Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV PROVIRON INDUSTRIES MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2620 HEMIKSEM, G. GILLIOTSTRAAT 60. De deputatie van de provincie Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid artikel 8; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets; Gelet op de mededeling ingediend op 23 maart 2009 door de, gevestigd Georges Gilliotstraat 60 te 2620 Hemiksem, met betrekking tot een inrichting gelegen G. Gilliotstraat 60 te 2620 Hemiksem, tot het bekomen van een akteneming inzake de verandering op de kadastrale percelen 1-B-152a3, 1-B-152d3, 1-B-152e3, door het: De verandering van een chemisch bedrijf door: vermindering van het lozingsdebiet van het potentieel verontreinigd hemelwater tot 45 m 3 /uur, resp. 1.000 m 3 /dag en 50.000 m 3 /jaar (3.4.2); uitbreiding: van de opslag gevaarlijke stoffen in bigbags en zakken met 52 ton boorzuur in de hal C tot een totale opslag van 177,14 ton giftige niet-seveso-stoffen (17.3.2.3); met de opslag van 285 ton KOH50% (corrosief) in de houder R426, met behoud van de reeds vergunde opslaghoeveelheid aan oxiderende, schadelijke, corrosief en irriterend product van 2.378.071 kg (17.3.3.3); van de opslag van corrosief product in verplaatsbare recipiënten met 100 ton in bedrijfsruimten AA, AB, AC, BA en BB tot 500 ton (17.3.3.3), waarbij de totale opslag in deze bedrijfsruimten beperkt blijft tot 1.500 ton (17.3.2.3 17.3.5.3 17.3.6.3 17.3.7.2 en 17.3.8.3), bestaande uit max.: - 80 ton giftige producten (17.3.2.3); - 445 ton schadelijke, 500 ton corrosieve en 500 ton irriterende producten (17.3.3.3); - 220 ton (150.000 liter) P2-producten (17.3.5.3); - 650 ton (650.000 liter) P3-producten (17.3.6.3); - 1.500 ton (1.500.000 liter) P4-producten (17.3.7.2); - 133,86 ton milieugevaarlijke producten (17.3.8.3); - in bedrijfsruimte BB 5 IBC s van elk 1.000 l 1 IBC van 1.000 l (1.000 kg) met condensaatwater van de persluchtcompressor; Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen 1 T 03 240 50 11 F 03 240 57 79
2/6 1 IBC van 1.000 l (900 kg) met afgewerkte motor- en smeerolie (17.3.3.3 17.3.7.2); 1 IBC van 1.000 l (1.050 kg) met diverse chemische producten (17.3.3.3 17.3.6.3 17.3.7.2); 1 IBC van 1.000 l (1.050 kg) met diverse chemische producten (17.3.3.3 17.3.5.3 17.3.6.3 17.3.7.2); 1 IBC van 1.000 l (1.000 kg) met spoelwater van staalflessen; Vlarem-rubricering: 3.4.2 17.3.2.3 17.3.3.3 17.3.5.3 17.3.6.3 17.3.7.2 17.3.8.3. Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde mededeling: Besluit nr. MLAV1/05-171 dd. 08.12.2005 van de deputatie houdende vergunning voor het verder exploiteren van een chemisch bedrijf voor een termijn verstrijkend op 07.05.2026; Besluit nr. MLAV1/07-462 dd. 13.03.2008 van de deputatie houdende vergunning voor het veranderen van een chemisch bedrijf voor een termijn verstrijkend op 07.05.2026; Gelet op het feit dat deze mededeling voor de eerste maal werd ingediend op 23 maart 2009; op het feit dat op datum van 6 april 2009 de mededeling ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; Gelet op het gunstig advies dd. 16 april 2009 van de afdeling Milieuvergunningen (AMV) van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) (kenmerk AMV/A/09/5020); op volgende elementen uit dit advies : 1. Het voorwerp van onderhavige aanvraag betreft in hoofdzaak de verandering van een chemisch bedrijf. 2. De exploitant was vergund voor de lozing van 100 m 3 /uur, resp. 2.400 m 3 /dag potentieel verontreinigd hemelwater en dit in rubriek 3.1.2. Deze rubriek is nu opgeheven. De exploitant vraagt nu een vermindering van het lozingsdebiet van het potentieel verontreinigd hemelwater tot 45 m 3 /uur, resp. 1.000 m 3 /dag en 50.000 m 3 /jaar in de nieuwe rubriek 3.4.2. Uit de metingen en maandelijkse rapportages aan VMM blijkt dat het geloosde debiet ruim lager ligt dan het vergunde en de exploitant meldt nu de vermindering van dit debiet. 3. De exploitant is vergund voor de fysisch-chemische behandeling van 5.400 ton/jaar afvalremvloeistof en voor de productie van 8.000 ton remvloeistoffen in respectievelijk de remvloeistofrecyclage en remvloeistofproductie. Voor deze producties wordt boorzuur gebruikt (vaste stof, in bigbags en zakken). Tot op heden is boorzuur niet geclassificeerd. Boorzuur is toegevoegd aan de 30 ATP (30 ste aanpassing van 67/548 EEG) en krijgt vanaf 01 juni 2009 volgende classering: Repr.cat 2; R60-61: Labelling T. De exploitant vraagt nu de uitbreiding van de opslag van gevaarlijke stoffen in bigbags en zakken met 52 ton boorzuur in de hal C in rubriek 17.3.2.3. De exploitant is reeds vergund voor de opslag van 125,14 ton in rubriek 17.3.2.3. Het betreft een uitbreiding met minder dan 50%. Vermits boorzuur enkel de risicozinnen R60-61 krijgt, verandert er dus niets aan de vergunde hoeveelheden die vallen onder de Seveso II-richtlijn. 4. Het product wordt gestapeld in een rek. Om de contaminatie door stof van boorzuur te beperken is een filterinstallatie geplaatst op de kapbakken van de mengtanks. Beschermingsmiddelen worden voorzien voor de werknemers. Noodprocedures zijn opgesteld om de gevolgen van een spill te beperken. 5. Bij de hervergunningsaanvraag van 04.05.2005 en de daarop toegekende hervergunning MLAV1/05-171 van 8 december 2005 werden de reactietanks R426 en R427 niet meer aangevraagd voor de opslag van basen. Gelet het wereldwijd tekort aan o.a. KOH50%, wenst de exploitant houder R426 terug in gebruik te nemen voor de opslag van KOH50% (bijtend) met behoud van de reeds vergunde maximale opslaghoeveelheid (2.378.071 kg 17.3.3.3) in de inrichting.
3/6 Het is een enkelwandige, ingekuipte houder, voorzien van overvulbeveiliging. Voor het lossen van basen in deze tank wordt gebruik gemaakt van gedecideerde flexibels. Een vloeistofdichte tankvloer is aanwezig. De houder heeft een indienststellingskeuring ondergaan op 27.10.2008, waaruit blijkt dat de houder conform Vlarem II is uitgerust. 6. De exploitant was in bedrijfsruimten AA, AB, AC, BA en BB vergund voor de opslag van 400 ton corrosieve producten in verplaatsbare recipiënten en vraagt nu een uitbreiding met 100 ton tot 500 ton (17.3.3.3). De totale opslag in deze bedrijfsruimten blijft beperkt tot 1.500 ton (17.3.2.3 17.3.5.3 17.3.6.3 17.3.7.2 17.3.8.3), bestaande uit: a) 80 ton giftige producten (17.3.2.3); b) 445 ton schadelijke, 500 ton corrosieve en 500 ton irriterende producten (17.3.3.3); c) 220 ton (150.000 liter) P2-producten (17.3.5.3); d) 650 ton (650.000 liter) P3-producten (17.3.6.3); e) 1.500 ton (1.500.000 liter) P4-producten (17.3.7.2); f) 133,86 ton milieugevaarlijke producten (17.3.8.3); g) in bedrijfsruimte BB 5 IBC s van elk 1.000 l - 1 IBC van 1.000 l (1.000 kg) met condensaatwater van de persluchtcompressor; - 1 IBC van 1.000 l (900 kg) met afgewerkte motor- en smeerolie (17.3.3.3 17.3.7.2); - 1 IBC van 1.000 l (1.050 kg) met diverse chemische producten (17.3.3.3 17.3.6.3 17.3.7.2); - 1 IBC van 1.000 l (1.050 kg) met diverse chemische producten (17.3.3.3 17.3.5.3 17.3.6.3 17.3.7.2); - 1 IBC van 1.000 l (1.000 kg) met spoelwater van staalflessen; De extra opslag zal plaatsvinden in de bedrijfsruimte BA. Deze ruimte is voorzien van een vloeistofdichte inkuiping. De opslag vindt plaats in zakken gestapeld op pallet en omwikkeld met krimpfolie of in bigbags. De afstandsregels van Vlarem zullen gerespecteerd worden. Dit is een uitbreiding met minder dan 50%. 7. De exploitant meldt eveneens dat de volgende niet-ingedeelde activiteit zal plaatsvinden, namelijk de oplossing van het vast KOH in demiwater tot de gewenste oplossing nl. 50% KOH. 8. De gemelde verandering is niet van die aard dat ze een bijkomend risico voor de mens of een aantasting van het leefmilieu inhoudt of de bestaande hinder vergroot; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van het Agentschap RO-Vlaanderen (ARO); stilzwijgend gunstig is; Overwegende dat uit de toepassing van de in artikel 3 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 vermelde beoordelingsschema s blijkt dat de gevraagde activiteiten van die aard zijn dat ze niet relevant zijn voor wat betreft invloed op het watersysteem; dat derhalve de aanvraag voldoet aan de in artikel 5 opgesomde doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003; Overwegende dat de meegedeelde verandering geen toevoeging van kadastrale percelen betreft; Overwegende dat de inrichting overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem in dezelfde klasse blijft ingedeeld; dat de verandering derhalve geen indeling van de inrichting in een hogere klasse tot gevolg heeft; Overwegende dat de meegedeelde verandering onder de toepassing valt van de bepalingen van artikel 6 bis 3 van het Vlarem;
4/6 Overwegende dat de gunstige adviezen in aanmerking worden genomen; Overwegende dat de meegedeelde verandering niet van die aard is dat ze een bijkomend risico voor de mens of een aantasting van het leefmilieu inhoudt en dat de bestaande hinder niet vergroot; dat de meegedeelde verandering bijgevolg overeenkomstig artikel 6 quater, 4 van het Vlarem in aanmerking komt voor aktename geldend als vergunning; B E S L U I T : ARTIKEL 1 - Voorwerp van de akte 1. Akte wordt genomen van de mededeling van de, ingediend d.d. 23 maart 2009, met betrekking tot het vergunde chemisch bedrijf te 2620 Hemiksem, G. Gilliotstraat 60, inzake de verandering op de kadastrale percelen 1-B-152a3, 1-B-152d3, 1-B-152e3, door het veranderen als volgt: vermindering van het lozingsdebiet van het potentieel verontreinigd hemelwater tot 45 m 3 /uur, resp. 1.000 m 3 /dag en 50.000 m 3 /jaar (3.4.2); uitbreiding: van de opslag gevaarlijke stoffen in bigbags en zakken met 52 ton boorzuur in de hal C tot een totale opslag van 177,14 ton giftige niet-seveso-stoffen (17.3.2.3); met de opslag van 285 ton KOH50% (corrosief) in de houder R426, met behoud van de reeds vergunde opslaghoeveelheid aan oxiderende, schadelijke, corrosief en irriterend product van 2.378.071 kg (17.3.3.3); van de opslag van corrosief product in verplaatsbare recipiënten met 100 ton in bedrijfsruimten AA, AB, AC, BA en BB tot 500 ton (17.3.3.3), waarbij de totale opslag in deze bedrijfsruimten beperkt blijft tot 1.500 ton (17.3.2.3 17.3.5.3 17.3.6.3 17.3.7.2 en 17.3.8.3), bestaande uit max.: - 80 ton giftige producten (17.3.2.3); - 445 ton schadelijke, 500 ton corrosieve en 500 ton irriterende producten (17.3.3.3); - 220 ton (150.000 liter) P2-producten (17.3.5.3); - 650 ton (650.000 liter) P3-producten (17.3.6.3); - 1.500 ton (1.500.000 liter) P4-producten (17.3.7.2); - 133,86 ton milieugevaarlijke producten (17.3.8.3); - in bedrijfsruimte BB 5 IBC s van elk 1.000 l 1 IBC van 1.000 l (1.000 kg) met condensaatwater van de persluchtcompressor; 1 IBC van 1.000 l (900 kg) met afgewerkte motor- en smeerolie (17.3.3.3 17.3.7.2); 1 IBC van 1.000 l (1.050 kg) met diverse chemische producten (17.3.3.3 17.3.6.3 17.3.7.2); 1 IBC van 1.000 l (1.050 kg) met diverse chemische producten (17.3.3.3 17.3.5.3 17.3.6.3 17.3.7.2); 1 IBC van 1.000 l (1.000 kg) met spoelwater van staalflessen; Vlarem-rubricering: 3.4.2 17.3.2.3 17.3.3.3 17.3.5.3 17.3.6.3 17.3.7.2 17.3.8.3. Vlarem-rubricering: 3.4.2-17.3.2.3-17.3.3.3
5/6 ARTIKEL 2 De meegedeelde verandering waarvan akte wordt genomen mag niet langer geëxploiteerd worden dan de vergunningstermijn van de lopende vergunning, zijnde 7 mei 2026. ARTIKEL 3 De volgende voorwaarden worden opgelegd en dienen strikt nageleefd te worden bij de exploitatie van de verandering die het voorwerp is van de akteneming : 1. Algemene : Algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften), 4.6 (licht), 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning) Oppervlaktewater: hoofdstuk 4.2 (beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging) 2. Sectorale : Bedrijfsafvalwaters: afdeling 5.3.2 Opslag van gevaarlijke producten algemene bepalingen: afdeling 5.17.1 Opslag van gevaarlijke vloeistoffen in bovengrondse houders: afdeling 5.17.3 3. Bijzondere : / De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen teruggevonden worden in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de website van de provincie Antwerpen, via onderstaande link : http://www.provant.be/leefomgeving/milieu/milieuvergunningen/reglementering/milieuvergunninge nde/recente_wijzigingen ARTIKEL 4 - Onderhavige akteneming doet geen afbreuk aan de rechten van derden. ARTIKEL 5 - Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III-bis van titel I van het Vlarem. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient vóór de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlarem. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem uiterlijk tussen de 18 de en de 12 de maand vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. ARTIKEL 6 - Tegen onderhavige akte, bedoeld onder artikel 1, kan bij aangetekend schrijven binnen 30 dagen na de bekendmaking ervan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel.
6/6 Antwerpen, in zitting van 18 juni 2009. Aanwezig: mevrouw Cathy Berx, Gouverneur-Voorzitter, de heren L. Helsen, J. Geuens, K. Helsen, M. Wellens, mevrouw I. Verhaert, de heer B. De Nijn, leden en de heer D. Toelen, Provinciegriffier. Verslaggever: Jos Geuens In opdracht: De Provinciegriffier, De Voorzitter, Danny Toelen Cathy Berx