ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK WATERLOSEWEG 3A TE BEESEL GEMEENTE BEESEL



Vergelijkbare documenten
Heesch - Beellandstraat

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK BUSSEREINDSEWEG 36 TE BEESEL GEMEENTE BEESEL

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

4 Archeologisch onderzoek

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK BUSSEREINDSEWEG 10 TE BEESEL GEMEENTE BEESEL

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Archeologische Quickscan. Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk)

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat (QSnr ) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MULLIGENWEG 7-9 TE OLDEBROEK - LOO GEMEENTE OLDEBROEK

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK CRAMA-HUSKEN-DE VRANK TE HEERLEN GEMEENTE HEERLEN

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

MEMO. Projectgegevens

Archeologische Quickscan

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MACKAYWEG 4 TE TIENRAY GEMEENTE MEERLO-WANSSUM

Archeologische Quickscan

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK CALLENBACHSTRAAT 11 TE NIJKERK GEMEENTE NIJKERK

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad

Archeologische MonumentenZorg

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK TRADE PORT OOST, OKSEL A67 EN A73 TE VENLO GEMEENTE VENLO

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen Gemeente Venlo. KSP Archeologie

KERAMIEKSTRAAT TE STEYL

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BURGEMEESTER VAN SUCHTELENSTRAAT 26 TE BEUNINGEN GEMEENTE BEUNINGEN

Bureau voor Archeologie. Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK JACHTLAAN 50 TE HANK GEMEENTE WERKENDAM

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK KLASSENWEG (ONG.) TE SEVENUM GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /02

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Bureauonderzoek plangebied IJssalon Venezia op de Heuvel te Oss

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KELMONDERSTRAAT 64 TE BEEK GEMEENTE BEEK

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK KRUKSEBAAN TE GROESBEEK GEMEENTE GROESBEEK

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

Advies Archeologische Monumentenzorg 2010-nr. 92

BODEMINTACTHEIDSONDERZOEK ZWARTE PLAKWEG TE AMERICA GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK GERARDUS MAJELLASTRAAT 2 TE DONGEN GEMEENTE DONGEN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK DE CLINCKHOEFF TE IJSSELSTEIN GEMEENTE IJSSELSTEIN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HEINSEWEG TE SITTARD GEMEENTE SITTARD-GELEEN

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KARREVELD 10 TE HEIBLOEM GEMEENTE LEUDAL

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK PRINSENLAAN 80 TE GROENEKAN GEMEENTE DE BILT

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BROEKSTRAAT 2A TE HEUSDEN GEMEENTE ASTEN

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

Archeologisch bureauonderzoek De Kikkerpit te Domburg, gemeente Veere

Inleiding. Vigerend beleid en bevoegd gezag. Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn. Utrecht, 25 november 2012

Quickscan Archeologie Bedrijventerrein Zwanegat te Zevenbergen

Tzummarum, Buorren Gem. Franekeradeel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /10

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BURGEMEESTER SLANGHENSTRAAT (ONG.) TE HOENSBROEK GEMEENTE HEERLEN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LOOSTERWEG ZUID 15 TE LISSE GEMEENTE LISSE

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK PASTOOR DE KATERSTRAAT NAAST NR. 21 TE BAARLE-NASSAU GEMEENTE BAARLE-NASSAU

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LIESSENTSTRAAT TE UDEN GEMEENTE UDEN. Zaaknummer:

Quickscan Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg (gem. Peel en Maas) Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas

Kamerstraat te Hechtel (gem. Hechtel- Eksel) Programma van Maatregelen

BUREAUONDERZOEK NAAR DE ARCHEOLOGISCHE WAARDE VAN HET PLANGEBIED ELSHOF TE KLEINE SLUIS GEMEENTE ANNA PAULOWNA

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK LEERDAMSEWEG 39 TE ASPEREN GEMEENTE LINGEWAAL

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK EMMAUSPLEIN TE ST. WILLEBRORD GEMEENTE RUCPHEN

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

Averboodse Baan (N165), Laakdal

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK KRUISWEG 39 TE BLEISWIJK GEMEENTE LANSINGERLAND

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MIDDELAARSEWEG (ONG.) TE HOEVELAKEN GEMEENTE NIJKERK

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LEUNSEWEG 16-16A TE VENRAY GEMEENTE VENRAY

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

Bijlage 7: Archeologisch onderzoek

Transcriptie:

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK WATERLOSEWEG 3A TE BEESEL GEMEENTE BEESEL

Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Waterloseweg 3a te Beesel in de gemeente Beesel Opdrachtgever BRO Industriestraat 94 5931 PK Tegelen Project BEE.BRO.ARC Rapportnummer 14112143 Status Versienummer conceptrapportage C1 Datum 26 maart 2015 Vestiging Auteur Swalmen Drs. A.H. Schutte Paraaf Autorisatie Drs. M. Stiekema (Senior Prospector) Paraaf Econsultancy bv, Swalmen Foto s en tekeningen: Econsultancy bv, tenzij anders vermeld Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Econsultancy aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. ISSN: 2210-8777 (Analoog rapport) ISSN: 2210-8785 (Digitaal rapport E-depot) Econsultancy Archeologisch Rapport

Administratieve gegevens plangebied Projectcode en nummer Toponiem Opdrachtgever Gemeente Plaats Provincie Waterloseweg 3a BRO Beesel Beesel Limburg Kadastrale gegevens Gemeente Beesel, sectie O, nummer 148. Omvang plangebied circa 5.965 m 2 Kaartblad 58E (1:25.000) Coördinaten centrum plangebied X: 201.550 / Y: 363.700 Bevoegde overheid Gemeente Beesel Raadhuisplein 1 5953AL Reuver Tel.: 077-4749292 Email: info@beesel.nl Website: www.beesel.nl Contactpersoon : dhr. F. Tegels ARCHIS2 Onderzoeksmeldingsnummer (OM-nr.) Vondstmeldingsnummer Onderzoeksnummer Bureauonderzoek 65188 n.v.t. Booronderzoek 65189 n.v.t. Archeoregio NOaA Limburgs zandgebied Beheer en plaats documentatie Uitvoerder Econsultancy, Swalmen/Provinciaal Archeologisch Depot Limburg Econsultancy, drs. A.H. Schutte Kwaliteitszorg Econsultancy beschikt over een eigen opgravingsvergunning, afgegeven door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). De opgravingsvergunning geeft opdrachtgevers de zekerheid dat het uitvoerend bureau werkt conform de eisen die de RCE stelt op het gebied van competenties en integriteit van medewerkers en het toepassen van vigerende normen en onderzoeksprotocollen. Verder is Econsultancy lid van de Nederlandse Vereniging van Archeologische Opgravingsbedrijven (NVAO). De leden van de NVAO bieden kwalitatief hoogstaand archeologisch onderzoek. Het lidmaatschap is een waarborg voor kwaliteit en betrouwbaarheid. Tevens is Econsultancy aangesloten bij de Vereniging van Ondernemers in Archeologie (VOiA). De VOiA behartigt de belangen van meer dan 100 bedrijven in alle takken van de archeologie. Betrouwbaarheid Dit onderzoek is op zorgvuldige wijze uitgevoerd, conform de toepasselijke en van kracht zijnde regelgeving. Een booronderzoek wordt in het algemeen uitgevoerd door het steekproefsgewijs onderzoeken van de bodem, waardoor het, op basis van de resultaten van een booronderzoek, onmogelijk is garanties af te geven ten aanzien van de aan- of afwezigheid van archeologische waarden. In dit kader dient ook opgemerkt te worden dat geraadpleegde bronnen niet altijd zonder fouten en volledig zijn. Daar Econsultancy voor het verkrijgen van historische informatie afhankelijk is van deze bronnen, kan Econsultancy niet instaan voor de juistheid en volledigheid van deze informatie. Econsultancy Archeologisch Rapport

SAMENVATTING Econsultancy heeft in opdracht van BRO op 12 en 24 februari 2015 een archeologisch bureauonderzoek en op 17 maart 2015 een inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase) door middel van boringen uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd in verband met een bestemmingsplanwijziging. Het plangebied is gelegen aan de Waterloseweg 3a te Beesel in de gemeente Beesel. Volgens de archeologische beleidskaart van de gemeente Beesel ligt het plangebied binnen een gebied met een hoge archeologische verwachting. Binnen deze gebieden dient, bij planvorming en voorafgaand aan vergunningverlening bij bodemingrepen dieper dan 40 cm -mv en een onderzoekslocatie groter dan 500 m², vroegtijdig een inventariserend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk om te bepalen wat de verwachtingswaarde is voor de aanwezigheid van archeologische waarden binnen het plangebied en of deze door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast. Daarom is het binnen het kader van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg uit 2007 (WAMZ), voortvloeiend uit het Verdrag van Malta uit 1992, verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren (zie bijlage 5).Doel van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, over bekende en verwachte archeologische waarden, om daarmee een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied op te stellen. Het inventariserend veldonderzoek (IVO-overig, verkennende fase) heeft tot doel de in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting aan te vullen en te toetsen, en is erop gericht om inzicht te krijgen in de geologische en bodemkundige opbouw binnen het plangebied. Tevens is het bedoeld om kansrijke zones te selecteren voor vervolgonderzoek en kansarme zones ervan uit te sluiten. Ook wordt gelet op het voorkomen van (diepe) verstoringen van het bodemprofiel. Indien de ondergrond tot grote diepte verstoord is, zullen eventueel aanwezige archeologische resten mogelijk verdwenen zijn. Met de resultaten van het archeologisch onderzoek kan worden vastgesteld of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of vervolgonderzoek en/of planaanpassing noodzakelijk is. Gespecificeerde archeologische verwachting Uit de landschappelijke ligging op een terras van de Maas omringd door een aantal geulen blijkt dat het plangebied vanaf het Paleolithicum gunstig is geweest voor jagers-verzamelaars en vanaf het Neolithicum voor landbouwers. Uit de archeologische gegevens die verzameld zijn uit het onderzoeksgebied blijkt dat er in de omgeving van het plangebied grote aantallen sporen van menselijke activiteit zijn waar genomen vanaf het Paleolithicum tot en met de Nieuwe tijd, met een nadruk op de Steentijd. Resultaten inventariserend veldonderzoek Uit de resultaten van het inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase) blijkt dat twee boringen een intacte bodemopbouw vertonen. Onder de bouwvoor zit een B-horizont van matig grof zwak siltig zand met daaronder een C-horizont van zwak lemig zand. Bij boring 1, die iets dieper doorgezet, zit onder het leempakket matig fijn, zwak siltig zand. De resterende boringen hadden onder de bouwvoor een gevlekte laag. Voor de rest komen de verstoorde boringen grotendeels overeen met boringen 1 en 5.

Conclusie De aangetroffen bodemopbouw is voor een groot deel van het plangebied verstoord van 60 tot 90 centimeter onder maaiveld. Slechts in de noordwest- en zuidoosthoek van het plangebied zijn intacte bodems aangetroffen. Daar waar het bodemprofiel is verstoord, binnen het plangebied, kan worden geconcludeerd dat archeologische waarden niet meer in situ worden verwacht. De feitelijke nieuwbouw gaat plaats vinden ter hoogte van boring 2 en 3, daar waar de bodem verstoord is. Selectieadvies Binnen het centrale deel van het plangebied (ter hoogte van boringen 2-4 en 6), waar het bodemprofiel is verstoord en waar dus geen archeologische waarden worden verwacht, wordt geadviseerd geen vervolgonderzoek te laten uitvoeren. Voor het deel van het plangebied waar nog archeologische waarden worden verwacht, adviseert Econsultancy een dubbelbestemming archeologie waarbij de mogelijke archeologische waarden in situ worden bewaard. Hiertoe dienen beschermende regels in het bestemmingsplan te worden opgenomen. Bovenstaand betreft een selectieadvies van Econsultancy. Dit dient ter goedkeuring voorgelegd te worden aan het bevoegd gezag, in deze de gemeente Beesel. Deze beoordeelt de conceptrapportage en het selectieadvies, waarna een selectiebesluit wordt genomen. Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethode. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het vrij gegeven deel van het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Econsultancy wil de opdrachtgever er daarom ook op wijzen dat, mochten tijdens de geplande werkzaamheden daar toch archeologische waarden worden aangetroffen, er conform artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988 een meldingsplicht geldt bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Infodesk email: info@cultureelerfgoed.nl of tel: 033-4217456), de gemeente Beesel of de Provincie Limburg.

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 1 2 DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN... 1 3 BUREAUONDERZOEK... 2 3.1 Methoden... 2 3.2 Afbakening van het plangebied... 3 3.3 Huidige situatie... 3 3.4 Toekomstige situatie... 3 3.5 Beschrijving van het historische gebruik... 4 3.6 Aardwetenschappelijke gegevens... 5 3.7 Archeologische waarden... 7 3.8 Aanvullende informatie... 15 3.9 Korte bewoningsgeschiedenis van de gemeente Beesel... 15 3.10 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel... 18 4 INVENTARISEREND VELDONDERZOEK... 19 4.1 Methoden... 19 4.2 Resultaten... 20 4.3 Beantwoording onderzoeksvragen veldonderzoek... 20 5 CONCLUSIE EN SELECTIEADVIES... 21 5.1 Conclusie... 21 5.2 Selectieadvies... 21

LIJST VAN TABELLEN Tabel I. Tabel II. Tabel III. Tabel IV. Tabel V. Tabel VI. Tabel VII. Geraadpleegd historisch kaartmateriaal Aardwetenschappelijke gegevens plangebied Grondwatertrappenindeling Overzicht AMK-terreinen Overzicht onderzoeksmeldingen Overzicht ARCHIS-waarnemingen Gespecificeerde archeologische verwachting LIJST VAN AFBEELDINGEN Figuur 1. Figuur 2. Figuur 3. Figuur 4. Figuur 5. Figuur 6. Figuur 7. Figuur 8. Figuur 9. Figuur 10. Situering van het plangebied binnen Nederland Detailkaart van het plangebied Luchtfoto van het plangebied Situering van het plangebied binnen de historische kaarten Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart Situering van het plangebied binnen het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Situering van het plangebied binnen de Bodemkaart Archeologische Gegevenskaart van het onderzoeksgebied Situering van het plangebied binnen de archeologische beleidskaart Boorpuntenkaart BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Literatuur Bronnen Overzicht geologische en archeologische tijdvakken Bewoningsgeschiedenis van Nederland AMZ-cyclus Boorprofielen

1 INLEIDING Econsultancy heeft in opdracht van BRO een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het plangebied gelegen aan de Waterloseweg 3a te Beesel in de gemeente Beesel (zie figuur 1 en figuur 2). In het plangebied zal een deel van de oude bebouwing worden gesloopt waarna een loods/hal ten behoeve van de te vestigen bedrijfsmatige ponyhouderij worden gerealiseerd. Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk om te bepalen wat de verwachtingswaarde is voor de aanwezigheid van archeologische waarden binnen het plangebied en of deze door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast. Daarom is het binnen het kader van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg uit 2007 (WAMZ), voortvloeiend uit het Verdrag van Malta uit 1992, verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren (zie bijlage 5).Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de Bouwverordening, alsmede een bestemmingsplanwijziging. Het archeologisch onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek (hoofdstuk 3) en een inventariserend veldonderzoek (IVO-overig, verkennende fase) door middel van boringen (hoofdstuk 4). Op basis van de resultaten van het onderzoek wordt een advies gegeven of vervolgstappen nodig zijn en zo ja, in welke vorm (hoofdstuk 5). Dit advies dient te worden getoetst door het bevoegd gezag, de gemeente Beesel, waarna een besluit zal worden genomen of het plangebied kan worden vrijgegeven of dat vervolgstappen nodig zijn. 2 DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN Het onderzoek heeft tot doel inzicht te krijgen in de archeologische waarden van het plangebied. Het bureauonderzoek heeft tot doel om een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel van het plangebied op te stellen. Het verwachtingsmodel is gebaseerd op bronnen over bekende of verwachte archeologische waarden in en om het plangebied. Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden? Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisaties, diepploegen of landinrichting? Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, die vanuit archeologisch oogpunt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of -rug, nabij een veengebied, een beekdal)? Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied? Het inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek heeft tot doel de in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting aan te vullen en te toetsen, en is er op gericht om inzicht te krijgen in de geologische en bodemkundige opbouw binnen het plangebied. Tevens is het bedoeld om kansrijke zones te selecteren voor vervolgonderzoek en kansarme zones ervan uit te sluiten. Ook wordt gelet op het voorkomen van (diepe) verstoringen van het bodemprofiel. Indien de ondergrond tot grote diepte verstoord is, zullen eventueel aanwezige archeologische resten mogelijk verdwenen zijn. Het veldonderzoek dient antwoord te geven op de volgende vragen: Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied? Is het bodemprofiel binnen het plangebied intact of (geheel of gedeeltelijk) verstoord en indien verstoord, tot welke diepte gaat deze verstoring? Pagina 1 van 21

Wat zijn de gevolgen van het in het plangebied aangetroffen bodemprofiel voor de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied. Het bureauonderzoek is uitgevoerd op 12 en 24 februari 2015 door drs. A.H. Schutte (senior KNAarcheoloog. Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd op 17 maart 2015. Meegewerkt hebben: drs. A.H. Schutte (senior KNA-archeoloog) (senior prospector). Het rapport is gecontroleerd door drs. A.H. Schutte (senior KNA-archeoloog/kwaliteitscontroleur). 3 BUREAUONDERZOEK 3.1 Methoden Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de eisen en normen zoals aangegeven in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.3, december 2013), die is vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie en is ondergebracht bij het SIKB te Gouda. Voor de uitvoering van het bureauonderzoek gelden de specificaties LS01, LS02, LS03, LS04 en LS05. De resultaten van dit onderzoek worden in dit rapport weergegeven conform specificatie LS06. 1 Binnen dit onderzoek zijn de volgende werkzaamheden verricht: afbakening van het plangebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik (LS01); beschrijving van de huidige en toekomstige situatie (LS02); beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen (LS03); beschrijving van bekende archeologische en historische waarden en aardwetenschappelijke gegevens (LS04); opstellen van een gespecificeerde verwachting (LS05). Bij het uitvoeren van deze werkzaamheden zijn de volgende bronnen geraadpleegd: het Archeologische Informatie Systeem (ARCHIS); de Archeologische Monumenten Kaart (AMK); de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW); geologische kaarten, geomorfologische kaarten en bodemkaarten; de centrale toegangspoort tot Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINOLoket); literatuur en historisch kaartmateriaal; bouwhistorische gegevens; de recente topografische kaart (schaal 1:25.000); recente luchtfoto s; het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN); de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Limburg; de archeologische verwachtingskaarten van de gemeente Beesel; plaatselijke (amateur-)archeoloog c.q. heemkundevereniging. 1 Beschikbaar via www.sikb.nl. Pagina 2 van 21

3.2 Afbakening van het plangebied Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen het onderzoeksgebied en het plangebied. Het plangebied is het gebied waarbinnen feitelijk de bodemverstorende ingreep gaat plaatsvinden. Het onderzoeksgebied is het gebied waarover informatie is verzameld om een goed beeld te krijgen van de archeologische waarden binnen het plangebied. Dit gebied is groter dan het plangebied. In het huidige onderzoek betreft het onderzoeksgebied het gebied binnen een straal van circa 1 kilometer rondom het plangebied. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 5.965 m² en ligt aan de Waterloseweg 3a, circa 1,3 kilometer ten zuidoosten van Beesel in de gemeente Beesel (zie figuur 1 en figuur 2). Op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) heeft het maaiveld een hoogte van circa 25,5 m +NAP. Het gebied is kadastraal bekend als Gemeente Beesel, sectie O, nummer 148. 3.3 Huidige situatie Voor het bureauonderzoek is het van belang de huidige situatie te onderzoeken. Landgebruik en bebouwing kunnen van invloed zijn op de archeologische verwachting. Het plangebied is momenteel grotendeels in gebruik als grasland, met in de zuidoosthoek bebouwing met tuin. Het grasland wordt omringd door rijen bomen (zie figuur 3). Het bodemgebruik van de omliggende percelen is als volgt: aan de noordzijde bevindt zich weiland; aan de oostzijde bevindt zich weiland; aan de zuidzijde bevindt zich de Waterlooseweg met aansluitend weiland; aan de westzijde bevinden zich bomen met daarachter bebouwing met een tuin. Bodemloket Met het bodemloket wil de overheid inzicht geven in maatregelen die de afgelopen jaren getroffen zijn om de bodemkwaliteit in Nederland in kaart te brengen (bodemonderzoek) of te herstellen (bodemsanering). Ook laat het Bodemloket zien waar vroeger (bedrijfs-) activiteiten hebben plaatsgevonden die extra aandacht verdienen. Binnen het plangebied zijn voor zover bekend binnen het Bodemloket geen milieuhygiënische onderzoeken uitgevoerd. 2 Huidig milieuonderzoek Gelijktijdig met het archeologisch bureauonderzoek is er voor het plangebied een milieuhygiënisch bodemonderzoek uitgevoerd door Econsultancy (rapportnummer: 14112142, BEE.BRO.NEN). De resultaten van het milieuhygiënisch bodemonderzoek waren ten tijde van het uitvoeren van dit archeologisch bureauonderzoek nog niet bekend. 3.4 Toekomstige situatie Het toekomstige gebruik van het plangebied kan bepalend zijn voor het vervolgtraject (behoud in-situ of behoud ex-situ van archeologische waarden). De manier waarop het plangebied wordt ingericht kan tot gevolg hebben dat eventueel aanwezige archeologische waarden (deels of geheel) onverstoord (kunnen) blijven. Ook kan besloten worden de inrichting zo aan te passen dat archeologische waarden alsnog onverstoord kunnen blijven liggen. 2 www.bodemloket.nl. Pagina 3 van 21

In het plangebied is de sloop van een deel van de huidige bebouwing gepland waarna er een loods/hal ten behoeve van de te vestigen bedrijfsmatige ponyhouderij worden gerealiseerd. Hiervoor zullen binnen een deel van het plangebied bodemverstorende activiteiten plaats vinden. 3.5 Beschrijving van het historische gebruik In het plangebied kunnen naast archeologische sporen ook historische relicten voorkomen die nog in het landschap zichtbaar zijn. Het gaat hierbij om historisch geografische relicten zoals nederzettingsvormen en wegen- en kavelpatronen. Veel van deze bewaard gebleven historische geografie geeft door de herverkavelingen in de tweede helft van de 20 e eeuw een incompleet beeld van het historisch landschap. Historische kaarten van vóór de herverkaveling zijn een goede aanvulling op het huidige incomplete beeld. Voor de historische ontwikkeling is naast het historisch kaartmateriaal ook relevante achtergrondliteratuur geraadpleegd. Historisch kaartmateriaal De situatie van het plangebied is op verschillende historische kaarten als volgt: Tabel I. Geraadpleegd historisch kaartmateriaal 3 Bron Periode Kaartblad Schaal Omschrijving plangebied Bijzonderheden/directe omgeving Tranchot und v. Müffling kaart 1803-1820 1:25.000 Bouwland Ten zuiden loopt de huidige Waterlooseweg, ten oosten loopt een tweede weg (huidig onverhard pad) en ten westen loopt een pad. Het plangebied wordt omringd door agrarische percelen. Ten zuidoosten ligt de Uytgetorff broek Kadastrale minuut 1811-1832 Gemeente Beesel, Sectie E, Blad 02 1:2.500 - - Militaire topografische kaart (nettekening) Militaire topografische kaart (veldminuut) Militaire topografische kaart (veldminuut) Militaire topografische kaart (veldminuut) Militaire topografische kaart (veldminuut) 1830-1850 58_2rd 1:50.000 - - 1896 740 1:50.000 - Ten noorden en westen verschijnt de eerste bebouwing. Pad aan de oostzijde lijkt verdwenen is nu een steilrand. 1912 740 1:50.000 - - 1925 740 1:50.000 - - 1937 740 1:50.000 - Pad aan de westkant van het plangebied is weer terug, waarschijnlijk nooit verdwenen maar door het inteken van de steilrand niet goed weergegeven. Topografische kaart 1954 58E 1:25.000 - - Topografische kaart 1958 58E 1:25.000 - - Topografische kaart 1967 58E 1:25.000 In de zuidoosthoek staat bebouwing - 3 Vrije Universiteit Amsterdam Beeldbank & www.watwaswaar.nl. Pagina 4 van 21

Topografische kaart 1979 58E 1:25.000 Langs de zuid en westrand van het plangebied ligt een groenstrook. - Topografische kaart 1988 58E 1:25.000 - - Op basis van het beschikbare gedetailleerde historische kaartmateriaal blijkt dat het plangebied vanaf het begin van de 19 e eeuw tot 1958 in agrarisch gebruik is (zie figuur 4). Tussen 1958 en 1967 is er bebouwing gerealiseerd in de zuidoosthoek van het plangebied. Tussen 1967 en 1979 is er ten zuiden en westen in het plangebied een groenstrook gerealiseerd. In het begin van de 19 e eeuw is de directe omgeving van het plangebied in agrarisch gebruikt. Aan het eind van de 19 e eeuw staat er bebouwing in directe omgeving wat tot op heden gehandhaafd blijft. Het grootste deel van de omringende percelen van het plangebied blijft in agrarisch gebruik. Op de kaart uit 1803-1820 staat ten zuiden van het plangebied de Uytgetorff broek aangegeven. Vanwege de natte omstandigheden in het Broek heeft de mens er tot de laatste eeuwen weinig invloed op uitgeoefend. Rond 1800 werd er door de plaatselijke bevolking turf gestoken. De naam Uytgetorff broek op kaartmateriaal wijst daarop. Ten tweede diende het als weidegrond voor het vee. Op het hoger gelegen Maasterras ten oosten van het Broek lagen akkers. 4 Aan het eind van de 19 e is het broekgebied drooggelegd en in agrarisch gebruik genomen wat op de kaart van 1896 duidelijk zichtbaar is. Rijks- en gemeentemonumenten binnen het onderzoeksgebied Binnen een straal van 500 meter rondom het plangebied liggen geen bouwhistorische rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten. Bouwhistorische gegevens Bij de gemeente Beesel is het archief van de Bouw- en Woningtoezicht geraadpleegd. Hieruit blijkt dat de huidige bebouwing deels onderkelderd is, inclusief funderingspalen tot 230 cm -mv. De rest van het gebouw staat op funderingspalen tot 90 cm mv. 3.6 Aardwetenschappelijke gegevens Het landschap heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in het nederzettingspatroon van de mens. Bij onderzoek naar archeologische sporen in een bepaald gebied is het van groot belang te weten hoe het landschap er in het verleden heeft uitgezien. Men kan meer te weten komen over dit landschap door de geologische opbouw, de bodem en de hydrologie van een gebied te bestuderen. De volgende aardwetenschappelijke gegevens zijn bekend van het plangebied: Tabel II. Aardwetenschappelijke gegevens plangebied Type gegevens Geologie 5 Geomorfologie 6 Bodemkunde 7 Gegevensomschrijving Formatie van Beegden, rivierzand en grind (Be3). Dalvlakteterras (Code: 5E9a) Rooibrikgronden; zwak en sterk lemig fijn zand (code: BZd23-VII) 4 http://www.limburgs-landschap.nl/gebieden/beesels-broek 5 Mulder et al., 2003. 6 Alterra, 2003. 7 Stichting voor Bodemkartering, 1968. Pagina 5 van 21

Geologie Het plangebied ligt op een terras van de Maas, dat voornamelijk bestaat uit matig tot uiterst grof grindhoudend zand. De bovenste meters van het terras bestaat veelal uit een siltige of kleiige laag (komafzettingen). Geologisch gezien behoren deze afzettingen tot de Formatie van Beegden. De afzettingen van de Maas zijn gedurende het Kwartair ontstaan. Door tectonische activiteit, opheffing van de Ardennen en Limburg, heeft de Maas heeft zich in de loop van de tijd ingesneden in de onderliggende afzettingen. Tijdens koude perioden heeft de Maas een vlechtend karakter gehad met een brede riviervlakte en een opeenhoping van sedimenten. Gedurende de overgang van een koude naar een warme periode sneed de rivier zich in het rivierterras in. Daarna begon de Maas te meanderen, waarbij de rivier zich concentreerde in één geul en er verschillende sedimenten in de bedding, op de oever en in de naastgelegen komgronden werden afgezet. Hierbij zijn er in totaal 31 terrasniveaus gevormd in het Maasdal, die te relateren zijn aan de periode waarin ze zijn gevormd. De oudste terrassen liggen hoog, de jongere lager. Gedurende het einde van het Laat-Weichselien en het Vroeg-Holoceen stond de droogvallende verwilderde terrasvlakte bloot aan winderosie. Hierdoor zijn er plaatselijk rivierduinen afgezet op de Maasterrassen. Veel rivierduingebieden zijn vanaf de Middeleeuwen opnieuw gaan stuiven door overbegrazing en houtkap. De rivierduinen kunnen daarom (lokaal) zijn afgedekt door stuifzandpakketten tot enkele meters dik. 8,9 Het plangebied behoort tot een Maasterras dat gevormd is in het Saalien 238.000-126.000 jaar geleden. 10 Vanaf hun ontstaan zijn de Maasterrassen aantrekkelijk geweest voor de mens. In eerste instantie voor tijdelijke kampementen van jagers en verzamelaars en later voor permanente agrarische nederzettingen. Mensen vestigden zich op de hoogste delen van het terras, met name op oeverwallen en rivierduintjes. DINO 11 Het Dinoloket is de centrale toegangspoort tot Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINO). Het DINO-systeem is de centrale opslagplaats voor geowetenschappelijke gegevens over de diepe en ondiepe ondergrond van Nederland. Het archief omvat diepe en ondiepe boringen, grondwatergegevens, sonderingen, geo-elektrische metingen, resultaten van geologische, geochemische en geomechanische monsteranalyses, boorgatmetingen en seismische gegevens. De site wordt beheerd door TNO. In het Dinoloket zijn enkele boringen bestudeerd. 12 Hieruit blijkt dat de ondergrond bestaat uit een pakket fijn zand dat een eolische afzetting vormt met daaronder grover zand dat een fluviatiele afzetting is. Al deze afzettingen behoren tot de Formatie van Beegden. Ten zuiden van het plangebied ligt er op de zandafzettingen nog een laagje veen. Geomorfologie De Geomorfologische kaart geeft de mate van reliëf en de vormen die in het landschap te onderscheiden zijn weer. Volgens de Geomorfologische kaart van Nederland (1:50.000) ligt het plangebied binnen een Dalvlakteterras (Code: 5E9a) (zie figuur 5). 8 Berendsen, 2005. 9 Mulder et al. 2003. 10 Berendsen & Stouthamer, 2001. 11 www.dinoloket.nl. 12 DINO boornummers B58E0140, B58E1436 & B58E0217. Pagina 6 van 21

Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) 13 Het Actueel Hoogtebestand Nederland vormt een belangrijke aanvullende informatiebron voor de landschapsanalyse. Dit met behulp van laseraltimetrie verkregen digitale bestand vormt een gedetailleerd beeld van het huidige reliëf in het plangebied. Uitgaande van het AHN ligt het plangebied op een terras omringd door een aantal geulen (zie figuur 6). Bodemkunde Volgens de Bodemkaart van Nederland (1:50.000) is het plangebied gekarteerd als Rooibrikgronden; zwak en sterk lemig fijn zand (code: BZd23) (zie figuur 7).Rooibrikgronden komen ook in oude, zandige rivierafzettingen voor en kenmerken zich door een lutum-inspoelingslaag (de briklaag) onder een dunne humeuze bouwvoor. In deze briklaag komen geen roest- of grijze vlekken voor. 14 Grondwatertrap Grondwatertrappen zijn een indicatie voor de diepte van de grondwaterstand en de seizoensfluctuatie daarvan. De grondwatertrappenindeling is gebaseerd op de gemiddeld hoogste (GHG) en de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG). Hiermee worden de winter- en zomergrondwaterstanden gekarakteriseerd in een jaar met een gemiddelde neerslag en verdamping. In stedelijk gebied zijn geen grondwatertrappen bepaald. Deze worden als witte vlekken op de Bodemkaart van Nederland (1:50.000) weergegeven. Tabel III geeft een overzicht van de klassengrenzen die worden aangehouden bij de indeling van de grondwatertrappen. De trappen worden vastgesteld op een schaal van I tot VII van respectievelijk extreem nat tot extreem droog. Bij sommige grondwatertrappen is een * weergegeven: het gaat hier om tussenliggende grondwatertrappen die een drogere variant vertegenwoordigen. Tabel III. Grondwatertrappenindeling 15 Grondwatertrap I II' III' IV V' VI VII" GHG (cm -mv) - - <40 >40 <40 40-80 >80 GLG (cm -mv) <50 50-80 80-120 80-120 >120 >120 >120 ') Bij deze grondwatertrappen wordt een droger deel onderscheiden ") Een met een * achter de code als onderverdeling aangegeven "zeer droog deel" heeft een GHG dieper dan 140 cm beneden maaiveld Gebiedsdelen met een goede ontwatering (Grondwatertrap VI en VII) zijn zeer geschikt voor landbouw en vormden mede daarom, vooral in het verleden, een aantrekkelijk vestigingsgebied. Tevens is het grondwaterpeil een indicatie voor de conservering van metalen en organische resten. Het plangebied heeft grondwatertrap VII. 3.7 Archeologische waarden Voor de uitkomst van het bureauonderzoek is het van belang de bekende archeologische waarden (al dan niet volledig onderzocht) te beschrijven. Een belangrijke informatiebron is het landelijke ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS), dat beheerd wordt door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). In dit systeem worden alle archeologische gegevens verzameld en via internet zijn deze door bevoegden te raadplegen. 13 www.ahn.nl. 14 Stichting voor Bodemkartering, 1968. 15 Locher & de Bakker, 1990. Pagina 7 van 21

De bekende archeologische waarden staan afgebeeld op figuur 8, een kaart met daarop, binnen een straal van 1 kilometer rondom het plangebied, de indicatieve archeologische waarde en de in ARCHIS geregistreerde AMK-terreinen, waarnemingen, vondstmeldingen en onderzoeksmeldingen. Indicatieve archeologische waarde De IKAW (Indicatieve Kaart Archeologische Waarde) geeft voor heel Nederland de trefkans aan op het voorkomen van archeologische resten. Die trefkans is aangegeven in vier categorieën (per landen waterbodem): een hoge, middelhoge, lage en zeer lage verwachting. Bebouwde gebieden, waarvan geen bodemkundige of geologische gegevens bekend zijn, zijn niet gekarteerd. De IKAW is voornamelijk gebaseerd op de relatie die er bestaat tussen de bodemkundige of geologische kwalificaties en de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen. Een punt van aandacht daarbij is dat de IKAW grotendeels is gebaseerd op kaarten met een schaal van 1:50.000. De grenzen op de kaart zijn in werkelijkheid globale overgangen, abrupte overgangen zijn het gevolg van bodemkundige of geologische kwalificaties. Op lokaal schaalniveau is de kaart daarom minder betrouwbaar. Omdat de gemeentelijke beleidskaart een hoger detailniveau heeft dan de IKAW (Indicatieve Kaart Archeologische Waarde) is de IKAW voor het onderzoek niet geraadpleegd. Cultuurhistorische Waardenkaart Provincie Limburg In aanvulling op de IKAW hebben veel provincies een eigen verwachtingskaart vervaardigd, waarin veel lokale gebiedskennis is opgenomen. De Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Limburg geeft inzicht in de archeologische waarden van de regio. Volgens de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Limburg ligt het plangebied niet binnen een Provinciaal Archeologisch Aandachtsgebied. Archeologische beleidskaart Gemeente Beesel Sinds 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg van kracht (WAMZ). Het doel van deze wet is te voorkomen dat archeologische waarden uit het verleden verloren gaan. In deze wet zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het beheer van het bodemarchief binnen hun grondgebied. Voor een goed beheer van dit bodemarchief gebruikt de gemeente een archeologische beleidskaart. De archeologische beleidskaart geeft een gemeentebreed overzicht van bekende en te verwachten archeologische waarden. De kaart maakt inzichtelijk waar en bij welke ruimtelijke ingrepen een archeologisch onderzoek verplicht is en wordt als toetsingskader gebruikt voor ruimtelijke procedures. Volgens de archeologische beleidskaart van de gemeente Beesel ligt het plangebied binnen een gebied met een hoge archeologische verwachting. Binnen deze gebieden dient, bij planvorming en voorafgaand aan vergunningverlening bij bodemingrepen dieper dan 40 cm -mv en een onderzoekslocatie groter dan 500 m², vroegtijdig een inventariserend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. AMK-terreinen binnen het onderzoeksgebied De Archeologische Monumentenkaart (AMK) bevat een overzicht van archeologische terreinen in Nederland, welke ook wel worden aangeduid als monumenten. De terreinen zijn beoordeeld op verschillende criteria (kwaliteit, zeldzaamheid, representativiteit, ensemblewaarde en belevingswaarde). Op grond daarvan zijn de terreinen ingedeeld in vier categorieën; terreinen met archeologische waarde, een hoge archeologische waarde, een zeer hoge archeologische waarde of een zeer hoge archeologische waarde met een beschermde status. Het plangebied ligt binnen één AMK-terreinen. Binnen het onderzoeksgebied liggen totaal 13 AMKterreinen (zie tabel IV en figuur 8). Pagina 8 van 21

Tabel IV. AMK nr. Situering t.o.v. plangebied 8682 Plangebied ligt er in 8683 Direct ten zuidoosten 8681 170 meter ten noordoosten 8684 195 meter ten zuidoosten Overzicht AMK-terreinen Datering Paleolithicum, Mesolithicum - Neolithicum Paleolithicum - IJzertijd Paleolithicum- IJzertijd Paleolithicum Waarde en omschrijving Toponiem: Bussereind, Centrum Complex: nederzettingen Waarde: Terrein van archeologische waarde Terrein waarin sporen van bewoning uit het Mesolithicum-Neolithicum. Op basis van fragmenten bewerkt vuursteenmateriaal aan het oppervlak, binnen de grenzen van het terrein, is er een hoge kans op de aanwezigheid van vindplaatsen uit de Steentijd. Het gebied ligt op de rand van een relatief hooggelegen rivierterras van de Maas. Het terrein is onderdeel van een cluster archeologisch potentiële waardevolle terreinen. Met name ten oosten van het gebied zijn verschillende fragmenten bewerkt vuursteen uit het Paleolithicum-Neolithicum aangetroffen. Op het terrein zelf is een complete ruw bekapte bijl aangetroffen met vermoedelijk een Neolithische ouderdom. Circa 50 meter ten oosten van het terrein is een waarneming bekend, bestaande uit meer dan 50 oppervlaktevondsten van bewerkt vuursteen. De totale hoeveelheid gevonden bewerkt vuursteen in de nieuwe grenzen (2007) van het monument met de naastgelegen monumenten bedraagt al ruim 300 stuks. Het terrein is verstoord door verploeging en de fysieke en gemiddelde inhoudelijke kwaliteit van het monument is laag. Veldwerk vond niet plaats, wel heeft een verkennend veldonderzoek plaatsgevonden. Toponiem: Bussereind, Centrum; Bussereind-zuid Complex: nederzettingen Waarde: Terrein van archeologische waarde Terrein waarin sporen van bewoning uit het Mesolithicum-Neolithicum. Op basis van fragmenten bewerkt vuursteenmateriaal aan het oppervlak, binnen de grenzen van het terrein, is er een hoge kans op de aanwezigheid van vindplaatsen uit de Steentijd. Het gebied ligt op de rand van een relatief hooggelegen rivierterras van de Maas. Het terrein is onderdeel van een cluster archeologisch potentiële waardevolle terreinen. Met name in het terrein zelf zijn verschillende fragmenten bewerkt vuursteen daterend uit het Paleolithicum tot en met het Neolithicum aangetroffen. Het betreft hier een zeer rijke vindplaats. Zie ook W28389, W21424, W232077, W9484, W29286, W9802, W9508, W51983, W28409. De totale hoeveelheid gevonden bewerkt vuursteen in de nieuwe grenzen (2007) van het monument met de naastgelegen monumenten bedraagt al ruim 300 stuks. Het terrein is verstoord door verploeging en de fysieke en gemiddelde inhoudelijke kwaliteit van het monument is laag. In 2006 zijn vanwege de provincie de Limburgse terreinen van Archeologische Betekenis (AB) geherwaardeerd. Op basis van de beschikbare gegevens werd de status van het onderhavige monument verhoogd tot Archeologische Waarde (AW) en is de begrenzing van het terrein en van de terreinen 58E-A05, 58E- A06 en 58E-A08 aangepast. Veldwerk vond niet plaats, wel heeft een verkennend veldonderzoek plaatsgevonden. Toponiem: Bussereind, Centrum Complex: nederzettingen, grafveld Waarde: Terrein van archeologische waarde Terrein waarin sporen van bewoning uit het Paleolithicum-Neolithicum. Op basis van fragmenten bewerkt vuursteenmateriaal aan het oppervlak, binnen de grenzen van het terrein, is er een hoge kans op de aanwezigheid van vindplaatsen uit de Steentijd. Het gebied ligt op de rand van een relatief hooggelegen rivierterras van de Maas. Het terrein is onderdeel van een cluster archeologisch potentiële waardevolle terreinen. Met name ten westen van het gebied zijn verschillende fragmenten bewerkt vuursteen aangetroffen. Op het terrein zelf is een Neolithische Flint-oval bijl en een fragment van een vuurstenen kling met een vermoedelijk Mesolithische of Neolithische datering aangetroffen. Een vondstmelding meldt dat circa 175 meter ten noordwesten van het terrein een grafveld uit de Bronstijd-IJzertijd aanwezig zou zijn. Zie ook W28389 (vuurstenen Neolithisch bijl en drie Mesolithisch-Neolithisch vuurstenen klingen) en nabijgelegen vondstmeldingen van bewerkt vuursteen W21424, W232077, W9484, W29286, W9802, W9508, W51983, W28409. De totale hoeveelheid gevonden bewerkt vuursteen in de nieuwe grenzen (2007) van het monument met de naastgelegen monumenten bedraagt al ruim 300 stuks. Het terrein is verstoord door verploeging en de fysieke en gemiddelde inhoudelijke kwaliteit van het monument is laag. In 2006 zijn vanwege de provincie de Limburgse terreinen van Archeologische Betekenis (AB) geherwaardeerd. Op basis van de beschikbare gegevens werd de status van het onderhavige monument verhoogd tot Archeologische Waarde (AW) en is de begrenzing van het terrein en van de terreinen 58E-A06, 58E-A07 en 58E-A08 aangepast. Veldwerk vond niet plaats, wel heeft een verkennend veldonderzoek plaatsgevonden. Toponiem: Bussereind, Centrum; Bussereind-zuid Complex: nederzetting Waarde: Terrein van archeologische waarde Terrein waarin sporen van bewoning uit het Mesolithicum-Neolithicum. Op basis van fragmenten bewerkt vuursteenmateriaal aan het oppervlak, binnen de grenzen van het terrein, is er een hoge kans op de aanwezigheid van vindplaatsen uit de Steentijd. Het gebied ligt op de rand van een relatief hooggelegen rivierterras van de Maas. Het terrein is onderdeel van een cluster archeologisch potentiële waardevolle terreinen. Met name ten oosten van het gebied zijn verschillende fragmenten bewerkt vuursteen uit het Paleolithicum-Neolithicum aangetroffen. Zie ook W28389, W21424, W232077, W9484, W29286, W9802, W9508, W51983, W28409. De totale hoeveelheid gevonden bewerkt vuursteen in de nieuwe grenzen (2007) van het monument met de naastgelegen monumenten bedraagt al ruim 300 stuks. Het terrein is verstoord door verploeging en de fysieke en gemiddelde inhoudelijke kwaliteit van het monument is laag. Pagina 9 van 21

8685 385 meter ten westen 11255 420 meter ten zuiden 11253 505 meter ten oosten 11178 620 meter ten noordoosten 11257 715 meter ten noordwesten 8675 830 meter ten noorden Late- Middeleeuwen - Nieuwe tijd Mesolithicum - Neolithicum Paleolithicum laat - IJzertijd Mesolithicum - IJzertijd Late- Middeleeuwen Paleolithicum - IJzertijd In 2006 zijn vanwege de provincie de Limburgse terreinen van Archeologische Betekenis (AB) geherwaardeerd. Op basis van de beschikbare gegevens werd de status van het onderhavige monument verhoogd tot Archeologische Waarde (AW) en is de begrenzing van het terrein en van de terreinen 58E-A05, 58E-A06 en 58E-A07 aangepast. Veldwerk vond niet plaats. Toponiem: Bussereind, Beesels Broek Complex: schans Waarde: Terrein van hoge archeologische waarde Terrein met resten van een schans uit de Late Middeleeuwen en/of Nieuwe tijd. De Beeselse schans komt reeds voor op een kaart uit 1622, maar zal ouder zijn. Op een verpondingskaart uit 1781 zijn de wallen en grachten nog ingetekend, maar op de minuutplan komen ze niet meer voor. In oktober 1985 en 1986 hebben leden van de Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal hier een proefonderzoek uitgevoerd. Op luchtfoto's waren de grachten goed te traceren en door middel van boringen werd de toegangsweg (een pakket Maaskeien) gelokaliseerd. Bij de daaropvolgende opgravingen (sleuven) werden onder meer twee rijen goed geconserveerde houten palen en een balk van waarschijnlijk het brugdek aangetroffen. De grachten bleken een breedte van circa 10 meter te hebben gehad en een diepte van 90-100 centimeter. Het geborgen aardewerk dateert merendeels uit de eerste helft van de 17 e eeuw, maar ook materiaal uit de tweede helft is aanwezig. De humuslaag in het onderste deel van de grachtvulling bevatte goed geconserveerde pollen. Op het terrein is sprake van een hoge grondwaterstand. In 2006 zijn vanwege de provincie de Limburgse terreinen van Archeologische Betekenis (AB) geherwaardeerd. Op basis van de beschikbare gegevens werd de status van het onderhavige monument (voorheen 58E-A09), mede vanwege de goede conserveringsomstandigheden verhoogd tot Hoge Archeologische Waarde. Toponiem: Beesel, Het Broek; Turfhei Complex: nederzetting Waarde: Terrein van zeer hoge archeologische waarde Terrein met sporen van bewoning uit vooral de periode Mesolithicum-Neolithicum. Er zijn vondsten uit diverse perioden gedaan; een deel van het aardewerk kan uit de Brons- of IJzertijd stammen. De vindplaats ligt op een terrasrand langs een oude Maasmeander. Veldcontrole Van der Gaauw 1994: Op deze hoge rug zijn veel vuurstenen artefacten gevonden. Het bodemprofiel op de rug is nog redelijk intact. Op de vrij steile flanken is wat erosie opgetreden. Ook ten oosten van de rug zijn veel vondsten gedaan; dit gebied moet tot de vindplaats gerekend worden. Zie ook de aangrenzende mon.nrs 8660 en 10278. Toponiem: Bussereind; Waterloo; Jagerhuis Complex: nederzettingen Waarde: Terrein van hoge archeologische waarde Terrein met sporen van bewoning (vuursteen- en aardewerkvondsten) uit de periode Laat Paleolithicum - IJzertijd. Amateurarcheologen hebben in dit voormalige Attentiegebied (58E- A03) veel vondsten uit verschillende perioden verzameld, vooral vuurstenen artefacten. Er is sprake van een in de prehistorie intensief gebruikt / bewoond gebied (zie ook de omliggende monumenten). Het bodemprofiel is redelijk intact. De bouwvoor is circa 30 cm dik. Het is niet zeker of er grondsporen aanwezig zijn op dit terrein. Toponiem: Bussereind, Jagerhuis Complex: nederzetting, nederzetting Waarde: Terrein van hoge archeologische waarde Terrein met sporen van bewoning (vuursteen- en aardewerkvondsten) uit de periodes Mesolithicum en IJzertijd. Amateurarcheologen hebben in dit voormalige Attentiegebied (58E-A02) veel vondsten uit verschillende perioden verzameld. Er is sprake van een in de prehistorie intensief gebruikt/bewoond gebied (zie ook de omliggende monumenten). Gezien de aard van een enkele vondst in het aangrenzende mon.nr 11253 kan het artefactencomplex eventueel een Laat-Paleolithische component omvatten. De bodem bestaat uit lichte zavel en (kleiig) zand. Het bodemprofiel is redelijk intact. De bouwvoor is 25-35 centimeter dik. Toponiem: Beesel, Bussereind; Hof Gen Rade Complex: huisplaats Waarde: Terrein van hoge archeologische waarde Terrein met sporen van bewoning (huisplaats) uit de Late Middeleeuwen. Bij de bouw van een gierkelder in 1972 is hier een groot aantal heipalen en mergelblokken aangetroffen (en verwijderd). In 1987 vond een proefonderzoek plaats door leden van de Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal. Men stuitte op een diepte van 75 cm op onder meer de funderingen (mergelblokken) van de middeleeuwse boerderij 'Hof gen Rade', de voorloper van kasteel Nieuwenbroek te Beesel. De vindplaats ligt aan de rand van een oude Maasmeander, vlak 'onder' een rivierterras. Ze is weinig verstoord, maar gedeeltelijk overbouwd. Toponiem: Beesel, Haselt Complex: nederzettingen en grafvelden Waarde: Terrein van zeer hoge archeologische waarde Terrein met sporen van bewoning uit de de periode Laat-Paleolithicum - IJzertijd en mogelijke sporen van begraving (urnenveld) uit de Late Bronstijd-IJzertijd. Er zijn vele vondsten uit diverse perioden gedaan. Eind 1996 - begin 1997 vond op de monumenten 58E-017 en 018 (mon.nrs 8674 en 8675) een waardestellend AAO plaats in de vorm van proefsleuven (totale lengte 1200 m; breedte 2 m), gesitueerd op de plek waar een aantal bestaande, onverharde veldwegen kwam te vervallen. Daarbij wilde men vooral nagaan of er behalve talrijke mobilia ook grondsporen aanwezig waren, wat de aard, datering en kwaliteit (erosie, e.d.) ervan was. Ook was de aandacht gericht op eventuele clustering en of er (nog) sprake was van vondstconcentraties uit het Paleolithicum en/of Mesolithicum. Door de ligging van de veldwegen kon slechts 1/3 van De Haselt worden bestreken; de resultaten zijn dus niet representatief voor de Pagina 10 van 21

8674 850 meter ten noordoosten 16698 890 meter ten noordwesten 10278 900 meter ten zuiden Paleolithicum - IJzertijd Late- Middeleeuwen - Nieuwe tijd Mesolithicum - Neolithicum Haselt als geheel. Bewerkt vuursteen werd tegen de verwachting in niet aangetroffen, hetgeen zowel het gevolg kan zijn van de ongunstige waarnemingsomstandigheden als van bodembewerking (sites zijn door ploegen eventueel volledig opgenomen in de bouwvoor). De kwaliteit en leesbaarheid van twee aangetroffen clusters Midden-Bronstrijd grondsporen was goed. De invloed van erosie binnen het onderzochte areaal bleek beperkt. Zorgwekkend daarentegen is de aantoonbare recente aantasting door bodembewerking. De onderzoeker onderschrijft de waardering van de beide terreinen als Hoge Aarcheologische Waarde. Toponiem: Beesel, Haselt Complex: nederzettingen en grafvelden Waarde: Terrein van zeer hoge archeologische waarde Terrein met sporen van bewoning uit de periode Laat-Paleolithicum - IJzertijd en mogelijke sporen van begraving (urnenveld) uit de Late Bronstijd-IJzertijd. Er zijn vele vondsten uit diverse perioden gedaan. Eind 1996 - begin 1997 vond op de monumenten 58E-017 en 018 (mon.nrs 8674 en 8675) een waardestellend AAO plaats in de vorm van proefsleuven (totale lengte 1200 m; breedte 2 m), gesitueerd op de plek waar een aantal bestaande, onverharde veldwegen kwamen te vervallen. Daarbij wilde men vooral nagaan of er behalve talrijke mobilia ook grondsporen aanwezig waren, wat de aard, datering en kwaliteit (erosie, e.d.) ervan was. Ook was de aandacht gericht op eventuele clustering en of er (nog) sprake was van vondstconcentraties uit het Paleolithicum en/of Mesolithicum. Door de ligging van de veldwegen kon slechts 1/3 van De Haselt worden bestreken; de resultaten zijn dus niet representatief voor de Haselt als geheel. Bewerkt vuursteen werd tegen de verwachting in niet aangetroffen, hetgeen zowel het gevolg kan zijn van de ongunstige waarnemingsomstandigheden als van bodembewerking (sites zijn door ploegen eventueel volledig opgenomen in de bouwvoor). De kwaliteit en leesbaarheid van twee aangetroffen clusters Midden-Bronstrijd grondsporen was goed. De invloed van erosie binnen het onderzochte areaal bleek beperkt. Zorgwekkend daarentegen is de aantoonbare recente aantasting door bodembewerking. De onderzoeker onderschrijft de waardering van de beide terreinen als Hoge Archeologische Waarde. Toponiem: Beesel, Beesel Complex: nederzetting Waarde: Terrein van hoge archeologische waarde Terrein met bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd. Het gaat om de oude dorpskern van Beesel. Toponiem: Heide, Turfhei Complex: nederzetting Waarde: Terrein van zeer hoge archeologische waarde Terrein met sporen van bewoning uit het Mesolithicum en Neolithicum. Veldcontrole Van der Gaauw 1994: Op deze hoge rug zijn veel vuurstenen artefacten gevonden. Het bodemprofiel op de rug is nog redelijk intact. Op de vrij steile flanken is wat erosie opgetreden. Ook ten oosten van de rug zijn veel vondsten gedaan; dit gebied moet tot de vindplaats gerekend worden. Zie ook de aangrenzende mon.nrs 8660 en 11255. In het verleden uitgevoerde archeologische onderzoeken binnen het onderzoeksgebied Binnen het onderzoeksgebied zijn in de afgelopen jaren door verschillende archeologische bedrijven en instellingen in totaal 15 archeologische onderzoeken uitgevoerd. Het gaat daarbij om bureauonderzoeken, booronderzoeken (verkennend/karterend), veldkarteringen, proefsleufonderzoeken, archeologische begeleidingen van graafwerkzaamheden en geofysische onderzoeken (zie Tabel V en figuur 8). Tabel V. Overzicht onderzoeksmeldingen Onderzoeks- Situering t.o.v. meldingsnr. plangebied 20643/20644 Plangebied ligt er deels in. 20642 165 meter ten noordoosten Aard, uitvoerder en resultaten van het onderzoek 43311 210 meter ten Type onderzoek: booronderzoek Type onderzoek: booronderzoek Toponiem: Bussereind, Bussereind-zuid Uitvoerder: BAAC BV Datum: 15-01-2007 Onderzoeksnummer: 16350 Resultaat: Voorstel is het terrein een archeologische waarde te geven. Het terrein maakt deel uit van een nog herkenbaar fossiel landschap met aardkundige waarde. Het verdient de aanbeveling een groter deel van het landschap te beschermen vanwege de aardkundige waarde, in combinatie met de lokale archeologische waarde. Type onderzoek: booronderzoek Toponiem: Bussereind, Centrum Uitvoerder: BAAC BV Datum: 15-01-2007 Onderzoeksnummer: 16348 Resultaat: Voorstel is het terrein een archeologische waarde te geven. Het terrein maakt deel uit van een nog herkenbaar fossiel landschap met aardkundige waarde. Het verdient de aanbeveling een groter deel van het landschap te beschermen in combinatie met de lokale archeologische waarde. Pagina 11 van 21

zuidoosten 35450 320 meter ten noordoosten 43465 390 meter ten oosten Toponiem: Beesel, Uitvoerder: Archeopro Datum: 05-10-2010 Onderzoeksnummer: 41357 Resultaat: Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met bureaustudie. Bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie te komen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Hiermee kan de vraagstelling beantwoord worden of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of deze vervolgonderzoek en/of planaanpassing vereisen. hoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische resten daterend vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Romeinse tijd. De hoge verwachting voor resten uit het Laat-Paleolithicum en het Mesolithicum geldt in het bijzonder voor het westelijke deel van deelgebied zuid. Om de kans op het aantreffen van archeologische indicatoren zo groot mogelijk te maken zijn binnen het plangebied, verdeeld over twee deelgebieden (aangeduid als deelgebied zuid en deelgebied noord ), in totaal 40 boringen gezet waarvan 5 stuks binnen deelgebied noord en 35 stuks binnen deelgebied zuid. De boringen zijn gezet met behulp van edelmanboren met een diameter van 7 cm of een diameter van 15 cm. Het hiermee opgeboorde bodemmateriaal is bodemkundig beschreven en door middel van verbrokkelen of zeven onderzocht op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. Het westelijke deel van deelgebied zuid kon voor een deel niet worden onderzocht omdat de eigenaar geen toestemming gaf voor het onderzoek in verband met de aanwezigheid van groentegewassen. Het noordwestelijke deel van deelgebied zuid was reeds ontgraven tot een diepte van circa 30 cm. Het hierdoor ontstane openliggende vlak is ondanks de matige vondstzichtbaarheid geïnspecteerd op de aanwezigheid van oppervlaktevondsten. Hierbij zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Uit de resultaten van het booronderzoek blijkt dat de bodem binnen het plangebied nog grotendeels intact is. Alleen de zuidelijk randzone van deelgebied zuid, nabij het woonhuis is sterk verstoord. In deelgebied noord is de bodem slechts ter plaatse van boorpunt 1 verstoord. Ter plaatse van de boorpunten 2 tot en met 5 bleek de bodem intact te zijn.. Binnen beide deelgebieden zijn rooibrikgronden met een roodbruine, lutumrijke Bt-horizont en een onderliggende banden-b horizont aangetroffen. Deze bodem is ontstaan in Laat-Pleistocene Maasafzettingen. Opvallend is dat in het westelijke deel van deelgebied zuid direct onder de bouwvoor (zandige) leemlagen voorkomen terwijl deze in het oostelijke deel de B-horizont uit kleiig tot siltig, matig grof zand bestond. Dit verschil in lithologie houdt verband met het feit dat het westelijke deel ongeveer een halve meter hoger Type onderzoek: bureauonderzoek Toponiem: Beesel, Bussereindseweg 67a Uitvoerder: Econsultancy BV Datum: 04-06-2009 Onderzoeksnummer: 42534 Resultaat: Op grond van het bureauonderzoek is gebleken dat er binnen het plangebied sprake kan zijn van een behoudenswaardige vindplaats. Om van deze vindplaats de gegevens te kunnen documenteren en het archeologisch materiaal veilig te stellen, adviseert Econsultancy bv om tijdens de graafwerkzaamheden in een archeologische begeleiding te voorzien. Hierdoor wordt informatie behouden die van belang is voor kennisvorming over het verleden. De archeologische begeleiding dient te worden uitgevoerd volgens het protocol opgraven. Type onderzoek: booronderzoek Toponiem: Beesel, Uitvoerder: Archeopro Datum: 17-10-2010 Onderzoeksnummer: 41358 Resultaat: Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met bureaustudie. Bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie te komen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Hiermee kan de vraagstelling beantwoord worden of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of deze vervolgonderzoek en/of planaanpassing vereisen. hoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische resten daterend vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Romeinse tijd. De hoge verwachting voor resten uit het Laat-Paleolithicum en het Mesolithicum geldt in het bijzonder voor het westelijke deel van deelgebied zuid. Om de kans op het aantreffen van archeologische indicatoren zo groot mogelijk te maken zijn binnen het plangebied, verdeeld over twee deelgebieden (aangeduid als deelgebied zuid- en deelgebied noord-), in totaal 40 boringen gezet waarvan vijf stuks binnen deelgebied noord en 35 stuks binnen deelgebied zuid. De boringen zijn gezet met behulp van edelmanboren met een diameter van 7 cm of een diameter van 15 cm. Het hiermee opgeboorde bodemmateriaal is bodemkundig beschreven en door middel van verbrokkelen of zeven onderzocht op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. Het westelijke deel van deelgebied zuid kon voor een deel niet worden onderzocht omdat de eigenaar geen toestemming gaf voor het onderzoek in verband met de aanwezigheid van groentegewassen. Het noordwestelijke deel van deelgebied zuid was reeds ontgraven tot een diepte van circa 30 cm. Het hierdoor ontstane openliggende vlak is ondanks de matige vondstzichtbaarheid geïnspecteerd op de aanwezigheid van oppervlaktevondsten. Hierbij zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Uit de resultaten van het booronderzoek blijkt dat de bodem binnen het plangebied nog grotendeels intact is. Alleen de zuidelijk randzone van deelgebied zuid, nabij het woonhuis is sterk verstoord. In deelgebied noord is de bodem slechts ter plaatse van boorpunt 1 verstoord. Ter plaatse van de boorpunten 2 tot en met 5 bleek de bodem intact te zijn. Binnen beide deelgebieden zijn rooibrikgronden met een roodbruine, lutumrijke Bt-horizont en een onderliggende banden-b horizont aangetroffen. Deze bodem is ontstaan in Laat-Pleistocene Maasafzettingen. Opvallend is dat in het westelijke deel van deelgebied zuid direct onder de bouwvoor (zandige) Pagina 12 van 21

15218 485 meter ten zuidoosten 12538 530 meter ten zuidoosten 3483 535 meter ten zuidoosten 49494 695 meter ten noordwesten 61657 695 meter ten noordwesten 55497 705 meter ten noordwesten 16440 885 meter ten zuidoosten leemlagen voorkomen terwijl deze in het oostelijke deel de B-horizont uit kleiig tot siltig, matig grof zand bestond. Dit verschil in lithologie houdt verband met het feit dat het westelijke deel ongeveer een halve meter hoger Type onderzoek: archeologische begeleiding Toponiem: Beesel, Hoeve Oud Waterloo Uitvoerder: ADC ArcheoProjecten Datum: 20-12-2005 Onderzoeksnummer: 13269 Resultaat: Mogelijk resten van een nederzetting uit Laat Neolithicum/Vroeg Bronstijd In opdracht van 3B Bouw Invest BV heeft ADC ArcheoProjecten een Archeologische Begeleiding uitgevoerd ten behoeve van nieuwbouw op de locatie Hoeve Oud Waterloo in de gemeente Beesel. De Archeologische Begeleiding behelsde het toezicht houden op het uitgraven van een bouwput. Het onderzochte heeft een oppervlakte van ca.1600 m² en was vóór de sloop in gebruik als erf. Het gebied ligt direct ten noordoosten van het kasteel Waterloo en direct ten oosten van de Waterloseweg. Tijdens de begeleiding zijn sporen van de hoeve Oud Waterloo uit de 18 e eeuw aangetroffen. Deze resten werden ook verwacht. Voorts verwacht, maar niet aangetroffen, zijn resten uit de Steentijd. Type onderzoek: veldkartering Toponiem: Beesel, Rijksweg Uitvoerder: Vestigia BV Datum: 30-05-2005 Onderzoeksnummer: 13609 Resultaat: De inrichting van het plangebied gaat gepaard met de egalisatie van het maaiveld en de aanleg van poelen en bunkers. Zolang de egalisatie niet gepaard gaat met het verstoren van de onverstoorde ondergrond onder de bouwvoor, blijven archeologische grondsporen bewaard. Ter plaatse van de gekarteerde vindplaats mag er geen grond worden verplaatst, grond worden uitgegraven, noch bomen worden geplant. Indien aan deze voorwaarden wordt voldaan, zijn er geen belemmeringen om de voorgenomen huidige inrichtingsplannen van het golfterrein te realiseren. Type onderzoek: onbekend Toponiem: Beesel, Uitvoerder: ADC ArcheoProjecten Datum: 02-12-2002 Resultaat: Niet vermeld in Archis Type onderzoek: bureauonderzoek Toponiem: Beesel, Bussereindseweg 10 Uitvoerder: Econsultancy BV Datum: 17-11-2011 Resultaat: Het plangebied ligt aan de noordoost zijde op de flank van een relatief hoog gelegen terras en aan de zuidwest zijde in een beekdal. Kampementen van jagers-verzamelaars worden vaak op dergelijke flanken en in het beekdal gevonden, omdat dit een aantrekkelijk leefgebied vormt. De kans op archeologische resten van jagers-verzamelaars uit het Paleolithicum of het Mesolithicum in het plangebied is hoog. Het Maasterras is een goede leefomgeving voor landbouwers. Al vanaf het Neolithicum is dit terras bewoond met boeren, maar omdat het plangebied op de rand van een Maasterras ligt, is de kans op archeologische resten van nederzettingen van landbouwers niet hoog. In het omringende gebied van het plangebied is er een overvloed aan aanwijzingen voor een rijke bewoningsgeschiedenis, waardoor de kans op een afvaldepot vanaf het Neolithicum tot en met de Romeinse tijd zoals hiervoor beschreven middelhoog is. De kans op archeologische resten uit de Late-Middeleeuwen en de Nieuwe tijd is hoog. Dit komt door de aangetroffen resten van de noordwestelijk aangelegen kasteelboerderij met bijbehorende schuren. Het is mogelijk dat er zich buiten dit AMK-terrein nog resten bevinden die met deze boerderij in verband staan. Type onderzoek: archeologische begeleiding Toponiem: Beesel, Bussereindseweg 10 Uitvoerder: Econsultancy BV Datum: 13-05-2014 Resultaat: In de werkput zijn naast (sub)recente sporen, paalsporen uit de Nieuwe tijd en een niet dateerbare kuil aangetroffen. Tevens is aardewerk uit de 16 e -20 e eeuw aangetroffen. Het terrein was in die tijd al in agrarisch gebruik. Daarnaast is een vuursteenafslag aangetroffen uit vermoedelijk de periode Mesolithicum tot en met de Vroege Bronstijd. Type onderzoek: geofysisch onderzoek Toponiem: Beesel, Kasteel Beesel Uitvoerder: Archeopro Datum: 03-02-2013 Resultaat: Niet vermeld in Archis Type onderzoek: archeologische begeleiding Toponiem: Beesel, Rijksweg Uitvoerder: RAAP Archeologisch Adviesbureau Datum: 01-12-2005 Resultaat: Niet vermeld in Archis 12433 865 meter ten Type onderzoek: bureauonderzoek Pagina 13 van 21

zuiden 19231 865 meter ten zuiden Toponiem: Onbekend, Uitvoerder: Grontmij Datum: 24-05-2005 Resultaat: Niet vermeld in Archis Type onderzoek: archeologische begeleiding Toponiem: Niet Van Toepassing, Uitvoerder: Grontmij Datum: 06-09-2006 Onderzoeksnummer: 27875 Resultaat: Bij de aanleg van de drinkwaterleiding is de Romeinse weg aangesneden. Waarnemingen binnen het onderzoeksgebied In ARCHIS staan alle bekende archeologische waarnemingen geregistreerd. Binnen het plangebied zijn geen waarnemingen geregistreerd. Binnen het onderzoeksgebied staan 133 waarnemingen geregistreerd (zie Tabel VI en figuur 8). Tabel VI. Overzicht ARCHIS-waarnemingen Waarnemingsnr. 9705, 9813, 9863, 9903, 18783, 19176, 21295, 28409, 232188, 232191, 406521 Situering t.o.v. plangebied 16 60 meter ten zuiden 9802 70 meter ten noordoosten 51983 200 meter ten noorden 9436 350 meter ten zuiden 6588, 9508, 232184 400 meter ten westen 406128, 433022 450 meter ten westen 9471, 9666, 9726, 18781, 19357, 28389, 500 meter ten 31362, 130497 zuiden 21424 550 meter ten noorden 9364, 9365, 9366, 9367, 9368, 9369, 600 meter ten 9370, 9371, 9398, 9484, 9485, 9601, noordwesten 9602, 29292, 232077, 232078 9393, 9394, 18777, 18780, 19193, 19358, 130498, 130510 650 meter ten zuiden 9486, 29279, 29286, 130511 700 meter ten zuiden 4081, 9472, 9539, 9562, 9679, 9680, 750 meter ten 9729, 9730, 9819, 9821, 9869, 9884, noorden 9888, 17540, 51901, 130499, 427100, 433237 9549 800 meter ten zuiden 9431, 9756, 9757, 15608, 130529 850 meter ten zuiden 9422, 9437, 9501, 9618, 9695, 9748, 9749, 9754, 9799, 9800, 9831, 9873, 9900, 15470, 18796, 18801, 19182, 19183, 21422, 21431, 29277, 51971, 900 meter ten zuiden Aard van de melding Paleolithicum - Nieuwe tijd : combinatiewerktuigen, sikkelmes, armbanden, schaven, onderdelen van vuurwapens, musketflinten, microstekers, boren, handgevormd aardewerk, Michelsberg-aardewerk, steengoed, klopstenen, slijpstenen, kernen, schrabbers, spitsen, stekers, trapezium, werktuigen, afslagen, klingen, bijlen Laat-Paleolithicum - Neolithicum : afslagen, kernen, klopstenen, werktuigen, spitsen, klingen, bijlen, schrabbers Mesolithicum : spitsen Midden-Paleolithicum - Laat-Paleolithicum : afslagen, schrabbers, stekers Mesolithicum - Nieuwe tijd : botmateriaal, palen, wegen, schrabbers, onderdelen van schilden, objecten, onderdelen van kisten Neolithicum - Late-Middeleeuwen : munten, gewichten, bijlen, klingen Paleolithicum - Middeleeuwen : microstekers, werktuigen, boren, schaven, stekers, spitsen, brokken, schrabbers, kernen, klingen, bijlen, houtskool, handgevormd aardewerk, bakken/nappen, grondsporen, afslagen, gedraaid aardewerk Mesolithicum : kernen, klingen, schrabbers Paleolithicum - Romeinse tijd : ruwwandige kommen/schalen, sikkelmes, spitsen, bijlen, trapezium, werktuigen, slijpstenen, klopstenen, kernen, klingen, objecten, schaven, schrabbers, afslagen Paleolithicum - IJzertijd : amuletten/talismannen, slijpstenen, bekers, hamerbijlen, bijlen, klopstenen, beitels, boren, stekers, trapezium, maalstenen, kernen, klingen, schaven, schrabbers, werktuigen, afslagen, spitsen, objecten, handgevormd aardewerk Paleolithicum - IJzertijd : klingen, schrabbers, werktuigen, bijlen, afslagen, handgevormd aardewerk Paleolithicum - Nieuwe tijd : boren, werktuigen, schaven, combinatiewerktuigen, armbanden, spitsen, stekers, bijlen, muurrestanten, zaden/vruchten, steengoed, munten, onderdelen van vuurwapens, handgevormd aardewerk, brokken, slijpstenen, maalstenen, klopstenen, aardewerk, afslagen, kernen, klingen, schrabbers Laat-Paleolithicum - Mesolithicum : afslagen, spitsen Paleolithicum - IJzertijd : afslagen, boren, kernen, spitsen, klingen, klopstenen, schrabbers, handgevormd aardewerk, werktuigen, bijlen, objecten Paleolithicum - Nieuwe tijd : disques, beitels, maalstenen, bekers, combinatiewerktuigen, hamerbijlen, kralen, microstekers, stekers, trapezium, aambeelden, klopstenen, boren, schaven, werktuigen, afval, handgevormd aardewerk, slijpstenen, kokerbijlen, 16 Gegroepeerd per 50 meter. Pagina 14 van 21

52050, 130501, 130519, 130527, 232186, 232189 9412, 9479, 9480, 9591, 9681, 9719, 9741, 9772, 9775, 9788, 9886, 15476, 15811, 18792, 19354, 21299, 28499, 51992, 130500, 406126 950 meter ten noorden 9839, 52397 1000 meter ten noordoosten 3216, 9644, 30374 (administratief) 600 meter ten noordwesten objecten, messen, afslagen, kernen, klingen, schrabbers, bijlen, spitsen Paleolithicum - Nieuwe tijd : combinatiewerktuigen, vaatwerk, schaven, musketflinten, wrijfstenen, sikkelmes, hangers, hamerbijlen, stekers, bekers, gladwandige kruiken, ruwwandig gedraaid aardewerk, werktuigen, klopstenen, slijpstenen, handgevormd aardewerk, spinsteentjes, objecten, kralen, aardewerk, brokken, boren, kernen, schrabbers, spitsen, trapezium, bijlen, armbanden, dolken, gespen, messen, afslagen, klingen, beugelfibulae Mesolithicum - IJzertijd : kernen, schaven, spitsen, handgevormd aardewerk, afslagen, schrabbers, klingen Neolithicum - Late-Middeleeuwen : bijlen, Paffrath steelpannen, munten Vondstmeldingen binnen het onderzoeksgebied In ARCHIS staan vondstmeldingen geregistreerd. Nadat deze zijn gecontroleerd worden het waarnemingen. Tot die tijd staan ze als vondstmeldingen geregistreerd. Binnen het plangebied en het onderzoeksgebied staan geen vondstmeldingen geregistreerd (zie figuur 8). NUMIS NUMIS, oftewel het NUMismatisch InformatieSysteem, is een database waarin beschrijvingen zijn te vinden van in Nederland gevonden munten, penningen en andere numismatische voorwerpen. In NUMIS zijn alle bij het Geldmuseum bekende schatvondsten beschreven. Van de losse vondsten is met name materiaal van vóór het jaar 1600 na Christus opgenomen. 17 Aangezien de accuratesse van de gegevens in NUMIS niet toereikend is voor dit onderzoek, is NUMIS niet geraadpleegd. 3.8 Aanvullende informatie Archeologische Verenigingen Voor aanvullende informatie is contact gezocht met de heer Luys van de plaatselijke Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal.Buiten hetgeen in Archis staat, zijn hem geen andere vondsten bekend. Van dit perceel zijn zelfs geen vondsten in Archis gemeld. Dit heeft ook te maken met de toegankelijkheid van het terrein. 3.9 Korte bewoningsgeschiedenis van de gemeente Beesel 18 In deze paragraaf wordt een bespreking van de bewoningsgeschiedenis van de streek gegeven. Een algemene ontwikkeling van de bewoningsgeschiedenis van Nederland wordt weergegeven in bijlage 4. De oudste resten van menselijke activiteit in de gemeente Beesel bestaan uit (vuur)stenen werktuigen uit het Midden-Paleolithicum: twee vuistbijlen op het Haselt, een schrabber uit Maaskei, klingen en afslagen. De makers en gebruikers van deze werktuigen waren de Neanderthalers die hier tijdens de voorlaatste ijstijd rondtrokken in navolging van de dieren waar zij jacht op maakten. Hierbij kan gedacht worden aan rendieren, holenberen, wolharige neushoorns en mammoeten, die na de slacht ter plekke in tijdelijke kampementen gevild en verwerkt zijn. Het huidige Maasterrassenlandschap was toen al gevormd. De kampementen lagen op de plateaus van de Maasterrassen. Er heerste een poolklimaat met een toendralandschap met mossen en lage begroeiing. Een concentratie van waarnemingen van Paleolitische vondsten bevindt zich op het lage terras langs de Maas aan de oostzijde tussen Asselt en Reuver. 17 www.geldmuseum.nl/museum/content/zoeken-numis. 18 Boer, 2010. Pagina 15 van 21

Rond 8.800 v. Chr. (Mesolithicum) warmde het klimaat verder op en de hoeveelheid neerslag nam toe. Men vestigde zich ook nu op de hogere gelegen terreinen, zoals het Haselt en het Maasveld, om zich te beschermen tegen overstromingen. Op het Maasveld, in het noordwesten van de gemeente, heeft een nederzettingsterrein gelegen dat vanaf de Midden-Steentijd tot mogelijk in de Bronstijd in gebruik is geweest; een groot aantal vondsten van prehistorisch aardewerk en bewerkte vuursteen wijst in deze richting. Het terrein ligt aan de rand van een rivierterras vlak langs de Maas. Door de vele neerslag, door kwel van het hoogterras en de slechte drainage ontstond het moeras van het Meerlebroek. Moeras was voor bewoning niet geschikt, maar zal waarschijnlijk wel deel hebben uitgemaakt van het jachtterrein of een plaats van religieuze betekenis zijn geweest. In het Neolithicum doet de landbouw zijn intrede in West-Europa en ook in onze streken. Ten zuidoosten van Bussereind ligt een concentratie van Neolithische vondsten rond en op de Turfhei. Het is een terrein gelegen op een rug langs een oude Maasmeander. De geul is nog duidelijk aanwezig in het landschap. Deze geul is waarschijnlijk vrij continu watervoerend geweest tot in de 17 e eeuw. Van de overblijfselen van neolithische samenlevingen springen de grafheuvels het meest in het oog. In het zuidelijke deel van de gemeente, aan de Rijkselseweg en ten zuiden van Hoeve Waterloo zijn enkele grafheuvels uit het Neolithicum bekend. In de Bronstijd zijn landbouw en veeteelt de voornaamste vormen van bestaan. Dit uit zich in de bouw van boerderijen met een stalgedeelte, die ook nu op de hoger gelegen zones zijn gebouwd. De waterafvoer van de Maas nam toe en er traden regelmatig overstromingen op. De hogere landschapsgedeelten werden gekozen omdat ze minder getroffen werden door overstromingen. Op alle hogere landschapsdelen langs de Maas zijn daarom nederzettingen te verwachten. In de Late IJzertijd ontstaan kleine dorpjes. Mogelijk werden nederzettingsterreinen in deze periode in enkele gevallen kunstmatig opgehoogd met nederzettingsafval om zo veiliger voor overstromingen te zijn, een soort terp. De Bronstijd kenmerkt zich door de vele (rituele) deposities in natte gebieden, zoals het moerassige Meerlebroek. Een vijftal vindplaatsen kent een continuïteit van deposities vanaf de Steentijd tot in de Metaaltijden, o.a. op het Haselt. Ten zuidoosten van het Haselt ligt een nederzettingsterrein en mogelijk een grafveld uit de IJzertijd. Tegen het einde van de Bronstijd gaat men van inhumatiebegraving over op crematie. De crematieresten worden verzameld in een urn, begraven en bedekt met een heuvel. Dergelijke heuvels zijn gevonden bij Reuver en in het noordoosten van de gemeente vlakbij de landsgrens, op de overgang van het middenterras naar het hoogterras. Vlakbij de Witte Paal werden in 1839 enkele grafheuvels uit de Late Bronstijd opgegraven. Op de Dreesen Campken, ten westen van het Haselt is een grafveld uit de Brons- en IJzertijd gevonden, gelegen op een rivierduin. Ook in het bosgebied bij het Haselt zijn in het verleden urnen aangetroffen. Op het Haselt zijn ook veel fragmenten van La Tène armbanden gevonden. Deze worden in verband gebracht met een nederzetting en een grafveld uit de Late IJzertijd. Een andere concentratie van grafvondsten en grafheuvels ligt op het terrein bij de Bentheimerschans. Een paar honderd meter ten zuidwesten en direct ten oosten van het schansterrein zijn resten van een urnengrafveld (met ophogingen) uit de Brons- en IJzertijd gevonden. Ten zuiden van recreatiepark Lommerbergen en op de Krietheuvel werden urnen gevonden uit de Vroege IJzertijd. Met de komst van de Romeinen traden veel veranderingen op. Onder andere werden er wegen aangelegd, die als voornaamste doel had het snel kunnen verplaatsen van militaire troepen. Een belangrijke verbindingsweg liep vanaf Xanten naar de Maasvallei om vervolgens langs de oostelijke oever van de Maas in Heerlen uit te komen op de verbindingsweg Keulen- Boulogne. Vanaf de Witte Steen bij Reuver loopt de weg langs de Duits-Nederlandse grens over de Prinsendijk. Vroeger heette deze weg Koning Karelsweg of Steenweg. Ten zuiden van de Witte Steen is de weg nu nog in gebruik als landweg. Op Beesels grondgebied liep de route over het hoogterras. Het gebied onder langs het hoogterras was waarschijnlijk in de Romeinse tijd ook vrij vochtig door kwelwater. Langs de Romein- Pagina 16 van 21

se wegen lagen veelal grafvelden. Ten oosten van de Bentheimerschans ligt een Romeinse grafheuvel. Van de Romeinse vindplaatsen in Limburg zijn de villae het bekendst, met name op de vruchtbare lössgronden in Zuid-Limburg en op andere vruchtbare bodems, zoals de rivierkleigronden van Beesel. Een dergelijk villacomplex ligt op de Donderberg; een stuifduin. Op een andere stuifduin, de Solberg, ontwikkelt zich ook een Romeinse nederzetting. Het is gebleken dat het niet om een Romeinse villa gaat, maar om een inheems-romeinse nederzettingssite uit de 2 e en 3 e eeuw. Hoewel er veel vondstmateriaal uit de Romeinse tijd gevonden is, ontbreekt het aan restanten van steenbouw, die typerend zijn voor een villagebouw. Op de locatie waar de St. Lambertuskapel staat, zijn tijdens graafwerkzaamheden funderingen van een Romeins gebouw aangetroffen, mogelijk ook een villa. Aan de rand van een rivierduincomplex, vlakbij de plek waar de Schelkensbeek in het Maasdal uitmondt, ligt onder een esdek een nederzetting uit de Romeinse tijd. De Romeinse sporen verspreiden zich tot vlak langs de beek waar meer resten van een Romeinse villa zijn aangetroffen. De Vroege Middeleeuwen zijn slecht vertegenwoordigd in het vondstmateriaal. De enige vroegmiddeleeuwse resten die in de gemeente bekend zijn, zijn ongeveer 250 meter ten zuidwesten van de St. Lambertuskapel gevonden aan de Sangersweg. Het gaat om een afvalkuil, houtskool en aardewerk, onder andere een pot van Badorf-aardewerk, uit de 8 e of 9 e eeuw. De oudste vondst van deze locatie is een aardewerkscherf uit de 5 e of 6 e eeuw. Mogelijk wijzen deze vondsten op de locatie van een Merovingische nederzetting. Tussen Rijkel en Aoleberg werd, evenals ten noorden van Schelkensbeek, Frankisch aardewerk gevonden. Vrijwel alle bewoning bleef in de Merovingische periode geconcentreerd in de strook tussen Maas en Meerlebroek. In de Volle Middeleeuwen, meer dan in de Vroege Middeleeuwen, was het landschap dynamischer. De Maas verplaatste haar bedding regelmatig en de overstromingen die het Maasdal teisterden waren van grote invloed op de mogelijkheden van de mens om het Maasdal te bewonen en gebruiken. De bewoning concentreerde zich op de hoger gelegen delen in, nu nog bestaande, dorpen. Na 1000 komt er meer ontbossing als gevolg van de toenemende houtbehoefte. Deze behoefte hing samen met de periode van economische bloei van de 11 e tot in de 14 e eeuw. De bevolking groeide, grote gebieden werden ontgonnen, steden werden gesticht. Het laaggelegen gebied was destijds minder geschikt voor bewoning maar was wel goed bruikbaar voor de bouw van watermolens en baksteenovens. Als de behoefte aan land toeneemt, vinden er ontginningen en ontwatering plaats. Kastelen spelen waarschijnlijk een belangrijke rol bij de ontginningen en bij de controle over bijvoorbeeld de ijzerindustrie. Ook dragen ze bij aan de beheersing van de handel en het transport op de Maas. Enkele kilometers ten zuiden van gemeente Beesel en in de zuidwesthoek van de gemeente blijkt de dynamiek van de Maas uit de vondsten van onder andere scheepsresten in verlande beddingen. In de 14 e of 15 e eeuw werd de lus tussen Rijkel en Swalmen doorgesneden door de Maas. Uit deze periode stamt scheepshout dat bij de Biesweerd langs de oostoever van de Laatmiddeleeuwse Maas werd gevonden. Uit de periode 11 e tot 13 e eeuw zijn meer gegevens bekend uit de gemeente Beesel. Zo is bij het recreatiepark Lommerbergen veel laatmiddeleeuws aardewerk, houtskool en verbrande leem aangetroffen. Waarschijnlijk gaat het om een zogenaamde Wüstung die in de 11 e eeuw tot het midden van de 13 e eeuw werd bewoond. De huidige woonkernen in de gemeente Beesel zijn alle in de Middeleeuwen of daarna ontstaan. Ten oosten en zuidoosten van Rijkel ligt een aantal kampontginningen, waaronder de omgrachte Baxhof, net over de grens met Swalmen. Het is een mooi voorbeeld van een grote middeleeuwse kampontginning. Ten noorden van Rijkel staat De Grauwe Beer, een Zaanse molen. In Zaandam werd deze molen in 1891 tot stellinghoogte afgebroken en in onderdelen via het water naar Beesel gevoerd. De eerste standplaats van de molen was langs de St. Anthoniusstraat. In 1981 werd ze volledig gerestaureerd en verplaatst naar de huidige locatie aan de Drakenweg. De oude dorpskern van Beesel ligt in het gedeelte dat nu Ouddorp wordt genoemd. Hier liggen de oudste huizen en de oude kerk die op het hoogste punt van het dorp is gelegen. De nederzetting ontstond in de 12 e eeuw op een langgerekte noord-zuid lopende rug aan de Maas. De kerk lag aan een driehoekig plein, de Markt. Hier zijn de Pagina 17 van 21

fundamenten en een deel van de vloeren van deze laatmiddeleeuwse kerk opgegraven. Tot en met de 16 e eeuw kon men in Beesel droog wonen. Vanaf de 17 e eeuw werd het gevaar voor overstromingen door een veranderend klimaat groter. In 1643 stortte de kerk tijdens een overstroming in. De dreiging van nieuwe overstromingen werd groter en de oever van de Maas kwam dichterbij. Een nieuwe kerk en dorpskern werden gebouwd op een hoger gelegen terrein. De huidige dorpskern van Beesel is daar rond 1750 ontstaan. Ten oosten van Beesel en Swalmen lag een landweer die de naam Wolfsgraaf droeg. Een eerste vermelding van deze landweer is uit 1554. Het bouwwerk bestaat uit een wal. Het gedeelte dat nu in de gemeente Beesel ligt, was beplant met een haag en werd geflankeerd door een rij kuilen; naast het deel dat in de gemeente Roermond ligt, lag een droge gracht. Fragmenten van de landweer zijn nog aanwezig. De bewoningskern Beesel kan in haar oorspronkelijke vorm gekarakteriseerd worden als een kransakkerdorp: een dorp bestaande uit een krans van langs een centrale akker gelegen buurtschappen met een centraal daartussen gelegen kerk- of marktdorp. De uitbreiding van de bebouwing in de 19 e eeuw vond plaats langs oude wegen, de weg die Rijkel, Beesel en Reuver verbindt en langs de weg die vanuit de kern van Beesel naar het westen richting Maas loopt. 19 3.10 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Op grond van het bureauonderzoek is de volgende gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld: Tabel VII. Gespecificeerde archeologische verwachting Archeologische periode Gespecificeerde verwachting Te verwachten resten en/of sporen Relatieve diepte t.o.v. het maaiveld (Laat-)Paleolithicum Hoog Vuursteenstrooiïngen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen Mesolithicum Hoog Vuursteenstrooiïngen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen Neolithicum Hoog Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen, houtskool en gebruiksvoorwerpen Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen Bronstijd Hoog Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen, metaalresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen IJzertijd Hoog Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen Romeinse tijd Hoog Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen Middeleeuwen Hoog Bewoningssporen van een (boeren)erf: kleine fragmenten aardewerk, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten, organische resten en gebruiksvoorwer- Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen 19 Giesen: tussen Maas en Meerlebroek. Pagina 18 van 21

pen Nieuwe tijd Hoog Bewoningssporen van een (boeren)erf: kleine fragmenten aardewerk, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten, organische resten en gebruiksvoorwerpen Onder maaiveld/in het esdek en in de top van de dekzandafzettingen Uit de landschappelijke ligging op een terras van de Maas omringd door een aantal geulen blijkt dat het plangebied vanaf het Paleolithicum gunstig is geweest voor jagers-verzamelaars en vanaf het Neolithicum voor landbouwers. Uit de archeologische gegevens die verzameld zijn uit het onderzoeksgebied blijkt dat er in de omgeving van het plangebied grote aantallen sporen van menselijke activiteit zijn waar genomen vanaf het Paleolithicum tot en met de Nieuwe tijd, met een nadruk op de Steentijd. In het hele plangebied kunnen archeologische resten voorkomen uit alle archeologische perioden. De kans op het voorkomen van de resten is hoog. De archeologische resten worden direct aan of onder het maaiveld verwacht. De vondstenlaag wordt verwacht in de eerste 30 cm beneden het maaiveld. Archeologische sporen (uitgezonderd diepe paalsporen en waterputten) worden binnen 50 cm beneden het maaiveld verwacht. Deze archeologische resten bestaan hoofdzakelijk uit aardewerk- en/of vuursteenstrooiïngen. Organische resten en bot zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. Het complextype en de omvang kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte gegevens. Bodemverstoring Dat een gebied een middelhoge of hoge archeologische verwachting heeft, hoeft niet te betekenen dat de eventueel aanwezige archeologische resten ook behoudenswaardig zijn. Als gevolg van bodemingrepen kunnen vindplaatsen geheel of gedeeltelijk verstoord zijn. De waarde van archeologische vindplaatsen wordt grotendeels bepaald door de mate waarin vondsten in situ bewaard zijn gebleven in de bodem en/of grondsporen intact zijn. Het plangebied is in het verleden in gebruik geweest als bouwland en tussen 1958 en 1967 is er bebouwing gerealiseerd in de zuidoosthoek van het plangebied en tussen 1967 en 1979 is er ten zuiden en westen in het plangebied een groenstrook gerealiseerd. Door ploegen, planten en bouwactiviteiten kunnen eventueel aanwezige archeologische waarden, die vanaf het maaiveld worden verwacht, mogelijk verloren zijn gegaan. 4 INVENTARISEREND VELDONDERZOEK 4.1 Methoden Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd in de vorm van een verkennend booronderzoek, conform de eisen van de KNA, versie 3.3, specificatie VS03. Voor het inventariserend veldonderzoek is op 16 maart 2015 door drs. A.H. Schutte (senior KNA-) een Plan van aanpak (PvA) opgesteld. In totaal zijn er zes boringen gezet (zie figuur 10). Er is geboord tot een diepte van maximaal 1,4 m - mv met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm. De boringen zijn verspreid binnen het plangebied gezet. Bij het zetten van de boringen is rekening gehouden met de aanwezige verhardingen en gebouwen. De boringen zijn lithologisch conform de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode beschreven. 20 De exacte locatie van de boringen (x- en y-waarden) is vastgelegd met behulp 20 Bosch, 2005. Pagina 19 van 21

van dgps. Van alle boringen is de maaiveldhoogte afgeleid van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). Aan de hand van het opgeboorde materiaal is beoordeeld of er wel, niet of deels sprake is van een gaaf bodemprofiel. Tevens is gekeken naar de aanwezigheid van mogelijke vegetatie- en/of cultuurlagen, die zichtbaar zijn als bodemverkleuringen. Het opgeboorde materiaal is in het veld door middel van versnijden/verkruimelen geïnspecteerd op het voorkomen van archeologische indicatoren, zoals fragmenten vuursteen, aardewerk, houtskool, verbrande leem en bot. 4.2 Resultaten Geologie en bodem De resultaten van de boringen zijn opgenomen in de vorm van boorprofielen en worden in bijlage 6 weergegeven. Twee boringen vertonen een intacte bodemopbouw, boringen 1 en 5. Onder de bouwvoor zit een B- horizont van matig grof zwak siltig zand met daaronder een C-horizont van zwak lemig zand. Boring 1 is iets dieper doorgezet en bij deze boring zit onder het leempakket matig fijn, zwak siltig zand dat dermate los van structuur was dat het naar boven halen van de boor er grotendeels uit viel. De resterende boringen hadden onder de bouwvoor een gevlekte laag van 30 tot 60 cm dik wat duid op bodemverstorende ingrepen, waarschijnlijk in het kader van grondverbetering. Voor de rest komen de verstoorde boringen grotendeels overeen met boringen 1 en 5. Het aangetroffen intacte bodemprofiel komt overeen met het bodemtype zoals weergegeven op de Bodemkaart van Nederland (zie 3.6). Archeologie In geen van de boringen zijn archeologische indicatoren waargenomen. Het gaat hier echter om een verkennend bodemonderzoek, dat zich richt op de bodemopbouw en mogelijke bodemverstoringen die de archeologische trefkans kunnen beïnvloeden en niet zo zeer op het onderzoeken op de aanwezigheid van archeologische vondsten en/of sporen. 4.3 Beantwoording onderzoeksvragen veldonderzoek Voor het veldonderzoek is een aantal onderzoeksvragen opgesteld. Hieronder worden deze vragen beantwoord voor zover het veldonderzoek de daarvoor benodigde gegevens heeft opgeleverd; Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied? Twee boringen vertonen een intacte bodemopbouw, boringen 1 en 5. Onder de bouwvoor zit een B-horizont van matig grof zwak siltig zand met daaronder een C-horizont van zwak lemig zand. Bij boring 1, die iets dieper doorgezet, zit onder het leempakket matig fijn, zwak siltig zand. De resterende boringen hadden onder de bouwvoor een gevlekte laag. Voor de rest komen de verstoorde boringen grotendeels overeen met boringen 1 en 5. Is het bodemprofiel binnen het plangebied intact of (geheel of gedeeltelijk) verstoord en indien verstoord, tot welke diepte gaat deze verstoring? Het bodemprofiel is binnen een groot deel van het plangebied verstoord, vier van de boringen hadden onder de bouwvoor een gevlekte laag van 30 tot 60 cm dik. Bij boringen 1 en 5 was de bodemopbouw intact. Wat zijn de gevolgen van het in het plangebied aangetroffen bodemprofiel voor de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied. Pagina 20 van 21

De gespecificeerde archeologische verwachting van een groot deel van het plangebied dient te worden bijgesteld naar laag, alleen voor de noordwest- en zuidoosthoek van het plangebied blijft de gespecificeerde archeologische verwachting gehandhaafd. 5 CONCLUSIE EN SELECTIEADVIES 5.1 Conclusie Het bureauonderzoek toonde aan dat er zich mogelijk archeologische waarden in het plangebied zouden kunnen bevinden. In het bijzonder verhoogt de ligging van het plangebied op een terras van de Maas omringd door een aantal geulen de kans daarop. Daarom is aansluitend een inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uitgevoerd. De aangetroffen bodemopbouw is voor een groot deel van het plangebied verstoord, van 60 tot 90 centimeter onder maaiveld. Slechts in de noordwest- en zuidoosthoek van het plangebied zijn intacte bodems aangetroffen. Daar waar het bodemprofiel is verstoord, binnen het plangebied, kan worden geconcludeerd dat archeologische waarden niet meer in situ worden verwacht. De feitelijke nieuwbouw gaat plaats vinden ter hoogte van boring 2 en 3, daar waar de bodem verstoord is. 5.2 Selectieadvies Binnen het centrale deel van het plangebied (ter hoogte van boringen 2-4 en 6), waar het bodemprofiel is verstoord en waar dus geen archeologische waarden worden verwacht, wordt geadviseerd geen vervolgonderzoek te laten uitvoeren. Voor het deel van het plangebied, waar nog archeologische waarden worden verwacht, adviseert Econsultancy een dubbelbestemming archeologie waarbij de mogelijke archeologische waarden in situ worden bewaard. Hiertoe dienen beschermende regels in het bestemmingsplan te worden opgenomen. Bovenstaand advies vormt een selectieadvies. De resultaten van dit onderzoek zullen eerst moeten worden beoordeeld door het bevoegd gezag (gemeente Beesel), die vervolgens een selectiebesluit neemt. Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethode. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het vrij gegeven deel van het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Econsultancy wil de opdrachtgever er daarom ook op wijzen dat, mochten tijdens de geplande werkzaamheden daar toch archeologische waarden worden aangetroffen, er conform artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988 een meldingsplicht geldt bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Infodesk email: info@cultureelerfgoed.nl of tel: 033-4217456), de gemeente Beesel of de Provincie Limburg. Pagina 21 van 21

Figuur 1. Situering van het plangebied binnen Nederland Waterloseweg 3a te Beesel Situering van het plangebied binnen Nederland (bron : http://gis.kademo.nl/gs2/wms) Legend a Plangebied

Figuur 2. Detailkaart van het plangebied Waterloseweg 3a te Beesel Detailkaart van het plangebied binnen Nederland Legenda Plangebied

Figuur 3. Luchtfoto van het plangebied Waterloseweg 3a te Beesel Luchtfoto van het plangebied Legenda Plangebied

Figuur 4. Situering van het plangebied binnen de historische kaarten Situatie 1*** (bron: Vrije Universiteit Amsterdam Beeldbank) Situatie 1896 (bron: www.watwaswaar.nl) Situatie 1937 (bron: www.watwaswaar.nl) Situatie 1967 (bron: www.watwaswaar.nl) Situatie 1979 (bron: www.watwaswaar.nl) Situatie 1988 (bron: www.watwaswaar.nl) Waterloseweg 3a te Beesel Situering van het plangebied binnen de historische kaarten Legenda Plangebied

Figuur 5. Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart Waterloseweg 3a te Beesel Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart Plangebied

Figuur 6. Situering van het plangebied binnen het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Waterloseweg 3a te Beesel Situering van het plangebied binnen Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Legenda Plangebied

Figuur 7. Situering van het plangebied binnen de Bodemkaart Waterloseweg 3a te Beesel Situering van het plangebied binnen de bodemkaart Legenda Plangebied

Figuur 8. Archeologische Gegevenskaart van het onderzoeksgebied Waterloseweg 3a te Beesel Archeologische Gegevenskaart van het onderzoeksgebied (bron: Archeologisch informatiesysteem Archis2, AHN)