Natuurbeheerplan Gelderland 2014. GS d.d. 10 september 2013



Vergelijkbare documenten
Natuurbeheerplan Gelderland 2014 GS d.d. 14 mei 2013

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit Natuurbeheer /26 Nummer

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Zeeland - Openstellingsbesluit Subsidiestelsel natuur en landschapsbeheer Zeeland 2017

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 7229

Officiële naam regeling: Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016

Gelet op artikel 3, tweede lid en artikel 5, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Openstellingsbesluit 2017 SNL onderdeel Natuur

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit Fryslân 2017 Natuurbeheer en aanvullend openstellingsbesluit 2017 Agrarisch Natuurbeheer

PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Bla(j

Bijlage tarieven begrotingsjaar 2016 in euro s per eenheid De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen, opgenomen in bijlage 1

PROVINCIAAL BLAD. Hoofdstuk 1 Natuur- en landschapsbeheer binnen een natuurterrein

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016

PROVINCIAAL BLAD HOOFDSTUK 1 NATUUR- EN LANDSCHAPSBEHEEER BINNEN EEN NATUURTERREIN

Paragraaf 1 Continuering natuur- en landschapsbeheer door gecertificeerde beheerders

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Overijssel Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Openstelling Natuurbeheer 2018

PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad

BIJLAGE 1 behorend bij artikel I, onderdeel c.1 van dit besluit

Bijlage 1 behorende bij artikel 23, lid 1 van het Openstellingsbesluit 2017 SNL onderdeel natuur en SKNL

Gelet op artikel 3, tweede lid en artikel 5, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Zuid- Holland 2013;

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit 2015 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg

Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Overwegende dat het subsidieplafond voor Europese subsidieaanvragen dient te worden verhoogd;

PROVINCIAAL BLAD. Hoofdstuk 1 Natuur- en landschapsbeheer binnen een natuurterrein Paragraaf 1 Continuering natuur- en landschapsbeheer

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit SNL provincie Utrecht begrotingsjaar 2015 en de bijlagen

Nota van beantwoording Natuurbeheerplan 2017 herziene versie natuurbeheer

Ontwerp Natuurbeheerplan 2017

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen.

CVDR. Nr. CVDR106004_1

PROVINCIAAL BLAD. Hoofdstuk 2 Natuur- en landschapsbeheer binnen een natuurterrein onder de SNL 2016

PROVINCIAAL BLAD. maken bekend dat in hun vergadering van 22 september 2015, nr.a.18, is vastgesteld hetgeen volgt:

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 7141

Openstelling 2015 tarieven.

Openstelling SNL 2013 tarieven.

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 1.3 van de Uitvoeringsregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Holland (SVNL);

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Holland 2011;

Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel

Hoofdstuk 2 Natuur- en landschapsbeheer binnen een natuurterrein onder de SNL2016

Paragraaf 1 Collectief agrarisch natuur- en landschapsbeheer onder de SNL2013

Openstellingsbesluit Fryslân 2016 Natuurbeheer en aanvullend openstellingsbesluit 2016 Agrarisch Natuurbeheer

Provinciaal Blad A. SUBSIDIEPLAFONDS PROVINCIE. Gedeputeerde Staten van Flevoland; Gedeputeerde Staten van Flevoland; FLEVOLAND

Openstellingsbesluit Subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer Zeeland 2016

Natuurbeheerplan Zeeland 2016 Ontwerp planwijziging natuurgebieden Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 16 mei 2017

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit 2017 natuurbeheer en SNL subsidieplafond collectief agrarisch natuur- en landschapsbeheer

Openstellingsbesluit 2015 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Gelderland 2009

Openstelling Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) 2014

Gelet op artikel 1.2 van de Uitvoeringsregeling Natuur- en Landschapsbeheer Noord- Holland;

Subsidiestelsel Natuur en Landschap

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. ir. J.H. Maissan. Onderwerp Openstellingsbesluit agrarisch natuurbeheer

PROVINCIAAL BLAD. Herdruk Openstellingsbesluit Subsidieverordening Natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht begrotingsjaar 2016

PROVINCIAAL BLAD. Hoofdstuk 2 Natuur- en landschapsbeheer binnen een natuurterrein

Nota van beantwoording Zienswijzen Natuurbeheerplan 2018

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Zeeland Openstellingsbesluit Subsidiestelsel Natuur en Landschap 2015

Gelet op artikel 2 van de Uitvoeringsregeling Kwaliteitsimpuls natuur en landschap Noord- Holland;

Provinciaal blad van Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Zeeland Openstellingsbesluit Subsidiestelsel Natuur en Landschap 2015

Nr. 2012/164 6 november 2012 ISSN: X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Nr. 2013/192 1 oktober 2013 ISSN: X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Nr. PB2010/ oktober 2010 ISSN: X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Provinciaal blad nr

Bekendmaking besluit gedeputeerde staten

PROVINCIAAL BLAD. Subsidieplafonds, aanvraagperioden en/of tarieven 2015 natuur- en landschapsbeheer Drenthe

Ontwerp-Natuurbeheerplan 2018

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 452

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 4281

Natuurbeheerplan Zeeland Ontwerp Planwijziging Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 10 mei 2011

Provinciaal blad 2009, 50

Natuurbeheerplan Zeeland Ontwerp planwijziging Antwoordnota. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op # september 2015

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van , nr. 80EAAD65, tot wijziging van het Natuurbeheerplan provincie Utrecht 2013.

Openstellingsbesluit 2016 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg (onderdeel agrarisch, beheerjaar 2017)

Provinciaal blad van Noord-Brabant

L01.01, L01.07, L01.09, L02.01

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2013

PROVINCIAAL BLAD. Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Openstellingsbesluit 2019 onderdeel agrarisch natuurbeheer

Gelet op artikel 1.2 van de Uitvoeringsregeling Natuur- en Landschapsbeheer Noord- Holland;

Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel

Gelet op artikel 1.2 van de Uitvoeringsregeling Natuur- en Landschapsbeheer Noord- Holland;

Openstellingsbesluit subsidie natuurbeheer SNL Zeeland 2011

Natuurbeheerplan 2017

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Tarieven natuurbeheer, agrarisch natuurbeheer en landschapsbeheer 2012*

Bijlage 1 behorende bij artikel 2 van het Openstellingsbesluit SNL, onderdeel Agrarisch Natuurbeheer 2017

provinciaal blad Gedeputeerde Staten der provincie Groningen; Gedeputeerde Staten der provincie Groningen nr oktober 2010

Een kijkje in de SNL-keuken

Natuurbeheerplan Zeeland Planwijziging Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 27 september 2011

Provinciaal blad nr

1 Natuur in de Krimpenerwaard

Bekendmaking. Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Zeeland van , nr

Natuurbeheerplan Zeeland 2016 Planwijziging natuurgebieden Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 19 september 2017

Kwaliteitsimpuls voor natuur en landschap. Subsidie voor investering en functieverandering

Natuursubsidie in Zeeland De subsidiemogelijkheden voor natuur in de Provincie Zeeland

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Ontwerp Natuurbeheerplan 2017

PROVINCIAAL BLAD. Paragraaf 2 subsidieplafond, verdeelcriteria en aanvraagperiode

Natuurbeheerplan Natuurbeheerplan Utrecht

Toelichting op Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer 2016

provinciaal blad Gedeputeerde Staten der provincie Groningen; Gedeputeerde Staten der provincie Groningen nr. 35 Besluiten: 9 november 2007

PROVINCIAAL BLAD. maken bekend dat in hun vergadering van 30 september 2014, is vastgesteld hetgeen volgt:

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels voor natuur- en landschapsbeheer Openstellingsbesluit Natuurbeheer 2017

Transcriptie:

Natuurbeheerplan Gelderland 2014 GS d.d. 10 september 2013

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Belangrijkste aanpassingen in het Natuurbeheerplan... 3 1.2 Status en doel van het beheerplan... 6 1.3 Procedure, overleg en inspraak... 7 1.3.1 Procedure Natuurbeheerplan 2014... 7 1.3.2 Actualisatie en toekomstige wijzigingen... 8 2 Het Natuurbeheerplan in het natuurbeleid... 9 2.1 Rijksbeleid... 9 2.2 Provinciaal beleid... 9 2.2 Omgevingsvisie... 10 2.3 Beheerplannen Natura 2000... 10 3 Subsidie voor Natuur- en landschapsbeheer... 11 3.1 De Subsidieverordening... 11 3.2 Openstellingsbesluit... 11 4 De kaarten van het Natuurbeheerplan... 11 4.1 Beheertypenkaart... 11 4.2 Subsidiekaart... 13 4.3 Kaart Collectief Beheer... 13 4.4 Landschapszoekgebieden kaart... 14 4.5. Landschapszoekgebieden ambitiekaart... 14 4.6 Toeslaggebied... 15 4.7 Ambitiekaart... 15 Bijlage 1. Versobering van dure beheertypen... 17 Bijlage 2 Nuttige adressen... 18 2

1. Inleiding Op 1 januari 2010 is het Subsidiestelsel voor Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) in werking getreden. Dit stelsel heeft het Programma Beheer vervangen, dat vanaf 1 januari 2000 van kracht was. Het SNL bestaat uit de Subsidieverordening Natuur en Landschapsbeheer Gelderland 2009 en de Subsidieverordening Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Gelderland die in 2009 zijn vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland. Om subsidiëring van natuur- en landschapsbeheer mogelijk te maken, stelt de provincie een Natuurbeheerplan vast. Het Natuurbeheerplan heeft als doel om gebieden te begrenzen waar subsidiëring van beheer van natuur, agrarische natuur en landschapselementen plaats kan vinden. Het Natuurbeheerplan geeft daarnaast aan waar ontwikkeling van nieuwe natuur en andere kwaliteitsimpulsen voor natuur en landschap mogelijk zijn. Ten slotte beschrijft het Natuurbeheerplan per (deel)gebied welke natuur- en landschapsdoelen van toepassing zijn en stelt het Natuurbeheerplan zo nodig aanvullende eisen ten aanzien van het uitvoeren van bepaalde beheermaatregelen. Het Natuurbeheerplan vormt een belangrijk instrument voor de realisering van het rijks- en provinciaal natuur- en landschapsbeleid waaronder de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de doelen van Natura 2000. 1.1 Belangrijkste aanpassingen in het Natuurbeheerplan Betaalbare natuur en landschap Het geld dat van overheidswege beschikbaar is voor beheer van natuur en landschap is aanzienlijk minder dan wat een onbeperkte subsidiëring van het beheer volgens normkosten zou kosten. In de voorgaande jaren is dit opgelost door in het jaarlijkse openstellingsbesluit nadere beperkingen te stellen aan de subsidieverlening. Dit is weinig transparant, en bovendien worden op die manier de mogelijkheden om het beschikbare geld optimaal in te zetten niet maximaal benut. Aanpassing van het plan is een duidelijker en betere weg. Daarom wil de provincie de doelen in de subsidiekaart zo goed mogelijk in overeenstemming brengen met het beschikbare geld. De belangrijkste wijzigingen in het plan worden hieronder toegelicht Herijking en naamswijziging van de EHS Tussen het Rijk en de provincies is een Natuurakkoord gesloten en is afgesproken dat het Natuurbeleid vanaf 1 januari 2014 gedecentraliseerd wordt en daarmee een provinciale verantwoordelijkheid wordt. Het Rijk heeft de ambities voor de Ecologische Hoofdstructuur echter flink ingekrompen met als gevolg een bezuiniging bij de decentralisatie van het natuurbeleid naar de provincies. In Gelderland heeft dit tot gevolg dat de beoogde uitbreiding van de EHS met de helft wordt gereduceerd. In een overlegtraject met betrokken maatschappelijke organisaties (de Manifestpartners ) zijn hier concrete voorstellen voor gedaan, die in de Gelderse Omgevingsvisie zijn overgenomen. Dit Natuurbeheerplan geeft uitvoering aan de natuurambities van de Omgevingsvisie. Daarom is de nog te ontwikkelen natuur beperkt tot de nieuwe EHSbegrenzing. In de Omgevingsvisie wordt de EHS voortaan Gelders Natuurnetwerk (GNN) genoemd. De EHS is namelijk ingekrompen tot bestaande en nog te ontwikkelen natuur. Omringende grond die van belang is voor het functioneren van het GNN als netwerk wordt Groene Ontwikkelzone (GO) genoemd. In het overleg met de Manifestpartners zijn een aantal gebieden benoemd, waar de ambitie voor de ontwikkeling van nieuwe natuur is geschrapt, maar die voor het Gelders Natuurnetwerk van strategisch belang zijn; de zogenaamde rood-met-beheer -gebieden (bijlage 2). Als in deze gebieden natuur wordt gerealiseerd door andere partijen, zal de gerealiseerde natuur in het eerstvolgende natuurbeheerplan worden opgenomen, zodat een vergoeding voor het beheer van natuur mogelijk is, voor zover dat niet is uitgesloten door een andere regeling. 3

Verruiming van subsidies voor bestaande natuur en landschap Sinds het afsluiten van het Natuurakkoord zijn er nieuwe onderhandelingen gevoerd, die hebben geleid tot een nieuw principeakkoord op hoofdlijnen en uitzicht op aanvullende financiering door het rijk. Hierop is in het definitieve plan ingespeeld door continuering van lopende natuurbeheersubsidies buiten het GNN mogelijk te maken en nieuwe landschapsbeheercontracten binnen GO toe te staan. Deze verruiming is afhankelijk van het doorgaan van de aanvullende financiering en in het Openstellingsbesluit zal een financieel plafond worden ingesteld. Het plan biedt nu dus de volgende mogelijkheden: - Continuering en nieuwe subsidies voor natuur binnen het GNN - Continuering van subsidies voor natuur buiten het GNN - Continuering en nieuwe subsidies voor landschap binnen GO Ecologische verbindingszones Wij hebben de Robuuste Verbindingszones in de Omgevingsvisie verkleind en teruggebracht tot gewone ecologische verbindingszones. Deze zones zien we als verbindingen tussen natuurgebieden waar zowel natuur als landbouw een plaats kan hebben. We verwachten dat deze zones vooral met ander dan provinciaal geld worden gerealiseerd. Wij vragen de gemeenten en de waterschappen om dit op te pakken. Wij vragen gemeenten om in het kader van het gemeentelijk natuur- en landschapsbeleid te zorgen voor de benodigde landschapselementen in deze verbindingen. In een aantal verbindingszones zijn extra stapstenen nodig. Deze plekken zijn nog niet bekend en daarom nog niet op de beheertypenkaart aangegeven. Vooralsnog hebben wij voor de verbindingszones tezamen circa 200 ha nog te ontwikkelen natuur gereserveerd. Natura 2000-doelen Om de natuur in de Europese Unie op peil te houden hebben de EU-lidstaten gebieden aangewezen met een speciaal beschermingsregime, de Natura 2000-gebieden. De Provincie heeft tot taak om de doelen voor de Natura 2000-gebieden binnen haar grondgebied te realiseren. Hier ligt een belangrijke prioriteit voor het natuurbeleid. De doelen voor de Natura 2000-gebieden en de vereiste maatregelen worden uitgewerkt in Beheerplannen Natura 2000, die in voorbereiding zijn. Een belangrijk onderdeel daarin zijn de habitattypenkaarten, die geen beleid weergeven maar die een feitelijke weergave van de werkelijkheid dienen te zijn. Deze kaarten geven sturing aan het terreinbeheer. Om die reden moet de beheertypenkaart van het Natuurbeheerplan goed afgestemd zijn op de habitattypenkaart. Voor zover gereed, zijn de habitattypenkaarten gebruikt voor correcties in de beheertypenkaart van het Natuurbeheerplan. In een aantal gebieden is uitbreiding van habitattypen vereist en vergt dat omvorming van bestaande natuur, bijvoorbeeld het kappen van bos voor het realiseren van heide. Daar waar bekend is dat deze maatregelen uitgevoerd kunnen worden zijn ze verwerkt in de ambitiekaart van het Natuurbeheerplan. Hoogwaardige natuur kritisch bezien Het ene beheertype vraagt meer beheerinspanning dan het andere, wat tot uiting komt in hogere subsidiebedragen. Dit is terecht. Het komt echter voor dat hoogwaardige natuurtypen zijn begrensd op locaties die minder geschikt zijn voor dit type natuur, en waar in de praktijk dus ook niet de natuurwaarden gerealiseerd kunnen worden die horen bij dit type natuur. Dit vraagt om een kritische beschouwing van deze typen. Waar dat nodig is, is de definitie van de typen uit de Index Natuur verder aangescherpt en toegesneden op de Gelderse situatie. Op grond van een aantal selectiecriteria zijn op de kaart een aantal bijzondere beheertypen vervangen door minder bijzondere, maar beter passende beheertypen. De criteria die daarbij zijn gehanteerd zijn uitgelegd in bijlage 1. In de toekomst zal meer informatie worden verzameld over de bijzondere beheertypen op de kaart, op grond waarvan ondubbelzinnig vastgesteld kan worden of het type terecht op de kaart staat of niet. Indien u van mening bent dat de wijziging van beheertypen op één van uw terreinen onterecht is en u kunt aantonen dat het hoogwaardige 4

beheertype hier wel aanwezig is en kwaliteit oplevert, kunt u tegen deze wijziging een zienswijze inbrengen en zullen wij de situatie opnieuw bekijken. Focus agrarisch natuurbeheer op ecologisch rendement Vergeleken met natuurbeheer is het ecologisch rendement van agrarisch natuurbeheer vaak laag, terwijl de kosten voor het agrarisch natuurbeheer relatief hoog zijn. Omdat het beschikbare budget voor het (agrarisch) natuurbeheer ten gevolgen van de bezuinigingen is afgenomen, is besloten om voor de toekomstige jaren prioriteit te geven aan gebieden die ecologisch rendement opleveren en die wezenlijk bijdragen aan doelen van Natura 2000, Kader Richtlijn Water of het Gelders Natuur Netwerk. Hierbij wordt gekeken wordt naar de ligging van de agrarische natuurbeheergebieden, de mate van aansluiting op of omslotenheid door natuur, de fysieke haalbaarheid van de doelen in relatie tot de milieu- en wateromstandigheden en naar de bereikte resultaten van het uitgevoerde agrarisch beheer tot nu toe. Dit heeft geresulteerd in de volgende maatregelen die in dit plan zijn verwerkt: Weidevogelbeheer: focus op gebieden met goede resultaten Het weidevogelbeheer in Gelderland zal worden gefocust op die gebieden, waar het uitgevoerde weidevogelbeheer tot goede resultaten heeft geleid en waar toekomstperspectief voor de weidevogels is. In deze gebieden wordt het mozaïek verder versterkt. In een enkel geval heeft dat geleid tot een kleine verschuiving of uitbreiding van het weidevogelgebied. Helaas zijn er ook een aantal gebieden waarin het niet lukt om de weidevogelstand op peil te houden, ondanks het uitvoeren van agrarisch weidevogelbeheer de afgelopen jaren. Gebieden die nog maar een lage weidevogelstand hebben en waarvan de verwachting is dat die trend ook niet te keren is door het uitvoeren van weidevogelbeheer, zijn in dit plan geschrapt als gebieden met collectief weidevogelbeheer. Bestaande contracten in deze gebieden worden wel uitgediend, maar continuering (na 6 jaar) van bestaande contracten en het afsluiten van nieuwe contracten is niet mogelijk in deze gebieden. Dit is het geval voor de volgende collectieve weidevogelgebieden: - Huissense waard - Wolfswaard - Randwijkse waard - Broekgraaf - Dasselaar. Van de volgende gebieden geldt dat delen van het gebied worden geschrapt: - Delen van Arkemheen Achterhoek - Delen van Bruchems broek - Delen van Meilanden Homoet Andere koers voor ganzenbeleid Het beleid om de schade door ganzen te beperken door ze te verjagen waar dat nodig is en ze op te vangen in ganzenfourageergebieden heeft niet goed gewerkt. De schade kon hiermee niet in de hand worden gehouden. Het subsidiebeleid voor ganzenfourageergebieden wordt daarom verlaten en voor de ganzenproblematiek wordt nieuw beleid ontwikkeld, gebaseerd op verjagen en het uitkeren van schadevergoedingen. De mogelijkheid voor beheercontracten in ganzenfourageergebieden is geschrapt. Botanisch grasrandenbeheer heeft te laag rendement Het aantal voorbeelden van succesvol botanisch grasrandenbeheer is laag, terwijl het aantal contracten hoog is. Het rendement is zo laag dat besloten is om de mogelijkheid voor botanisch grasrandenbeheer geheel te schrappen. Het geld kan beter ingezet worden voor perceelsbeheer. Bestaande contracten kunnen uiteraard worden uitgediend. Voor akkerranden geldt hetzelfde als hieronder vermeld staat voor het botanische perceelsbeheer. 5

Botanisch perceelsbeheer De zoekgebieden voor botanisch perceelsbeheer waren te ruim, waardoor contracten zijn afgesloten op percelen die te weinig natuurpotenties hebben en te weinig bijdragen aan het Gelders Natuurnetwerk. De zoekgebieden zijn daarom afgeschaft en alleen percelen met lopende contracten staan nu nog op de kaart. In eerste instantie staan deze op de kaart als niet subsidiabel, omdat contracten alleen worden gecontinueerd op percelen waar voldoende natuurresultaat is geboekt. Op basis van veldonderzoek in het jaar voorafgaand aan het aflopen van het contract worden percelen toegevoegd aan de subsidiabele percelen, mits het natuurresultaat inderdaad voldoende blijkt te zijn. Op deze wijze komt er ruimte voor nieuwe contracten, die zullen worden beperkt tot de Groene Ontwikkelzone. Voorstellen hiervoor worden van geval tot geval beoordeeld en na goedkeuring opgenomen in de volgende versie van het plan. Criteria voor het al dan niet overnemen van de voorstellen zijn: Is het perceel strategisch gelegen ten opzichte van het Gelders Natuurnetwerk en heeft het perceel lokale potenties voor natuurrealisatie. Onder strategische ligging wordt verstaan dat de percelen natuurgebieden verbinden of er aan meer dan één zijde aan grenzen. Potenties voor natuurontwikkeling zijn gemiddeld hoger op gronden die natter en zandiger zijn. Percelen die aan deze criteria voldoen kunnen worden toegevoegd als nieuw zoekgebied. Het afsluiten van een contract is niet verplicht. Andere koers voor landschapsbeheer Voor de stimulering van het landschapsbeheer is een nieuwe koers ingezet via gemeenten en landgoederen. Daarvoor is een nieuwe regeling in het leven geroepen. Via het Natuurbeheerplan wordt alleen nog landschapsbeheer gesubsidieerd binnen het Gelders Natuurnetwerk en de Groene Ontwikkelzone. Bij de openstelling van pakketten is kritischer gekeken naar natuurrendement en kosten. Bosjes van groter dan een halve hectare hebben een natuurbeheertype gekregen (bv. N16.01 droog bos met productie ). Bij knip- en scheerheggen is alleen het pakket met 2-3-jaarlijkse cyclus opgenomen. Reden hiervan is dat de 1-jaarlijkse cyclus een lager natuurrendement oplevert terwijl de kosten hoger zijn. De cultuurhistorische waarde van de heggen blijft met een 2-3-jaarlijkse cyclus behouden. Contracten voor hoogstamboomgaarden worden alleen gecontinueerd als het oude boomgaarden van minimaal 30 jaar betreft. Beperking landschapsbeheer binnen bos- en natuurgebied In en langs bos- en natuurgebieden komen lijnvormige landschapselementen voor, zoals lanen en knotbomenrijen, waar in voorgaande jaren een aparte subsidie voor aangevraagd kon worden. Deze mogelijkheid wordt beëindigd voor zover het element kan worden beschouwd als een onderdeel van het omringende gebied (bv. lanen in bos). De wijze waarop landschapselementen binnen natuur waren aangegeven in het verleden was onevenwichtig. In het ene gebied stonden ze allemaal op de kaart en in het andere gebied helemaal niet. De plansystematiek staat toe dat tot 20% afwijkende beheertypen voor kunnen komen binnen de onderscheiden kaartvlakken. Om deze reden is het niet nodig om lijnvormige elementen apart te onderscheiden. De provincie wil niet sturen op dat detailniveau en heeft voor afwijkend duur beheer ook geen geld meer beschikbaar. 1.2 Status en doel van het beheerplan In dit Natuurbeheerplan zijn de bestaande en nog te ontwikkelen natuur en landschap aangegeven. Voor de nieuwe natuur worden daarmee de mogelijkheden voor grondaankopen ten behoeve van natuur en voor functieverandering van agrarisch gebruik naar (particuliere) natuur geboden. Het Natuurbeheerplan bevat geen bindende richtlijnen voor de burger. Eigenaren en gebruikers van gronden die zijn begrensd als natuurgebied of agrarisch natuurgebied hebben op basis van 6

vrijwilligheid de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor het beheer, omvorming en eventuele waardedaling van deze terreinen. Er is dus geen sprake van aantasting van eigendoms- en gebruiksrechten. Het Natuurbeheerplan volgt het planologisch beleid in de Omgevingsvisie. Maar het Natuurbeheerplan zelf heeft geen planologische consequenties of consequenties voor bestemmingsplannen. De begrenzing van natuurgebieden heeft geen consequenties voor de uit een vigerend bestemmingsplan voortvloeiende bestaande gebruiksmogelijkheden van begrensde gronden en ook niet voor daarnaast gelegen gronden. De gebruiksmogelijkheden van een perceel met een agrarische bestemming worden uitsluitend bepaald door het vigerende bestemmingsplan van de gemeente. Het Natuurbeheerplan en het bestemmingsplan zijn verschillende toetsingskaders waarbinnen de betrokken bestuursorganen een eigen bevoegdheid tot belangenafweging toekomt. Het Natuurbeheerplan is dus beperkt in zijn formele werking. Maar naast de formele werking is het Natuurbeheerplan een kennisdocument over de natuur in de Provincie. Daarom is ook natuur die niet voor subsidiëring in aanmerking kan komen, zoals natuur op defensieterreinen, opgenomen op de kaart. Op basis van dit complete overzicht kan gerapporteerd worden over de natuur die voorkomt binnen en buiten het Gelders Natuurnetwerk. Het is dus van belang dat de weergave van de natuur op de beheertypenkaart zo goed mogelijk in overeenstemming is met de werkelijkheid. Hierbij wordt overigens geen maximale nauwkeurigheid nagestreefd. Binnen een kaartvlak met een natuurbeheertype mag voor 20% aan andere beheertypen aanwezig zijn. 1.3 Procedure, overleg en inspraak 1.3.1 Procedure Natuurbeheerplan 2014 Het Natuurbeheerplan wordt vastgesteld en gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten. Op de vaststelling van dit plan is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geregelde procedure van toepassing. Gedeputeerde Staten hebben het plan eerst in ontwerp vastgesteld. Vervolgens heeft het ontwerpplan ter inzage gelegen en is aan belanghebbenden gelegenheid geboden om in de periode van ter inzage legging (zes weken) schriftelijk of mondeling zienswijzen op het ontwerpplan in te dienen. Na behandeling van de binnen gekomen zienswijzen is het aangepaste plan door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Daarna wordt het vastgestelde plan gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Tegen het besluit tot vaststelling van het definitieve plan is beroep mogelijk bij de rechtbank Arnhem, postbus 9030, 6800 EM te Arnhem. Op de internetpagina www.gelderland.nl/landelijkgebied is een verwijzing opgenomen naar het Natuurbeheerplan. Hier is de kaart te raadplegen waarop de percelen staan aangeduid waarvoor subsidie beschikbaar is. Dit Natuurbeheerplan geeft aan welke pakketten in de verschillende deelgebieden mogelijk zijn en welke voorwaarden daarbij gelden. De subsidiemogelijkheden omvatten: - natuurbeheer; - agrarisch natuurbeheer; - beheer van landschapselementen; - collectief beheer; - probleemgebieden; - kwaliteitsimpuls (investeringskaart) De uitvoering van dit plan vindt plaats door het aangaan van beschikkingen en door grondverwerving, op basis van vrijwilligheid. 7

1.3.2 Actualisatie en toekomstige wijzigingen Dit Natuurbeheerplan 2014 is ingrijpend gewijzigd ten opzichte van het vorige plan. Gedeputeerde Staten van Gelderland zullen bij toekomstige wijzigingen van het Natuurbeheerplan de volgende procedure volgen. Inspraakprocedure bij toekomstige grote beleidswijzigingen Bij beleidswijzigingen en bijzondere maatschappelijke ontwikkelingen doorlopen GS een inspraakprocedure op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht om het Natuurbeheerplan in overeenstemming te brengen met de gewijzigde beleidsuitgangspunten. Dit betekent dat hierbij een inspraakprocedure gevolgd wordt. Wijzigingen in de begrenzing van de EHS en/of bij wijzigingen in de provinciale structuurvisie zullen hiertoe bijvoorbeeld aanleiding kunnen geven. GS-besluit bij actualisatie Natuurbeheerplan Los van beleidswijzigingen zullen vanwege de feitelijke uitvoeringspraktijk van natuurbeheer ook in overeenstemming met de betrokken eigenaren/beheerders jaarlijks veranderingen of aanpassingen plaatsvinden op de kaarten van het Natuurbeheerplan. Dit doordat beheer en ambities worden gerealiseerd en op kaart zullen worden verwerkt. Voor deze veranderingen met relatief beperkte beleidsconsequenties nemen Gedeputeerde Staten jaarlijks een besluit waarvoor geen inspraakprocedure op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht wordt doorlopen. Indien sprake is van beleidsvoornemens waarbij nieuw beleid wordt vastgesteld of bestaand beleid in belangrijke mate wordt gewijzigd, zal conform de Inspraakverordening provincie Gelderland 2004 de inspraakprocedure worden doorlopen. De meest actuele versie van het Natuurbeheerplan zal worden gepubliceerd op de provinciale website. Frequentie actualisatie GS actualiseren jaarlijks de beheerkaart van het Natuurbeheerplan. Ook over kleinere wijzigingen van beheertypen binnen de grenzen van de EHS nemen GS een besluit. GS kunnen vaker dan eenmaal per jaar de ambitiekaart actualiseren naar aanleiding van een verzoek van een burger of organisatie tot een kwaliteitsimpuls. 8

2 Het Natuurbeheerplan in het natuurbeleid 2.1 Rijksbeleid Het rijk heeft als doel om de verscheidenheid in de natuur in stand te houden. Dit wordt ook wel aangeduid met de term biodiversiteit. Dit doel is bevestigd in een aantal internationale verdragen en in de uitwerking van Europese richtlijnen. Een belangrijk middel om de verscheidenheid van de natuur in stand te houden is de Ecologische Hoofdstructuur, die in 1990 is geïntroduceerd. Daarin gaat het niet alleen om de instandhouding van bestaande natuur, maar ook om het uitbreiden en verbinden van natuurgebieden tot een samenhangen netwerk. Belangrijke kernen in dat netwerk zijn de Natura 2000- gebieden, die op overkoepelend Europees niveau een netwerk van beschermde gebieden vormen. 2.2 Provinciaal beleid Met ingang van 2012 is de inhoud en uitvoering van het natuurbeleid vergaand gedecentraliseerd naar de Provincies. De provincie concretiseert het natuurbeleid in de volgende plannen: - Omgevingsvisie: samenhangende doelen van het omgevingsbeleid - Beheerplannen Natura 2000: doelen en maatregelen voor de Natura 2000 gebieden - Natuurbeheerplan: betreft het beheer van natuur en te ontwikkelen natuur. Het natuurbeheerplan is dus maar één van de plannen waarin het natuurbeleid wordt vorm gegeven. Dat maakt het lastig om goed te begrijpen wat nu precies wordt geregeld in het Natuurbeheerplan. De relatie tussen de 3 plannen is hieronder schematisch weergegeven. 9

2.2 Omgevingsvisie De Omgevingsvisie is de opvolger van zowel Streekplan, Waterplan, Milieuplan als Verkeers- en Vervoersplan. In de Omgevingsvisie wordt onder meer de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) vastgesteld. De Omgevingsvisie hanteert daarvoor de term Gelders Natuurnetwerk. De Omgevingsvisie is opgesteld parallel aan het Natuurbeheerplan 2014 en de inhoud van deze plannen is onderling afgestemd. De definitieve vaststelling van de Omgevingsvisie door Provinciale Staten loopt echter achter op die voor het Natuurbeheerplan. Zo nodig zal het Natuurbeheerplan in 2015 nader worden afgestemd op de Omgevingsvisie. De Omgevingsvisie bepaalt ook wat de kernkwaliteiten van het Gelders Natuurnetwerk zijn die beschermd en ontwikkeld moeten worden. 2.3 Beheerplannen Natura 2000 De landen van de Europese Unie hebben zich verplicht om bijzondere typen natuur ( habitattypen ) en bijzondere plant- en diersoorten te beschermen. Daarvoor worden Natura 2000- gebieden aangewezen die van bijzondere betekenis zijn voor het voortbestaan van deze natuur. Voor elk Natura 2000-gebied wordt een beheerplan opgesteld, waarin wordt beschreven welke habitattypen en soorten er in het gebied aanwezig zijn, en in welke mate, en welke maatregelen er worden getroffen om ze duurzaam in stand te houden. Het Beheerplan Natura 2000 is het kader voor het verlenen van vergunningen, waar dat vereist is volgens de Natuurbeschermingswet. De beheerplannen Natura 2000 zijn in voorbereiding. De beheertypekaart van het Natuurbeheerplan is afgestemd op de habitatkaarten van de Natura 2000-gebieden, voor zover die beschikbaar zijn. 10

3 Subsidie voor Natuur- en landschapsbeheer De provincie stimuleert doeltreffend beheer van natuur en landschap door middel van subsidieverlening. Voor welke natuur of landschapselementen subsidie kan worden aangevraagd is vastgelegd in de kaarten van het Natuurbeheerplan. De details van de subsidieverlening worden in de subsidieverordening bepaald. Dit hoofdstuk is bedoeld als een toelichting, maar gaat niet in op alle details. 3.1 De Subsidieverordening De mogelijkheid voor beheersubsidie wordt geregeld in de Subsidieverordening Natuur en Landschapsbeheer Gelderland 2009 (SNL) en voor aanleg en herstel van natuur in de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Gelderland (SKNL). Momenteel wordt gewerkt aan herziening van beide regelingen voor het uitvoeringsjaar 2014. De tekst van de vigerende SNL en SKNL is terug te vinden op de website www.gelderland.nl. Op deze website zal later dit jaar ook de informatie over de nieuwe regelingen voor het jaar 2014 geplaatst worden. Daarnaast is op de website www.portaalnatuurenlandschap.nl/snl/ veel informatie beschikbaar over de werking van de subsidieregeling. Onder andere kunt u daar lezen wie voor subsidie in aanmerking komt en hoe de subsidie moet worden aangevraagd. Beheersubsidie kan alleen worden aangevraagd voor de beheertypen en beheerpakketten, die voor de betreffende percelen zijn opgenomen in de beheertypenkaart van het Natuurbeheerplan, en voor zover deze percelen ook zijn opgenomen in de subsidiekaart. Het aanvragen van beheervergoedingen voor agrarisch natuurbeheer gaat dit jaar via een collectieve aanvraag via Dienst Landelijk Gebied. Neem hiervoor contact op met www.groenloket.nl Ook voor praktische vragen van particulieren over de toepassing van de subsidieregeling kan contact worden opgenomen met het Groenloket Gelderland: www.groenloket.nl Het behalen van natuurresultaat hangt niet alleen af van de beheerinspanning. Er is dan ook geen sanctie op een slecht natuurresultaat. Voor zover er controle wordt uitgevoerd, dan is het op het daadwerkelijk uitgevoerde beheer. 3.2 Openstellingsbesluit Subsidie kan alleen verstrekt worden voor zover er geld beschikbaar is. Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks begin oktober de hoogte van de subsidieplafonds vast voor de verschillende beheertypen en pakketten. Dit kan ook betekenen dat sommige beheertypen uitgesloten worden van subsidie voor het betreffende subsidiejaar. 4 De kaarten van het Natuurbeheerplan 4.1 Beheertypenkaart Op de beheertypenkaart wordt onderscheid gemaakt tussen natuurbeheertypen, agrarische beheertypen en landschapsbeheertypen. Alleen voor hetgeen op de kaart staat aangegeven kan 11

beheersubsidie worden aangevraagd. De code van Natuurbeheertypen begint met de letter N, van agrarische beheertypen met de letter A, en van landschapsbeheertypen met de letter L. De beschrijving van de beheertypen is te vinden op het Portaal Natuur en Landschap: www.portaalnatuurenlandschap.nl/snl/overzicht-typen Natuurbeheertypen Er worden 47 natuurtypen onderscheiden, waarvan er 35 op de Gelderse kaart zijn opgenomen, namelijk: Grootschalige dynamische natuur N01.03 Rivier- en moeraslandschap N01.04 Zand- en kalklandschap Water en moeras N02.01 Rivier N03.01 Beek en bron N04.01 Kranswierwater N04.02 Zoete plas N05.01 Moeras N05.02 Gemaaid rietland Venen en heide N06.01 Veenmosrietland en moerasheide N06.02 Trilveen N06.03 Hoogveen N06.04 Vochtige heide N06.05 Zuur ven of hoogveenven N06.06 Zwakgebufferd ven N07.01 Droge heide N07.02 Zandverstuiving Graslanden N10.01 Nat schraalland N10.02 Vochtig hooiland N11.01 Droog schraalland N12.01 Bloemdijk N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland N12.03 Glanshaverhooiland N12.05 Kruiden- en faunarijke akker N12.06 Ruigteveld N13.01 Vochtig weidevogelgrasland Bossen N14.01 Rivier- en beekbegeleidend bos N14.02 Hoog- en laagveenbos N14.03 Haagbeuken- en essenbos N15.02 Dennen-, eiken- en beukenbos N16.01 Droog bos met productie N16.02 Vochtig bos met productie N17.01 Vochtig hakhout en middenbos N17.02 Droog hakhout N17.03 Park- en stinzenbos N17.04 Eendenkooi Een verschil met voorgaande versies van het Natuurbeheerplan, is dat type N0.01 Nog te ontwikkelen natuur is verplaatst van de Beheertypenkaart naar de Ambitiekaart. Agrarische beheertypen Er worden slechts 5 agrarische beheertypen onderscheiden. Verschil in beheer is aangebracht in pakketten, die zichtbaar worden bij doorklikken op een perceel op de digitale kaart. De volgende beheertypen en pakketten zijn in Gelderland opengesteld: A01.01 Weidevogelpakketten A01.01.01 Weidevogelgrasland met rustperiode A01.01.02 Weidevogelgrasland met voorweiden A01.01.03 Plas-dras A01.01.04 Landbouwgrond met legselbeheer A01.01.05 Kruidenrijk weidevogelgrasland A01.01.06 Extensief beweid weidevogelgrasland A02.01 Botanische graslandpakketten A02.01.01 Botanisch weiland A02.01.02 Botanisch hooiland A02.02 Botanische bouwlandpakketten A02.02.01 Akker met waardevolle flora A02.02.03 Akkerfloraranden Binnen een aantal pakketten is nog sprake van een nadere onderverdeling in beheerpakketten. Bij weidevogelpakketten zijn er ook toeslagen mogelijk. Landschapsbeheertypen Een aantal landschapsbeheertypen is in de afgelopen jaren uit het stelsel geschrapt. Ze staan voor de volledigheid echter nog wel op de kaart. De Gelderse kaart bevat de volgende typen: 12

L01.01 Poel en klein historisch water L01.02 Houtwal en houtsingel L01.03 Elzensingel L01.04 Bossingel en bosje L01.05 Knip- of scheerheg L01.06 Struweelhaag L01.07 Laan L01.08 Knotboom L01.10 Struweelrand L01.11 Hakhoutbosje L01.13 Bomenrij en solitaire boom L01.14 Rietzoom en klein rietperceel L01.15 Natuurvriendelijke oever Vervallen typen die nog wel op de kaart voorkomen, maar niet subsidiabel zijn L02.01 Fortterrein L02.02 Historisch bouwwerk en erf L02.03 Historische tuin L03.01 Aardwerk en groeve Binnen landschapsbeheertypen worden verschillende subsidiepakketten onderscheiden, die zichtbaar worden na klikken op het betreffende kaartvlakje op de digitale kaart. 4.2 Subsidiekaart Subsidie voor natuurbeheer is niet opengesteld voor alle gebieden en alle grondeigenaren. De subsidiekaart geeft aan voor welke gebieden in principe subsidie kan worden aangevraagd. Subsidie kan niet worden aangevraagd voor gebieden die buiten het Gelders Natuurnetwerk liggen, of waarvan de eigenaar een overheidstaak vervult. In aanvulling op de subsidiekaart kan het Openstellingsbesluit (paragraaf 3.2) nadere beperkingen stellen aan de subsidieverlening, met name om een plafond te stellen aan de kosten. 4.3 Kaart Collectief Beheer Op de kaart Collectief beheer staan de gebieden aangegeven waar collectief agrarisch natuurbeheer aangevraagd kan worden. Tot 2013 bestond deze kaart alleen uit de gebieden waar weidevogelbeheer kon worden afgesloten. Vanaf 2014 wordt ook het botanisch beheer via de collectieve aanpak geregeld. Collectief beheer onderscheidt zich van individueel beheer doordat het niet direct door een agrariër wordt afgesloten bij dienst regelingen maar via een gebiedsgerichte aanpak; een collectief beheerplan. Dit plan wordt opgesteld door een door de provincie aangewezen gebiedscoördinator. In bijlage 2 staat een lijst met gebiedscoördinatoren. Deze gebiedscoördinator verzamelt alle initiatieven uit het gebied en doelstellingen van het provinciale beleid. De initiatieven die passen binnen het beleid worden door de gebiedscoördinator vervolgens via een digitaal systeem (applicatie SNL, ook wel toolkit genoemd) ingevoerd wat vervolgens door GS wordt goedgekeurd en vastgesteld. Voordeel van deze collectieve aanpak is dat voor het weidevogelbeheer gebruik gemaakt kan worden van flexibel beheer; beheerpakketten gedurende de looptijd van de overeenkomst wisselen van perceel dat is goed voor de weidevogels, er ontstaat namelijk een mozaïek van verschillend beheerde percelen en is bovendien handig voor de beheerder bij het inpassen van de beheerpakketten in zijn bedrijfsvoering. Hij zit namelijk niet vast aan 6 jaar lang hetzelfde beheer op hetzelfde perceel. Het voordeel voor het botanische beheer is dat de aanvragen in kwaliteit stijgen en dat daardoor de administratieve verwerking bij Dienst Regelingen soepeler verloopt. Collectief weidevogelbeheer Er zijn in Gelderland 26 gebieden voor collectief weidevogelbeheer aangewezen. Niet in alle weidevogelgebieden gaat het goed met de weidevogels, zoals blijkt uit de tellingen die de provincie sinds 2003 uitvoert. In een aantal gebieden blijken de kritische weidevogels nagenoeg verdwenen te zijn. Daarnaast is afgelopen jaar per gebied een analyse gemaakt naar de succes-

en faalfactoren. Daaruit komt naar voren dat een aantal gebieden het toekomstperspectief voor weidevogels slecht is, ondanks de investeringen in weidevogelbeheer. Daarom hebben GS besloten het weidevogelbeheer in een achttal gebieden af te bouwen, waarvan één gedeeltelijk. Dat betekent dat dat bestaande contracten worden uitgediend maar dat er geen mogelijkheden meer zijn voor het opnieuw verlengen van overeenkomsten of het aangaan van nieuwe overeenkomsten. Het weidevogelbeheer is vervallen in de volgende gebieden: - Arkemheen Achterhoek-Veenhuis - Dasselaar - Huissense waard - Wolfswaard - Meilanden-Homoet (ten dele) - Randwijk - Broekgraaf - Bruchemse broek Het wordt steeds duidelijker dat de overleving van kuikens van cruciaal belang is voor het voortbestaan van de weidevogel. Daarom worden relatief veel pakketten met uitgestelde maaidatum afgesloten, met de bedoeling de kuikens te voorzien van beschutting en voedsel. Het pakket met uitgestelde maaidatum tot 22 juni blijkt echter op vruchtbare bodems zodanig hoog en dicht gras op te leveren dat dit pakket aan zijn doel voorbij schiet. Daarom worden pakketten met een maaidatum later dan 22 juni uitgesloten in de collectieve beheerplannen voor 2014. Om te voorkomen dat opgroeiende kuikens alsnog uitgemaaid worden, kan gebruik gemaakt worden van lastminute beheer bij aanwezigheid van kuikens op het perceel in de week voorafgaande aan de beoogde maaidatum. Collectief botanisch beheer In dit natuurbeheerplan zijn alle agrarische natuur- en landschapsbeheergebieden aangewezen als gebied waarbij een collectieve aanvraag is vereist: subsidie is alleen mogelijk als het onderdeel uitmaakt van een collectief beheergebied. Hiermee wordt beoogd dat er op gebiedsniveau ook meer samenhang gaat ontstaan bij botanisch beheer en landschapsbeheer. Hiermee wordt bovendien geanticipeerd op het toekomstige Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) waarin gebiedscollectieven per 2016 een belangrijke rol krijgen. De komende jaren zullen worden gebruikt om daar naar toe te groeien. Wilt u botanisch beheer voortzetten, neem dan contact op met het Groenloket Gelderland (tel. 0900-3636360). Zij verzorgen de collectieve aanvraag voor het beheer van 2014. 4.4 Landschapszoekgebieden kaart Niet alle landschapselementen waarvoor eerder subsidie is verstrekt zijn 1 op 1 op de Beheertypenkaart aangegeven. De Landschapszoekgebiedenkaart geeft aan voor welke landschapsbeheertypen en pakketten in welke gebieden continuering van beheer mogelijk is. Deze zoekgebieden vallen nagenoeg samen met de Groene Ontwikkelzone van de Omgevingsvisie. Per aangegeven gebied is een serie landschapsbeheertypen en landschapspakketten opengesteld. Deze worden zichtbaar na klikken op het betreffende gebied op de digitale kaart. In dezelfde gebieden zijn ook nieuwe contracten mogelijk echter alleen voor landschapselementen waarvan het beheer niet rendabel te maken is. In het Openstellingsbesluit worden deze elementen opgesomd. 4.5. Landschapszoekgebieden ambitiekaart In voorgaande jaren was er een ambitiekaart voor landschap in het Natuurbeheerplan opgenomen. Hier was subsidie beschikbaar voor de aanleg van landschapselementen. In het Natuurbe- 14

heerplan 2014 is geen subsidiemogelijkheid opgenomen voor aanleg van nieuwe elementen, waardoor deze kaart nu geen onderdeel is van het plan. 4.6 Toeslaggebied De subsidieregeling kent de mogelijkheid om toeslagen op de subsidie toe te kennen. In Gelderland is alleen sprake van de toeslag voor probleemgebieden. De Europese Unie geeft subsidie voor landbouwkundige probleemgebieden. De regeling werd ook wel bergboerenregeling genoemd. Nederland heeft gebieden aangemeld voor deze regeling, waar sprake is van een uitgesproken reliëf, hoge grondwaterpeilen of onregelmatige perceelsvormen. De gronden waar deze regeling van toepassing is worden probleemgebieden genoemd. De probleemgebieden zijn in 2004 door het Rijk bij Brussel aangemeld en kunnen niet tussentijds aangepast worden. Inspraak op deze kaart is dan ook niet mogelijk. In Gelderland kan alleen een probleemgebiedvergoeding worden aangevraagd in combinatie met een agrarisch natuurbeheerpakket voor hetzelfde perceel. Probleemgebiedvergoedingen kunnen niet als zelfstandige beschikking worden aangevraagd. Omdat de probleemgebieden niet worden aangepast bij wijziging van gebieden voor agrarisch natuurbeheer, is niet in alle gevallen bij agrarisch natuurbeheer deze toeslag mogelijk. Onder de Index Natuur en Landschap is een toeslagpakket beschreven voor inzet van schaapskuddes op terreinen, die daarvoor als toeslaggebied begrensd zijn op de kaart Bijzonder gebied van het Natuurbeheerplan. In het Natuurbeheerplan 2014 zijn hiervoor geen toeslaggebieden begrensd, net als voorgaande jaren. De Provincie Gelderland zal wel een aanvullende bijdrage voor inzet van gehoede schaapskuddes op natuurterreinen mogelijk maken, maar doet dat via een ander subsidiespoor, via de Subsidieverordening vitaal Gelderland 2011. Onder die verordening zullen regels vastgesteld worden, waarin beschreven wordt wie voor een aanvullende bijdrage in aanmerking kan komen en hoe deze aangevraagd kan worden. 4.7 Ambitiekaart Op de Ambitiekaart staat het gewenste eindbeeld van de natuur. Dit kan verschillen van de natuur zoals aangegeven op de Beheertypenkaart door: Ontwikkeling van nieuwe natuur op landbouwgrond (beheertype N00.01) Omvorming van het ene type natuur in een ander type natuur. Het zijn dan ook de verschillen tussen de Ambitiekaart en de Beheertypenkaart die er toe doen. De aanduiding N00.01 Nog om te vormen naar natuur geeft nog geen richting aan de ambitie. Zoveel mogelijk zijn de te realiseren beheertypen benoemd met een procentuele verdeling. U krijgt die te zien bij het klikken op het betreffende kaartvlak in de digitale kaart. In een aantal gevallen gaat het om ontwikkelingen die zonder subsidie tot stand komen, zoals bijvoorbeeld de oplevering van een ontgronding als natuur of de ontwikkeling van een nieuw landgoed. Of soms gaat het om een ontwikkeling als gevolg van jarenlang consequent beheer, zoals bij de ontwikkeling van schrale graslanden. Maar daarnaast kent Subsidieregeling Natuur en Landschapsbeheer een zogenaamde kwaliteitsimpuls, een eenmalige investering ter verbetering van de natuurkwaliteit. Deze investering kan bestaan uit: functieverandering van landbouwgrond naar natuurgrond (waardedaling); (her)inrichting van terreinen; herstel van milieu- en watercondities; kwaliteitsverbetering van bestaande natuur. Bij de herijking van de EHS is de doelstelling voor uitbreiding van de ecologische hoofdstructuur ingeperkt tot 5300 ha. Veel areaal dat in vorige versies van het Natuurbeheerplan op de kaart stond als nog om te vormen naar natuur is dan ook van de kaart verwijderd. Toch staat er nog meer op de kaart dan 5300 ha. Het areaal nog om te vormen naar natuur moet in dit plan 15

dan ook gezien worden als een zoekgebied. Het feit dat een perceel hierbinnen ligt is geen garantie dat er ook subsidie voor omvorming naar natuur beschikbaar is. Subsidie kan beschikt worden wanneer: 1. de locatie een versterking van het Gelders Natuurnetwerk oplevert 2. de aangevraagde natuur overeenkomt met de gewenste natuur 3. de abiotische condities geschikt zijn voor dit type natuur 4. subsidie voor het betreffende perceel is opengesteld in het Openstellingsbesluit In de meeste gevallen zijn de gewenste natuurtypen nog niet, dan wel te globaal ingevuld op de Ambitiekaart. GS moeten dan nog een wijziging van de Ambitiekaart vaststellen om subsidie mogelijk te maken. Daartoe brengt DLG een advies uit, dat met de eigenaar besproken wordt. Bij overeenstemming wordt de ambitiekaart voor het betreffende gebied door GS aangepast en kan de eigenaar het plan verder uitwerken en indienen voor subsidiering. De waardedaling van agrarische naar natuurgrond wordt vergoed op basis van 85% van de getaxeerde agrarische waarde. Inrichtingsmaatregelen worden gesubsidieerd op basis van geldende normen. Ook voor de kwaliteitsimpuls geldt dat de hoeveelheid geld die beschikbaar is, jaarlijks wordt vastgesteld in het Openstellingsbesluit. In het Openstellingsbesluit kunnen GS ook bepaalde gebieden of percelen aangeven waarvoor de regeling opengesteld is. Wanneer u overweegt functieveranderings- en/of inrichtingssubsidie voor uw eigendom aan te vragen, raden wij aan contact met Groenloket op te nemen. 16

Bijlagen 1 Versobering van dure beheertypen 2 Nuttige adressen Bijlage 1. Versobering van dure beheertypen De beheervergoeding verschilt sterk tussen de verschillende beheertypen. Dit is terecht, omdat verschillende typen natuur verschillende beheerinspanning vragen. Maar niet altijd is die dure beheerinspanning te rechtvaardigen voor de vlakjes die met die beheertypen op de kaart zijn aangeduid. En vaak wordt die beheerinspanning ook niet geleverd. Versobering is dus nodig en er zijn criteria zijn ontwikkeld om het areaal met dure beheertypen te verminderen. Dit is als volgt uitgewerkt. Vochtig hakhout en middenbos / droog hakhout De beheervergoeding voor N17.01 Vochtig hakhout en middenbos bedraagt ruim 2300 per ha. Dit is bedoeld voor handmatig beheer in kletsnatte, van oudsher als hakhout beheerde percelen die moeilijk toegankelijk zijn. Denk daarbij aan oude grienden zoals in de Biesbos. Voor N17.02 Droog hakhout is de vergoeding veel minder, omdat het terrein makkelijker toegankelijk is en iets minder vaak wordt gehakt, maar nog altijd ruim 270 per jaar. Bij natuurtype N17 Cultuurhistorische bossen, waar typen N17.01 en N17.02 onder vallen, is als cruciaal kenmerk vermeld dat de bossen oud zijn, lang geleden aangelegd en sindsdien een specifiek beheer hebben gehad. Door dicht bij de grond afzetten van de bomen ontstonden de kenmerkende stobben of stoven die vele eeuwen oud kunnen zijn. Veel percelen die als hakhout op de kaart stonden voldoen hetzij niet aan het criterium van ouderdom, hetzij niet aan het criterium van constant specifiek hakhoutbeheer. Deze percelen zijn opgespoord door een analyse van de gegevens van de 4 e bosstatistiek uit de 80-er jaren. Alleen als een perceel in die bosstatistiek is aangegeven als oud bos met hakhoutbeheer is het gehandhaafd als hakhout op de beheertypenkaart. In andere gevallen zijn de percelen omgekat naar droog c.q. nat bos met productie. Gebleken is, dat met dit criterium soms percelen van de kaart worden omgekat die wel aan de criteria van oud hakhout voldoen. De bosstatistiek is hier iets te grofschalig om volledig betrouwbaar te zijn op perceelsniveau. Waar bekend zijn percelen dan ook teruggeplaats als hakhout op de beheertypenkaart. Naar aanleiding van onderbouwde zienswijzen zullen waar nodig ook andere percelen die ten onrechte omgekat zijn weer teruggeplaatst worden. Zilt- en overstromingsgrasland Bij N12.04 Zilt en overstromingsgrasland gaat het in het binnenland om vrijwel jaarlijks in winter en voorjaar langdurig overstroomde graslanden, waar een natuurkwaliteit gerealiseerd wordt, die hoger is dan van het basistype voor de voedselrijke graslanden en akkers N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland. De laaggelegen graslanden in de uiterwaarden van de grote rivieren voldoen niet of slechts sporadisch aan deze criteria en ook elders in Gelderland komt dit niet voor. Om die reden zijn de percelen die aangeduid waren als Zilt- en overstromingsgrasland omgekat naar Kruiden- en faunarijk grasland. Bloemdijk N12.01 Bloemdijk is bedoeld voor glanshaverhooilanden op steile dijktaluds die alleen met speciaal materieel te maaien zijn. Dit rechtvaardigt de dubbel zo hoge beheervergoeding t.o.v. gewoon N 12.03 Glanshaverhooiland. In ongeveer de helft van de gevallen was het type ten onrechte toegekend aan dijken met een normaal technisch talud dat met gangbaar materieel gemaaid wordt. 17

Bijlage 2 Nuttige adressen Groenloket Bij het volgende informatiepunt kunt u terecht met vragen over de voorwaarden van de Subsidieverordening Natuur- en landschapsbeheer Gelderland 2009, de specifieke pakketeisen, het beheer van uw percelen en het provinciale Natuurbeheerplan. Groenloket / DLG regio Oost 0900-36 36 360 www.groenloket.nl Bosgroep en GPG Werkt u samen met de Unie van Bosgroepen, dan kunnen zij u helpen met uw vragen. Bosgroep Midden Nederland adres: Horapark 7, Ede tel: 0318-672626 e-mail: middennederland@bosgroepen.nl Wordt u vertegenwoordigt door het Gelders Particulier Grondbezit (GPG), dan kunnen zij u helpen met uw vragen. Gelders Particulier Grondbezit adres: De Klomp 5, de Klomp tel: 0318-578559 e-mail: gpg@grondbezit.nl 18

Coördinatoren collectief weidevogelbeheer Gebied Arkemheen Nijkerkerpolder Arkemheen Putterpolder Arkemheen Achterhoek-Veenhuis Dasselaar Doornspijk Polder Oosterwolde Polder Oldebroek Aersoltweerde Gelderse Waard Wapenveldse broek Wilper waarden Hoenwaard Noord en Zuid Fraterwaard Agrarische natuurvereniging Stichting BAO Natuur- en Milieucoöperatie Randmeerkust ANV Veluwe IJsselzoom ANV t Onderholt Gebiedscoördinator P. van de Veen info@anvbao.nl tel. 06-12882383 A. Klein info@randmeerkust.nl tel. 06-36323615 C. Heidenrijk cor.heidenrijk@planet.nl tel. 06-55175892 W. Berendsen w.berendsen@onderholt.nl tel. 06-53269077 Huissense waard Wolfswaard Eldikse veld Tollewaard Ingense- en Ommerense veld Maurikse waard Meilanden-Homoet Randwijk Zoelense veld Rijswijkse veld Leuvensche veld Broekgraaf Bruchemse broek ANV Lingestreek ANV Tieler en Culemborger waarden ANV de Capreton B. van Setten bert.van.setten@anvlingestreek.nl tel. 0344645865 mob. 06-54305084 P. van Noord pvannoord@hotmail.nl tel. 06-55834532 L. de Groot lindadegroot@planet.nl tel. 0418514253 mob. 06-12577587 19