COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Gevoegd bij het:



Vergelijkbare documenten
European Week of Sport. Kim Rainger van Uitert, Piet de Jong en Stijn de Jong

Energie. Inleiding. Wat zijn groene belastingen? Vervuilings- en grondstofbelasting. Transport. in België. Toon Vandyck CES - KULeuven

perspresentatie Bridging the Gap Randstad Holding nv SEO Economic Research

Vlaanderen kende in 2012 laagste aantal tienermoeders ooit

Korsakov in België: veel zorg of veel zorgen?

Einde aan "roaming-afzetterij": tarieven voor sms-en, bellen en internetten vanuit het buitenland vanaf vandaag een stuk lager dankzij EU-maatregelen

4e Post EAUN Meeting. Men s Health. Willem de Blok Verpleegkundig specialist oncologie-urologie Antoni van Leeuwenhoek Amsterdam Board member EAUN

De groeiende informele arbeidsmarkt: is zwart werk onmisbaar?

CIJFERS BELGIË OVERNIGHT STAYS

Europese Agenda Stad. Nicolaas Beets. Speciaal Gezant voor de. Eindhoven

Masterclass HET BEHEER VAN ONS LANDSCHAP HET SPEL & DE KNIKKERS

Expertisecentrum Europees Recht. De nieuwe QMVstemregels. uitgelegd. Liesbeth A Campo (BZ/DJZ-ER) Den Haag 20 november 2014

Duurzame Palmolie. Ontwikkelingen Nederland, Europa, Wereldwijd. 3 September Eddy Esselink

INFOSHOP Het CAF in Europa Patrick Staes

Migratie en de welvaartsstaat: is er sprake van aanzuigeffecten? Bart Meuleman

Studeren in het Buitenland International Office Geesteswetenschappen

Salderen en Zelflevering in Nederland De impact van salderen op de economische groei & overheidsinkomsten. Dr. Ronald Franken 19/06/2012

Nationaal beleid voor transport veiligheid. Pieter van Vliet

De ouder wordende drugsgebruiker

Indirecte belastingen en de digitale wereld

De liberalisering van de Belgische spoorwegmarkt

Corporate Payment Services. de SEPA opvolger van 'Directe Aanlevering'

Toerisme in cijfers Tourism in figures XL

Waar voor je geld 2014

Visie op Frans de Jong, directievoorzitter. Rabobank West Betuwe

Toerisme in cijfers Tourism in figures 2013

FACTSHEET WORLDWIDE INTERNATIONAL TRADE Fruit & Vegetable Facts; Jan Kees Boon; ;

Uitdagingen op het vlak van recyclage in een geglobaliseerd Europa

Arbeidsmigranten en gelukzoekers

IChO26 landenklassement Oslo Noorwegen 1994

toerisme in cijfers tourism in figures 2011

Betalingsverkeer in Nederland. Mr G. Boudewjn Amsterdam 5 juli 2018

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Sekseverschillen in onderwijssucces. Dr. Margriet van Hek Postdoctoraal onderzoeker Sociologie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

FACTSHEETshort PEPPERS

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 juni 2007 (06.07) (OR. fr) 9838/07 SAN 110 DENLEG 44

toerisme in cijfers tourism in figures aantal overnachtingen naar logiesvorm 2011 number of overnight stays by type of accommodation 2011

Co-sourcing : beroepsmobiliteit over de grenzen van de eigen organisatie heen

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend document bij het voorstel voor een

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 november 2006 (24.11) (OR. en) 15258/06 SAN 240. NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers

toerisme in cijfers tourism in figures aantal aankomsten naar logiesvorm 2011 number of arrivals by type of accommodation 2011

Het bruto binnenlands product per inwoner in Gelderland (inter)nationaal vergeleken

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID. Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN

Achtergrond informatie Den Haag Culturele Hoofdstad 2018 The Hague ECOC- European Capital of Culture

HUIDIGE STATUS. HuidigeBlue&MeTomTom geïntroduceerdop PuntoEvo in 2009 en nuleverbaarop 6 modellen

De arbeidsmarktintegratie van personen met een handicap in Europa. Barbara Vandeweghe IDEA Consult 12 december 2011

Trends in gezondheidsklachten en gezondheidsgedrag van jongeren Resultaten van de studie Jongeren en gezondheid

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0277/2007 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0134/2007

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij de

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Factsheet ESPAD 2011

Het bruto binnenlands product per inwoner in Gelderland (inter)nationaal vergeleken

Market Access in Nederland

Co-sourcing: beroepsmobiliteit over de organisationele grenzen heen.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2005 (13.06) (OR. en) 9803/05 SAN 99

Resolutie van het Europees Parlement van 14 maart 2012 over de aanpak van de diabetesepidemie in de EU (2011/2911(RSP))

toerisme in cijfers tourism in figures 2010

!! 1! Figuur!01!!aantal!Midden1!en!Oost1Europeanen!in!Nederland!

Opleidingen en Trainingen VVCM

Naar een leiderschapscrisis. Visie zonder actie is hallucinatie

Plan van aanpak. Verdringing van Henk? Code Oranje voor vrij werkverkeer binnen EU-transportsector?

Toerisme in cijfers Tourism in figures aantal overnachtingen naar verblijfsmotief 2013 number of overnight stays by motive of stay 2013

Welkom. Tips voor debiteurenbeheer en incasso Hilde Malyster

ivat Invoice Gebruikers handleiding Starten Om ivat Invoice te starten, ga naar Onder my ivat login selecteer ivat Invoice

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland 1

Transparantie: de schakel tussen institutionele autonomie en publieke verantwoording

HANDLEIDING VOICE/DATA SIM USA (USA- 3GB-60DAYS)

FACTSHEET Grapes: special India HScode (10)

Soorten uitwisselingen binnen het EJTN Exchange Programme Regulier uitwisselingsprogramma van twee weken (24 plaatsen, kosten 400)

{COM(2006) 684 definitief} {SEC(2006) 1449}

Service. ASSA ABLOY, the global leader in door opening solutions

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij. Voorstel voor een Richtlijn

More info: ,

Implemetatie van de Nitraatrichtlijn in Europa, waar staan we?

KANSEN IN EEN SNEL VERANDERENDE MARKT. BOVAG - Erik Stern NOVE - Erik de Vries

14391/15 van/gys/hh 1 DGB 3B

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

Worden senioren onbetaalbaar? Demografische verkenningen. Gerard Langerhorst 7 maart 2013

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend Document. bij het Voorstel voor een

EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument B7-0000/2014 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2014

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

Statistieken ste Vierdaagse

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Asparagus: Acreage and companies in the Netherlands

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D016748/2011.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Infographic: bellen vanuit Nederland naar Nederland + Top 10 handelspartners (FLEX) INTERN. 0 ct

De Belgische farmaceutische industrie in een internationale context

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 januari 2016 (OR. en)

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting

Manifest voor de Rechten van het kind

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

SEC(2010) 1525 def. COM(2010) 733 def. WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE

Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015

Transcriptie:

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, XXX SEC(2007) 707 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Gevoegd bij het: Witboek van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad Een EU-strategie voor aan voeding, overgewicht en obesitas gerelateerde gezondheidskwesties Samenvatting van de EFFECTBEOORDELING {COM(2007) 279 DEFINITIEF SEC(2007) 706}

1. PROBLEEMSTELLING Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) vormen slechte voedingsgewoonten en gebrek aan lichaamsbeweging zes van de zeven voornaamste risicofactoren voor een slechte gezondheid in Europa (zie figuur 1 in de bijlage). Naar schatting zouden 80% van de gevallen van hartziekte beroerte en type 2 diabetes en 40% van de kankergevallen vermeden kunnen worden indien veel voorkomende risicofactoren veroorzaakt door de leefgewoonten (waaronder roken) zouden worden geëlimineerd. Er zijn aanwijzingen dat de cijfers over voeding en lichaamsbeweging in de EU verslechteren, aangezien obesitas en overgewicht toenemen. Uit de gegevens blijkt dat de bevolking van 19 van de 27 lidstaten al een mediane Body Mass Index (BMI) heeft die hoger is dan het gezonde niveau van 25 kg/m 2 (zie figuur 2 in de bijlage). Bij een lineaire groei, en zonder interventiemaatregelen, zal de prevalentie van obesitas in de EU-27 in 2020 naar schatting 20,1% bedragen (zie figuur 3 in de bijlage). De aan deze berekeningen ten grondslag liggende veronderstellingen wijzen erop dat deze voorspelling nog aan de voorzichtige kant is. De desbetreffende curve voor de VS sinds het einde van de jaren tachtig verloopt veel steiler. Verder houdt de analyse geen rekening met de manier waarop obesitas en overgewicht bij kinderen toenemen. Er zijn aanwijzingen dat obesitas bij kinderen gestadig toeneemt, met de hoogste prevalentie in de Zuid-Europese landen (zie figuren 4 en 5 in de bijlage). De prevalentie van obesitas lijkt toe te nemen bij volwassenen, met de hoogste prevalentie onder vijftigers en zestigers. De verschillen tussen mannen en vrouwen met betrekking tot obesitas zijn per land uiteenlopend. De consumptie van zout is een ander voedingsaspect dat een slechte gezondheid veroorzaakt (met name hart- en vaatziekten en beroerte). De gegevens doen vermoeden dat het zoutverbruik in de EU aanzienlijk hoger is dan de aanbevolen 5 g natriumchloride per dag, en wel ongeveer 9-11 g per dag, waarbij het meeste zout afkomstig is van bereide levensmiddelen. Brede programma's voor de beperking van de zoutconsumptie op lange termijn zijn zeer doeltreffend gebleken om gezondheidsvoordelen te behalen. Zo werd bij een project in Noord-Karelië (Finland) een gemiddelde daling van de zoutconsumptie met 30-35% gedurende 30 jaar in verband gebracht met een forse daling met 75% tot 80% van de sterfgevallen door een beroerte of coronaire hartziekte onder de bevolking jonger dan 65 jaar. De oorzaken van een slechte voeding, gebrek aan lichaamsbeweging en de toename van overgewicht/obesitas zijn complex en multifactorieel, en houden verband met uiteenlopende factoren als internationale handel, landbouwbeleid, kennis, houding en bewustzijn wat voeding betreft, de beschikbaarheid van levensmiddelen en voedingskeuzes, kansen en motivatie voor lichaamsbeweging, die op hun beurt worden beïnvloed door de fysieke omgeving, het schoolbeleid, familiegewoonten, enzovoorts. Er zijn aanwijzingen dat de Europeanen meer eten en dat hun voedingspatroon onevenwichtig is. Uit cijfers van de Voedsel- en landbouworganisatie blijkt dat in de periode 1961-2001 de energie uit voeding met meer dan 15% toenam in Europa. Ook zijn er gegevens die erop wijzen dat het percentage van de totale energie uit vetconsumptie tussen 1996 en 1998 licht is gestegen en dat de consumptie van groenten en fruit in de meeste landen ruim onder de aanbevolen hoeveelheid ligt. Dergelijke kleine stijgingen in de voedselconsumptie kunnen

gemakkelijk leiden tot gewichtstoename of andere gezondheidseffecten veroorzaken. Over de trends in lichaamsbeweging zijn weinig gegevens beschikbaar, hoewel uit gegevens blijkt dat de huidige niveaus van lichaamsbeweging aanzienlijk minder zijn dan wordt aanbevolen voor de gezondheid. 2. DE NOODZAAK VAN ACTIE OP EU-NIVEAU De Raad heeft de Commissie herhaaldelijk ertoe opgeroepen meer te doen op dit terrein. Er zijn bevoegdheden op EU-niveau, en er is bestaande wetgeving, die de voorwaarden helpen creëren voor een gezonde besluitvorming op het niveau van de lidstaten. Het gaat daarbij onder meer om wetgeving betreffende voeding, de ontwikkeling van programma s in landbouwsectoren, de structuurfondsen, onderzoek, vervoers- en stedelijk beleid en media. De verbetering van de situatie inzake voeding en lichaamsbeweging in de lidstaten heeft transnationale aspecten en een sterke internemarktdimensie, zoals de grensoverschrijdende verkoop van landbouw- en industrieproducten. Wat de transnationale aspecten betreft, hebben voedselproducenten het gehalte aan voedingsstoffen (zoals zout) in producten voor sommige lidstaten beperkt, maar voor andere lidstaten niet. Het resultaat is dat een bepaalde combinatie en hoeveelheid van bereide levensmiddelen in sommige landen een hoger risico voor hypertensie (hoge bloeddruk) en beroerte zal opleveren dan diezelfde levensmiddelen in een ander land. Actie op EU-niveau kan inefficiëntie binnen de EU voorkomen door gelijke concurrentievoorwaarden voor voedselproducenten en detailhandelaars te creëren. Belangrijke schaalvoordelen, en wel voor alle betrokkenen, zijn eerder te verwachten van een door de EU geleide dialoog met deze actoren dan van afzonderlijke dialogen met de lidstaten. Hoewel de lidstaten steeds meer actie ondernemen, zijn er weinig tekenen dat de trends van obesitas en overgewicht afvlakken of ombuigen. Obesitas en overgewicht nemen integendeel overal toe, zij het niet overal even snel. Dit wijst erop dat er Europese en/of wereldwijde factoren in het spel zijn, waarmee bij de beleidsreacties rekening moet worden gehouden. De bestaande actie op EU-niveau heeft de consensus over het beleid en de inspanning van vele actoren vergroot. De rondetafelconferentie over obesitas in 2004 en het Actieplatform op het gebied van voeding, lichaamsbeweging en gezondheid in 2005 hebben in sommige lidstaten gezorgd voor meer dynamiek. Veel ondernemers waren ingenomen met de erkenning van hun inspanningen op EU-niveau, en met de samenwerking en de uitdaging voor ondernemers om het beter te doen. Bovendien kan de coördinatie en actie op EU-niveau als een katalysator werken voor de verspreiding in de EU-27 van de gezondheidswinsten die in minder dan 5 jaar tijd zijn geboekt in landen als Finland (initiatieven met betrekking tot zout en hartgezondheid) en Polen (initiatieven met betrekking tot vetten en hartgezondheid). De maatregelen die landen nemen om aan voeding en lichaamsbeweging gerelateerde kwesties aan te pakken, zijn zeer verschillend. Zo hebben Denemarken en Noorwegen allebei de beperking van het gehalte aan transvetten in levensmiddelen aangepakt, maar met verschillende benaderingen. Denemarken heeft een regelgevende aanpak gevolgd, terwijl Noorwegen voor vrijwillige methoden heeft gekozen. Er zijn aanwijzingen dat er vergelijkbare resultaten zijn behaald.

3. DOELSTELLINGEN De algemene doelstelling is de schade voor gezondheid en economie als gevolg van slechte voedingsgewoonten en het gebrek aan lichaamsbeweging te beperken en aldus bij te dragen tot een gezondere samenleving, een hogere productiviteit en een duurzame economische ontwikkeling, overeenkomstig een van de doelstellingen van de Europese Raad van Lissabon, namelijk meer gezonde levensjaren voor iedereen. Meer bepaald is de doelstelling van de Europese Commissie de lidstaten te helpen gezonde voeding en lichaamsbeweging bij de EU-bevolking te bevorderen, en met name de prevalentie van obesitas en overgewicht te verminderen. De vermindering van de prevalentie van obesitas is een belangrijke doelstelling op middellange termijn (en een succesindicator). 3.1. De opties Opties A en B zijn op zichzelf staande opties en sluiten elkaar uit. Opties C en D zijn cumulatief. Overeenkomstig artikel 152 dient de Commissie te streven naar samenhang tussen al haar beleidslijnen en doelstellingen inzake de volksgezondheid. Daarom is er bij alle opties sprake van het streven naar integratie in beleidslijnen van de gehele Commissie. A Geen activiteiten op EU-niveau: Bij deze optie zouden beleidsbeslissingen en - initiatieven grotendeels aan de lidstaten en belanghebbende partijen worden overgelaten, zonder coördinatie op Europees niveau. Bestaande acties zouden worden stopgezet. B Status-quo: De EU zou de dialoog tussen belanghebbende partijen blijven bevorderen via het Europees actieplatform en het Europees netwerk op het gebied van voeding en lichaamsbeweging, zolang deze fora geacht worden een toegevoegde waarde op te leveren; ook zou de EU de financiering van projecten in het kader van het volksgezondheidsprogramma voortzetten. C Een alomvattende strategie voor de hele EU: Voortbouwend op optie B, zou bij deze optie worden getracht acties op communautair niveau op te zetten, maar ook zou worden geprobeerd acties op lokaal en regionaal niveau op te zetten in de lidstaten en via nieuwe kanalen, die normaal niet ontvankelijk of bereikbaar zijn, door gebruik te maken van innovatieve benaderingen. Bij deze optie zou men zich proberen te richten op vrijwillige mechanismen, hoewel een dergelijke aanpak de maatregelen van de Commissie op terreinen waarvoor al een wetgevingskader geldt, zoals de voedingswaarde-etikettering, niet zou veranderen. Er zou veeleer worden getracht deze terreinen te versterken door het stimuleren van aanvullende vrijwillige acties. D Zuiver regelgevende aanpak: Voortbouwend op optie B zou bij deze optie worden getracht het wetgevingskader te versterken op die beleidsterreinen waar dit mogelijk is (zoals beperkingen op reclame voor kinderen, enzovoorts, en nieuwe samenstellingen van producten), en niet zozeer de stakeholders te bewegen om zelf actie te ondernemen op deze terreinen.

4. ANALYSE VAN DE GEVOLGEN 4.1. Economische gevolgen De totale directe en indirecte kosten van obesitas in 2002 in de EU-15 werden geschat op 32,8 miljard EUR per jaar. Volgens een studie in 2005 maakten de directe en indirecte kosten van obesitas (BMI 30 kg/m2) naar schatting 0,3% uit van het bruto binnenlands product (BBP) van de EU-15. Wanneer wordt geëxtrapoleerd naar de EU-25 1 met behulp van de BBP-cijfers over 2005, zijn de kosten van obesitas 40,5 miljard EUR per jaar en de kosten van obesitas en overgewicht 81 miljard EUR voor de EU-25, ervan uitgaande (op basis van Britse gegevens) dat als overgewicht wordt meegerekend de kosten van obesitas verdubbelen. Bij deze cijfers worden de kosten van slechte voedingsgewoonten en het gebrek aan lichaamsbeweging over het algemeen onderschat, omdat (1) gewichtstoename slechts één effect is van slechte voedingsgewoonten en weinig lichaamsbeweging, (2) de studies vaak geen rekening houden met de kosten van de gevolgen van gewichtstoename bij kinderen, (3) zelfs wanneer er rekening wordt gehouden met de kosten van obesitas, de schattingen geen aanvullende kosten van andere aandoeningen omvatten, zoals rugpijn en depressie die door gewichtstoename verslechteren, en (4) er ook "ongrijpbare" kosten zijn van persoonlijk lijden, het verlies van de kwaliteit van leven en een vroegtijdige dood, die moeilijk in getallen uit te drukken zijn. Gevolgen van acties voor de voedingsindustrie De analyse van de gevolgen voor de sector richt zich op de voedings- en drankenindustrie als de tweede grootste productiesector na de metaalindustrie (respectievelijk 11% en 13% van de totale toegevoegde productiewaarde en werkgelegenheid in de EU in 2001). De structuur van de sector is een belangrijke factor: enkele grote voedings- en drankbedrijven hebben een overheersende invloed. De grootste voedings- en drankbedrijven (1%) hebben 39% van de werknemers in dienst en vertegenwoordigen 51% van de omzet van de sector. Sommige acties zouden kunnen resulteren in een lagere consumptie van bepaalde levensmiddelen, zoals energierijke levensmiddelen, en een hogere consumptie van andere levensmiddelen, zoals groenten en fruit (indien zij succesvol zijn in het veranderen van de voorkeuren van consumenten voor producten). Een sectorale analyse wijst op mogelijke kosten en baten. De kosten hebben betrekking op een lagere omzetgroei en een afgenomen merksterkte voor levensmiddelen die minder worden geconsumeerd of waarvoor minder reclame wordt gemaakt. Maar in een verslag van JP Morgan staat ook: "voor merken die werkelijk "gezondheid" en "welzijn" belichamen, is er de mogelijkheid een langdurig concurrentievoordeel op te bouwen dat zich zal vertalen in een duurzame omzetgroei en marge-uitbreiding." Het idee dat bedrijven die laten zien dat zij aan de gezondheid van de consument denken, door de markt zullen worden beloond, wordt bevestigd door het kennelijke aanpassingsvermogen van de voedselproductiesector aan de trends. 18 van de 24 snelst groeiende productcategorieën, en 6 van de 7 categorieën met een groei van twee cijfers, worden door de consument geassocieerd met gezondheid en welzijn; deze productcategorieën zijn nu een belangrijke groeimotor voor de sector. Omgekeerd wordt in het verslag ook gewezen op 1 Er werd geen samengesteld BBP-bedrag voor EU-27 gevonden.

productcategorieën die door consumenten als minder gezond worden beschouwd en die nu een tragere groei of een neerwaartse lijn vertonen. Andere belangrijke gevolgen voor de sector zijn de mogelijke kosten voor verschillende mediasectoren (televisie, publicaties, enzovoort) als gevolg van een vermindering van de op kinderen gerichte reclame voor voedsel- en drankproducten met een hoog gehalte aan vetten, zout en suiker. 4.2. Milieueffect Acties die lichaamsbeweging stimuleren via de bevordering van "actief pendelen", door middel van bewustmakingsprogramma s of door het gebruik van subsidies van de Commissie om de vervoersinfrastructuur voor fietsen en wandelen te verbeteren, zullen naar verwachting een positief milieueffect hebben, omdat zij de vraag naar gemotoriseerd vervoer doen dalen. Er kunnen milieueffecten optreden in verband met het landgebruik, indien toekomstige acties leiden tot wijzigingen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid met betrekking tot bepaalde sectoren zoals groenten en fruit, of melk. Van acties als de ontwikkeling van partnerschappen en bewustmakingscampagnes, en van nieuwe samenstellingen van levensmiddelen of andere reclamepraktijken, worden geen negatieve milieueffecten verwacht. 4.3. Maatschappelijke gevolgen Uit de gegevens blijkt ook dat slechte voedingsgewoonten en weinig lichaamsbeweging, indien ze tot obesitas leiden, een probleem zijn voor bepaalde groepen, zoals groepen met een lager onderwijsniveau, een lagere sociale status en een geringer gevoel van eigenwaarde. Uit de literatuur komt het volgende naar voren: Bij slechts ongeveer de helft van de mannelijke bevolkingsgroepen, maar bij nagenoeg alle vrouwelijke bevolkingsgroepen, is er een omgekeerd evenredige relatie tussen de BMI en het opleidingsniveau. Zowel obesitas als diabetes vertonen een sterkere correlatie met ongelijkheidsindicatoren (bijvoorbeeld Gini-coëfficiënten voor inkomens) dan met het nationale gemiddelde inkomen. De eigen inschatting van sociale status en het gevoel van eigenwaarde vertonen ook een kennelijke correlatie met het gezondheidsgedrag. Dit komt overeen met studies die wijzen op een verband tussen de gezondheidstoestand en de sociale status. De maatschappelijke gevolgen van strategieën voor de vermindering van overgewicht en obesitas hebben daarom zowel betrekking op sociale integratie als op non-discriminatie. De discriminatie en het maatschappelijke nadeel bij obesitas worden verergerd door de correlatie tussen obesitas en overgewicht en de sociaaleconomische status. 5. VERGELIJKING VAN DE OPTIES 5.1. Beknopte vergelijking van beleidsopties Zoals in de tabel hierna wordt uiteengezet, heeft de Commissie enkele beleidsopties die waarde kunnen toevoegen aan de acties van de lidstaten en kunnen bijdragen aan de doelstelling om gezonde voeding en lichaamsbeweging te bevorderen en obesitas en

overgewicht terug te dringen. In de hierna volgende tabel wordt een overzicht gegeven van de sterke en zwakke punten van de vier opties. Tabel 1: Overzicht van de sterke/zwakken punten van de vier opties Optie Sterke punten Zwakke punten A (Afzien van actie) B (Status-quo) C (Vrijwillige aanpak) Er komen middelen vrij die kunnen worden ingezet voor andere prioriteiten van de EU op het gebied van volksgezondheid Huidige acties van de belanghebbende partijen (over het algemeen positief beoordeeld) worden voortgezet Geen nieuwe risico s Gemeenschappelijk kader voor alle actoren Beleidscoherentie op communautair niveau mogelijk gemakkelijker te verwezenlijken in het kader van een alomvattende EUstrategie Kans om acties vast te stellen waarbij alle partijen voordeel behalen. Optionele deelname van actoren uit de sector op basis van bedrijfsbelangen en kosten daarom beperkt tot minder bedrijven Mogelijkheden voor snellere Geen bijdrage op EU-niveau op enkele terreinen die van invloed zijn op voeding en lichaamsbeweging Verzoeken van Raad en Parlement worden genegeerd Geen coördinatie van belanghebbende partijen, de lidstaten moeten zelfstandig actief worden Geen gemeenschappelijke strategische koers voor alle actoren op EU-niveau Geen bevordering van fora voor belanghebbende partijen op nationaal en lokaal niveau Gemiste kans voor de Commissie om de lidstaten te helpen bij het aanpakken van het probleem Kosten van deelname aan extra bijeenkomsten/netwerken voor belanghebbende partijen (lidstaten en particuliere actoren) Grotere monitoringlast voor deelnemende belanghebbende partijen in verband met de noodzaak om de uitvoering van acties aan te tonen

respons D (Sterker wetgevingskader) Uniforme reactie in de gehele de EU en van alle actoren Kosten voor een groter aantal particuliere actoren Mogelijk niet naar verhouding indien vrijwillige win-winopties al volstaan om het probleem aan te pakken Langer tijdsbestek om respons waar te kunnen nemen Wetgeving kan "verouderd" raken bij een steeds veranderende markt Begrenzende aspecten De kosten voor de EU van daadloosheid zijn hoog: volgens een conservatieve schatting 80 miljard EUR per jaar. Deze kosten zijn duidelijk hoger dan de kosten van de overwogen opties. 6. VOORKEURSOPTIE Een krachtigere respons van de Gemeenschap is zonder meer gerechtvaardigd dit houdt een keuze voor optie C of D in. De voorkeur gaat uit naar optie C, aangezien (i) er aanwijzingen zijn dat die doeltreffend kan blijken; (ii) een aanpak op basis van vrijwilligheid sneller tot resultaat kan leiden; (iii) de voedingsindustrie gedomineerd wordt door een klein aantal grote bedrijven, en de beschikbare gegevens erop wijzen dat deze bedrijven baat zullen hebben bij acties op dit terrein. 7. TOEZICHT EN EVALUATIE Het witboek van de Commissie zal voorstellen bevatten ter verbetering van het toezicht op de gezondheidssituatie op het punt van voeding en lichaamsbeweging en voor acties op alle niveaus, met name met betrekking tot obesitas en overgewicht. De prevalentie van obesitas zal een belangrijke indicator zijn voor de geboekte vooruitgang in de EU, maar er zullen nog andere indicatoren worden vastgesteld om de vorderingen met het opzetten van vrijwillige systemen onder voorkeursoptie C te meten.

8. BIJLAGE Figuur 1: Voornaamste risicofactoren voor een slechte gezondheid in de Europese regio Bron: Wereldgezondheidsverslag voor 2002 Figuur 2: Gemiddelde BMI in de lidstaten van de EU 28 27 26 25 Overweight (BMI 25 kg/m 2 ) 24 23 22 Austria Belgium Bulgaria Cyprus Czech Republic Denmark Estonia Finland France Germany Greece Hungary Ireland Italy Latvia Lithuania Luxembourg Malta Netherlands Poland Portugal Romania Slovakia Slovenia Spain Sweden United Kingdom

Figuur 3. Obesitas in Europa: trendanalyse Prevalence (%) 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2000 2005 2010 2015 2020 Year Austria Belgium Bulgaria Cyprus Czech Republic Denmark Estonia Findland France Germany Greece Hungary Ireland Italy Latvia Lithuania Luxembourg Malta Netherlands Poland Portugal Romania Slovakia Slovenia Spain Sweden United Kingdom EU15 Current Trend EU15 Projected Trend EU27 Current Trend EU27 Projected Trend Bron: WHO Infobase en geanalyseerd door RAND Europe Figuur 4: Prevalentie van overgewicht bij kinderen in de schoolleeftijd, EU-25 Prevalence of overweight among schoolage children, EU25 40% 30% Likely actual value 2010 Estimated actual value 2006 prevalence 20% 10% Predicted, based on trends 1980-2000 0% 1970 1980 1990 2000 2010 2020 Bron: International Obesity TaskForce Child Obesity Report 2007

Figuur 5: Prevalentie van overgewicht bij kinderen in de schoolleeftijd in enkele landen van de EU-27, gebaseerd op onderzoeken in de periode 1958-2003 40 Denmark: Copenhagen city, 6-8 years Denmark: Copenhagen city, 14-16 years 35 France: Fleurbaix and Laventie towns, 5-12 years France: Lille city, 5-6 years Prevalenceofoverweight (includingobesity) (%) bothgenders 30 25 20 15 10 Germany : Zerbst, Hettstedt and Bitterfeld counties, 5-10 years Germany : Zerbst, Hettstedt and Bitterfeld counties, 11-14 years Germany : Bavaria state, 5-6 years Netherlands, 9 years Spain: Aragón region, 6-7 years Spain: various regions, 13-14 years Sweden: Umeå city, 6-11 years Sweden: Gothenburg city, 9-11 years United Kingdom: Enlgand, 5-10 years 5 United Kingdom: Scotland, 4-11 years United Kingdom: South Northumberland, 11-12 0 y ears 1955 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 Survey year