Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Politieke Barometer Onderwijs Meting april 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uw brief van. 10 februari 2006

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Primair Onderwijs Onze referentie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uw brief van. 2 en 5 april 2004

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2016D04781 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Besluit van 18 mei 2009 houdende vaststelling van kerndoelen voor het speciaal onderwijs (Besluit kerndoelen WEC)

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Als je te weinig van een kind verwacht, komt er niet uit wat er in zit. Onderwijsminister Marja van Bijsterveldt INTERVIEW

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uw wensen voor de verkiezingsprogramma's Ledenpeiling 26 april t/m 19 mei Korte rapportage

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW Geacht schoolbestuur,

constaterende dat de Wet passend onderwijs scholen per 1 augustus 2014 een zorgplicht voor elke leerling oplegt;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Wetenschap en Technologie, Science, óók voor hoogbegaafde leerlingen op PO en onderbouw VO.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

GROEPSGROOTTE EN PERSONELE INZET IN HET BASISONDERWIJS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Achtste Voortgangsrapportage Groepsgrootte en kwaliteit

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Hoeveel bewegings ruimte gunt het kabinet het po?

Datum 1 maart 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) over scholen die geld oppotten.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

14 april 2008 PO/B&B/2008/9198

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Doorstromen, vertragen en versnellen.

2011D Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag 31 maart 2006 PO/ZO/2005/ OCW-B-085

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Cultuur en Wetenschap

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 25 065 Groepsgrootte in het basisonderwijs Nr. 23 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 31 oktober 2001 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 1 heeft op 11 oktober 2001 overleg gevoerd met staatssecretaris Adelmund van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over: de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen d.d. 6 juli 2001 ter aanbieding van de achtste voortgangsrapportage «Groepsgrootte en kwaliteit» (25 065, nr. 22); de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen d.d. 19 juni 2001 inzake de beantwoording van vragen gesteld tijdens het AO van 11 april jl. over groepsgrootte en kwaliteit (25 065, nr. 21). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Van der Hoeven (CDA), voorzitter, Rabbae (GroenLinks), Lambrechts (D66), Dittrich (D66), Cornielje (VVD), De Vries (VVD), Dijksma (PvdA), Cherribi (VVD), Rehwinkel (PvdA), ondervoorzitter, Visser-van Doorn (CDA), Wagenaar (PvdA), Belinfante (PvdA), Kortram (PvdA), Ross-van Dorp (CDA), Hamer (PvdA), Nicolaï (VVD), Van Bommel (SP), Barth (PvdA), Halsema (GroenLinks), Örgü (VVD), Eurlings (CDA), Slob (ChristenUnie), Van Splunter (VVD). Plv. leden: Schimmel (D66), Mosterd (CDA), Atsma (CDA), Harrewijn (GroenLinks), Bakker (D66), Ravestein (D66), E. Meijer (VVD), Van Baalen (VVD), Valk (PvdA), Udo (VVD), Van der Hoek (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), De Cloe (PvdA), Gortzak (PvdA), Molenaar (PvdA), Cörüz (CDA), Spoelman (PvdA), Passtoors (VVD), Poppe (SP), Arib (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Rijpstra (VVD), Wijn (CDA), Stellingwerf (ChristenUnie), Blok (VVD). Mevrouw Barth (PvdA) is verbaasd dat ook voor het basisonderwijs geldt dat leerstandaarden worden beperkt tot zaken die van wezenlijke betekenis zijn voor succesvol functioneren in de samenleving. Moet het basisonderwijs daar al op voorbereiden? Het lijkt erop dat vakken zoals muziekonderwijs, expressie en lichamelijke oefening niet onder de noemer van «wezenlijke betekenis» zullen vallen. De leerstandaarden zullen maximaal 70% van het programma bevatten. Mevrouw Barth acht dit tevens de minimumnorm. Als het verplichte curriculum kleiner wordt, komt weinig meer terecht van effectieve kwaliteitsmeting. Als basisscholen al te veel kunnen «shoppen» in het lesprogramma, kan de aansluiting op het voorgezet onderwijs in gevaar komen. De huisvesting baart nog steeds zorgen. Weliswaar geven gemeenten aanmerkelijk meer geld uit aan schoolgebouwen dan het bedrag dat zij daarvoor ooit van het Rijk kregen, maar nog altijd wordt 40% van de extra ruimtebehoefte opgevangen door tijdelijk gebruik van nietonderwijsruimten. Dit komt de veiligheid en de rust op scholen zeker niet ten goede. Het kabinet dient voortvarend de moties-crone en -Noorman-den Uyl uit te voeren. Leidt het overleg met de VNG ook tot een nieuwe modelverordening? De huidige verordening is duidelijk verouderd. De toegankelijkheid van de informatie over de kwaliteit van scholen moet KST56636 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2001 Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 25 065, nr. 23 1

verbeterd worden. Ouders hebben weinig aan de internetsites van dagbladen met de bevindingen van de inspectie inzake basisscholen. Wat houdt de nieuwe kwaliteitssite precies in? Op welke termijn kan die gerealiseerd worden? Het lijkt erop dat de positie van de bovenbouw slechter wordt ten opzichte van die van de onderbouw. Alleen al door het lerarentekort is er weinig perspectief op verdere klassenverkleining in de bovenbouw. Juist die vacatures blijken zeer moeilijk te vervullen. Jonge leraren kiezen graag voor het werken met jonge kinderen. Wil de staatssecretaris, mede met het oog op een nieuw regeerakkoord, een visie ontwikkelen gericht op vertaling van klassenverkleiningsoperatie naar de bovenbouw? Mevrouw Lambrechts (D66) vraagt of er al informatie gegeven kan worden over de feitelijke ontwikkeling van de groepsgrootte. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen de ratio van één leraar op twintig leerlingen en de verhouding tussen de personeelsformatie en het aantal leerlingen. In het laatste geval moeten de cijfers neerwaarts worden bijgesteld omdat niet het gehele personeelsbestand van de school uit leerkrachten bestaat. In het kader van het VBTB-proces moet helder in beeld gebracht worden wat de oorspronkelijke doelstelling is, wat er gedaan wordt om die te bereiken en welke middelen daarvoor zijn ingezet. Overigens is dit al voor de invoering van dit proces op deze wijze geformuleerd. Er bereiken de Kamer berichten dat groep 1 in veel gevallen te omvangrijk is, zeker in de tweede helft van het schooljaar. Klopt dat en, zo ja, wat wordt hieraan gedaan? Mevrouw Lambrechts onderschrijft de zorgen van mevrouw Barth over de bovenbouw. Het is nodig om meer mannen te interesseren voor een baan in het onderwijs. Met de kwaliteitsverbetering is men op de goede weg. De leerstandaarden moeten gezien worden als een concretisering van kerndoelen op twee onderdelen, namelijk taal en rekenen. Is niet het gevaar van de doorlopende leerlijnen dat alle vakken even belangrijk lijken, zodat er niet gekozen kan worden, met uitzondering dan van taal en rekenen? Er moet ook ruimte zijn voor variatie. Sluit het leerlingvolgsysteem goed aan op de nieuwe accenten, zoals de leerstandaarden? Het Cito lijkt op een andere wijze te werk te gaan. De indruk mag niet worden gewekt dat maatregelen om het lerarentekort tegen te gaan, kwaliteitsimpulsen zijn. Het zijn veelal noodmaatregelen die hopelijk snel overbodig worden. Uit de cijfers blijkt dat slechts 40% van de gemeenten in extra lokalen heeft geïnvesteerd. Daarvan pleegt 20% structurele nieuwbouw, terwijl 20% de oplossing in tijdelijke voorzieningen zoekt. Gemeenten zijn geneigd om een klaslokaal elders als volwaardige voorziening te beschouwen, terwijl een van de rest van de school geïsoleerd lokaal bijna even erg is als een te grote klas. Gemeenten gaan er kennelijk van uit dat een klassenassistent geen extra ruimte vraagt. De indruk bestaat ook dat gemeenten sparen voor een omvangrijke schaalvergrotingsoperatie. Er zijn veel plannen voor de bouw van zeer grote schoolgebouwen. Deze grootschaligheid heeft een negatieve uitwerking op het leerproces van kinderen. Kan de staatssecretaris aangeven op welke wijze deze ontwikkeling is tegen te gaan? Mevrouw Ross-van Dorp (CDA) is het met het oog op de noodzakelijke kwaliteitsverbetering zeer eens met het streven om de scholen tot professionele organisaties te maken. Scholen moeten het eigen kwaliteitsbeleid vorm en inhoud geven. De instelling van een coördinator taal en rekenen is slechts een bescheiden stap op weg naar verbetering van de kwaliteit. Heeft het lerarentekort een negatieve invloed op de aanmelding voor de cursus voor coördinator taal en rekenen? Zijn de nieuwsgroepen op internet voor iedereen toegankelijk? Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 25 065, nr. 23 2

Valt al iets te zeggen over de effecten van de leerlijnen? Wat is de uitkomst van de praktijktest van de handreiking voor de implementatie? Op welke wijze worden de tussendoelen in het leerlingvolgsysteem zichtbaar gemaakt? Worden ouders hierover geïnformeerd? Kunnen de toetsen per computer op alle scholen afgenomen worden? Op werkbezoeken blijkt dat in veel gevallen de computers niet gebruikt worden. Mevrouw Ross pleit voor inkrimping van het kerncurriculum tot 50%. Het is te hopen dat de staatssecretaris zoveel vertrouwen in de kracht van het onderwijs heeft dat zij ervan afziet scholen allerlei extra verplichtingen op te leggen. De vrije ruimte mag niet gebruikt worden als expansievat voor het kerncurriculum, zoals soms bij het studiehuis voorkomt. Het gevaar is ook dat organisatorisch zwakke scholen zich tot een soort toetsbatterij ontwikkelen. Door te veel nadruk op de cognitieve doelen komen belangrijke andere doelen in het gedrang. Het gaat erom, de doorlopende ontwikkeling van kinderen te volgen. Hoeveel geld is er gemoeid met «Q-Primair»? Verwijst de inspectie zwak presterende scholen naar de hulp van landelijke besturen en organisaties van schoolleiders. Zo ja, hoe vaak is dit voorgekomen en met welk resultaat? Ten aanzien van de werkdruk in de bovenbouw verwijst mevrouw Ross naar haar eerdere betogen hierover en haar bezwaren tegen het oormerken van de gelden. Veel schoolgebouwen zijn niet meer van deze tijd. Niet alleen is het onderhoud zwaar onder de maat, maar er is ook geen sprake van een prikkelende leeromgeving. Het is goed voor te stellen dat gemeenten liever sparen om een nieuw gebouw neer te kunnen zetten. De middelen voor de klassenverkleining zijn een druppel op een gloeiende plaat. De staatssecretaris moet samen met minister De Vries veel meer geld voor huisvesting beschikbaar stellen. Het zou jammer zijn als aan het eind van de rit blijkt dat het kabinet meer geld aan wegen heeft uitgegeven dan aan onderwijs. De heer Rabbae (GroenLinks) vraagt naar de mening van de staatssecretaris over de harmonisering van de voortgangsrapportage in het kader van het VBTB-proces. De Onderwijsraad was aanvankelijk pessimistisch over de kwaliteitsimpuls van de verkleining van de groepsgrootte. De Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (NWO) schijnt in een rapport geconstateerd te hebben dat de klassenverkleiningsoperatie vrijwel niet tot verbetering van de kwaliteit heeft geleid. Spoort de ontwikkeling van de leerlijnen door de SLO (Stichting leerplanontwikkeling) wel met het werk van de commissie-wijnen inzake de kerndoelen? Is er enige samenhang? Met name in de Randstad en in de grote steden is er sprake van een sterk personeelstekort. Leerkrachten trekken van de grote steden naar het platteland. In het schooljaar 2002 2003 zullen er 4000 vacatures zijn. Er wordt ingezet op de inschakeling van onderwijsassistenten als enige echte oplossing op de korte termijn. In het basisonderwijs blijken er op dit moment echter slechts 2800 assistenten werkzaam te zijn. Het lijkt tijd te zijn voor extra maatregelen. Het beroep op herintreders en zij-instromers lijkt niet veel zoden aan de dijk te zetten. Het beleid terzake dient dan ook geïntensiveerd te worden. Zijn er streefcijfers? De heer Rabbae sluit zich aan bij de opmerkingen over de huisvesting. De heer Van Splunter (VVD) wijst erop dat het proces van klassenverkleining op schema ligt. De gemiddelde groepsgrootte is teruggebracht van 24,7 in 1994 tot 21,9 nu, zo blijkt uit de begroting. Zijn dit de meest recente cijfers? Er is geen reden, eraan te twijfelen dat het doel van één leerkracht op twintig leerlingen in 2003 gehaald zal worden, waardoor de kwaliteit van het onderwijs zal toenemen. Uiteindelijk is deze operatie geen doel op zich maar een middel tot kwaliteitsverbetering. Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 25 065, nr. 23 3

Het leerlingvolgsysteem lijkt goed realiseerbaar. Het is te hopen dat het voor dit systeem essentiële wetsvoorstel inzake het persoongebonden nummer, zo spoedig mogelijk tot wet kan worden verheven. Pas in mei 2002 worden de resultaten van het onderzoek naar de toenemende werkdruk in de bovenbouw verwacht. Kunnen de eventuele maatregelen nog in het schooljaar 2002 2003 worden ingevoerd? Er zijn twee stukken over de huisvesting, namelijk het rapport van het onderzoeksbureau SGB en de brief van de staatssecretaris over de schouw naar aanleiding van de motie-noorman-den Uyl. Uit het rapport komt een positief beeld naar voren, maar uit de brief blijkt dat 42,5% van de gemeenten te maken heeft met knelpunten in het kader van groepsverkleining, met name vanwege het gebrek aan ruimte binnen de school in combinatie met het gebrek aan ruimte voor uitbreiding. Verder is er gebrek aan middelen en kost realisering van uitbreiding erg veel tijd. Wat is de visie van de staatssecretaris op dit punt? Antwoord van de regering De staatssecretaris merkt op dat het project van verkleining van de groepen het afgelopen jaar succesvol is geweest. De verwachting is dat dit ook de komende tijd het geval zal zijn. Uit onderzoek blijkt dat hiervan een kwaliteitsimpuls uitgaat. Kinderen die onder de maat presteren en de kinderen die eigenlijk meer aankunnen, hebben zeer veel baat bij de toenemende individuele aandacht. Er is in toenemende mate sprake van onderwijs op maat en van bevestiging van de professionalisering. Er wordt steeds beter ingespeeld op de verschillen tussen leerlingen. Verkleining van de groepsgrootte is een middel om de kwaliteit te bevorderen en geen doel op zichzelf. Uit een recent Amerikaans-Brits onderzoek blijkt dat de hogere leerprestaties minstens vijf jaar beklijven nadat de desbetreffende leerlingen in grotere groepen zijn teruggekeerd. Binnenkort zal ook in Nederland worden nagegaan welk effect kleinere groepen op de leerresultaten hebben. Het rapport waar de heer Rabbae aan refereert, is de staatssecretaris niet bekend. Zij zegt toe, schriftelijk op een en ander terug te komen. Er is een directe relatie tussen klassenverkleining en personeelsformatie. Deze operatie wordt door studenten aan de pabo genoemd als belangrijk motief om in de onderbouw te willen werken. Niemand had kunnen vermoeden dat de arbeidsmarkt in een zo korte periode aan de vraag kon voldoen. Er zijn wel knelpunten, maar over het algemeen is het gelukt om op zeer grote schaal nieuw onderwijspersoneel te werven. Er wordt langs verschillende sporen gewerkt. Naast het inzetten op het werven van onderwijsassistenten, is er blijvende aandacht voor herintreders. Inmiddels zijn er al 4300 geplaatst. Ook is er meer belangstelling van zij-instromers dan er geplaatst kunnen worden en wordt er gewerkt aan functiedifferentiatie. In de Maatwerk-rapporten wordt hier gedetailleerd op ingegaan. De taal- en rekenvaardigheden van kleuters zijn in de afgelopen vijf jaar gestegen. Onder allochtone leerlingen is de stijging het sterkst. De staatssecretaris zegt toe de resultaten van de verschillende onderzoeken te bundelen in een brief. Vanwege de koppeling van deze operatie aan kwaliteitsbevordering is er een relatie met de concretisering van de kerndoelen en afrekenbaarheid in de vorm van testen en toetsen. In dit verband is ook het leerlingvolgsysteem van belang. De commissie-wijnen zal in december aanstaande over de kerndoelen rapporteren. Het klassenverkleiningsproject voldoet aan alle VBTB-maatstaven, terwijl het al voor het VBTB-proces was uitgevonden. In 1997, toen deze gigantische operatie gestart werd, werd er niet zo gemakkelijk over 1,2 mld gulden gesproken. Er zijn dan ook direct heldere criteria ontwikkeld. De Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 25 065, nr. 23 4

Kamer dient zich te bezinnen op de vraag op welke wijze zij de komende jaren geïnformeerd wil worden. In de begroting worden de cijfers van 1 oktober 2000 genoemd. De Kamer krijgt omstreeks december aanstaande de nieuwe gegevens. Uit het inspectierapport blijkt dat meer handen in de klas een positief effect heeft. De scholen moeten zelf kunnen bepalen op welke wijze zij een en ander invullen. Er moet echter wel nagegaan worden of de desbetreffende middelen worden besteed aan meer aandacht voor kinderen. De VBTB-proef dient voortdurend uitgevoerd te worden. De Kamer zal geïnformeerd blijven worden over de gemiddelde groepsgrootte en over een toe- of afname van het aantal zeer grote groepen. Daarnaast worden er cijfers verstrekt over de personeelsformatie. Naast onderwijsassistenten kunnen er bijvoorbeeld ook pedagogen aangetrokken worden. Gemeenten zijn bezig met het creëren van ruimte voor verkleining van de groepsgrootte. Het inschakelen van onderwijsassistenten of pedagogen vraagt om kleine, flexibele ruimtes. Aan het rapport en de brief over de huisvesting lagen verschillende vragen ten grondslag. Het budget wordt soms niet ingezet voor lokalen, maar dan moeten er flexibele ruimtes gecreëerd worden met het oog op het leveren van maatwerk. Er wordt met de VNG overlegd over de modelverordening. Vooral kleinere gemeenten zien deze niet als voorbeeld maar als een echte verordening. Er wordt geprobeerd, de aanpassing van de modelverordening mee te laten lopen in de discussies over de ruimte in het accres en de huisvestingsimpuls. In het kader van de voorjaarsnota zullen nadere voorstellen worden geformuleerd. In het vroege voorjaar krijgt de Kamer een verslag van het overleg met de VNG. Het debat over de schaal van de scholen dient bij de begrotingsbehandeling gevoerd te worden, want dan liggen de relevante gegevens op tafel. De feiten moeten van de mythes gescheiden worden. In veel gevallen is niet een grote school het uitgangspunt, maar wil men een aantal voorzieningen combineren. De dure grond moet zo goed mogelijk benut worden. Een combinatie met andere voorzieningen kan overigens leiden tot een prikkelende leeromgeving. Samen met staatssecretaris Vliegenthart wordt gewerkt aan een voortgangsrapportage over de brede school. Overigens hebben slechts drie van de 8000 basisscholen in Nederland meer dan duizend leerlingen. Uit de macrocijfers blijkt dat gemeenten de huisvestingsmiddelen ook voor dat doel besteden. Het is een misverstand dat in 40% van de gevallen de extra lokalen worden gevonden door gebruik te maken van niet-onderwijsruimten. Dat percentage slaat op de leegstand. De laatste drie jaar werden respectievelijk 6,4 en 2% van de klassen opgevangen in niet-groepsruimten. De staatssecretaris kan zich voorstellen dat de omschrijving van de kerndoelen zoals kennis, inzicht en vaardigheden die noodzakelijk zijn om aan het vervolgonderwijs deel te nemen en te participeren in de samenleving, voor 4- tot 12-jarigen wat zwaarwichtig overkomt. Het gaat om de vraag op welke wijze zoveel mogelijk talenten ontwikkeld kunnen worden. Daarbij gaat het altijd om meer dan taal en rekenen alleen. Scherpe keuzes zijn noodzakelijk, maar wel in het kader van de brede vorming. De kerndoelen en leerstandaarden hebben betrekking op de doelen aan het eind van de basisschool. De leerlijnen zijn de stappen op de weg daarheen. De commissie-wijnen heeft mede tot taak, beide elementen op elkaar af stemmen. Het is met nadruk de bedoeling in samenhang de kerndoelen te concretiseren, de leerlijnen te ontwikkelen en het leerlingvolgsysteem te optimaliseren. Er wordt door scholen nogal vrij met de kerndoelen omgegaan. Naar aanleiding van het rapport van de commissie-wijnen zal hier uitgebreid over gesproken worden. Het is de bedoeling dat regelmatig nieuwe producten aan de leerlijn worden toegevoegd, zodat scholen op den duur concreet op kwaliteit afgerekend kunnen worden. In de volgende voortgangsrapportage zal Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 25 065, nr. 23 5

verslag worden gedaan van het onderzoek naar de implementatie van de leerlijnen. In het kader van het landelijk overleg wordt voor het eerst de ouderleerlingkamer bijeengeroepen. Leerlingen in het voortgezet onderwijs behoeven nu niet meer het gevoel te hebben in een concessieruimte te functioneren. Betrokkenen moeten volwaardige zeggenschap hebben, waarbij uiteraard rekening wordt gehouden met hun positie. Men wil betrokken zijn bij de kwaliteitssite. Het is goed dat de belanghebbenden directe zeggenschap krijgen over de informatieverstrekking. Het toetsnet van het Cito moet beschikbaar zijn voor andere aanbieders op de markt. Het Cito zal sterk rekening houden met het advies van de commissie-wijnen inzake de ontwikkeling van de leerstandaarden. Het ziet ernaar uit dat het een zeer goed systeem wordt, waarbij iedere leerling op eigen niveau toetsjes en testjes kan afleggen. Zowel de leerkrachten als de ouders krijgen op basis daarvan zeer veel informatie. Er wordt dan niet langer op een bepaalde dag getoetst, maar op het meest geëigende moment. De programma s en de wijze van implementatie worden terdege onderzocht. Er zijn op dit moment meer computers in scholen dan ooit voor mogelijk werd gehouden. De grootste zorg is een gericht gebruik ervan. Alle scholen willen toetsen en meten als onderdeel van hun professionele opstelling. Ouders willen graag weten hoe het met hun kinderen gaat. Het toetsbeleid komt aan de orde in het kader van de concretisering van de kerndoelen, dus bij de behandeling van het rapport-wijnen. Bij de opzet van de cursus taalcoördinator is uitgegaan van 200 deelnemers. Op Kennisnet worden kenniskringen ontwikkeld. De staatssecretaris zegt toe, na te zullen gaan op welke wijze de Kamer een en ander kan volgen. «Q-Primair» is onlangs van start gegaan. Er wordt een nulmeting verricht om na te gaan wat er gedaan moet worden om de kwaliteit verder te verbeteren. Het komt sporadisch voor dat zwak presterende scholen een beroep doen op de landelijke organisaties van besturen of schoolleiders. De inspectie stimuleert de school tot betere resultaten. Meestal wordt er dan wel een link gelegd met de besturenorganisatie. Bij de islamitische school in Den Haag is de besturenorganisatie overigens met nadruk betrokken. De staatssecretaris wil de Kamer graag een visie op de problemen in de bovenbouw voorleggen in verband met het volgende regeerakkoord. Er is gekozen voor het oormerken van de middelen omdat de meeste leerwinst in het oude kleuteronderwijs viel te boeken. Na de laatste, omvangrijke tranche van 1 augustus 2002 zal moeten worden nagegaan of de oormerking nog past in de beleidsfilosofie van de afgelopen jaren, namelijk het bieden van vrijheid aan scholen. Het Octo(Onderzoekcentrum toegepaste onderwijskunde)-onderzoek wordt in mei 2002 verwacht. Dit geeft een antwoord op de volgende vragen. Hoe ontwikkelt de kwaliteit van het onderwijs zich in de bovenbouw? Welke kenmerken van onderwijs op maat zijn van toepassing op de bovenbouw? Wat zijn de neveneffecten van het project van groepsverkleining in de onderbouw op de bovenbouw? Veel leerkrachten geven aan, liever in de onderbouw te werken. Een en ander krijgt ook een plaats in de verkenningen voor de lumpsumfinanciering; het neerhalen van de muur tussen materieel en personeel. Omdat sommige scholen hier nog niet aan toe zijn, zal voor een fasegewijze invoering worden gekozen. Het is niet reëel, te verwachten dat in 2004 alle scholen op lumpsumbekostiging zijn overgegaan. Het vermoeden bestaat dat de scholen die geen lumpsumfinanciering wensen, de grootste risico s vormen. Uiteindelijk zal er na de laatste tranche op basis van alle relevante stukken oormerking, Octo-onderzoek en lumpsumfinanciering een adequate invulling aan het beleid moeten worden gegeven. Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 25 065, nr. 23 6

Nadere gedachtewisseling Mevrouw Barth (PvdA) wijst erop dat de uiteindelijke beslissing over de schoolgebouwen door de gemeenteraden worden genomen. Er is geen aanwijzing dat gemeenten streven naar het neerzetten van leerfabrieken voor het basisonderwijs. De visie op de bovenbouw moet niet alleen op de problemen worden geënt, maar vooral ook op het perspectief. Voordat er besloten kan worden tot opheffing van de oormerking moet duidelijk zijn dat deze ook echt niet meer nodig is. Scholen hadden in het verleden de neiging, zich vooral op de bovenbouw te concentreren. De politiek heeft altijd het recht om prioriteiten te stellen. Kan de staatssecretaris schriftelijk alle ins en outs van de kwaliteitssite schetsen? De informatie moet in ieder geval toegankelijk zijn. Deze site moet gezien worden als een stap op weg naar een kwaliteitskaart voor het basisonderwijs. De educatieve uitgevers werken met andere partijen aan een toets die moet concurreren met de computergestuurde Cito-toets en het leerlingvolgsysteem. Een gezonde concurrentie kan de kwaliteit alleen maar ten goede komen. Mevrouw Lambrechts (D66) pleit voor een zware stem van ouders en docenten in de beslissing over de schaal van de school. De indruk bestaat dat gemeenteraden vooral oog hebben voor mooie, grote gebouwen. Zij zijn dan ook geneigd op fusies van kleine scholen aan te dringen, zonder dat er alternatieven worden aangegeven. De huisvesting is gedecentraliseerd, maar de beslissingen terzake hebben ook een grote invloed op onderwijskundige aspecten. Mevrouw Ross-van Dorp (CDA) merkt op dat het didactisch-pedagogisch proces niet aan de lagere overheden is uitbesteed. Het sturen op inhoud is een zaak van het onderwijsveld. In december kan op al dit soort aspecten ingegaan kan worden. De onderwerpen moeten wel in de juiste volgorde behandeld worden. De heer Rabbae (GroenLinks) zal nagaan op welk rapport van de NWO gedoeld wordt. Hij heeft vernomen dat sommige scholen graag willen dat het departement aangeeft welk leerlingvolgsysteem het beste is. Krijgt de staatssecretaris deze signalen ook? De heer Van Splunter (VVD) is van mening dat de operatie door moet gaan totdat het doel is bereikt, namelijk twintig leerlingen op één leerkracht. Kan na invoering van de nieuwe Cito-toets de eindtoets afgeschaft worden? De staatssecretaris brengt naar voren dat sommige scholen vrijheid willen, terwijl andere scholen graag willen dat de overheid een keurmerk afgeeft. Deze ambivalentie heeft te maken met de komende grote veranderingen. De meerderheid geeft echter steeds weer de voorkeur aan keuzevrijheid. De professionals zullen zelf een leerlingvolgsysteem moeten kiezen. Het is absoluut niet de bedoeling, de klassenverkleiningsoperatie op korte termijn te beëindigen. In de volgende kabinetsperiode zal echter een beslissing moeten worden genomen. In 1997 is mede voor de onderbouw gekozen in de veronderstelling dat daarna het project voor de bovenbouw zou starten. Het is de vraag of daarvoor eenzelfde methode gebruikt moet worden. Aan de hand van de toegezegde visie op de bovenbouw, het Octo-rapport en de gegevens over de oormerking kan hier nader over gesproken worden. Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 25 065, nr. 23 7

De staatssecretaris zal schriftelijk de gang van zaken rond de kwaliteitssite uit de doeken doen. Uiteindelijk moet er een volwaardige kwaliteitskaart voor het primair onderwijs komen. Men moet de kwaliteit kunnen beoordelen aan de hand van de bevindingen van de inspectie en de reactie van de school daarop. Ieder leerlingvolgsysteem kent een soort eindtoets. Scholen die vanaf groep 1 een leerlingvolgsysteem hanteren, gaan uiteraard anders met de eindtoets van het Cito om dan de scholen die dat nog niet doen. De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Van de Camp De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Coenen Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 25 065, nr. 23 8