Handboek AaboFlagon TPO



Vergelijkbare documenten
BDA PRAKTIJKBLAD DAKEN Ontwerp

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D

3. Overzicht van PVC dakbedekkingsconstructies voor normale daken in relatie tot de bevestiging aan de ondergrond/onderconstructie

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D Uitgave 2013

Icopal Universal Verwerkingsrichtlijnen

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Leeswijzer. Uitgave 2013

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel E Uitgave 2013

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel E

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D Uitgave 2008

DEEL B BITUMEN DAKBEDEKKINGSCONSTRUCTIES EN -SYSTEMEN, ONTWERPRICHTLIJNEN

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D. Uitgave 2013

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D Uitgave 2018

NEN 6050 Brandveilig werken op het dak

Nebiprofa B.V. TECHNISCHE BEPALINGEN EN WERKBESCHRIJVING

Blz 1/13. BIIG No Flame Verwerkingsrichtlijnen

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel B Uitgave 2008

OC-Plan. Bewezen kwaliteit!

Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer)

Royal PVC Verwerkingsvoorschriften en -richtlijnen van Royal PVC

TECHNISCHE BEPALINGEN EN WERKBESCHRIJVING

Brandveilig detailleren

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel B

Systeemnummer : PD 1-2-1

Systeemnummer : PD 1-1-2

Klik op of om onze site te bezoeken.

BDA Agrément BAR /01/A

1 Firestone EPDM Daksystemen

BDA Agrément BAR /01/A

VERWERKINGSRICHTLIJNEN PLATDAK ISOLATIE IKO ENERTHERM ALU/MG/BGF/BM. Algemene uitvoeringsrichtlijnen

DEEL A. 1 Samenstelling van een dakbedekkingsconstructie INFORMATIE VOOR DAKBEDEKKINGSCONSTRUCTIES EN DAKBEDEKKINGSSYSTEMEN

Brandveilig detailleren

3.3 Kimfixatie Kimfixatie Algemeen

Bijlage A.2 Technische omschrijving

Monarplan FPO De nieuwe, milieubewuste kunststof daksystemen van Icopal

Monarplan Het waterdichte systeem voor vlakke en hellende daken

Cosmofin. Cosmofin. Het waterdichte systeem voor vlakke en hellende daken

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel A Uitgave 2008

BESTEKSTEKST VB-EPDM-SYSTEEM. Mechanisch bevestigd VB-THERMOFIX -SYSTEEM:

Bestekservice S Y S T E E M I N R U B B E R

Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer)

1. Alle werkzaamheden zodanig op elkaar afstemmen dat geen schade wordt aangebracht aan de onderliggende constructiedelen en ruimten.

UNIDEK FLAT ROOFS.

3.4 Waterdichting Opkanten

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel A Uitgave 2013

verwerkingshandleiding ALUTRIX 600 ALUTRIX FR

randstroken Royalstick ZK

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel C

Royal EPDM. Praktisch en duurzaam

Monarfin De milieubewuste kunststof daksystemen van eigen bodem

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel A

1. Alle werkzaamheden zodanig op elkaar afstemmen dat geen schade wordt aangebracht aan de onderliggende constructiedelen en ruimten.

Platdak systemen BauderTHERM - Partieel klevende dakbanen

LOSLIGGEND SYSTEEM MET BALLAST

De ijzersterke combinatie voor elk dak

LOSLIGGEND SYSTEEM MET BALLAST

Monarplan PVC Het waterdichte systeem voor vlakke en hellende daken

Royal PVC. De multifunctionele oplossing!

Afstudeer opdracht Jack van den Broek Bijlage materialisering en detailering

Systeemnummer : PD 2-1-1

KOMO Attest K99430/01

AMScat07_versie6 4/19/07 11:53 AM Pagina 263. Groep 13

5. Verwerkingsdetails

FLAGON TPO SYNTHETISCHE WATERDICHTING

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel E Uitgave 2018

KOMO attest. Bouwbesluit. Attest houder. Deel 3 dakbanen

Royal EPDM. Praktisch en duurzaam!

Checklist controle uitvoering

NEN 6050, eindelijk definitief. Waarom is de NEN 6050 ontwikkeld? Wat is de NEN 6050 en wat houdt het precies in? Door wie is de NEN 6050 ontwikkeld?

Detailuitvoeringen

Systeemnummer : PD 1-1-1

Synthetische waterdichtingsoplossingen. waterdichting. éénlaags TPO. duurzaam. synthetisch. flagon TPO

Systeemnummer : PD 2-1-1

VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel C Uitgave 2013

KOMO attest-met-productcertificaat

Royal EPDM Verwerkingsvoorschriften en -richtlijnen van Royal EPDM / Royal EPDM Prefab

S XL. Verwerkingsvoorschriften dakrandopstand. IsoniQ MURA S XL i.c.m. gestucte buitengevel. Legenda

Icopal Universal Verwerkingsrichtlijnen

Verwerkingsvoorschriften EPDM Overzicht verwerkingsvoorschriften EPDM Algemene eigenschappen Aanbrengen van EPDM-membranen

Systeemnummer : PD 2-1-2

Systeemnummer : HB 1-1-1

Icopal Universal Verwerkingsrichtlijnen

TRIDEX: lastenboeken

UNILIN ISOLATIEPLATEN PIR Voor platte daken

fermacell Technische tip

welkom in de wereld van EPDM daksystemen

Icopal Universal Icopal Universal

Plaatsingsvoorschriften voor DELTA -ALPINA bij pannendaken in beton of gebakken aarde in BENELUX

Royal Elastofol Supreme

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn:

Systeemnummer : PD 1-2-1

FLAGON PVC SYNTHETISCHE WATERDICHTING

MAXON EPDM BESTEKTEKSTEN

Icopal Universal. IJzersterke, duurzame dakbedekking. Flexibel en licht. Betrouwbaar. Veilig verwerkbaar. Duurzaam. Universeel toepasbaar

KOMO attest-met-productcertificaat

RENOLIT ALKORDESIGN Technische richtlijnen.

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden:

UNILIN PIR ISOLATIEPLATEN juli 2017

single ply De meest vooruitstrevende kunststof dakbedekkingssystemen

Transcriptie:

Handboek AaboFlagon TPO

Deze verwerkingsvoorschriften zijn opgesteld door Aabo Trading Company B.V. aan de hand van het door fabrikant Flag S.p.A. geldende uitvoeringsreglement, gekoppeld aan de conform Nederlands bouwbesluit geldende uitvoeringsvoorschriften voor thermoplastische kunststof dakbedekkingen. Om u een goed overzicht te geven van de inhoud en een gemakkelijke manier om bepaalde gegevens snel op te zoeken kunt u gebruik maken van onderstaande index. Index blz 1. Inleiding 1 2. AaboFlagon TPO algemene informatie 2 3. AaboFlagon TPO productinformatie 2 4. Materiaalspecificaties AaboFlagon TPO 3 5. Voorbereidende werkzaamheden 5 6. Dakbedekkingsconstructies en systemen 5 7. Uitvoeringsrichtlijnen AaboFlagon TPO 7 8. AaboFlagon TPO dakdetails 9 9. Aanvullende eisen 15 jarige garantie 18 10. Instellen föhnlasautomaat 19 1. Inleiding: Deze verwerkingsvoorschriften worden verstrekt om als leidraad te fungeren voor AaboFlagon TPO verwerkers. Zowel tijdens calculatie als uitvoering van de werkzaamheden dienen deze voorschriften strikt gehanteerd te worden Alle wijzigingen die aangebracht worden op deze verwerkingsrichtlijnen dienen vooraf schriftelijk goedgekeurd te worden door de technische afdeling van Aabo Trading Company. In deze verwerkingsvoorschriften worden bepaalde merknamen genoemd voor producten die gebruikt worden voor een goede applicatie. Dit zijn alle door fabrikant Flag S.p.A. geteste materialen waarbij AaboFlagon TPO systemen uitstekend kunnen functioneren. Mocht u echter een gelijkwaardig hulpproduct van een ander merk willen gebruiken voor de applicatie dan staat dit u vrij zolang het product technisch minimaal gelijkwaardig is. Dit dient op verzoek door u aangetoond te worden. De dakbaan van de toekomst De ontwikkelingen in de dakenbranche gaan onverminderd voort. Eerst bestond de dakenmarkt in Europa vooral uit bitumen dakrollen en in Amerika uit vloeibare daksystemen op bitumenbasis. Daarna kwamen de EPDM rubbers in Amerika en de PVC kunststoffen in Europa grootschalig op de markt. Na een wat aarzelende start zijn de moderne kunststof en rubberen dakbanen nog lang niet aan het einde van hun groeicyclus, er is duidelijk een opwaartse tendens zichtbaar. De verwachting voor de Nederlandse markt over 5 jaar is 35 % kunststof en over 10 jaar zou het richting 50 % marktaandeel kunnen gaan, dit ten koste van het bitumen marktaandeel. Tegelijkertijd begint zich een nieuwe generatie kunststof dakrol aan te dienen die uitermate veelbelovend is en zowel de voordelen van de bitumendaksystemen als de voordelen van de PVC en EPDM rubberen dakbanen in zich verenigt. Deze moderne dakbaan is een combinatie van polyolefinen (polyethyleen en polypropyleen) en synthetische rubbers, waardoor een flexibele polyolefine ontstaat met de naam TPO. Toekomstige ontwikkelingen dakbanen Het naar elkaar toegroeien van de gemodificeerde bitumineuze dakrollen en de kunststofdakrollen Rubberen dakbanen Kunststof dakbanen Dakbanen met bitumen Elastomeren: EPDM Thermoplasten: PVC - PIB - EVA - PEC Thermoplastische elastomeren: TPO - EPDM (lasbaar) Bitumenaandeel > 50%: SBS - APP 1

2. AaboFlagon TPO algemene informatie De Fabrikant De ervaring van de fabrikant Flag S.p.A. (Italië) gaat ver terug. Sinds 1963 staat deze fabrikant aan de wieg van vele ontwikkelingen op het gebied van synthetische waterkerende banen voor zowel de tunnelbouw, funderingen, kanalen, zwembaden als daken. Eind jaren 80 werd een nieuwe flexibele polyolefine op de markt geïntroduceerd. Deze bevatte elastomeren die de flexibiliteit van het eindproduct verbetert, waardoor er makkelijker details gemaakt konden worden. Tevens werd het product beter lasbaar. Vanaf 1990 ontwikkelde Flag in samenwerking met de leverancier van de grondstoffen de voorvader van AaboFlagon TPO. Deze polyolefine werd gemodificeerd met EPR (ethyleen propyleen rubber) en het basisproduct voor de hoogwaardige AaboFlagon EP was geboren. In het jaar 2000 ontstaat door de combinatie van een hoogwaardig basisproduct met een speciaal ontwikkeld productiesysteem door Flag het meest innovatieve synthetisch waterproof materiaal met de naam AaboFlagon TPO. 3. AaboFlagon TPO productinformatie Alle producten op polyolefinebasis hebben een grotere lineaire uitzettingscoëfficiënt in vergelijking tot de traditionele PVC dakbanen. Dit zou kunnen leiden tot problemen met de waterdichtheid als het dakbedekkingsysteem aan grote temperatuurschommelingen wordt blootgesteld. De complete range AaboFlagon TPO is om deze reden gewapend met een polyester of een glasvlies wapening waardoor een dimensioneel stabiel en sterk eindproduct ontstaat. Het productieproces Het unieke productiesysteem ontworpen en ontwikkeld door Flag S.p.A. biedt de mogelijkheid om met drie extruders in 1 arbeidsgang een homogene dakbaan te produceren waar de wapening (polyester of glasvlies) al in is verwerkt: Polyester of glasvlies wapening Ruw materiaal Automatische dikte-controle Koeling Kalander Dubbelkoppige extrusiemond Extruders Oppervlakte behandeling Koeling Schema productie AaboFlagon TPO A B Wapening Opbouw AaboFlagon TPO C 2

Laag A Deze laag heeft een lichte crême kleur waardoor de oppervlaktetemperatuur gering blijft. Tevens voorkomt deze laag dat micro-organismen de dakbaan aantasten en is ze UV-bestendig. De laagdikte is 10 15 % van de totale dikte. Laag B + C Beide lagen zijn zwart van kleur en identiek van samenstelling, waardoor ze homogeen aan elkaar verbonden kunnen worden door het kalanderproces. Tussen beide lagen wordt de wapening (polyester of glasvlies) volledig ingesloten, zodat er geen capillaire kan ontstaan waardoor vocht kan intreden.de beide lagen vormen samen inclusief de wapening 85 90% van de totale dikte. 4. Materiaalspecificaties AaboFlagon TPO: AaboFlagon flexibele polyolefine bevat GEEN weekmaker, derhalve is een chemische scheidingslaag op bitumineuze daken of op naakt polystyreen NIET nodig. AaboFlagon TPO wordt in 2 varianten geleverd: Flagon EP/PR dakbaan op basis van flexibele polyolefine met een polyester wapening (type IV, BRL 1511 deel 8) ten behoeve van mechanisch bevestigde systemen (systeem NKS) Flagon EP/PV dakbaan op basis van flexibele polyolefine met een glasvlies wapening (type II, BRL 1511 deel 8) ten behoeve van losliggend geballaste systemen (systeem LKG) A. Stelbreedte overlap: -Losliggend geballast (Systeem LKG): De AaboFlagon EP/PV dakbanen uitrollen, straktrekken en richten zodat er langs- en dwarsoverlappen ontstaan van ten minste 80mm breed met een föhnlasautomaat en 60 mm. breed met een handföhn. De overlappen lassen volgens de methode aangegeven op bladzijde 17 fig. 7.1. Na het aanbrengen de AaboFlagon EP/PV voorzien van een ballastlaag van gewassen grof grind en/ of tegels conform NEN 6702 en NPR 6708. -Mechanisch bevestigd (Systeem NKS): De AaboFlagon EP/PR moet met een langsoverlap van 120mm worden gelegd. Dwarsoverlappen min. 80mm bij autmaatlassen en 60mm. bij handlassen. (Indien de dwarsoverlap mechanisch wordt bevestigd moet de overlap 120mm. bedragen). De dakbanen worden onder de langsoverlappen mechanisch bevestigd met drukverdeelplaten en bijbehorende schroeven. De afstand tussen de bevestigingspunten onderling en de rijen bevestigers dienen zodanig te worden gekozen dat minimaal het door de ontwerper vastgestelde aantal bevestigingspunten per m² in midden-, rand- en hoekzone gerealiseerd wordt. B. TPO folieplaat Materiaal Bij AaboFlagon TPO details wordt veelvuldig gebruik gemaakt van verzinkt staalplaat dat aan een zijde is voorzien van een TPO laagje van 1mm. Plaatafmeting is 100 x 200 cm. Verwerking Van dit product worden zogenoemde TPO folietrimmen, TPO folieknelstippen, TPO foliestrippen e.d. gemaakt. NOOT: AaboFlagon TPO is niet te verenigen met PVC hulpproducten. Tevens zijn TPO hulpproducten van een ander fabrikaat niet zonder meer te combineren met AaboFlagon TPO. Neem hiervoor contact op met Aabo Trading. 3

C. Algemene toebehoren - TPO voorgevormde in- of uitwendige hoekstukken - TPO ongewapende baan tbv inwerken van lastige details - FLAG TPO Cleaner voor activeren/schoonmaken van vervuilde laszones - Speciale FLAG TPO contactlijm - TPO voorgevormde dakwaterafvoeren 60x100mm. - TPO ontluchtingen rond 75mm. - TPO doorvoermanchet 60 t/m 160mm. - TPO middendakwaterafvoeren 80, 100 en 110 mm - TPO gecoate strips 50mm. - TPO gecoate muurstrips 70 mm - TPO folietrim 60x60mm uit TPO folieplaat of naar keuze op gemaatvoerde zetwerkschets - TPO kimfixatie-binnenhoek 50x50mm uit TPO folieplaat - Gegalvaniseerde rail tbv lineaire kimfixatie - TPO snoer voor verwerking achter lineaire bevestigingsstrips - TPO afschraapmesjes (zie blz. 17) - TPO noodoverstorten vervaardigd uit 3mm massieve harde TPO kunststofplaat D. Mechanisch bevestigde dakbedekkingssystemen (N-codes) De voor het dakbedekkingssysteem NKS (zie blz. 12 tabel 2) door middel van een dynamische windtest vastgestelde rekenwaarde per bevestiger bedraagt: AaboFlagon EP/PR breedte 210 cm rekenwaarde 655 N per bevestiger. Opmerking De bovengenoemde rekenwaarde geldt voor de toepassingen op hout- en staaldaken en zijn verkregen door de volgende bevestigers: Euro-Dekfast Dakschroef EDS-S 15 cycli Kesternichtest tot staaldaken tot 0,88 mm. Euro-Dekfast drukverdeelplaat ø 45mm, ø 50mm of 40 x 80mm. Iso-Tak kunststof drukverdeelplaat van polyamide ø 45 mm. Indien u een ander mechanisch bevestigingsmiddel gebruikt moet dit voldoen aan de eisen zoals vermeld in BRL 1329/01 (ref. 17). Dit betekent in het algemeen weerstand tegen corrosie van ten minste 12 cycli Kesternichtest. Er kunnen nadere eisen worden gesteld in andere kwaliteitsverklaringen. De bevestigingsmethode is omschreven in fig. 7.3 en 7.4. Indien u mechanisch moet bevestigen anders dan op een houten of een stalen ondergrond kunt u contact opnemen met Aabo Trading voor de juiste bevestiger, indien nodig onderbouwd met een uittrekproef. 4

5. Voorbereidende werkzaamheden: a. Algemeen: 1. Alle werkzaamheden zodanig op elkaar afstemmen dat geen schade wordt aangebracht aan de onderliggende constructiedelen en ruimten. 2. Alle dakbedekkingsmaterialen beschermen tegen vocht, beschadigingen en vervormingen. 3. Alle isolatiematerialen droog opslaan en verwerken en zodanige maatregelen treffen, dat tijdens en na applicatie vochtinsluiting is uitgesloten. 4. In verband met brandgevaar de hoeveelheden brandbare dakbedekkingsmaterialen op het dak beperken. 5. Per dag of voorspelbare droge periode over een niet groter gedeelte voorzieningen treffen, (eventueel tijdelijk) dan in die periode waterdicht kan worden afgesloten. Dit geldt niet voor smeerlagen. b. Nieuw werk: In geval van gekleefde dampremmende lagen of sluitlagen, thermische isolatiematerialen en dakbedekkingssystemen, moet de onderconstructie, daaronder begrepen opstanden, aansluitnaden en dergelijke, vlak, droog en schoon zijn of worden gemaakt. c. Onderhoud en renovatie van bestaande dakbedekingssystemen: 1. Bestaande dakbedekkingsystemen zuiveren en droogmaken. 2. Gebreken repareren. 3. Oude PVC daken slopen en afvoeren. 4. Oude EPDM kan nog functie hebben als dampremmende laag. 5. Dragende constructie controleren en waar nodig repareren. 6. Dakrandafwerking slopen en afvoeren. 7. Lichtkoepels, doorvoeren e.d. demonteren en tijdelijk opslaan. 8. Opstanden, indien benodigd, verhogen tot 50mm boven de hoogte van de dakranden of noodoverlopen aanbrengen. d. Opslag AaboFlagon TPO: 1. AaboFlagon TPO rollen dienen liggend, in de verpakking en vrij van vocht opgeslagen te worden tot het moment van verwerking op het dak. 2. De verpakking moet voorzien zijn van een Flag label. 3. In verband met brandgevaar de hoeveelheden brandbare dakbedekkingsmaterialen op het dak beperken. 6. Dakbedekkingsconstructies en systemen: De volgende dakbedekkingssystemen zijn uitvoerbaar met AaboFlagon TPO: N = Mechanisch bevestigd L = Losliggend en geballast Omschrijving AaboFlagon EP/PR AaboFlagon EP/PV dikte (mm) 1,2 of 1,5 1,2 of 1,5 breedte 1) (cm) 210, 105, 70 210, 105, 70 lengte 1) (m) 25 25 massa (kg/m²) 1150 of 1400 1150 of 1400 5

Tabel 2 Specificaties dakbedekkingssystemen: Code Omschrijving systeem L-systeem - Een eventuele scheidings- of beschermlaag los gelegd met overlappen van minimaal 50mm; - Een laag AaboFlagon EP/PV los gelegd op de ondergrond; de overlappen gelast met hete lucht; - Een ballastlaag van gewassen grof grind en/of tegels N-systeem - Een eventuele scheidings- of beschermlaag los gelegd met overlappen van minimaal 50mm; - Een laag AaboFlagon EP/PR mechanisch bevestigd aan de onderconstructie; de overlappen gelast met Tabel 3 Dakbedekkingssystemen op diverse ondergronden: Ondergrond/ Onderconstructie Mechanisch bevestigd Losliggend geballast Houten vloerdelen N (1) L (1) Platen: -houtachtig N (1) L (1) Monoliet beton N (1) L (1) Geprofileerde stalen dakplaten Zie isolatiematerialen Omgekeerd dak met XPS Isolatiematerialen (1) EPB (geëxpandeerd perliet) EPS 25 Gecacheerd EPS 20 MWR (minerale wol) PUR/PIR (gecacheerd) PF (gecacheerd) Afschotmortels C-EPS Bestaande dakbedekkingen Losliggend bitumen Losliggend teermastiek Bevestigd bitumen N N N N N N - N - N L L L L L L L L L L Bijzonderheden mbt tabel: (1) In verband met de mogelijke ruwheid van de ondergrond is het aan te bevelen een scheidingslaag toe te passen. Algemeen: 1. Losliggende en geballaste systemen zijn toepasbaar onder voorwaarde dat de onderconstructie berekend is op het extra gewicht van de ballastlaag. 2. In verband met gevaar van overmatige inwendige condensatie zijn ongeïsoleerde houten onderconstructies uitsluitend toepasbaar boven ruimten die onder klimaatklasse 1 zijn te rangschikken. 3. Bij ongeïsoleerde onderconstructies (bijvoorbeeld monoliet beton) rekening houden met de thermische werking van de onderconstructie. (extra voorzieningen treffen t.a.v. kimfixatie). 4 Op geprofileerde stalen dakplaten altijd een thermische isolatie toepassen. 5 Op steenachtige onderconstructies met een afschotlaag (zandcement schuimbeton of dergelijke) een dampremmende laag toepassen. 6

6. Op een gesloten ondergrond compartimenten aanbrengen ter beperking van schade bij onverhoopte lekkage. Dampremmende lagen: 1. Een dampremmende laag dient conform bouwfysische berekening al dan niet aangebracht te worden. 2. De dampremmende laag dient luchtdicht aangebracht te worden conform uitvoeringsrichtlijnen BDA / Vebidak. Thermische isolatiematerialen: 1. Bij het verwerken van dakisolatiematerialen zodanige maatregelen treffen, dat tijdens en na de applicatie vochtinsluiting is uitgesloten. 2. Verwerking Isolatiematerialen conform verwerkingsrichtlijnen fabrikant en BDA / Vebidak. 7. Uitvoeringsrichtlijnen AaboFlagon TPO: Algemeen: 1. Zorg voor een deugdelijke bouwfysische berekening en een windbelastingsberekening. 2. Er dient uitsluitend gewerkt te worden conform Nederlandse bouwbesluit. 3. Alle Arbo veiligheidseisen in acht nemen. 4. AaboFlagon TPO werkzaamheden dienen niet uitgevoerd te worden tijdens, regen, hagel, sneeuwval of tijdens onweer en bliksem. 5. Extreme mechanische en puntbelasting dient zonder toepassing van speciale voorzieningen (dakterrastegels) voorkomen te worden. 6. Chemische invloeden die niet voorkomen op de chemische resistentielijst dienen vermeden te worden. 7. Zorg voor een continu en constant elektriciteitsnetwerk, maak zonodig gebruik van een aggregaat. 8. Zorg voor een goede werkplanning en werk nooit verder vooruit dan u binnen 1 dag kunt afsluiten. 9. Zet voordat u aanvangt met de werkzaamheden een legplan op papier, evt. aan de hand van een deugdelijke windbelasingsberekening, zodat u exact weet hoe elke dakbaan komt te liggen. 10. De dagproductie dient aan het einde van de dag gecontroleerd te worden op openstaande naden, aansluitingen en beschadigingen. 11. De dagproductie dient dagelijks waterdicht afgewerkt te worden. Dit geldt ook in geval van plotselinge weersveranderingen. 12. Indien er onverhoopt toch water in de constructie komt, dit deel geheel verwijderen en vervangen. a. Basiswerkzaamheden: 1. De AaboFlagon TPO dakbaan ontdoen van alle verpakkingsmateriaal (wikkel, label enz). 2. De AaboFlagon TPO dakbaan tot op de helft uitrollen en nauwkeurig stellen. Zie blz. 6 voor overlapbreedtes. 3. Bij staaldaken worden de AaboFlagon TPO dakbanen haaks ten opzichte van de cannelurerichting aangebracht, uitgezonderd de eventuele randbanen van de kopse zijden. 4. Werkzaamheden aanvangen bij de eventuele randbanen waarna de binnenste dakbanen hierop worden aangesloten. 5. AaboFlagon TPO dakrollen rondom 5cm opzetten (zie ook hoofstuk 8 onder kimfixatie) waardoor een eerste waterkering wordt gecreëerd. AaboFlagon TPO kunststof dakbanen dienen met een kunststof schaar geknipt te worden ingeval van maatwerk. b. Scheidings- of beschermingslagen: Als scheidings- of beschermingslaag komen de volgende materialen in aanmerking: -polyestermat minimaal 200gr/m²: ter bescherming tegen mechanische invloeden; -naakt glasvlies minimaal 120gr/m²: bij toepassing op brandbare ondergronden indien moet worden voldaan aan de weerstand tegen vliegvuur conform NEN 6063. In bepaalde gevallen kan een cacheerlaag ook als scheidingslaag worden gezien. Deze moeten dan wel voldoen aan de hierboven vermelde specificaties. 7

De toe te passen scheidings- of beschermingslagen moeten bestand zijn tegen rotting. c. Verbindingstechnieken overlappen: 1. Bij het werken met AaboFlagon TPO dakbanen ervoor zorgdragen dat de banen niet besmeurd raken met bitumen of vet aangezien dit een slechte kwaliteit van de lasnaden tot gevolg heeft. 2. Reinig en ontvet de overlap, indien nodig, vooraf met TPO cleaner. (vanaf 1 dag afhankelijk van de vervuilingsgraad.) 3. AaboFlagon TPO dakbanen worden met hete lucht homogeen aan elkaar verbonden. Dit kan zowel met een handföhn als met een föhnlasautomaat worden uitgevoerd. 4. Bij lassen met een handföhn worden na het stellen een aantal puntlassen in de overlap gemaakt om verschuiving van de gestelde AaboFlagon TPO dakrol te voorkomen. Hierna wordt de bek van het lastoestel tussen de overlap van de beide banen geschoven onder een hoek van circa 45 waarbij de hete lucht de AaboFlagon TPO dakbanen verweekt. Direct (circa 10-15mm) achter het lastoestel de dakbanen aandrukken met een siliconenroller zodanig dat er een minimale zwarte uitstulping zichtbaar is. De mond van het lastoestel moet 2-3mm. buiten de overlap steken. 5. Bij het lassen met een föhnlasautomaat wordt automatisch overlaplas gecreëerd. Hierbij is het belangrijk dat de rol op de juiste plaats blijft liggen en de automaat recht blijft. Bij een goede overlaplas zal wederom een minimale zwarte uitstulping waarneembaar zijn. Maak aan het begin van iedere werkdag en telkens nadat de stroomtoevoer uitgeschakeld is geweest een proeflas. Hiermee kan de juiste lastemperatuur en lassnelheid worden bepaald. De basistemperatuur zal tussen de 400 en 450 C bedragen, afhankelijk van alle invloeden van buitenaf. Dit geldt zowel voor lassen met een handföhn als met een automaat. (zie blz. 35) 6 De lasverbindingen moeten altijd gecontroleerd worden. Dit kan optisch door de zwarte uitstulping te controleren of door met een controlepen de naden na te lopen. 7 Plaatsen die minder goed gelast zijn, nabehandelen met een handföhn. d. Dwarsoverlappen: Bij dwarsoverlappen van AaboFlagon TPO moeten, om capillaire werking te voorkomen, de hoeken van de in zicht zijnde zijkant van de baan worden afgerond of afgeschuind. (zie fig.7.1). De dwarsoverlappen dienen verspringend te worden aangebracht: minimaal 250mm. Fig 7.1 Wanneer dakbanen elkaar meer dan twee keer overlappen moet van de middelste dakbaan de rand worden afgeschuind middels een speciaal hiervoor bestemd schraapmesje of met het mondstuk van de heteluchtföhn. Zie figuur 7.2. afschuinen 1e las 2e las Fig 7.2 8

e. Bevestigingstechnieken: 1. Algemeen: Alle dakdoorbrekingen en dakdoorvoeren dienen rondom gefixeerd te worden op de ondergrond met behulp van bevestigers conform hoofdstuk 4d. 2. Mechanisch bevestigd: Een AaboFlagon TPO dakbaan op de ondergrond aanbrengen met langs- en dwarsoverlappen conform stelbreedte blz.3. De dakbaan onder de overlappen mechanisch bevestigen in de ondergrond conform bevestigingssytemen (zie fig. 7.3 en 7.4). De drukverdeelplaten (ø 45 / 50 of 40 x 80 mm) dienen 10mm los van de rand te worden aangebracht waarna deze met een parker worden bevestigd in de ondergrond. De h.o.h. afstand is afhankelijk van de bijbehorende windbelastingsberekening. De breedte van randbanen is afhankelijk van de bijbehorende windbelastingsberekening. Nadat de eerste rol mechanisch bevestigd is, zal de volgende rol overlappend worden gesteld. Fig 7.3 Fig. 7.4 3. Losliggend en geballast: Een AaboFlagon TPO dakbaan op de ondergrond aanbrengen met langs- en dwarsoverlappen volgens tabel. De fractie van het grind en de zwaarte van de ballastlaag dient te zijn afgestemd op de eisen zoals die vermeld zijn in NEN 6702, NEN 6707 en NEN 6708. Oud grind kan uitsluitend worden toegepast als dit conform BRL 9311 is gekeurd. 8. AaboFlagon TPO dakdetails: Algemene eisen: De hoogte van de dakranden moet minimaal 120mm bedragen, gerekend vanaf de bovenste dakafwerking. De hoogte van alle overige opstanden moet hoger zijn. Is dit niet mogelijk dan moeten in de dakrand noodoverlopen worden aangebracht. De onderconstructie van de dakopstand moet aan de ondergrond zijn verankerd en geschikt zijn om er een dakafwerking op aan te brengen. Het bovenvlak van een opstand moet naar het dakvlak afwateren. De opstand moet voor het aanbrengen van de dakbanen vlak, droog en schoon worden gemaakt. AaboFlagon TPO dakbanen moeten winddicht op de dakrand worden aangesloten. Kimfixatie: Bij alle AaboFlagon TPO systemen is het toepassen van een kimfixatie noodzakelijk, afhankelijk van ondergrond en garantietermijn- wensen dient dit te geschieden middels een van navolgende principes: 9

8.1 T.b.v. een 15 jarige volledig verzekerde dakgarantie een lineaire kimfixatie toepassen met behulp van gegalvaniseerde rail (zie fig. 8.1) Fig 8.1 a De AaboFlagon TPO dakbaan goed in de kim aansluiten en circa 50mm opzetten en met contactlijm verlijmen. b Tegen de opgezette en verlijmde rand van circa 50mm de gegalvaniseerde rail bevestigen met op de ondergrond afgestemde bevestigingsmiddelen h.o.h. maximaal 250mm. c AaboFlagon TPO randstrook vanaf voorzijde dakrand, evt. gelijmd of tussentijds gefixeerd, tegen de opstand en gelast op de dakbaan in het vlak. 8.2 Lineaire kimfixatie met een gezet hoekprofiel van TPO gecacheerd foliestaalplaat onder dakfolie (zie fig. 8.2) Fig 8.2 a Gezet hoekstuk van TPO gecacheerd foliestaalplaat in de kim mechanische bevestigd h.o.h. maximaal 250mm met op de onderconstructie afgestemde bevestigingsmiddelen. De eerste bevestiging steeds 50mm vanaf het einde van het hoekstuk. b AaboFlagon TPO dakbanen gelast op het hoekstuk. c AaboFlagon TPO randstrook gelast op het verticale deel van het hoekstuk en vervolgens op de AaboFlagon TPO dakbaan. 8.3 Lineaire kimfixatie met een gezet hoekprofiel van TPO gecacheerd foliestaalplaat op dakfolie. (zie fig. 8.3) Fig 8.3 10

a. De AaboFlagon TPO dakbanen goed in de kim aansluiten en circa 50mm opzetten tegen de opstand. b. In de kim een gezet hoekprofiel van TPO gechacheerd foliestaalplaat aanbrengen en h.o.h. maximaal 250mm bevestigen met op de onderconstructie afgestemde bevestigingsmiddelen De eerste bevestiging steeds 50mm vanaf het eind van het hoekstuk. Ter wille van de klemming dient de zetting van het hoekstuk iets groter dan 90 te zijn. c. De AaboFlagon TPO randstook lassen op de dakbaan in het vlak (a) en op het hoekstuk. d. Afhankelijk van de plaatselijke situatie deze strook aan de bovenzijde van het hoekprofiel afsnijden dan wel bevestigen aan de opstand. 8.4 Kimfixatie met drukverdeelplaten en schroeven (zie fig. 8.4). Fig. 8.4 a een smalle AaboFlagon TPO randbaan, maximaal 500mm breed, goed in de kim aansluiten en circa 50mm opzetten tegen de opstand. b De randbaan in de kim mechanisch bevestigen met drukverdeelplaten en op de onderconstructie afgestemde bevestigingsmiddelen. c De AaboFlagon TPO randstrook gelast op de opgezette dakbaan en op de dakbaan in het vlak. Dakranddetails: Algemeen: Bij opstanden hoger dan 300mm een extra bevestiging toepassen Mechanisch bevestigd (afgedekt met stroken). Gelast op mechanisch bevestigde stroken AaboFlagon TPO. Gelast op mechanisch bevestigde metalen TPO gecacheerde strip. Middels contactlijm (volvlaks verlijmd) 8.5 Dakranddetail met TPO folietrim (zie figuur 8.5): Fig 8.5 11

a Een TPO folietrim aanbrengen op de dakrand. Zorgen voor een winddichte aansluiting, bijvoorbeeld met comprimeerbaar schuimband. Met schroeven of slagschroeven h.o.h. maximaal 250mm, de eerste steeds 50mm vanaf het eind van het profiel. In lengten van maximaal 3m1 met tussenruimten van 1mm/m1. Met koppelstukken, doorgaande hoekstukken en homogene stroken, breed 40mm.De trim moet een eventuele horizontale naad in de gevelaansluitng ten minste 5mm afdekken. De stuiknaad van de TPO folietrim afdichten met een gelast homogeen strookje AaboFlagon TPO dakbaan, breed 40mm vanaf de bovenzijde van het profiel tot aan het eind van het staartstuk. b c De AaboFlagon TPO dakbaan aanbrengen volgens een van de principedetails genoemd bij kimfixatie. Vanuit de TPO folietrim tot minimaal 50mm voorbij een eventuele mechanische bevestiging een randstrook aanbrengen. Op de trim en op de dakbaan de AaboFlagon TPO randstrook vastlassen. 8.6 Dakranddetail met TPO folietrim en gelijmde opstandstroken (zie fig. 8.6): Fig. 8.6 a Een TPO folietrim aanbrengen zoals beschreven onder punt 8.b.2. b De AaboFlagon TPO dakbaan 100cm. vanuit de kim volledig kleven op de ondergrond. 8.7 Dakranddetail met afdekkap (zie fig. 8.7): Fig. 8.7 a De AaboFlagon TPO dakbaan aanbrengen volgens een van de principedetails genoemd bij kimfixatie. 12

b c d Van voorkant dakrand tot circa 50mm voorbij een eventuele mechanische bevestiging een randstrook aanbrengen. De AaboFlagon TPO randstrook bevestigen met de TPO gecacheerde foliestaalplaat en zorgen voor een winddichte aansluiting. Op deze randstroken klembeugels uitlijnen (dik 2mm en circa 80mm breed) h.o.h. maximaal 750mm bevestigen. Op deze klembeugels een afdekkap aanbrengen met afdicht en uitzetvoorzieningen. De afdekkap moet een eventuele horizontale naad in de gevelaansluiting ten minste 15mm afdekken. 8.8 Opstanddetail onder voetlood 1 (zie fig. 8.8): Fig. 8.8 a De AaboFlagon TPO dakbaan aanbrengen volgens een van de principedetails genoemd bij kimfixatie. b Een AaboFlagon TPO randstrook aanbrengen zo hoog mogelijk opgezet tegen de opstand en circa 50mm voorbij de mechanische bevestiging. De strook vastlassen op de AaboFlagon TPO dakbaan. Indien nodig de randstrook aan de bovenzijde winddicht afsluiten. c Aan de bovenzijde de AaboFlagon TPO randstrook mechanisch bevestigen met behulp van een metalen strip. De randstrook circa 50mm terugslaan + schroeven en drukverdeelplaat. d Over deze randstrook het voetlood aankloppen. 8.9 Opstanddetail onder voetlood 2 (zie fig. 8.9): Fig. 8.9 a Juist onder het voetlood een strip aanbrengen van TPO foliestaalplaat (50mm breed) met voor de ondergrond bestemde bevestigers en met een onderlinge tussenruimte van 1mm per m1. b De AaboFlagon TPO dakbaan aanbrengen volgens een van de principedetails genoemd bij kimfixatie. 13

c d Vanaf de strip tot 50mm voorbij de mechanische bevestiging een randstrook aanbrengen. Deze randstrook lassen op de strip en op de AaboFlagon TPO dakbaan. Over deze randstrook het voetlood aankloppen. 8.10 Opstanddetail met TPO folieknelprofiel (zie fig. 8.10): LET OP: Uitsluitend geschikt voor een waterdicht gevel-oppervlak, zoals prefab beton dat bovendien vlak moet zijn afgewerkt. Fig. 8.10 c Een TPO folieknelprofiel aanbrengen. d Met op de onderconstructie afgestemde bevestigingsmaterialen h.o.h. maximaal 250mm, de eerste steeds 50mm vanaf het eind van het profiel. e In lengten van maximaal 2m met tussenruimten van 1mm per m1. f Ter plaatse van de stuiknaden strookjes homogene AaboFlagon TPO lassen. g De AaboFlagon TPO dakbaan aanbrengen volgens een van de principedetails genoemd bij kimfixatie. h Vanaf de strip tot 50mm voorbij een eventuele mechanische bevestiging een randstrook aanbrengen. Deze randstrook lassen op folieknelprofiel en op de AaboFlagon TPO dakbaan. i Het folieknelprofiel moet daarna worden afgekit op een rugvulling, bijvoorbeeld met een polyurethaankit. 8.11 Lichtkoepelopstandafwerking (zie fig. 8.11): Fig. 8.11 Verwerking a De AaboFlagon TPO dakbaan aanbrengen tot aan de dagzijde van de sparing. b De opstand plaatsen en mechanisch bevestigen in de onderconstructie h.o.h. 250mm. c Vanaf de bovenzijde opstand tot 50mm voorbij de flens van de lichtkoepel een randstrook volledig gekleefd of gelijmd aanbrengen op de opstand en lassen op de AaboFlagon TPO dakbaan. d Tussen AaboFlagon TPO dakbaan en opstandrand een dichtende polyurethaankit aanbrengen. e De lichtkoepel monteren. 14

8.12 Hemelwaterafvoeren, onderuitloop (zie fig. 8.12 ): Fig. 8.12 fig. 8.12 : a De AaboFlagon TPO dakbaan aanbrengen en ter plaatse van de afvoeropening een gat snijden ter grootte van de diameter van de uitloop. b In dit gat en op de TPO dakbaan een afvoer aanbrengen van TPO. Deze afvoer bevestigen in de onderconstructie en waterdicht aansluiten op de standleiding. c Eventueel op de plakplaat en de TPO dakbedekking een plakstuk 8.13 Hemelwaterafvoeren, stadsuitloop (zie fig. 8.13): Fig. 8.13 a. De AaboFlagon TPO dakbedekking aanbrengen en ter plaatse van de afvoeropening een gat snijden ter grootte van de diameter van de uitloop. b In dit gat en op de AaboFlagon TPO dakbaan een afvoer aanbrengen van TPO. Onder deze afvoer een bevestiger door de TPO dakbaan aanbrengen in de onderconstructie en indien mogelijk, uitwendig aansluiten op de buiten hemelwaterafvoer. c Eventueel op de plakplaat en de TPO dakbedekking een plakstuk vastlassen. Afmeting plakstuk diameter plakplaat + 150 mm. vastlassen. Afmeting plakstuk diameter plakplaat + 150 mm. 15

8.14 Noodoverloop (zie fig. 8.14): Fig. 8.14 (fig. 8.14) a Een TPO noodoverloop op de ontworpen hoogte winddicht bevestigen in de opstand. b De AaboFlagon TPO dakbaan aanbrengen volgens een van de principedetails genoemd bij kimfixatie. c De AaboFlagon TPO randstrook bevestigen en lassen op de TPO plakplaat en de noodoverloop. 8.15 Ontluchtingen en doorvoeren van metaal of TPO (zie fig. 8.15): Fig. 8.15 ; a De AaboFlagon TPO dakbaan aanbrengen en ter plaatse van de doorvoeropening een gat snijden ter grootte van de diameter van de doorvoer of ontluchting. b De ontluchtingspijp met plakplaat door de AaboFlagon TPO dakbaan in de onderconstructie bevestigen. c Een manchet van homogene AaboFlagon TPO aanbrengen tot in de kim eventueel gelijmd tegen de pijp of doorvoer. d Een prefab AaboFlagon TPO manchet of plakstuk van homogene AaboFlagon TPO op de dakbaan lassen op het manchet en deaaboflagon TPO dakbedekking. e Het AaboFlagon TPO manchet aan de bovenzijde afdichten met een RVS klemband en afkitten met polyurethaankit. 16

8.16 Compartimentering van een warm dakconstructie (zie fig. 8.16): Fig. 8.16 a Dampremmende laag b Op de door de ontwerper te bepalen plaats de thermische isolatie afsluiten met de AaboFlagon TPO dakbaan. Deze baan volledig kleven middels TPO contactlijm en afdichtingskit op de dampremmende laag of bestaande dakbedekking. Bij de dakranden en onderbrekingen deze strook waterdicht afsluiten. c De thermische isolatie stuiken tegen de randstrook. d De AaboFlagon TPO dakbaan aansluiten op de reeds gelegde dakbanen. Inwerken van een hoek: Bij alle inwendige hoeken in het dakoppervlak dient extra aandacht besteed te worden aan de waterdichtheid. Het is altijd noodzakelijk om een extra afdichting aan te brengen ter plaatse van het uiterste hoekje. Dit kan geschieden middels een homogeen deel AaboFlagon TPO te vormen tot een hoekstuk of door gebruik te maken van de AaboFlagon TPO prefab binnenhoekstuk. 17

9. Aanvullende eisen 15 jarige volledig verzekerde garantie: Ten behoeve van de 15 jarige verzekerde garantie gelden de navolgende aanvullende fixatiemaatregelen. 9.1 Bevestigers De bevestigers die gebruikt worden voor een dakconstructie waarvoor een 15 jaar Volledig Verzekerde Dakgarantie dient worden afgesloten moeten voldoen aan onderstaande eisen: - Euro-Dekfast Dakschroef EDS-S 15 cycli Kesternichtest voor staaldaken tot 0,88 mm. dik. - Euro-Dekfast drukverdeelplaat ø 50mm, ø 60mm of 40x80mm. - Iso-Tak kunststof drukverdeelplaat van polyamide ø 45 mm. Het aantal bevestigers om weerstand te bieden tegen de windbelasting moet berekend en aangetoond worden, dit kan bepaald worden middels een computerberekening. De volgende computerprogramma s voldoen aan de eisen en bepalingsmethoden zoals vermeld in de NPR 6708: Gilde Software, Vebidak en BDA Dakoffice. Factoren die een rol spelen t.o.v. de windweerstand zijn o.a. lengte, breedte en hoogte van het gebouw, of de onderconstructie windopen of dicht is, bebouw of onbebouwd en de ligging (windgebied I, II of III). 9.2 Kimfixatie De kimfixatie die gebruikt moet worden voor een 15 jaar Volledig Verzekerde Dakgarantie is de methode zoals omschreven op blz. 10 detail 8.1. 18

10. Instellen föhnlasautomaat: Maak aan het begin van iedere werkdag en telkens nadat de stroomtoevoer uitgeschakeld is geweest een proeflas. Hiermee kan de juiste lastemperatuur en lassnelheid (3-4 m. per min.) worden bepaald. De basistemperatuur zal ca. 400-450 C bedragen, afhankelijk van alle invloeden van buitenaf. Dit geldt zowel voor lassen met een handföhn als met een automaat. Als de TPO gaat glimmen en verandert in was, staat het lastoestel te warm. Föhnmond 2mm boven de folie, dit voorkomt beschadiging van de onderliggende folie. Afstand föhnmond totmidden aandrukrol 40mm. Dit komt overeen met de breedte van het föhnbekje van de handföhn. Föhnmond ca. 2 mm buiten de lasnaad, zodat de zijkant van de folie wordt verwarmd. Verklaring begaanbaarheidsklasse: Klasse R1: daken, anders dan met speciale middelen, niet begaanbaar (deze categorie wordt verder buiten beschouwing gelaten, aangezien deze niet voldoet aan de bepalingen van het Bouwbesluit). Klasse R2: daken, of gedeelten van daken, beperkt begaanbaar voor voetgangers, uitsluitend voor onderhoudswerkzaamheden; geen installaties op het dak, die frequent onderhoudsverkeer vergen. Het eventueel toe te passen isolatiemateriaal moet voldoen aan begaanbaarheidsklasse B, C of D (BRL 1309). Klasse R3: daken, of gedeelten van daken, waarvan het dakbedekkingssysteem beschermd wordt, bijvoorbeeld door tegels, begaanbaar voor voetgangers en geschikt voor frequent onderhoud aan het dak en aan de installaties op het dak (tot hellingshoeken van 5%). Het eventueel toe te passen isolatiemateriaal moet voldoen aan begaanbaarheidsklassen C of D (BRL1309). Klasse R4: daken, of gedeelten van daken, waarvan het dakbedekkingssysteem beschermd wordt, bijvoorbeeld door tegels, begaanbaar voor voertuigen (tot hellingshoeken van 5%). Het eventueel toe te passen isolatiemateriaal moet voldoen aan begaanbaarheidsklasse D (BRL 1309). 19