De planning van het medisch aanbod in België: artsen STATUSRAPPORT 2010



Vergelijkbare documenten
12 JUNI Koninklijk besluit betreffende. de planning van het medisch aanbod

30 MEI Koninklijk besluit betreffende de planning van het medisch aanbod.

KWANTITATIEVE PROJECTIE VAN HET EFFECT VAN DE DUBBELE

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod

KWANTITATIEVE VOORSPELLING VAN HET EFFECT VAN DE DUBBELE

AANVRAAGFORMULIER ERKENNING UE/EEE/SWITZERLAND BEROEPSTITEL: HUISARTS & GENEESHEER-SPECIALIST

KWANTITATIEVE VOORSPELLING VAN HET EFFECT VAN DE DUBBELE

HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen.

JAARSTATISTIEKEN GEZONDHEIDSBEROEPEN IN BELGIË: AANTAL BEROEPSBEOEFENAARS 31/12/2010 EN INSTROOM 2010

12 20*02= Heroriëntatie van de carrière ALGEMENE GENEESKUNDIGEN: 09/

Brussel, september 2007 V 1.0

Artsen : Internationale mobiliteit

BS Gewijzigd door: MB (BS ) HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 49ter van dat koninklijk besluit heeft slechts een beperkte draagwijdte. Het luidt als volgt:

BEROEPSBEOEFENAARS VAN GEZONDHEIDSBEROEPEN IN BELGIË JAARSTATISTIEKEN PER 31/12/2007

Interuniversitaire. Permanente Vorming Arbeidsgeneeskunde

JAARSTATISTIEKEN MET BETREKKING TOT DE BEOEFENAARS VAN GEZONDHEIDSZORGBEROEPEN IN BELGIË

AANVRAAGFORMULIER «ARTIKEL 146» - BIJZONDERE VRIJSTELLINGEN VOOR DE UITOEFENING VAN ZEKERE DELEN VAN DE GENEESKUNDE

Aanpassing van het KB nr. 78 door de Gezondheidswet 2014: naar een kwaliteitsvolle verpleegkunde

ERKENDE BEROEPSBEOEFENAARS VAN GEZONDHEIDSBEROEPEN IN BELGIË JAARSTATISTIEKEN PER 31/12/2006

JAARSTATISTIEKEN GEZONDHEIDSBEROEPEN IN BELGIË: AANTAL BEROEPSBEOEFENAARS 31/12/2008 EN INSTROOM 2008

JAARSTATISTIEKEN GEZONDHEIDSBEROEPEN IN BELGIË: AANTAL BEROEPSBEOEFENAARS 31/12/2009 EN INSTROOM 2009

Kinesitherapie Louis Ide

Tewerkstelling van buitenlandse artsen in België

Enkele factoren die het medisch aanbod sturen. Prof. B. Himpens

Tandartsen: internationale mobiliteit

JAARSTATISTIEKEN MET BETREKKING TOT DE BEOEFENAARS VAN GEZONDHEIDSZORGBEROEPEN IN BELGIË

Planningsmodellen beroepsbeoefenaars. gezondheidszorg

1 MAART Ministerieel besluit. tot vaststelling van. de criteria. voor de erkenning van huisartsen

Ieder advocaat stelt vrij zijn jaarlijks vormingsprogramma samen. Het volgen van activiteiten van permanente vorming levert punten op.

SCHEMA VAN HET TRAJECT DAT GEZONDHEIDSWERKERS AFLEGGEN OM HUN BEROEP IN BELGIË UIT TE OEFENEN

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN

JAARSTATISTIEKEN /09 MET BETREKKING TOT DE BEOEFENAARS VAN GEZONDHEIDSZORGBEROEPEN IN BELGIË *02=0 20/12/1985

Logopedisten. Alles wat u wilt weten over uw erkenning

ERKENNING VAN DE PARAMEDISCHE BEROEPEN

FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Laarbeeklaan Brussel AANVULLEND FACULTAIR DOCTORAATSREGLEMENT

Planningsmodellen beroepsbeoefenaars. gezondheidszorg

Audiologen en audiciens

FEDERAAL PARLEMENT EXAMEN GEORGANISEERD MET HET OOG OP DE AANWERVING EN DE SAMENSTELLING VAN EEN WERVINGSRESERVE VAN

Publicatie KB omtrent zorgkundige

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

OrthoptisteN. alles wat u wilt weten over uw erkenning

Beroepskwalificaties Verpleegkundigen binnen Europa: Richtlijn 2005/36/EG

Problemen & oplossingen (uitdagingen) TANDHEELKUNDE Prof Dominique Declerck, KU Leuven

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

BESLISSING (B) CDC-628E/26

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen,

Richtlijn 2005/36 Vlaams Decreet Opmerkingen

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Koninkrijk België TANDARTSEN. Orthodontie O Eerste aanvraag O

16 FEBRUARI Ministerieel besluit. tot vaststelling van de criteria voor erkenning

nr. 510 van ANN BRUSSEEL datum: 16 juli 2015 aan HILDE CREVITS Toelatingsexamen arts en tandarts - Slaagpercentages

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Medisch laboratoriumtechnologen

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

BS 20/05/2014. HOOFDSTUK 3. - Psychotherapie. Afdeling 1. - Uitoefening van de psychotherapie

Chartervoorstelling van de Vlaamse geneeskundestudenten

Gezondheid & Leefmilieu Bescherming van de gezondheid

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

ONDERSTEUNING VAN DE WORKFORCE

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Intensieve-zorg--BIJZONDERE-CRITERIA--MB doc

BS Gewijzigd door: MB BS (blz. 2 t.e.m. 7) in voege vanaf

Burnout bij huisartsen preventie en aanpak

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

*02=0. Tandartsen Alternatieve scenario s van de evolutie van de workforce /

Technologen medische beeldvorming

11 JUNI Ministerieel besluit tot vaststelling van de gemeenschappelijke criteria voor de erkenning van tandartsen-specialisten

16 DECEMBER Ministerieel besluit tot vaststelling van de erkenningsmodaliteiten van de huisartsenkringen.

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

DOCTORAATSVEREISTE BIJ TOEGANG TOT EEN BETREKKING VAN WETENSCHAPPELIJK DIRECTEUR EN ALGEMEEN DIRECTEUR BIJ EEN VLAAMS WETENSCHAPPELIJKE INSTELLING

Antoon De Geest, Pascale Steinberg, Veerle Vivet, Anne Delvaux, Hélèni Mimilidis, Christelle Durand, Peter Jouck, Pieter-Jan Miermans

VR DOC.1167/1BIS

VLIR-ADVIES BETREFFENDE DE STUDIEGELDEN VOOR DIPLOMA- EN CREDITCONTRACTEN VOOR HET ACADEMIEJAAR

31 JANUARI Ministerieel besluit tot. vaststelling van de lijst van opleidingstitels van. huisarts

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Dir.-gen. Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer Dienst Planning Gezondheidsgroepen

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Hoofdstuk 1: Introductie Hoofdstuk 2: Literatuuronderzoek

Resultaten van een bevraging bij de apothekers afgestudeerd aan de K.U.Leuven in de periode

Medisch dossier Overeenkomst vaste huisarts patiënt

KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR GENEESKUNDE VAN BELGIË

Wet houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid 13 december 2006 Verschenen in het Belgisch Staatsblad

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toelating tot arbeid en verblijf de gecombineerde vergunning/single permit voor buitenlandse werknemers

Aan de hoofdgeneesheer van het ziekenhuis van de provincie Antwerpen Aan de directeur van het woon- en zorgcentrum, gelegen in de provincie Antwerpen

Beroepstitel in de Oncologie. Wat verwacht de Oncologische Commissie?

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

FOD VOLKSGEZONDHEID, Brussel, 11/06/2009 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

JAARSTATISTIEKEN MET BETREKKING TOT DE BEOEFENAARS VAN GEZONDHEIDSBEROEPEN IN BELGIË. Aantal beoefenaars op 31/12/2011 en instroom 2011

Contingentering: een bepalende factor voor de gezondheidszorg? Dr. Louis Ide Senator

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel

Rolnummer 786. Arrest nr. 14/95 van 7 februari 1995 A R R E S T

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Praktische handleiding

BESLISSING (B) CDC-637G/16

EVALUATIEDOCUMENT VAN DE STAGEMEESTER/-PLAATS door de Stagiair Algemeen Tandarts

12 20*02= DE PLANNING VAN HET MEDISCH AANBOD IN BELGIË JAARVERSLAG VAN DE PLANNINGSCOMMISSIE MEDISCH AANBOD

GROEIPAKKET VLAANDEREN - INLEIDING

Transcriptie:

De planning van het medisch aanbod in België: artsen STATUSRAPPORT 2010 V1.0 Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer Brussel, november 2011

1 De artsen 1.1 De planning van het aanbod De contingentering van de artsen is de meest complexe van de drie gezondheidsberoepen binnen de contingentering, namelijk artsen, tandartsen en kinesitherapeuten, en heeft een lange voorgeschiedenis. Op 5/09/1997 verschijnt het KB van 29/08/1997 tot vaststelling van het globaal aantal geneesheren, opgesplitst per Gemeenschap, die toegang hebben tot het verkrijgen van bepaalde bijzondere beroepstitels. De aantallen zijn als volgt: Tabel 1 Artsencontingenten met toegang tot bepaalde bijzondere beroepstitels volgens het KB van 29/08/1997 2004 2005 2006 België 700 650 600 Vlaamse Gemeenschap 420 390 360 Franse Gemeenschap 280 260 240 De KB s van 7/11/2000 en van 10/11/2000, die het KB van 29/08/1997 wijzigen, voorzien in een toevoeging van het aantal dat toegang heeft tot opleiding voor de titel ( ) die het voorwerp uitmaakt van de erkenning 1. Het aantal wordt per Gemeenschap als volgt opgesplitst: Tabel 2 Artsencontingenten met toegang tot de opleiding die leidt tot bepaalde bijzondere beroepstitels volgens het KB van 29/08/1997 (KB s van 7/11/2000 en 10/11/2000) België Vlaamse Gemeenschap Franse Gemeenschap 2004 2005 2006 2007 2008 Globaal aantal 700 700 Huisarts 300 300 300 Geneesheer-specialist 400 350 300 Globaal aantal 420 420 Huisarts 180 180 180 Geneesheer-specialist 240 210 180 Globaal aantal 280 280 Huisarts 120 120 120 Geneesheer-specialist 160 140 120 Het KB betreffende de planning van het medisch aanbod van 30/05/2002, dat in 2006 geldig is, werd in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op 14/06/2002 en dit KB heft dat van 29/08/1997 op. De basisstructuur van het nieuwe KB is als volgt: - In artikel 1 worden de jaarlijkse contingenten die toegang hebben tot de opleiding tot de titel van huisarts of geneesheer-specialist vastgelegd voor België, voor de Gemeenschappen en voor de huisartsen versus de geneesheer-specialisten, en de perioden waarin ze gelden. Het oorspronkelijke KB had een bereik tot 2011. Laten we dit de maxima noemen. 1 Tot dan toe gold de contingentering voor zij die de bijzondere beroepstitel hadden verworven. Met deze toevoeging was er eveneens een contingentering voor zij die met de opleiding van huisarts of specialist startten. Later werd de contingentering beperkt tot de toegang tot deze opleiding. Merk op dat voor een beperkte periode beide contingenteringen naast elkaar hebben bestaan. annexe_med_v1.0nl.doc 1

- In artikel 2 worden de minimale aantallen die jaarlijks toegang hebben vastgelegd voor de geneesheer-specialisten. Laten we dit de minima noemen van de curatieve geneesheer-specialisten. - In artikel 3 worden de gevallen genoemd die niet onder artikel 1 vallen. Laten we dit de geïmmuniseerden noemen. Zodra hier een getal genoemd wordt, wordt in feite een bijkomend maximum gecreëerd dat niet meegeteld moet worden. De geïmmuniseerden zijn hier de geneesheer-specialisten in gezondheidsgegevens, medisch-gerechtelijke geneeskunde, arbeidsgeneeskunde, kinder-en jeugdpsychiaters en de bijzondere beroepstitels die men enkel bovenop een andere reeds behaalde titel kan halen. - Artikel 4 bepaalt hoe er moet geteld worden, welke sanctie er is en wat er moet gedaan worden bij afwijkingen in de aantallen. Dit laatste wordt wel eens het credit-debet-systeem genoemd. De publicatie van 2002 voorzag een afrekening hiervan te laatste in 2005. Bovendien wordt er een verdeling voorzien van 57% specialisten versus 43% huisartsen die aangehouden moet worden tot 2006. Sindsdien zijn er enkele KB s ter wijziging gepubliceerd. De belangrijkste wijzigingen door het KB van 11/07/2005 voorzien in: - In artikel 1: een termijn tot 2012 met bijkomende aantallen voor dat jaar. - In artikel 2: de toevoeging van geriaters en onderzoeksmandaten. - In artikel 3: wordt de immunisatie van de kinder-en jeugdpsychiaters in tijd uitgebreid en worden de onderzoeksmandaten en vervangmandaten geïmmuniseerd. - In artikel 4 wordt de termijn waarin de saldi zullen worden afgerekend verschoven naar 2012. De belangrijkste wijzigingen door het KB van 8/12/2006 voorzien in: - In artikel 1: een termijn tot 2013 met bijkomende aantallen voor dat jaar. - In artikel 2: krijgen de minima een termijn waarin ze van toepassing zijn. - In artikel 3: worden er acute en urgentiegeneeskundigen toegevoegd. - In artikel 4: De verhouding 57% specialisten versus 43% huisartsen wordt uitgebreid tot 2009. De mogelijkheid om kandidaten te vervangen die stoppen of overlijden, wordt voorzien. Samengevat is de situatie volgens het KB van 30/05/2002 als volgt: Tabel 3 Globaal overzicht van de situatie m.b.t. de contingenten met toegang tot de opleiding (KB van 30/05/2002, gewijzigd door KB van 11/07/2005 en 8/12/2006): de geldende maxima voor België België 2004-2006 2007-2009 2010-2011 2012 2013 Globaal aantal 700 700 700 833 975 Aantallen voorzien in art 1 1 Geneesheer-specialist 400 400 Huisarts 300 300 Kinder- en jeugdpsychiaters 20 20 20 20 Aantallen voorzien in Onderzoek- en vervangmandaten 22 22 22 22 art 3 Acute geneeskunde 10 10 10 Urgentiegeneeskunde 5 5 5 Totale aantallen 742 757 757 890 975 annexe_med_v1.0nl.doc 2

Tabel 4 Globaal overzicht van de situatie m.b.t. de contingenten met toegang tot de opleiding (KB van 30/05/2002, gewijzigde door KB van 11/07/2005 en 8/12/2006): de geldende maxima voor de Gemeenschappen Vlaamse Gemeenschap 2004-2006 2007-2009 2010-2011 2012 2013 Aantallen voorzien in Globaal aantal 420 420 420 500 585 art 1 1 Geneesheer-specialist 240 240 Huisarts 180 180 Aantallen voorzien in Kinder- en jeugdpsychiaters 12 12 12 12 art 3 Onderzoek- en vervangmandaten 13 13 13 13 Acute geneeskunde 6 6 6 Urgentiegeneeskunde 3 3 3 Totale aantallen 445 454 454 534 585 Franse Gemeenschap 2004-2006 2007-2009 2010-2011 2012 2013 Aantallen voorzien in Globaal aantal art 1 1 280 280 280 333 390 Aantallen voorzien in art 3 Geneesheer-specialist 160 160 Huisarts 120 120 Kinder- en jeugdpsychiaters 8 8 8 8 Onderzoek- en vervangmandaten 9 9 9 9 Acute geneeskunde 4 4 4 Urgentiegeneeskunde 2 2 2 Totale aantallen 297 303 303 356 390 Het KB betreffende de planning van het medisch aanbod van 12 juni 2008 heft het KB van 30 mei 2002 op en brengt een aantal vereenvoudigingen met zich mee. De belangrijkste veranderingen zijn de volgende: Het attest van de medische faculteit krijgt een belangrijke plaats in de opvolging van de contingentering (art. 1). De aantallen van de zogenaamde geïmmuniseerden uit het vorige KB worden nu geïntegreerd in de totale aantallen (art 3.). Zo wordt het duidelijk dat het in het verleden extra quota betroffen. De 19 verschillende minima van de diverse specialisaties worden opgeheven. Er blijven enkel minima over voor nieuwe specialisaties of specialisaties die een bijzondere aandacht vereisen. In eerste instantie blijven er zo vier minima over (art 4.). Zeker voor de huisartsen betreft dit een omkering van de betekenis van het quotum. Wat vroeger een maximum was dat niet overschreden mocht worden, is nu een minimum dat moet gehaald worden (art. 6 2 3 ). Kandidaten met een einddiploma van vóór het jaar 2004 vallen niet meer onder de contingentering (art. 5). Al de wetenschappelijk mandaten die binnen de contingentering vallen kunnen gecompenseerd worden, waarbij het doctoraat in het gebied van de geneeskunde het harde criterium is (art. 7). Overgangsmaatregelen die de saldi van vorige periode (KB van 30 mei 2002) als vertrekbasis nemen voor de nieuwe periode (art 11, 12 en 13). Hiernavolgende maxima en minima gelden vanaf het jaar 2008, waarbij bepaalde saldi als resultaat van voorgaande periode worden overgenomen. annexe_med_v1.0nl.doc 3

Tabel 5 Globaal overzicht van de huidige situatie m.b.t. de contingenten met toegang tot de opleiding (KB van 12 juni 2008): de geldende minima en maxima voor België België 2004-2007 2008-2011 2012 2013 2014 2015-2018 Maxima (art. 3) Overschot(1) 757 890 975 1025 1230 Minima (art. 4) Huisarts Tekort (2) 300 300 300 300 360 Kinder- en jeugdpsychiaters 20 20 20 20 20 Acute geneeskunde 10 10 10 10 10 Urgentiegeneeskunde 5 5 5 5 5 (1) Art. 11 (2) Art. 12 Tabel 6 Globaal overzicht van de huidige situatie m.b.t. de contingenten met toegang tot de opleiding (KB van 12 juni 2008): de geldende minima en maxima voor de Vlaamse Gemeenschap Vlaamse Gemeenschap 2004-2007 2008-2011 2012 2013 2014 2015-2018 Maxima (art. 3) Overschot(1) 454 534 585 615 738 Minima (art. 4) Huisarts Tekort (2) 180 180 180 180 216 Kinder- en jeugdpsychiaters 12 12 12 12 12 Acute geneeskunde 6 6 6 6 6 Urgentiegeneeskunde 3 3 3 3 3 (1) Art. 11 (2) Art. 12 Tabel 7 Globaal overzicht van de huidige situatie m.b.t. de contingenten met toegang tot de opleiding (KB van 12 juni 2008): de geldende minima en maxima voor de Franse Gemeenschap Franse Gemeenschap 2004-2007 2008-2011 2012 2013 2014 2015-2018 Maxima (art. 3) Overschot(1) 303 356 390 410 492 Minima (art. 4) Huisarts Tekort (2) 120 120 120 120 144 Kinder- en jeugdpsychiaters 8 8 8 8 8 Acute geneeskunde 4 4 4 4 4 Urgentiegeneeskunde 2 2 2 2 2 (1) Art. 11 (2) Art. 12 annexe_med_v1.0nl.doc 4

1.2 Het verwacht aantal afgestudeerden In bijgaande tabellen werden de reële en de verwachte aantallen afgestudeerden weergegeven per Gemeenschap. De verwachte aantallen zijn geschat op basis van inschrijvingen en de slaagkansen aan de verschillende Belgische universiteiten. De quota zijn in de tabellen opgenomen als referentiewaarden. Tabel 8 Aantal afstuderende studenten geneeskunde aan de Vlaamse Gemeenschap Reëel Verwacht (1) Jaar afstuderen 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Aantal afstuderenden 559 459 362 416 413 483 575 675 807 803 803 839 851 848 Quotum 445 445 445 454 454 454 454 454 534 585 615 738 738 738 (1) Verwachtingen geschat op basis van inschrijvingen per jaar (bron Vlaamse Gemeenschap), en vanaf 2015 op basis van planningsmodel (bron: Basisscenario artsen) Tabel 9 Aantal afstuderende studenten geneeskunde aan de Franse Gemeenschap Reëel Verwacht (1) Jaar afstuderen 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Aantal afstuderenden 321 314 323 315 341 368 405 479 466 427 543 641 665 655 Quotum 297 297 297 303 303 303 303 303 356 390 410 492 492 492 (1) Verwachtingen geschat op basis van inschrijvingen per jaar (bron Franse Gemeenschap), en vanaf 2016 op basis van planningsmodel (bron: Basisscenario artsen) 1.3 De realisatie van de planning van het aanbod Het KB van 12/06/2008 betreffende de planning van het medisch aanbod is heel duidelijk: het betreft een beperking van de jaarlijkse toegang tot de opleiding voor een titel van huisarts of geneesheer-specialist (art 2). Het jaar 2008 is een overgangsjaar. Volgens artikel 11 en 12 dienen bepaalde saldi uit het verleden overgenomen te worden: In artikel 11 is er sprake van overschotten uit het verleden (de jaren 2004-2007) die in mindering moeten worden gebracht van de nieuwe maxima. Er kunnen bij de overgang zich twee situaties voordien: o Een teveel van gerealiseerde stageplannen tegenover de toen geldende maxima, die dan in mindering moeten worden gebracht van eventuele nieuwe maxima voor dezelfde specialisaties. o Een teveel van gerealiseerde stageplannen tegenover de toen geldende minima, die dan in mindering moeten worden gebracht van eventuele nieuwe maxima voor dezelfde specialisaties. Er zijn in het nieuwe besluit geen maxima voorzien voor specialisaties waarvoor voordien minima waren gedefinieerd. Dus dienen we enkel met de eerste situatie rekening te houden. Voor dit laatste is het logisch de maxima uit het verleden te nemen inclusief de geïmmuniseerden, omdat de aantallen geïmmuniseerden ook in de nieuwe maxima zijn geïntegreerd. Bovendien is het logisch om de kandidaten met een einddiploma van vóór 2004, die volgens art 5 8 teveel werden gerekend eveneens in mindering te brengen. annexe_med_v1.0nl.doc 5

In artikel 12 is er sprake van tekorten uit het verleden (2004-2007) die moeten gecompenseerd worden bovenop de nieuwe minima in het huidige besluit. Er kunnen bij de overgang zich twee situaties voordien: o Een tekort van gerealiseerde stageplannen tegenover de toen geldende minima, die dan gecompenseerd moeten worden bij eventuele nieuwe minima voor dezelfde specialisaties. o Een tekort van gerealiseerde stageplannen tegenover de toen geldende maxima, die dan gecompenseerd moeten worden bij eventuele nieuwe minima voor dezelfde specialisaties. Geen enkel van de specialisaties waarvoor volgens het KB van 30 mei 2002 minima waren vastgelegd, worden in het huidige KB als minima hernomen. Situatie 1 is dus niet van toepassing. Enkel voor de huisartsen waren in het oude KB maxima en zijn er in het nieuwe KB minima voorzien. De tweede situatie kan dus enkel op de huisartsen worden toegepast 2. 2 Op de geïmmuniseerde specialisaties van art.3 van het KB van 30 mei 2002 waren de beperkingen van de quota van art. 1 niet van toepassing. Art. 4 3 van het KB van 30 mei 2002 stipuleert duidelijk dat de regeling voor de ontbrekende aantallen enkel voor de quota van in art. 1 van het betreffende besluit moeten worden toegepast. De aantallen bij de geïmmuniseerde specialisaties betroffen in feite een extra aantal bovenop de bestaande quota van art. 1. annexe_med_v1.0nl.doc 6

Tabel 10 De realisatie van de planning van het aanbod voor de Vlaamse Gemeenschap: globaal overzicht Maxima (art. 3) Minima (art. 4) Huisartsen Kinder- en jeugdpsychiaters Acute geneeskunde 2004-2007 2008 2004-2008 Saldo Diploma s Totaal Cumulatief behaald voor 2004 Urgentiegeneeskunde Indice (1) 2009 2004-2009 2010 2004-2010 Cumulatief Cumulatief N 1789 454 454 454 O 1628 78 374 458 553 Delta -161-239 -80-319 4 +315 +99 (-216-153)= - 369 N 720 180 180 180 O 487 41 110 130 168 Delta -233-274 -70-344 -50-394 -12-406 N 12 12 12 O 10 14 9 Delta -2-2 2 0-3 -3 N 6 6 6 O 8 6 8 Delta 2 2 0 2 +2 +4 N 3 3 3 O 7 6 9 Delta 4 4 3 7 +6 +13 (1) N= genormeerde contingentering; O= vastgestelde contingentering; delta= het verschil (N-O) annexe_med_v1.0nl.doc 7

Voor de Vlaamse Gemeenschap is er over de periode 2004-2010 een cumulatief tekort zien van 369 artsen wat het globale aantal betreft en een tekort van 406 huisartsen. Het minimumaantal voor de kinder- en jeugdpsychiatrie wordt niet gehaald, terwijl de minima voor de acute geneeskunde en urgentiegeneeskunde worden overschreden. Voor de Franse Gemeenschap wordt er over de periode 2004-2010 een cumulatief teveel van 109 artsen vastgesteld wat de globale contingentering betreft en een cumulatief tekort van 101 eenheden wat het huisartsenquotum betreft. De minima voor de kinder- en jeugdpsychiatrie, acute geneeskunde en urgentiegeneeskunde worden net gehaald. annexe_med_v1.0nl.doc 8

Tabel 11 De realisatie van de planning van het aanbod voor de Franse Gemeenschap: globaal overzicht Maxima (art. 3) Minima (art. 4) Huisartsen Kinder- en jeugdpsychiaters Acute geneeskunde Urgentiegeneeskunde Index 2004-2007 2008 2004-2008 2009 2004-2009 2010 2004-2010 (1) Saldo Diploma s behaald Totaal Cumulatief Cumulatief Cumulatief voor 2004 N 1194 303 303 303 O 1245 54 343 358 406 Delta 51-3 40 37 55 92 +103 (+195 86) =+109 N 480 120 120 120 O 425 17 117 108 106 Delta -55-72 -3-75 -12-87 -14-101 N 8 8 8 O 9 8 7 Delta 1 1 0 1-1 0 N 4 4 4 O 5 5 2 Delta 1 1 1 2-2 0 N 2 2 2 O 5 8 15 Delta 3 3 6 9 +13 +22 (1) N= genormeerde contingentering; O= vastgestelde contingentering; delta= het verschil (N-O) annexe_med_v1.0nl.doc 9

Tabel 12 De realisatie van de planning van het aanbod voor België: globaal overzicht Index 2008 2004-2008 2009 2004-2009 2010 2004-2010 (1) Cumulatief Cumulatief Maxima (art. 3) N 757 757 757 O 717 816 959 Delta -40-282 59-223 +202-260 Minima Huisartsen N 300 300 300 (art. 4) O 227 238 274 Delta -73-419 -62-481 -26-507 Kinder- en N 20 20 20 jeugdpsychiaters O 19 22 16 Delta -1-1 2 1-4 -3 Acute genees- N 10 10 10 kunde O 13 11 10 Delta 3 3 1 4 0 +4 Urgentiegeneeskunde N 5 5 5 O 12 14 24 Delta 7 7 9 16 +22 +38 (2) N= genormeerde contingentering; O= vastgestelde contingentering; delta= het verschil (N-O) annexe_med_v1.0nl.doc 10

Voor de inwerkingtreding van de verschillende artikelen van het toepassingsgebied werd in bovengaande resultaten reeds rekening gehouden met de vrijstellingen en de plaatsvervanging alsook ook met de wetenschappelijk onderzoeksmandaten en de door het Ministerie van Landsverdediging aangeworven geneesheren. Louter ter informatie worden de verschillende aantallen waarmee rekening werd gehouden hierna vermeld. Tabel 13 Aantal vrijstellingen en mogelijke plaatsvervangingen in 2010, per Gemeenschap en voor België Vlaamse Gemeenschap Franse Gemeenschap België Diploma's vóór 2004 (art.5, 8 ) Huisarts 2 2 4 Specialist 1 2 3 Reeds een erkenning vóór 2004 (art.5, Huisarts 0 0 0 8 ) Specialist 0 4 4 Buitenlandse diploma's (art.1, 1 ) Huisarts 3 6 9 Specialist 31 69 100 Beheer van gezondheidsgegevens (art.5, 1 ) of verzekeringsgeneeskunde en de medische expertise (art.5, 2 ); of forensische geneeskunde (art.5, 3 ); of arbeidsgeneeskunde (art.5, 4 ) 13 7 20 Stopzettingen (art 7, 1 ; art 8, 1-2 ) 4 1 5 Overlijden (art 8, 3 ) 0 0 0 Wetenschappelijk onderzoeksmandaat dat leidt tot een doctoraat (art.7, 2 ) 153 84 237 Aangeworven door het Ministerie van Defensie (art.5, 5 ) 0 2 2 Diploma van middelbare studies uitgereikt door een lidstaat van de EEU zonder volledige opleiding in de genees-, heel- en verloskunde (art.5, 7 ) 0 2 2 Totaal 207 179 386 1.4 Toekomstprojectie Voor de toekomstprojectie werden de saldi per Gemeenschap gecombineerd met de resultaten van het basisscenario 3. In bijgaande tabellen werden het cumulatief verschil per Gemeenschap weergegeven. Het geeft het in de toekomst geprojecteerd cumulatief verschil waarbij rekening wordt gehouden met de meest up to date gegevens en met de parameters in het model 4. De projectie helpt bij het inschatten van de naleving van de minimale en maximale aantallen voor de periode tot 2018 zoals voorzien in artikel 6 van het KB van 12 juni 2008. Hieruit blijkt dat, bij gelijkblijvend beleid en gelijkblijvend gedrag van de kandidaten, het globaal tekort vastgesteld in 2009 in de Vlaamse Gemeenschap in de loop van de tijd zal gecompenseerd worden. Het globaal tekort aan huisartsen wordt daarentegen niet ingehaald. 3 Basisscenario rapport Artsen 2009, Scenario nummer S_000040 Versie 1.0, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer, Cel planning gezondheidsberoepen, Brussel April 2009 4 Deze parameters zijn: het verwacht aantal afstuderenden, het percentage dat zich uiteindelijk laat registreren en de beroepskeuze, in termen van stageplannen, die er gemaakt wordt. annexe_med_v1.0nl.doc 11

In de Franse Gemeenschap zal, bij gelijkblijvend beleid en gelijkblijvend gedrag van de kandidaten, het tekort aan huisartsen in de loop van de tijd gecompenseerd worden. Het globaal teveel aan artsen zal echter meer en meer oplopen. Tabel 14 In de toekomst geprojecteerd cumulatief verschil voor de Vlaamse Gemeenschap Reeel Verwacht verschil volgens basisscenario Jaar 2004-2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Huisartsen -394-424 -442-420 -400-387 -394-398 -406-418 Alle artsen -315-218 -80 116 221 271 253 246 237 211 Tabel 15 In de toekomst geprojecteerd cumulatief verschil voor de Franse Gemeenschap Reeel Verwacht verschil volgens basisscenario Jaar 2004-2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Huisartsen -87-104 -92-66 -12 46 87 131 170 203 Alle artsen 92 139 274 403 564 715 809 912 1006 1080 1.5 Conclusies De conclusies qua contingentering tot op heden zijn: Het cumulatief tekort aan artsen in de Vlaamse Gemeenschap daalt in 2010. Dat komt door een grotere toestroom van specialisten. Het cumulatief teveel aan artsen in de Franse Gemeenschap blijft verder stijgen in 2010. Dat komt vooral door een massale toestroom van specialisten, zowel in het verleden als in 2010. Het cumulatief tekort aan huisartsen neemt toe in 2010, en dat zowel in de Vlaamse Gemeenschap als in de Franse Gemeenschap. De minima van de andere specialisaties, met uitzondering van de huisartsgeneeskunde en kinder- en jeugdpsychiatrie worden gehaald. De conclusies qua toekomstprojectie zijn: In de Vlaamse Gemeenschap lijkt het cumulatief tekort aan huisartsen in vergelijking met de minima in de toekomst niet verder te zullen toenemen. Het blijft op een tekort van zo n 400 huisartsen tegen het jaar 2018. Dit lijkt nog op te vangen. In de Franse Gemeenschap kan het huisartsentekort in vergelijking met de minima nog even stijgen. Uiteindelijk lijkt het tekort in de toekomst volledig te zullen worden weggewerkt. Wat het aan artsen betreft lijkt de Vlaamse Gemeenschap in 2018 net iets boven de gecumuleerde quota uit te komen. Het aan artsen lijkt voor de Franse Gemeenschap in 2018 toch wel problematisch te worden. Een cumulatief teveel van 1000 artsen zal zonder maatregelen moeilijk op te vangen zijn in de volgende jaren. Deze projecties vormen een indicator en dienen, net zoals andere toekomstprojecties met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. annexe_med_v1.0nl.doc 12