Welkom bij het afscheid & bevestiging van ambtsdragers Voorganger: Ds J. Hoekman Aanvang: 10:00 uur Organist: K. Brouwer Zingen: Gezang 91 : 1, 4 1 God in de hoog' alleen zij eer en dank voor zijn genade! Daarom, dat nu en nimmermeer ons deren nood en schade. God toont zijn gunst aan ons geslacht, Hij heeft de vrede weergebracht: de strijd heeft thans een einde. 4 O Heil'ge Geest, ons hoogste goed, ten Trooster ons gegeven, die hen voor satans macht behoedt, wie Christus schonk het leven door zijne bange bitt're dood: och, help ons in de droeve nood! Wij steunen op uw trouwe. Stil Gebed Votum en Groet 1
Zingen: Gezang 96 : 2 2 Geen aardse macht begeren wij, die gaat welras verloren. Ons staat de sterke Held ter zij, die God ons heeft verkoren. Vraagt gij zijn naam? Zo weet, dat Hij de Christus heet, Gods eengeboren Zoon, verwinnaar op de troon: de zeeg' is ons beschoren! Wet des HEEREN Zingen: Morgenzang : 2, 3, 4 2 Verleen ons, na genoten rust, Opnieuw gezondheid, kracht en lust, Daar 't lichaam, door den slaap verkwikt, Zich weder tot den arbeid schikt. 3 Dat wij ons ambt en plicht, o HEER', Getrouw verrichten tot Uw eer. Dat Uwe gunst ons werk bekroon', Uw Geest ons leid' en in ons woon! 2
4 Zie op ons neder in genâ, Opdat ons werk voorspoedig ga, En scheld ons alle misdaan kwijt, O HEER', die vol ontferming zijt. Gebed Schriftlezing: Handelingen 6 : 1-7 1 In die dagen, toen het aantal discipelen steeds toenam, ontstond er gemor van de Griekssprekenden tegen de Hebreeën, omdat hun weduwen bij het dagelijkse dienstbetoon over het hoofd gezien werden. 2 En de twaalf riepen de menigte van de discipelen bij zich en zeiden: Het is niet behoorlijk dat wij nalaten het Woord van God te verkondigen om de tafels te dienen. 3 Zie daarom uit, broeders, naar zeven mannen uit uw midden, van wie men een goed getuigenis geeft, vol van de Heilige Geest en van wijsheid, die wij voor deze noodzakelijke taak zullen aanstellen. 3
4 Wij echter zullen volharden in het gebed en in de bediening van het Woord. 5 En dit woord behaagde heel de menigte; en zij kozen Stefanus, een man vol van geloof en van de Heilige Geest, Filippus, Prochorus, Nicanor, Timon, Parmenas en Nicolaüs, een proseliet uit Antiochië. 6 Zij leidden hen vóór de apostelen, en die legden hun, nadat zij gebeden hadden, de handen op. 7 En het Woord van God verbreidde zich en het aantal discipelen in Jeruzalem nam sterk toe; en een grote menigte priesters werd aan het geloof gehoorzaam. Schriftlezing: Romeinen 12 : 1-8 1 Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst. 2 En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is. 4
3 Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik ieder onder u niet hoger te denken dan hij moet denken, maar laat hij denken in bescheidenheid, naar de mate van geloof zoals God die aan ieder heeft toebedeeld. 4 Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben en de leden niet alle dezelfde functie hebben, 5 zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar. 6 En nu hebben wij genadegaven, onderscheiden naar de genade die ons is gegeven: 7 hetzij profetie, naar de mate van het geloof; hetzij dienstbetoon, in het dienen; hetzij wie onderwijst, in het onderwijzen; Zingen: Psalm 75 : 1, 2 1 U alleen, U loven wij; Ja wij loven U, o HEER', Want Uw Naam, zo rijk van eer, Is tot onze vreugd nabij. Dies vertelt men in ons land, Al de wond ren Uwer hand. 2 Als ik 't ambt ontvangen zal, Wil ik, volgens eed en plicht, Altoos recht doen in 't gericht. Land en volk was in verval; Maar zijn pijlers steld' ik vast, Tegen woed' en overlast. 5
Zingen: Gezang 121 : 1 Verkondiging: Romeinen 12 : 1-8 1 God roept broeders tot de daad, zijn werk wacht; treedt dan aan, en weest gereed om elken weg te gaan, die Hij u wijst, te gaan. Wij weten dat, wat komen mag, toch hij slechts wint, die waagt, en, wie zichzelven geven wil, door 't donker vlammen draagt Afscheid en bevestiging ambtsdragers: - Afscheid Diakenen: Iede Romkes Roelof Schraal Jonathan Kramer Ouderlingen-kerkrentmeester: Roelof Bakker Jan Bennik Kerkrentmeester: Cor Keuter - Gebed 6
Zingen: Psalm 121 : 4 - Persoonlijk woord 4 De HEER' zal u steeds gadeslaan, Opdat Hij in gevaar, Uw ziel voor ramp bewaar. De HEER', 't zij g' in of uit moogt gaan, En waar g' u heen moogt spoeden, Zal eeuwig u behoeden. Formulier ter bevestiging van ambtsdragers: Ouderling: Teun Kramer Jan Frans Bakker Jan Walma Diaken: Anne Jan Eskes Lubbert Kramer Theunis van der Kooi Ouderling-kerkrentmeester: Klaas Brouwer Jacob Snoek Kerkrentmeester: Jan van Veen 7
Zingen: Psalm 134 : 1 1 Looft, looft nu aller heren HEER, gij zijne knechten, geeft Hem eer. Gij, die des nachts Zijn huis bewaakt en voor Zijn dienst in ijver blaakt! Gebed Zingen: Psalm 134 : 3 staande Bevestiging 3 Dat s HEEREN zegen op u daal ; Zijn gunst uit Sion u bestraal. Hij schiep t heelal, Zijn Naam ter eer: looft, looft dan aller heren HEER! Zingen: Psalm 135 : 1 Welkom en bemoediging 1 Prijst den Naam van uwen God, 's HEEREN knechten, hier vergaard; Prijst Zijn Naam en wijs gebod, 8
Daar g' in 't voorhof staat geschaard, En uw ambt bekleedt met eer In het huis van onzen HEER'. Slotgebed Inzameling van de gaven Zingen: Gezang 143 staande 2 Zijn trouwe Vaderogen zien alles van nabij! Wie steunt op zijn vermogen, die dekt en zegent Hij! Hij hoort de jonge raven, bekleedt met gras het dal, heeft voor elk schepsel gaven, ja, zorgt voor 't gans heelal! 4 Roem, Christen, aan mijn slinke en recherzijd' is God! Waar 'k macht'loos nederzinke of bitter lijd', is God! Waar trouwe vriendenhanden niet redden, daar is God! In dood en doodse banden, ja, overal is God. Zegen 9
Allen wel thuis! Na afloop van de dienst kunt u de broeders de hand drukken 10