Kinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu. Neurocysticercosis



Vergelijkbare documenten
Wat is de oorzaak van het ontstaan van een meningeoom? Niet bekend Het is niet goed bekend waarom bij een kind een meningeoom ontstaat.

Wat is een sinustrombose? Een sinustrombose is een verstopping van een grote ader in de hersenen.

Wat is de oorzaak van een benigne externe hydrocefalus? Niet bekend De oorzaak van een benigne externe hydrocefalus is meestal niet bekend.

Kinderneurologie.eu. Congenitale toxoplasmose

Syringomyelie. Wat is syringomyelie? Syringomyelie is een verwijding van de centrale holte die normaal door het ruggenmerg loopt.

Hoe vaak komt een ependymoom voor? Een ependymoom komt bij een op de kinderen voor.

Eén of meerdere De meeste kinderen hebben één caverneus hemangioom. Een klein deel van de kinderen heeft meerdere caverneus hemangiomen.

Kinderneurologie.eu. Rasmussen-encefalitis

Wat is een neurocytoom? Een neurocytoom is een hersentumor die ontstaat uit tumorcellen die heel veel lijken op normale zenuwcellen.

Kinderneurologie.eu. Colloidcyste

Kinderneurologie.eu. Hashimoto encefalopathie

Kinderneurologie.eu. Ganglioglioom.

Hoe vaak komt een craniofaryngeoom voor? Een craniofaryngeoom komt bij een op de kinderen voor.

Kinderneurologie.eu. Oftalmoplegische migraine

Kinderneurologie.eu. Demoidcyste.

Kinderneurologie.eu. Hypnic headache.

Kinderneurologie.eu. Neuritis optica

Wat is neuromyelitis optica? Neuromyelitis optica is een aandoening waarbij de oogzenuw en het ruggenmerg ontstoken raken.

Hoe vaak komt het Guillain-Barre syndroom voor bij kinderen? Het Guillain-Barre syndroom komt bij één op de kinderen voor.

Buikwandpijnsyndroom Soms wordt in plaats van ACNES de Nederlandse term buikwandpijnsyndroom gebruikt.

Kinderneurologie.eu. Durale sinus malformatie.

Kinderneurologie.eu. Chiari malformatie

Kinderneurologie.eu. Operatie

Kinderneurologie.eu. Subarachnoidale bloeding.

Hoe vaak komt een PNET voor? Een PNET is een verzamelnaam voor verschillende tumoren en komt ongeveer bij één op de kinderen voor.

Hoe vaak komt een ependymoblastoom voor? Een ependymoblastoom is een zeldzame hersentumor bij kinderen.

Wernicke Deze ziekte lijkt op de ziekte van Wernicke, een ziekte die ontstaat door een tekort aan vitamine B1. deze tekst kunt u nalezen op

Wat is herpes encefalitis? Herpes encefalitis is een ontsteking van de hersenen veroorzaakt door een virus, die het herpes virus wordt genoemd.

Hoe vaak komt MERRF voor bij kinderen? MERRF is een zeldzame aandoening. Het komt ongeveer bij één op de kinderen voor.

Wat is een hersenabces? Een hersenabces is een afgekapselde ophoping van pus en bacteriën in de hersenen als gevolg van een infectie in de hersenen.

Kinderneurologie.eu. Gradenigo syndroom.

Kinderneurologie.eu. Neuro-enterische cyste.

Kinderneurologie.eu. Neonatale invasieve candida infectie.

Kinderneurologie.eu. Ataxia teleangiectasia.

Wat is aplasia cutis? Aplasia cutis is een aangeboren afwijking waarbij een stukje huid, vaak boven op het hoofd, niet aangemaakt is.

Kinderneurologie.eu. Hemangioblastoom.

Kinderneurologie.eu. Sinus pericranii.

Kinderneurologie.eu. Neuritis vestibularis.

Kinderneurologie.eu. Syndroom van Lemierre

Hoe vaak komt MELAS voor bij kinderen? MELAS is een zeldzame aandoening. Het is niet goed bekend hoe vaak MELAS bij kinderen voorkomt.

Hersenvliesontsteking

Multiple sclerose (MS) Poli Neurologie

Kinderneurologie.eu. De ziekte van Canavan

Herseninfarct bij kinderen. Sophia Kinderziekenhuis. Wat is een herseninfarct? Klachten en symptomen bij het ontstaan van het infarct

Wat is een vena van Galeni malformatie? Een vena van Galeni malformatie is een ernstige aangeboren vaatafwijking in het hoofd.

Wat zijn de symptomen van het Metachromatische leucodystrofie?

Kinderneurologie.eu. Leptomeningeale melanocytose.

Kinderneurologie.eu. Susac syndroom.

Wat is een virale encefalitis? Een virale encefalitis is een ontsteking van de hersenen veroorzaakt door een virus.

Kinderneurologie.eu. Greig syndroom

Kinderneurologie.eu. Neuroblastoom.

Subduraal hematoom. Bloeduitstorting tussen de hersenvliezen.

Kinderneurologie.eu. Kleine-Levin syndroom

Kinderneurologie.eu. Plexustumor.

Hoe vaak komt het syndroom van Leigh voor? Het syndroom van Leigh is een zeldzame ziekte, die ongeveer bij één op de kinderen voorkomt.

Intraventriculaire bloeding In plaats van IVH wordt ook wel de Nederlandse term intraventriculaire bloeding gebruikt.

Kinderneurologie.eu. Ross-syndroom

Behandeling van hydrocefalus met drain

Wat is een opticusglioom? Een opticusglioom is een langzaam groeiende hersentumor die uitgaat van een oogzenuw.

Kinderneurologie.eu. Arterioveneuze malformatie

Wat is een subdurale bloeding? Een subdurale bloeding is een bloeding tussen het harde hersenvlies en de hersenen in.

Kinderneurologie.eu. Tolosa Hunt syndroom.

Hydrocefalus bij volwassenen

Kinderneurologie.eu. De ziekte van Unverricht Lundborg

Neuroblastoom Een aantal kinderen met een anti-nmda receptorencefalitis blijkt een ander type tumor te hebben, namelijk een neuroblastoom.

Kinderneurologie.eu. Bickerstaff encefalitis

Hoe vaak komt een epidurale bloeding voor bij kinderen? Het is niet goed bekend hoe vaak een epidurale bloeding voor komt bij kinderen.

Hoe vaak komt het Kluver-Bucy syndroom voor bij kinderen? Het is niet goed bekend hoe vaak het Kluver Bucy syndroom bij kinderen voorkomt.

VP-drain. (Ventriculo Peritoneale drain) bij kinderen

Wat is BPPD? BPPD is een aandoening waarbij kinderen of volwassen kortdurend last hebben van duizeligheidsklachten bij bewegen van het hoofd.

Kinderneurologie.eu. Limbische encefalitis.

Hoe vaak komt SUNCT voor bij kinderen? SUNCT komt zelden voor op kinderleeftijd, het komt vaker voor bij volwassenen.

Trastuzumab (Herceptin )

Aangeboren stofwisselingsziekten in de creatine aanmaak en transport

Het syndroom van Pelizaeus-Merzbacher

Wat is een pinealiscyste? Een pinealis cyste is een met vocht gevulde holte in de pijnappelklier diep in de hersenen.

Multipele Sclerose (MS)

Uitzaaiingen in de wervelkolom

Kinderneurologie.eu. Kiemceltumoren.

Methylprednisolonkuur

Kinderneurologie.eu. Post-pump chorea.

Kinderneurologie.eu. Het foetaal alcohol syndroom.

Myoclonische absence epilepsie

Informatie over onderhoudsmedicatie voor (zeer) actieve Multiple Sclerose

Wat is slaapwandelen? Slaapwandelen is een slaapprobleem waarbij kinderen tijdens hun slaap uit bed komen en al slapend door het huis heen lopen.

Kinderneurologie.eu. Alice in wonderland syndroom.

Hyperekplexia. Kinderneurologie.eu.

Trombolyse. Acute behandeling van een herseninfarct

Kinderneurologie.eu. Sprengel schouder.

Glaucoom. Albert Schweitzer ziekenhuis afdeling Oogheelkunde januari 2012 pavo 0524

Hersenoperatie. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Wat zijn de verschijnselen van Hereditaire spastische paraparese?

Benigne infantiele focale epilepsie met piekgolven in de midline gedurende de slaap

Onderhoudsmedicatie voor zeer actieve Multiple Sclerose

Hersenkneuzing. Kinderneurologie.eu.

Wat is hypofysitis? Hypofysitis is een aandoening waarbij een belangrijke hormoonklier in de hersenen, de hypofyse genoemd, ontstoken is.

Chronische ontsteking in de buik met bindweefselvorming Retroperitoneale fibrose (RPF)

Een hersentumor Symptomen Doel van de operatie

Kinderneurologie.eu. Neuroborreliose.

Sophia Kinderziekenhuis. Waterhoofd (Hydrocephalus)

Transcriptie:

Neurocysticercosis Wat is neurocysticercosis? Neurocysticercosis is een aandoening waarbij de hersenen, de hersenvliezen en het ruggenmerg ontstoken zijn geraakt door een infectie met een parasiet die Tenia Solium wordt genoemd. Hoe wordt neurocysticercosis ook wel genoemd? Neurocysticercosis wordt ook wel een parasitaire infectie van het zenuwstelsel genoemd. De term neuro geeft aan dat er iets aan de hand is in de hersenen en/of het ruggenmerg, de term cysticercosis verwijst naar de naam van de larve die dit ziektebeeld veroorzaakt. Tenia Solium is de naam van de volwassenlarve, het wordt ook wel een varkenslintworm genoemd. Hoe vaak komt neurocysticercosis voor bij kinderen? Het is niet goed bekend hoe vaak neurocysticercosis voorkomt bij kinderen in Nederland. In Zuid- Amerikaanse landen is één op de vijfentwintig mensen besmet met deze larve. Bij wie komt neurocysticercosis voor? Neurocysticercosis kan op elke leeftijd voorkomen. Het wordt zelden gezien bij kinderen onder de leeftijd van 2 jaar, meestal zijn kinderen ouder dan 7 jaar. Ook volwassenen kunnen neurocysticercosis krijgen. Vroeger kwam het bijna uitsluitend voor bij mensen die in Afrika, Azie of Zuid-Amerika woonden. Omdat mensen tegenwoordig meer reizen, komt neurocysticercosis nu ook steeds vaker in Nederland voor. De parasiet komt vaker bij varkens voor, kinderen die veel in aanraking komen met levende varkens hebben daarom een grotere kans om neurocysticercosis te krijgen. Ook het eten van onvoldoende gegaard besmet buitenlands varkensvlees kan neurocysticercosis veroorzaken. Bij Nederlandse varkens komt deze varkenslintworm niet meer voor. Zowel jongens als meisjes kunnen neurocysticercosis krijgen. Wat is de oorzaak van neurocysticercosis? Larve Neurocysticercosis wordt veroorzaakt door de larve van de parasiet Tenia Solium. Deze larve kan in de maag en de darmen van een varken in leven blijven. De larve legt eitjes die via de ontlasting van het varken naar buiten komen. Wanneer kinderen met deze ontlasting met hun handen aanraken en vervolgens de ontlasting in de mond stoppen, kunnen er eitjes in de mond en vervolgens in de darmen van het kind komen. Ook door het eten van onvoldoende gegaard varkensvlees kunnen er eitjes in de darmen van een kind terecht komen. Uit deze eitjes ontstaan nieuwe larven bij het kind. Deze larven hebben kruipen uit de darmen naar de bloedvaten en nestelen zich vervolgens in de huid, spieren, hersenen, hersenvliezen, ruggenmerg, botten en ogen. Deze larven maken nieuwe eitjes die ook weer via de ontlasting van het kind naar buiten toekomen. Contact met deze ontlasting kan maken dat een ander kind ook weer besmet kan raken met de eitjes en zelf ook neurocysticercosis kan krijgen. Hersenen Larven in de hersenen kunnen daar langere tijd leven zonder dat ze klachten geven. Het afweersysteem van het lichaam laat deze larven om onbekende reden met rust. Pas wanneer de larven afsterven, dit kan pas na vele jaren zijn, wordt het afweersysteem van de hersenen actief. Het lichaam probeert de larve op te ruimen en veroorzaakt hierbij en ontstekingsreactie. Door deze ontstekingsreactie kunnen de hersenen in de buurt van de larve tijdelijk niet goed functioneren. Hierdoor vallen bepaalde hersenfuncties uit of kan epilepsie ontstaan. Uiteindelijk raakt de plaats waar de larve gezeten heeft vaak verkalkt waardoor de ontstekingsreactie verdwijnt. Wat zijn de symptomen van neurocysticercosis? 1

Geen symptomen De larven kunnen vele jaren in de hersenen aanwezig zijn zonder dat kinderen of volwassenen hiervan klachten krijgen. Er ontstaan pas klachten wanneer de larven afsterven en het lichaam zorgt dat er een ontstekingsreactie ontstaat in de hersenen. Epilepsie Een groot deel van de kinderen (zeven tot acht op de tien kinderen) met neurocysticercosis krijgt last krijgen van epilepsie-aanvallen. Er kunnen verschillende soorten epilepsie aanvallen ontstaan. Meer over verschillende epilepsie aanvallen kunt u lezen in de folder over verschillende epilepsie-aanvallen. Bij kinderen met neurocysticercosis komen met name eenvoudig partiele aanvallen, complex partiele aanvallen en secundair gegeneraliseerde aanvallen voor. Waterhoofd Wanneer een larve zich nestelt in de holtes in de hersenen, kan de doorstroming van het hersenvocht belemmerd gaan worden. Een voorkeursplaats voor de larven blijkt de 4 e hersenholte te zijn. Wanneer het hersenvocht wel aangemaakt blijft worden, maar niet meer afgevoerd kan worden komt er steeds meer vocht in de hersenholtes. Hierdoor ontstaat een waterhoofd ook wel hydrocefalus genoemd. Dit ontstaat bij één op de vier tot vijf kinderen. Als gevolg van het waterhoofd krijgen kinderen last van hoofdpijn, vaak met misselijkheid en braken. Uitvalsverschijnselen Een klein deel van de kinderen krijgt last van uitvalsverschijnselen omdat bepaalde delen van de hersenen te erg ontstoken zijn om hun functie normaal uit te oefenen. Uitvalsverschijnselen kunnen bestaan uit verlammingen van een arm of een been, een veranderd gevoel in een arm of een been, problemen met lopen, problemen met het bewaren van het evenwicht of problemen met praten of zien. Gedragsveranderingen Kinderen met neurocysticercosis kunnen veranderen van gedrag. Sommige kinderen worden druk, anderen juist stil en terug getrokken. Problemen met het vasthouden van de aandacht en concentratie en met onthouden kunnen ook voorkomen als gevolg van neurocysticercosis. Sommige kinderen raken erg verward als gevolg van neurocysticercosis. Problemen met zien Neurocysticercosis kan ook voorkomen in het netvlies van het oog. Hierdoor kunnen problemen met zien ontstaan. Stukjes van het beeld ontbreken dan wanneer met een oog gekeken wordt. Wanneer de druk in het hoofd verhoogd is als gevolg van neurocysticercosis kunnen kinderen last krijgen van wazig zien met beide ogen. Rugpijn Wanneer de larve zich ook in het ruggenmerg of in de vliezen rondom het ruggenmerg bevinden, kunnen symptomen ontstaan van pijn in de rug met uitstraling naar de armen of benen toe. Soms gaat dit ook samen met problemen met plassen of met het ophouden van de ontlasting. Spierpijn Wanneer de larven in de spieren terecht komen, kunnen er klachten ontstaan van verdikte spieren en spierpijn. Ook zijn aangedane spieren zwakker. Huidafwijkingen Bij een klein deel van de kinderen zijn bultjes in de huid voelbaar als gevolg van een ontsteking van de huid bij een larve die in huid genesteld is. Hartproblemen Een klein deel van de kinderen met neurocysticercosis krijgt problemen met het hart. Met name hartritme problemen en problemen met het rond pompen van het bloed kunnen voorkomen. 2

Herseninfarct Als gevolg van neurocysticercosis in de hersenvliezen kunnen de bloedvaten van de hersenen ontstoken raken. Als gevolg van deze ontsteking kunnen herseninfarcten ontstaan. Hoe wordt de diagnose neurocysticercosis gesteld? Verhaal en onderzoek Op grond van het verhaal en de bevindingen bij onderzoek is het lastig om meteen aan de diagnose neurocysticercosis te denken. Tuberculose, toxoplasmose of ecchinocose kunnen soortgelijke klachten geven. Bloedonderzoek Door middel van speciaal bloedonderzoek (enzymlinked immuno transferblot of een ELISA-test) kan de diagnose neurocysticercosis bevestigd worden. Bij kinderen met maar weinig afwijkingen in de hersenen, kan het bloedonderzoek negatief uitvallen, terwijl er toch sprake is van neurocysticercosis. Het stofje HP10 wat een onderdeel is van de larve kan in het bloed aangetoond worden. Dit stofje wordt vaak gebruikt om het effect van een eventuele behandeling te vervolgen. Ruggenprik Door middel van een ruggenprik kan een beetje vocht verkregen worden dat rondom de hersenen en het ruggenmerg stroomt. Dit vocht kan in het laboratorium onderzocht worden om te kijken of de larve hierin aantoonbaar is. Dit gebeurt door middel van een zogenaamd PCR-onderzoek. Vaak worden er ontstekingscellen gevonden in het vocht in combinatie met een afgenomen hoeveelheid suiker en een toegenomen hoeveelheid eiwit. Tijdens de ruggenprik is het ook mogelijk om de druk in de hersenenholtes te meten. Deze druk is vaak verhoogd. Ontlasting In de ontlasting kunnen de eitjes van de larven worden aangetoond. Daartoe wordt drie keer een verse portie ontlasting onderzocht. CT-scan Op een CT-scan zijn de plaatsen waar larven zitten ook zichtbaar als kleine holtes van een half tot twee centimeter doorsnede. Vaak zit er ook kalk rondom deze plaatsen, al is dit vaker bij volwassenen aanwezig dan bij kinderen. Kalk is op een CT-scan beter te zien dan op een MRI-scan. Een groot deel van de kinderen heeft maar een zichtbare afwijking op de scan. Meerdere afwijkingen kunnen voorkomen. MRI-scan Ook op een MRI-scan kunnen afwijkingen worden gevonden bij neurocysticercosis. Op een of meerdere plaatsen in de hersenen en het ruggenmerg worden ontstekingsplekjes gevonden, vaak met kleine holtes (cystes) gevuld met vocht daarbij. Deze ontstekingsplekjes zitten vaak in de zogenaamde grijze stof, het gedeelte van de hersenen waar de hersencellen liggen. Ook kunnen er cystes gevonden worden in de holtes van de hersenen. Wanneer een larve dood is gegaan is dat te zien doordat er extra vocht aanwezig is rondom de ontstekingsplekjes. Door het geven van contrastvloeistof kleuren de ontstekingsplekjes waarin net een larve doodgegaan is aan met contrastvloeistof. EEG Bij kinderen met neurocysticercosis wordt vaak een hersenfilmpje (EEG) gemaakt. Vaak worden epileptiforme afwijkingen gezien op een EEG-onderzoek. Oogarts De oogarts kan door middel van onderzoek van het oog kijken of er ook larven kunnen worden aangetoond in het netvlies. 3

Ook kan de oogarts beoordelen of er sprake is van verhoogde druk in het hoofd als gevolg van neurocysticercosis. Huidbiopt Bij kinderen met huidafwijkingen, kan een stukje huid worden afgenomen om dit onder de microscoop te bekijken. In dit stukje huid kan de larve worden aangetoond. Hersenbiopt Wanneer alle hierboven beschreven onderzoeken onvoldoende zijn geweest om de diagnose te stellen, kan het nodig zijn om aan de neurochirurg te vragen een stukje van het afwijkende hersenweefsel weg te halen door middel van een operatie. Dit stukje weefsel kan dan onder de microscoop onderzocht worden. In dit weefsel kan de larve worden aangetoond. Hoe wordt neurocysticercosis behandeld? Geen behandeling Wanneer de neurocysticercosis niet al te veel symptomen geeft, kan er voor gekozen worden om geen behandeling te geven. Zeker wanneer er maar een afwijking in de hersenen wordt gevonden. Door middel van regelmatig bloedonderzoek en zo nodig herhalen van scans wordt dan gekeken of het lichaam in staat is om zelf de larven op te ruimen. Medicijnen Er bestaan medicijnen die de larven kunnen doden. Medicijnen die hiervoor gebruikt worden zijn de antiparasitaire medicijnen albendazol (Eskazole ) of praziquantel (Biltricide ). Beide medicijen kunnen in tabletvorm worden gegeven. Inname van albendazol met een vette maaltijd en grapefruitsap verhoogd de hoeveelheid medicijn die in het bloed terecht komt. Deze medicijnen worden zeven dagen gegeven. Deze medicijnen hebben vaak goed effect wanneer de larven zich in de hersenholtes bevinden. Als gevolg van de behandeling kunnen de klachten echter tijdelijk toenemen omdat de ontstekingsreactie van het lichaam toeneemt. Deze toename van de klachten kan erg heftig zijn en soms grote problemen veroorzaken. Wanneer de larven zich in het oog bevinden, kan behandeling bijvoorbeeld leiden tot blijvende blindheid. Alle voors en tegens van een behandeling moeten goed tegen elkaar afgewogen worden. Omdat door behandeling grote problemen kunnen ontstaan, wordt er gekozen om de eerste drie dagen van deze behandeling in het ziekenhuis te geven. Deze problemen ontstaan namelijk vaak in de eerste 24 tot 48 uur van de behandeling. Om ernstige problemen te voorkomen, wordt tijdens de behandeling vaak het medicijn dexametason bij gegeven. Dit medicijn remt die ontstekingsreactie af. Drain Bij kinderen met een hydrocefalus kan het soms nodig zijn om een drain te plaatsen in het hoofd die overtollig vocht kan afvoeren. Deze drain wordt dan geplaatst voordat een behandeling met medicijnen wordt gegeven. Operatie Bij kinderen met ernstige symptomen die niet voldoende reageren op een behandeling met antiparasitaire medicijnen kan het nodig zijn de larven en de veroorzaakte ontstekingsreactie te verwijderen door middel van een operatie door de neurochirurg. Medicijnen tegen epilepsie Kinderen die last hebben van epilepsie-aanvallen worden meestal behandeld met medicijnen die nieuwe epilepsie-aanvallen kunnen voorkomen. Deze medicijnen worden gegeven dat tot er twee jaar geen aanvallen meer geweest zijn. Daarna lukt het meestal om de medicijnen weer volledig af te bouwen. Een klein deel van de kinderen heeft een moeilijk behandelbare vorm van epilepsie. 4

Wat betekent neurocysticercosis voor de toekomst? Spontaan verdwijnen De ontsteking in de hersenen of in het ruggenmerg als gevolg van neurocysticercosis kan opgeruimd worden door het lichaam, waardoor de ontstekingsplekken in de hersenen spontaan verdwijnen, vaak in de loop van enkele maanden. Behandeling Kinderen reageren vaak goed op de behandeling van neurocysticercosis. Zij genezen vaak volledig zonder veel restverschijnselen van neurocysticercosis. Moeilijk behandelbare epilepsie Een klein deel van de kinderen krijgt een epilepsie die moeilijk onder controle te krijgen is door middel van medicijnen. Blijvende restverschijnselen Kinderen met afwijkingen op meerdere plaatsen in de hersenen en volwassenen hebben een grotere kans op restklachten als gevolg van de neurocysticercosis. Veel voorkomende restklachten zijn verlammingen en geheugenproblemen. Hebben broertjes en zusjes een vergrote kans om neurocysticercosis te krijgen? Neurocysticercosis is een besmettelijke ziekte. Wanneer er voldoende hygiënische maatregelen getroffen worden, zoals handen wassen na de toiletgang en handen wassen voor het eten, is de kans heel klein dat anderen besmet worden met de eitjes van deze larve. Besmetting vindt alleen plaats wanneer er contact is tussen blote handen en besmette ontlasting, waarna deze blote handen ongewassen weer in de mond worden gestoken. Goed handen wassen en zorgen dat er geen direct contact is met besmette ontlasting kan deze besmetting voorkomen. Van mensen die in nauw contact zijn geweest met een persoon die neurocysticercosis heeft, wordt vaak de ontlasting onderzocht om te kijken of zij ook eitjes in de ontlasting hebben. Als dat het geval is, krijgen zij eenmalig een hoeveelheid medicijnen toegediend waardoor deze eitjes dood gaan. Links Referenties 1. Rosenfeld E. Neurocysticercosis. Pediatr Infect Dis J. 2003;22:181-2. 2. Sáenz B, Ruíz-Garcia M, Jiménez E, Hernández-Aguilar J, Suastegui R, Larralde C, Sciutto E, Fleury A. Neurocysticercosis: clinical, radiologic, and inflammatory differences between children and adults. Pediatr Infect Dis J. 2006;25:801-3. 3. SM, Villaran MV, Ylquimiche L, Figueroa JJ, Rodriguez S, Bautista CT, Gonzalez AE, Tsang VC, Gilman RH, Garcia HH; Cysticercosis Working Group in Peru. Neurocysticercosis: association between seizures, serology, and brain CT in rural Peru. Neurology. 200;65:229-33 Laatst bijgewerkt: 21 juni 2008 Auteur: JH Schieving 5

6