VNUS Closure Procedure poliklinische behandeling van spataderen (varices)
VNUS CLOSURE PROCEDURE Deze folder geeft informatie over de VNUS Closure Procedure: een poliklinische behandeling van spataderen (varices). INLEIDING Spataderen komen veel voor. Uit onderzoek blijkt dat één op de vier volwassenen enigerlei vorm van spataderen heeft. Bij vrouwen komt het twee- tot driemaal vaker voor dan bij mannen. Het voorkomen van spataderen neemt toe met de leeftijd. DE WERKING VAN HET ADERSYSTEEM In het lichaam komt een uitgebreid netwerk voor van bloedvaten voor het transport van het bloed door het lichaam. Slagaders zijn bloedvaten, waardoor het bloed van het hart naar alle delen van het lichaam wordt vervoerd. Aders zijn bloedvaten, die het bloed terugvoeren vanaf de lichaamsdelen naar het hart. Er worden vervolgens drie soorten aderen onderscheiden: - Oppervlakkige aderen - Diepe aderen - Perforante aderen, dit zijn de verbindingsvaten die het oppervlakkige en diepe adersysteem met elkaar verbinden. HOE ONTSTAAN SPATADEREN? Spataderproblemen doen zich voornamelijk aan de benen voor. Hier moet het bloed via de aderen veelal tegen de zwaartekracht in omhoog vervoerd worden naar het hart. Om te voorkomen dat het bloed terugzakt in de benen, hebben de aderen kleppen. Helemaal boven in het been (in de lies) en in de knieholte bevinden zich de belangrijkste kleppen. Op die plaatsen komen oppervlakkige onder de huid gelegen
en diepliggende aderen samen. Als deze kleppen slecht werken (ze kunnen niet goed sluiten en gaan lekken), kunnen spataderen ontstaan doordat het bloed terugzakt in het been, wat abnormale verwijdingen van de aderen tot gevolg kan hebben die onder de huid zichtbaar zijn als uitgezette blauwe kronkelende vaten. De zichtbare spataderen zijn vaak de oppervlakkiger verlopende zijtakken van de slecht werkende hoofdader. Deze laatste ligt over het algemeen wat dieper en is vaak niet zichtbaar. Een normale ader met goed werkende kleppen en een spatader met slecht sluitende kleppen, waardoor het bloed kan terugstromen diepe hoofdader systeem grote oppervlakkige hoofdader (VSM: vena saphena magna) kleine oppervlakkige hoofdader (VSP: vena saphena parva)
WIE KRIJGEN SPATADEREN? Spataderen behoren tot één van de meest voorkomende klachten in de spreekkamer van de huisarts. Er is een duidelijke toename van het vóórkomen van spataderen met het toenemen van de leeftijd. Op de leeftijd van 20 jaar is dat 10%; bij 40 jaar 40% voor vrouwen en 25% voor mannen en bij 80-jarigen is er bij circa 70% van de vrouwen en 60% van de mannen sprake van spataderen. Eigenlijk kan iedereen spataderen krijgen, maar sommige groepen mensen zijn meer vatbaar voor het krijgen van spataderen: Aanleg: aangeboren zwakte van de kleppen. Zwangerschap: door de druk van de groeiende baarmoeder en hormonale invloeden kunnen tijdens de zwangerschap spataderen ontstaan. Overgewicht. Lang staan: veel en lang (stil) moeten staan tijdens werk of bezigheden. Na een trombosebeen: door trombose van de diepe ader kunnen de kleppen in die ader en in de overige aders overbelast raken en beschadigen, waardoor er lekkage kan gaan ontstaan. WELKE KLACHTEN KUNNEN SPATADEREN GEVEN? Over het algemeen zijn de klachten van spataderen progressief. In veel gevallen geven spataderen geen klachten, maar vinden mensen de zichtbare vaten storend en lelijk. Vaak hebben mensen door de verstoorde bloedafvoer uit het been een zwaar of moe gevoel in het been, met soms klachten van pijn of jeuk. Het been kan in de loop van de dag dikker worden en s nachts aanleiding geven tot kramp of een rusteloos kriebelend gevoel. Er kan soms huiduitslag of verkleuring van de huid ontstaan. Een enkele keer kan zich een aderontsteking of een spataderbloeding voordoen. In het ergste geval ontstaat er een open been : dan is er een huidzweer, die niet wil genezen. WELK ONDERZOEK IS NOODZAKELIJK? Om een duidelijk beeld te kunnen krijgen van de aderwerking en eventuele afwijkingen, vindt eerst een zogenaamd duplex-onderzoek plaats. Dit onderzoek vindt
plaats op het functiecentrum, ook wel het vaatlab genoemd. De vaatlaborant informeert naar de aard en de duur van uw klachten. Daarna vindt het duplexonderzoek plaats. Dit is een pijnloos onschadelijk uitwendig onderzoek met geluidsgolven (echo-doppler, geen röntgenstralen) naar de werking van de aderen. WAT ZIJN DE BEHANDELMOGELIJKHEDEN? Behandeling van spataderen is vanuit medisch oogpunt vaak niet noodzakelijk. Afhankelijk van de uitgebreidheid van de aandoening, de klachten en de bevindingen bij het onderzoek zijn er verschillende mogelijkheden van behandeling. De behandeling kan bestaan uit (soms in combinatie): Sclerocompressie-therapie: het inspuiten (scleroseren) van de spataderen door de dermatoloog, gevolgd door het gedurende enkele weken dragen van kousen of zwachtels (compressie), waarna de aderen onzichtbaar of minder zichtbaar worden. Flebectomie volgens Müller op de poliklinische OK door de dermatoloog of chirurg: onder plaatselijke verdoving worden de spataderen via heel kleine sneetjes verwijderd of dichtgebonden. Endoveneuze ablatie door de chirurg: een alternatief voor de klassieke stripoperatie. De slecht werkende hoofdader wordt onder plaatselijke verdoving op de poliklinische OK inwendig dichtgemaakt door middel van hoogfrequente radiogolven (radiofrequente ablatie (RFA) ofwel de VNUS Closure Procedure). Daarna is soms aanvullende sclerocompressietherapie of flebectomie nodig om de overgebleven zichtbare adertjes te laten verdwijnen. Behandeling op de operatiekamer door de chirurg, veelal in dagbehandeling. Onder algehele narcose of met een ruggenprik wordt de hoofdader verwijderd (gestript), of de spataders via kleine sneetjes verwijderd (zie flebectomie). Aanmeten van steunkousen. Over deze behandelingen zijn veelal aparte folders beschikbaar.
Mensen die gevoelig zijn voor het ontwikkelen van spataderen kunnen ondanks aanvankelijk succesvolle behandelingen soms opnieuw spataderen krijgen. DE VNUS CLOSURE PROCEDURE, HOE GAAT DIT IN ZIJN WERK? De VNUS Closure Procedure is een alternatief voor de klassieke strip-operatie voor de slecht werkende hoofdader en heeft deze operatie in ons ziekenhuis geheel vervangen. Als u in het verleden al een strip-operatie heeft ondergaan, kan het zijn dat de VNUS Closure Procedure voor u niet geschikt is. Om voor deze poliklinische behandeling in aanmerking te komen zal bij u een duplexonderzoek verricht zijn die slecht werkende hoofdader heeft aangetoond aan de binnenzijde van het bovenbeen (VSM) of langs de achterzijde van de kuit (VSP), al dan niet aan beide benen. Voor de behandeling van de hoofdader aan de binnenzijde van het bovenbeen komt u op de poliklinische behandelkamer in rugligging op de operatietafel te liggen, voor de behandeling van de ader aan de achterzijde van de kuit in buikligging. Het te behandelen ontblote been wordt allereerst gedesinfecteerd en afgedekt met steriele doeken. De arts geeft een prikje voorverdoving op de plaats waar de ader zal worden aangeprikt: voor de ader aan de binnenzijde van het been (VSM) vlakbij de knie, voor de ader aan de achterzijde van het been (VSP) laag op de kuit. Er wordt een klein steekgaatje in de huid gemaakt, waarna de ader met een holle naald wordt aangeprikt onder echogeleide beeldvorming. Dit is voor de arts vaak het lastigste onderdeel van de ingreep, zeker als de ader wat smal is. Het aanprikken kan soms wat gevoelig zijn. Als de ader is aangeprikt, wordt hier een lange voerdraad in opgevoerd, richting hoofdeinde. Hieroverheen wordt een dikker buisje (de sheath) opgevoerd, het werkkanaal waardoor straks de behandelkatheter kan worden ingebracht. Het opvoeren van deze sheath gaat snel, maar kan wel een kortdurend pijnlijk gevoel geven. Door de sheath
wordt de behandelkatheter ingebracht, vanaf de knie tot in de lies, danwel vanaf de kuit tot in de knieholte. Hierna moet het gehele traject rondom de behandelkatheter in de ader plaatselijk verdoofd worden. Dit betekent dat u een serie injecties krijgt langs de binnenzijde van het been (VSM), danwel over de kuit (VSP). Deze prikjes worden over het algemeen als niet erg pijnlijk ervaren. De vloeistof die hiermee rijkelijk wordt ingespoten, doet naast verdoving dienst als een soort koelvloeistof rondom de ader, om het omliggende weefsel straks tegen de hitte van de behandelkatheter te beschermen. Het been wordt alleen plaatselijk verdoofd en raakt niet tijdelijk verlamd. U kunt na de ingreep gewoon lopen. Na het toedienen van de injecties gaat de behandeling pas echt beginnen: de behandelkatheter wordt aangezet. Door middel van radiogolven wordt het uiteinde van de katheter verhit tot 120 graden Celsius, waardoor de ader als het ware van binnenuit wordt dichtgesmolten. Pijn of hitte hoort u op dit moment niet meer te voelen. Mocht u tijdens de behandeling toch pijn of hitte ervaren, is het van groot belang dat u dit direct meldt, zodat de arts de behandeling kan onderbreken om wat extra verdovingsvloeistof in te spuiten. De katheter wordt stapsgewijs teruggetrokken en enkele minuten later is de behandeling klaar. Het steekgaatje in de huid wordt afgeplakt met een drukverbandje en u krijgt een lange steunkous aangemeten. Deze kous mag al na 24 uur worden uitgetrokken. U mag zich weer aankleden en lopend de behandelkamer verlaten. Het is verstandig niet zelf auto te rijden na de behandeling, dus neemt u iemand mee die u nadien thuisbrengt. Het is goed om na de behandeling veel te lopen. Mocht u dichtbij het ziekenhuis wonen, is naar huis lopen dus te overwegen.
NOODZAKELIJKE VOORBEREIDINGEN Als u bloedverdunners gebruikt of ergens overgevoelig voor bent, is het belangrijk om dit aan de arts of verpleegkundige te melden. U hoeft niet nuchter te zijn voor de ingreep, u kunt dus gewoon eten en drinken. Het is verstandig om u te laten begeleiden wanneer u na de ingreep naar huis gaat en niet zelf auto te rijden. ADVIEZEN NA DE VNUS CLOSURE PROCEDURE: WAT KUNT U VERWACHTEN? Het is goed om na de behandeling veel te lopen. Voordat u naar huis gaat dient u een kwartier door of rond het ziekenhuis te wandelen. Maakt u dan bijvoorbeeld gebruik van de mogelijkheid de controle-afspraak te maken bij het secretariaat van de chirurgen (volg de bordjes: BLAUW 34). Probeer na de ingreep een paar maal per dag even te wandelen. Tip: als u langer dan 1 uur moet rijden, stop dan halverwege om een wandeling van ten minste een kwartier te maken. U krijgt direct na de behandeling een lange steunkous aangemeten, deze dient u 24 uur te dragen (dus ook de 1 e nacht). Daarna mag de kous uit. Het drukkend verbandje dat op de insteekopening zit mag na 24 uur eveneens verwijderd worden. De verdovingsvloeistof kan na de behandeling wat teruglekken uit het been waardoor de kous wat vochtig kan worden, soms met een stipje bloed erbij. Dit kan geen kwaad. In principe mag u alles doen. U kunt, als u zich goed voelt, de volgende dag uw werk hervatten. Als leidraad kunt u aanhouden: alles wat u kunt doen zonder klachten, kan geen kwaad. Hardlopen en andere sporten waarbij veel gesprongen moet worden, worden in de 1 e week afgeraden. De eerste week liever ook niet zwemmen, langdurig in bad of naar de sauna, in verband met kans op infectie van de wondjes. Douchen is geen enkel bezwaar.
Soms kunt u wat blauwe plekken hebben na de behandeling, deze verdwijnen vanzelf. In sommige gevallen kan een klein huidzenuwtakje door de katheter zijn meeverhit, waardoor een (tijdelijk) doof of prikkelig gevoel bestaat. Over het algemeen trekt dit vanzelf weg, in zeer zeldzame gevallen is het blijvend. Tegen de pijn kunt u bijvoorbeeld Paracetamol gebruiken, tot maximaal 4x daags 2 tabletten van 500 mg. De pijn valt over het algemeen erg mee. Ongeveer 5 tot 10% van de mensen kan na de behandeling last krijgen van een ontstekingsreactie (tromboflebitis) van de behandelde ader of een zijtak ervan. Het been voelt dan ter plaatse warm en pijnlijk aan en kan wat rood zijn. Zo n ontstekingsreactie is pijnlijk maar niet gevaarlijk en het trekt in de loop der dagen of weken vanzelf weg. Om de klachten te verlichten mag u pijnstilling gebruiken (liefst zogenaamde NSAID s zoals Diclofenac of Ibuprofen, vanwege het ontstekingsremmende effect) en is het vaak prettig de steunkous wat langer te dragen (alleen overdag). Als u klachten heeft kunt u contact met ons opnemen, ons telefoonnummer is 0599-654631 of 0599-654514. NB: Spataderen die aan de buitenkant duidelijk zichtbaar zijn, zullen door deze behandeling veelal niet onzichtbaar worden, maar wel duidelijk minder gezwollen, doordat er minder druk op staat. Het loont zich om zeker 3 tot 6 maanden af te wachten om te zien in hoeverre de vaatjes door de VNUS-behandeling droogvallen. Als u de vaatjes echt helemaal kwijt wilt, is vaak na enkele maanden een aanvullende behandeling nodig, bijvoorbeeld door middel van wegspuiten (sclerocompressietherapie) of het verwijderen van de adertjes onder plaatselijke verdoving via kleine sneetjes (flebectomie/convolutectomie). Als u aanleg hebt voor het ontwikkelen van spataderen, kunnen deze zich ondanks de behandeling helaas soms in de loop van uw leven opnieuw gaan manifesteren, doordat de druk op de bloedvaten zich via een nieuwe weg een uitweg kan gaan zoeken.
WORDT HET VERGOED? Een behandeling voor spataderen wordt doorgaans gewoon vergoed. Informeert u zo nodig bij uw verzekering of de behandeling die voor u het meest geschikt is in het basispakket of aanvullende verzekering wordt vergoed. VRAGEN OF VERHINDERING Voor dringende vragen naar aanleiding van uw bezoek aan de polikliniek of bij verhindering kunt u contact opnemen met het secretariaat chirurgie (0599-654514) of het secretariaat dermatologie (0599-654553). INFORMATIE OP INTERNET Op de website van het Refaja Ziekenhuis (www.refaja.nl) en van de firma (www.spataderenvrij.nl) kunt u een link vinden naar de informatiefolder over de VNUS Closure Procedure. Ook is een filmpje over deze behandeling te zien dat in ons ziekenhuis is opgenomen. Dit filmpje is ook op YouTube te vinden: http://www.youtube.com/watch?v=pt4jndzfqh0, of zoek op bijvoorbeeld Refaja en spataderen of VNUS.