IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc. Aansluitschema s



Vergelijkbare documenten
Gebruikershandleiding

DIN-RAIL UITBREIDING int-iors_nl 10/14

AC ZONE ALARMCONTROLLER MET DEURBEL HANDLEIDING

Hieronder volgt een voorbeeld van een detectorlijst, deze lijst moet in digitaal formaat aan STB Security bezorgt worden voor de indienststelling.

1. Bekabeling. 2. Codeklavier NX148. Installatiegids inbraakalarm. Naar centrale 1 / 7

UNIVERSAL ICUNI 1. TECHNISCHE SPECIFICATIES. 380V AC / 230V AC (steeds met nulgeleider) 16A 230/380V met omkeervergrendeling

Eenvoudige opzet met 1 mastermodule: (maximaal 128 actieve ingangen te verwerken)

ADVISOR CD 7201 CD9501/15001

Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale MD 640

HAM841K ALARMCONTROLEPANEEL VOOR COMMERCIËLE EN RESIDENTIËLE TOEPASSINGEN

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

Sinthesi Deuropenermodule

Technische documentatie

MI Modules. Fire Safety. Adresseerbare ingang-, uitgang- en isolatormodules KENMERKEN

Gebruiksaanwijzing LMS Controller 8x Digitaal-in Module t.b.v. ALFANET

RUKRA REMOTE DIGIT IO_44_NL ARTIKELNUMMER: RK-3004

MICROS+ centrale eenheid

Gebruikershandleiding

FLEXESS TERRA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS100 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS100 SPECIFICATIES

EV455AM / EV456AM TECHNISCHE GEGEVENS V DC 2 V tt bij 12 V DC 6 ma in rust (EV456AM - 6 ma) 18 ma tijdens alarm (EV456AM - 18 ma) Auto Focus

Tyro Pyxis/Auriga 2, 4, 6 of 8 voudige afstandsbediening Handleiding 868 MHz

De indienstelling van een nieuwe centrale dient door Argina of een door Argina opgeleid persoon worden uitgevoerd.

ALFASTAR. Aansluiting van de diverse modules

FT4SW. 1. Werking. Handleiding. Figuur 1

NEDERLANDS DG502UP. Autonome centrale 2 deuren. De keuze van de installateur cdvibenelux.com

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

RUKRA REMOTE PSTN IO_04_NL ARTIKELNUMMER: RK-3000

Handleiding GSM kiezer TKGSM-431 versie 13V1.2. Afmeting breedte circa 20,4 cm hoogte circa 14 cm.

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

SPACEGUARD SERIE SG 10

Licht en donker. We willen onze verlichting langzaam laten aan en uit gaan. Daartoe hebben we een langzaam aan / langzaam uit - dimmer nodig.

NL Manual GSM module RC-GBT8448BC V1.1. Handleiding GSM RC-GBT8448BC

AT1G rev Toegangscontrole Module AT1G Handleiding. thinks outside the box!

DEEL VI - BRANDDETECTIE

Handleiding AT1G Toegangscontrole Module. rev ver1

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

EV645 / EV646 TECHNISCHE GEGEVENS V DC 2 V tt 15 ma in rust (EV ma) 26 ma tijdens alarm (EV ma) 4D-signaalverwerking

Handleiding Fermax N-Cityline/Skyline/N-Marine (7440) paslezer Stand-alone.

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

Gebruikshandleiding TFT touchscreen

A.n.B. Security n.v. Rue de Joie, Luik België. Tel Fax info@anb-sa.be

2010 Handleiding MS12s

FLEXESS PEBBLE PASLEZER

Domotica in drie stappen: Systeem omschrijving: DDNET:

ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14

Inbraak signalerings panelen

10.2 Aansluitschema Allure 10e druk juni 2009

ACTIVA. 1. Eigenschappen. 2. Beschrijving van de elektronische printen

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

De indienststelling van een nieuwe centrale dient door Argina of een door Argina opgeleid persoon te worden uitgevoerd.

De indienststelling van een nieuwe centrale dient door Argina of een door Argina opgeleid persoon te worden uitgevoerd.

Logo quiz Project Inleiding op de Logo!

Elektronische sluitertijd 1/50 tot 1/ auto dubbel pyroelektrisch element

dmxdomotica DDC1-IP-RGB Controller. Simplistic Light Domotica in drie stappen:

ADVISOR CD3401. Montage Handleiding. Software versie: vanaf V6.0. Kode: CD II /v6i Datum:

GOEDGEKEURDE LUSGEVOEDE ALARMGEVERKAART MET ISOLATIE-EENHEDEN EN BEWAAKTE EVACUATIE-INGANG

T S INBRAAK ALARMCENTRALE

Data Sheet. MI modules Adresseerbare ingang-, isolatormodules. kenmerken

Gebruiksaanwijzing LMS Controller Module Remote-Switch t.b.v. ALFANET

Integratie van Net2 met een inbraakalarmsysteem

Gebruikshandleiding lusdetector 1 lus (enkeldetetector type Vector TOE 40/7)

Actief infrarood ACTIVA

SECUSK2EM CODEKLAVIER HANDLEIDING

Handboek RouterNode

Data Sheet. M700 Reeks Modules Adresseerbare ingang, uitgang en isolatormodules. Kenmerken. Algemeen

Gebruiksaanwijzing GPIO interface voor BrightSign - HD players

Productvergelijking en bijbehorende accessoires. EasyCon GSM. ProCon GSM. Proline GSM. GSM Modules

Draadloze zoneregelaar HCE80. Handleiding bij het inleren

GSM OPENER Code : GSM64-2

Handleiding digicode: Promi500 Kaarten en codes

BELANGRIJK: Bij de eerste keer dient u de inleerprocedure te doorlopen voordat u de set kan gebruiken! Handleiding MS16

INBRAAK. Inbraak_Alarmtech_140916

Opgave 1 Opbouwen van een stappenmotor-systeem

GIP. De computer gestuurde trein

LightMate II gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing GPIO interface voor BrightSign - HD players

M700 Reeks Modules Addresseerbare ingang, uitgang en isolator modules Sectie: Intelligent/Addressable Devices

GSM500 PROGRAMMATIE HANDLEIDING

KCI/N NOTICE DE MONTAGE ET K I T D E M O N T A G E. Verlichte INOX Digicode codes met gescheiden elektronica.

DS7000-reeks Referentiehandleiding

GfS Day Alarm. Montage handleiding. Art.-Nr.: / Art.-Nr.: Art.-Nr.: Art.-Nr.: Art.-Nr.: Art.-Nr.:

FT8SW. 1. Werking. Handleiding. De FT8SW is een IO stuurmodule met 8 relais die geactiveerd wordt door de deurtelefoon Wizard

INTELLISOUND SERIES : PROFESSIONAL VERSIE TYPE : BS2500PROF

VOLAUTOMATISCHE SPUI

User Manual DMX Universal Demux 8 channel Switch / PWM / Servo / Strobe / Binair

Terugmeld module in combinatie met andere merken 13. Aansluiten van de meldingangen 14. In gebruik nemen en testen van de terugmeld module 16

Wireless PC Interface installatie handleiding

Ins NL Lezer PROXIMITY P reeks

IP VIDEOFOON 2 draads SNEL AAN DE SLAG

Regent Tracker aansluitingen 1.2 NL. Regent Tracker AANSLUITSCHEMA S

1. Beschrijving van de basis stuurkast

GSM OPENER Code : GSM64-2

Voorbeeld lusindeling*

EV475AM / EV476AM TECHNISCHE GEGEVENS V DC 2 V tt bij 12 V DC 5 ma in rust (EV476AM - 5 ma) 18 ma tijdens alarm (EV476AM - 18 ma) Auto Focus

2 Draads videofoon systeem. Drukknop: Gebruikshandleiding

Technische handleiding

GOEDGEKEURDE LUSGEVOEDE ALARMGEVERKAART MET BEWAAKTE EVACUATIE-INGANG EN ISOLATIE-EENHEDEN

Trigger I/O kaart voor de LogiComm pistoolbesturing

GT-912/GT-913/GT-914 Inbouwhandleiding

Transcriptie:

IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc Aansluitschema s

Inhoudsopgave. 1. Aansluitschema LSN detectoren p3 DSMS400 & DSMSF400 voor LSN detectoren p3 Herhaal LED DSMPA op LSN detectoren p3 DSSM210 p4 2. Aansluitschema sirenes p5 Via DSNSB100LSN p5 Sirene extensie voor DSNSB100LSN p6 Aansturing van 2 tonen via DSNSB100LSN p7 Via DSASE p8 Aansturing van 2 tonen via DSASE p9 3. Aansluitschema conventionele detectoren p10 4. Aansluitschema DS240 beam detectoren p11 5. Aansluitschema intrinsiek veilige detectoren p12 6. Contacten aansluiten via DSNBK100LSN p13 7. Blusinstallatie aansluiten via DSNSB100LSN p14 8. Aansluitschema SD1+ p15 9. Aansluitschema uitgangsmodule p16 10. Aansluitschema DSBAT100LSN p17 11. Aansluitschema DSATBL-EA p18 12. Aansluitschema ingangsmodule p19 13. Aansluitschema DSBE1000 remote klavier p20 14. Aansluitschema externe printer p21 15. Aansluitschema SRT netwerk p22 16. Aansluitschema DSNRK-N p23 17. Aansluitschema DSTRSP p23 IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 2

1. Aansluitschema LSN detectoren DSMS400 & DSMSF400 voor LSN detectoren. Herhaal LED DSMPA op LSN detectoren KL1 = Massa KL4 = +V IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 3

DSSM210 Men komt binnen op de a1 en b1 en men vertrekt naar de volgende detector of drukknop via a2 en b2. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 4

2. Aansluitschema sirenes. Via DSNSB100LSN Via de DSNSB100LSN module,die met de LSN loop is verbonden, kan men sirenes gaan sturen. De sirenes moet men verbinden met de SA-SB uitgang van de DSNSB100LSN. De eindelusweerstand Rl moet 3K9 bedragen. De 2 jumpers moet men op 2 & 3 plaatsen. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 5

Sirene extensie voor DSNSB100LSN - In rust. - In alarm. De bekabeling moet volledig (zelfs bekabeling tussen de DSNSB en de centrale) gebeuren in F3 kabel. Daarom is het beter op de DSNSB en het relais te monteren in de behuizing van de centrale. De 24V voeding van de sirenes moet worden genomen uit de voeding van de centrale en moet apart worden gezekerd (500mA). Deze voeding bevindt zich rechtsboven op de DSAVM (moederprint). IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 6

Aansturing van 2 tonen via DSNSB100LSN. Wanneer men toon 1 wenst bij Internal fire en toon 2 bij External fire moet men dit als volgt programmeren. De uitgang SA-SB (overwaakte sirene uitgang) moet schakelen bij Internal Fire en External Fire, de uitgang KA1 KA2 (NO potentiaal vrij contact) moet enkel schakelen bij External Fire. De eindelusweerstand Rl moet 3K9 bedragen. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 7

Via DSASE De DSASE print heeft 2 uitgangen LA1A en LA2A. Elke uitgang kan men opsplitsen in 2 sirene lussen, die een afzonderlijke zekering hebben van 500mA. De lussen moeten afgesloten worden met een weerstand van 12K1. Om de juiste werking van de DSASE te verkrijgen met men de eilandjes E1, E4, E10, E12, E15, E21 kortsluiten. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 8

Aansturing van 2 tonen via DSASE. Wanneer men toon 1 wenst bij Internal fire en toon 2 bij External fire moet men dit als volgt programmeren. De uitgang B1/1 LA1A (overwaakte sirene uitgang) moet schakelen bij Internal Fire en External Fire, een TZ uitgang (NO potentiaal vrij contact) moet enkel schakelen bij External Fire. De eindelusweerstand Rl moet 12K1 bedragen. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 9

3. Aansluitschema conventionele detectoren. De DSNBK100LSN module, die met de LSN loop verbonden is, heeft 2 zones (line1 & 2) voor conventionele detectoren ( DS 300 reeks). De eindelusweerstand moet 3K9 bedragen. De 2 schakelaars op de DSNBK100LSN print moet men openen. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 10

4. Aansluitschema DS240 beam detectoren. De voeding van de beams moet een fout relais bevatten. Deze uitgang moet men binnenlezen via een DSNKK100LSN module. De lijnstatus 28 Malfunction Power Supply kan men hiervoor gebruiken. Via een normaal gesloten relaiscontact, die gestuurd word met een TZuitgang, kan men de voeding van de ontvanger onderbreken bij een reset van de centrale. Het alarmcontact van de beam moet men binnen lezen via een conventionele zone op een DSNBK100LSN module. (Maximum 5 per zone of 10 per module). Het foutcontact van kan men binnenlezen via een DSNKK100LSN module. De lijnstatus 31 Address blocking kan men hiervoor gebruiken. De 2 schakelaars op de DSNBK100LSN print moet men openen. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 11

5. Aansluitschema intrinsiek veilige detectoren. De DSNBK100LSN module, die met de LSN loop verbonden is, heeft 2 zones (line1 & 2) voor conventionele detectoren. Sluit deze zones aan op de galvanische isolator (MTL5061). Daardoor kan men deze zones gebruiken in intrinsiek veilige zones. Gebruik de 1151EIS en de 5451EIS detectoren met de B401 sokkel. De eindelusweerstand moet 3K9 bedragen. De 2 schakelaars op de DSNBK100LSN print moet men openen. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 12

6. Contacten aansluiten via DSNBK100LSN. In serie met het normaal open contact moet men een schakelweerstand van 680R plaatsen. Omdat men een gemonitorde uitgang gebruikt, moet men een eindelus weerstand (Reol : 3K9) aansluiten over het laatste contact met zijn serieweerstand. De 2 schakelaars op de DSNBK100LSN print moet men openen. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 13

7. Blusinstallatie aansluiten via DSNSB100LSN. RR R KR is een uitgang die Ext Fire of Int Fire volgt. Intern in deze uitgang is er een schakel- (680R) en eindelusweerstand (3K3) aanwezig om een gemonitorde ingang van de blusinstallatie te schakelen. (zie onderstaand schema) De gemonitorde ingang UEA/UEB wordt gebruikt ter controle van de blusinstallatie. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 14

8. Aansluitschema SD1+. De TZ uitgangen op de AVM100 (moederprint DSUEZ2000) worden, via een pull-up weerstand (1K, ¼ W), gebruikt om de kanalen te sturen van de SD1+. De uitgangen moet men normaal actief programmeren en de trigger polariteit, van de SD1+, moet men positief instellen, zodat men kabelbreuken kan detecteren. De O/P1 uitgang van de SD1+ kan men programmeren zodat het schakelt bij slechte transmissie. Via de relais, die ook afvallen bij lage voedingspanning, kan men de gemonitorde uitgang onderbreken zodat de centrale een transmissiefout kan genereren. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 15

9. Aansluitschema uitgangsmodule. De DSNTK100LSN module, die met de LSN loop verbonden is, heeft 2 ingangen (1 lamp test en 1 programmeerbare) en 8 opencolletor (OC) uitgangen die bij activatie naar massa getrokken worden. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 16

10. Aansluitschema DSBAT100LSN. Enkel de BR1 van de laatste ATG moet men in takt laten, de BR1 van de overige moet men knippen. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 17

11. Aansluitschema DSATBL-EA. Voor het aansluiten van DSATBL-EA( s) heeft men één DSFUEM (voedingsfilter) nodig. Om meerdere DSATBL-EA s (max 8) aan te sluiten kan men vertrekken uit St2 en binnen komen op St1 van de volgende DSATBL-EA. De maximum afstand tussen de centrale en de eerste ATBL-EA of 2 DSATBL- EA s bedraagt 1000m. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 18

12. Aansluitschema ingangsmodule. De DSNKK100LSN, die met de LSN loop verbonden is, heeft 8 ingangen. De ingangen worden geactiveerd door naar massa te schakelen. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 19

13. Aansluitschema DSBE1000 remote klavier. De DSBE1000 kan men, via een SM485 interface print op COM 1 of 2, aan de centrale koppelen. Men kan maximum 4 klavieren aansluiten op de SM485 print en op de centrale. Maximum 500m kabellengte. Door middel van een brug te plaatsen tussen RS1 en RS2 kan men tot 1000m ver gaan. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 20

14. Aansluitschema externe printer. Het is mogelijk dat men pin 3 en de 2 moet omkeren. Bij een DB25 connector moet men de massa aansluiten op pin 7. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 21

15. Aansluitschema SRT netwerk. UEZ1 COM4 COM5 COM5 UEZ2 COM4 COM5 UEZ3 COM4 De bekabeling moet altijd van COM4 naar COM5 van de volgende centrale lopen. Via de DSSM20 interfaces kan men maximum 1Km ver gaan. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 22

16. Aansluitschema DSNRK-N. De DSNRK-N in dit voorbeeld is aangesloten op 2 uitgangen die zich op de centrale bevinden. 17. Aansluitschema DSTRSP. De DSTRSP print kan Open Collector uitgangen van externe apparaten omzetten naar wisselcontacten. Om de wisselcontacten te bekomen moet men DSTRN relais (max 5) op de print pluggen. De voeding van de centrale moet men aansluiten op de + en -. De massa van de externe apparaten moet men allemaal aansluiten op de -. De open collectoren die naar massa schakelen, moet men dan bevestigen aan een TLx ingang. Het overeenkomstig wisselcontact zal bij activatie omschakelen. IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc 23