekoppeld aan voorzieningen AKTA 2010 2
Bewoner en woontype Stand alone: meer actief (bij vph: minst) Stand alone: langere verblijfsduur (eerder opgenomen?) Bij vph: minst vaak naar buiten Onderzoeksresultaten Woonomgeving Levendige omgeving positief voor bewoners, maar weinig actief gebruik Relaties tussen woningen Koppelen woonkamers negatief voor bewoners Vormgeving van de woning Herkenbare plattegrond: Meer thuisgevoel en sociaal contact Geen effect op oriëntatie Vormgeving Variatie in vloer- en wandafwerking van belang Voordeur, indien open: meer welbevinden indien op slot en in het zicht: meer agitatie AKTA 2010 3
Buitenruimte agitatie en agressie + bewoners meer naar buiten. Maar: Kwaliteit buitenruimte vaak onder de maat!! Woonkamer Meer oppervlak: betere inrichting Meerdere zitjes + eettafels en huiselijke sfeer positief voor welbevinden en cognitie (Zit)slaapkamer Oppervlak en inrichting bepalen gebruik Huiselijke inrichting positief effect op: activiteiten, gemoedstoestand en thuis voelen Sanitair Eenpersoonsbadkamer: geen direct voordeel voor bewoners Inrichting moet huiselijk en herkenbaar zijn Keuken Bewoners weinig actief in keuken Plaatsing eettafel/aanrecht wellicht van invloed Wat vinden zij belangrijk? Grootte van de woonkamer Grootte van de (zit)slaapkamer Eigen badkamer voor elke bewoner Naast eenpersoonskamers ook tweepersoonskamers Aanwezigheid van een besloten tuin Voorzieningen (winkels, recreatie) in de buurt Inrichting van de woning die past bij bewoners Bewoners kunnen meehelpen in de keuken Ruimte waar familie en bewoner elkaar privé kunnen spreken Woning lijkt zoveel mogelijk op thuis Elke bewoner heeft een eigen (zit)slaapkamer AKTA 2010 4
Aanbevelingen 1. 2. In een levendige of vertrouwde omgeving 3. Met toegankelijke en gevarieerde buitenruimte 4. Koppel woningen niet aan elkaar 5. Zorg voor huiselijke en stimulerende inrichting. 6. Bied keuzes bij inrichten van de zitslaapkamer woont het hier Zie: Te bestellen bij www.vilans.nl Vragen? info@akta.nl AKTA 2010 5