De geschiedenis van het schaatsen



Vergelijkbare documenten
inhoud 1. Inleiding 3 2. Geschiedenis 4 3. Kunstijs 9 4. Schaatssport Filmpjes 13 Bronnen en foto s 14 Colofon en voorwaarden 15

les 2 Langebaan --> inhoud van de les Tijdens een wedstrijd zijn twee schaatsers tegelijk in de baan.

Winterhelden Gouden medaillewinnaars van de Winterspelen

Winterhelden. met filmpjes en werkblad

les 5 Shorttrack --> inhoud van de les Shorttrack

3/4 SCHAATSEN. is een feest

Informatie voor wedstrijdrijders op De Uithof. Langebaan. Seizoen

Auditieve oefeningen bij het thema: Schaatsen Boek van de week: 1; De grote schaatswedstrijd 2; Een winterslaap 3; Kikker in de kou 4;

Jeugdschaatsen

les 4 Inline-skaten --> inhoud van de les Materialen

Amstelveense Schaats Vereniging De Poelster. Hallo jongens, meisjes en ouders, De eerste schaatslessen op de vrijdag en zaterdag gaan weer beginnen.

Marathonschaatsen is zoals schaatsen bedoeld is: op slootjes en meren vol met scheuren

INTERDICIPLINAIRE WEDSTRIJD 2015 GEWEST NH-U INHOUD LANGEBAAN - SHORTTRACK - MASSSTART

LEIDEN LIONS IJSHOCKEYSCHOOL

TRAINING DESLY HILL : VOORBEREIDING OP HET NIEUWE SEIZOEN

les 1 Elfstedentocht

LANGEBAANSCHAATSEN WAT MOET JE WETEN ALS JE MEEDOET AAN WEDSTRIJDEN?

Onderstaand het overzicht met de officiële Special Olympics onderdelen.

INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN KORTEBAAN/ SUPERSPRINT. Artikel 201 Algemeen. Artikel 202 De baan. Artikel 203 Wedstrijdbepalingen Open NK

WEDSTRIJDKALENDER LANGEBAAN

NB: dit reglement is gebaseerd op shorttrack schaatsen!

Shorttrack Haarlem. Seizoen Trainers. Peter Hoogewerf. Michael Heemskerk

DEELNAMEREGLEMENT TRACHITOL TRIALS 2018

Artikel 301 Nederlandse kampioenschappen. Artikel 302 Nederlandse kampioenschappen aflossing. Artikel 303 Nederlandse Kampioenschappen afstanden

Informatie Boekje Shorttrack Groningen

Informatieboekje Shorttrack Club Thialf 2012/2013

Darten. De geschiedenis van het dart spel

van Talent naar Topper

Bepalingen voor deelname aan de nationale competitie Mass start 2019/2020

Gebruikershandleiding Vaardigheidstesten KNSB

KNSB Selectiedocument Langebaan

Fanatiek rondjes schaatsen. Alles over water. Meer weten over Malawi? Kijk op pagina 6

SCHAATSEN SLIJPEN Het belang van scherpe schaatsen: rechtop vlakke Braamvorming Het voelen van braam en scherpte De ronding

Hier vind je wat ideeën en tips om een verantwoorde schaatsles te geven.

KNSB Selectiedocument Langebaan

NEDERLANDSE KAMPIOENSCHAPPEN BAAN HEERDE EN GEWESTELIJKE KAMPIOENSCHAPPEN BREDA

Selectienormen KNSB 2013/2014 Langebaan

Analyse van de 500 meter zeges vanuit de binnen- en buitenbaan

KNSB Selectiedocument Langebaan

Amstelveense Schaats Vereniging De Poelster

De voordelen van hardlopen

Koop je schaatsen bij Athleteshop en sponsor wintersportweerman.nl!

IJsbaan open voor inline-skaten!

7/8 SCHAATSEN. AAN EN gaan

Informatie Boekje Shorttrack Groningen

Historische innovaties

2 e Selectiewedstrijd voor: Overdekte kunstijsbaan 30 x 60 meter Radioweg 64 Kardingerplein NK Amsterdam 9735 AA Groningen Datum

Gemaakt door Jolien Heddes G3A. Maart 2010

2 e Selectiewedstrijd voor: Datum selectiewedstrijd: Sluitingsdatum. 4 de selectiewedstrijd voor:

Kortebaanschaatswedstrijden

Wij hebben de schaatsen al uit het vet gehaald, jij toch ook?!

Werkstuk LO Schaatsen

Artikel 301 Nederlandse kampioenschappen. Artikel 302 Nederlands kampioenschap aflossing

Les 3 Ophelderen Leestekst: De Friese Elfstedentocht

Informatie winterseizoen 2014/2015

Finale weekend club competitie

Nederlands dameselftal hockey

Beste allemaal, Hierbij weer de nieuwe FanMail. Alle nieuwe leden heten wij bij deze van harte welkom bij F.A.N. Fijn om te zien dat er in deze

Rondje 400, rondje 384,18 of rondje 365,34

KNSB Selectiedocument Langebaan

Volg ons op: Zesdaagse. voor Beginners

Voorwoord. Opening vernieuwde Scheg (tekst afkomstig van de website van de Scheg)

Informatieboekje Shorttrack Groningen

Vaardigheidstesten. Schaatsen

Basketbal. Bronvermelding. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik basketbal altijd al een leuk sport vond. Daarom leek het

Overstappen naar het. Wedstrijdschaatsen en. wat nu?

TRAININGSSCHEMA SPIERATHLON

Vlaamse Snelschaatsbond vzw VSB aankondiging

Je kunt bij turnen de kleren aandoen zoals een T shirt met een broekje een turnpakje of een dun T shirtje zonder mauwen met een dunne lange broek.

Werkblad. LES 9: Ouders. GROEP 1-2. Bijlage 1. Rood actief inspannen/ sporten. Oranje middelmatig inspannen.

Als voorzitter van Inline Team Brugge wil ik jullie in eerste instantie bedanken om zo

Auditieve oefeningen thema Olympische winterspelen

Gebruikershandleiding KNSB Schaatsvaardigheidspaspoort

IJshockeyschool Eindhoven Kemphanen Informatie voor ouders, seizoen

Door Nel Bakker, Lioessens(links vooraan witte T-Shirt)

Leren schaatsen bij DKIJV, kinderen en ouders

KNSB Selectieprocedure Langebaan junioren, 2017/2018

Selectienormen KNSB Shorttrack Senioren. Definitieve versie 10 september 2015

Nieuwsbrief B-selectie KNSB Gewest Groningen - Drenthe

Selectienormen KNSB 2014/2015 Langebaan

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Zeepkistenrace Presentatie Kamervergadering januari 2015

De Veenlopers. De temponummers zijn ook te vervangen voor het trainen met hartslagzones.

Informatiemiddag Seizoen

Ik daag u uit om mij uw bedrijf te laten promoten

Selectienormen KNSB 2013/2014 Langebaan

HANDBOEK SCHOOLSCHAATSEN

SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN

5,5. Werkstuk door een scholier 1750 woorden 20 april keer beoordeeld. Nederlands. Inhoud. Inleiding. Bronvermelding.

Hoe korfbal is ontstaan

PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES

Waar in dit document wordt gesproken over deelnemers of rijders, worden zowel dames als heren bedoeld.

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Informatie voor nieuwe leden

Probeer maar eens rechtop te staan op ijzers van een millimeter

Prettige Jaarwisseling

WELKOMSTBOEKJE JONGSTE JEUGD

Ik doe mijn spreekbeurt over majoretten, omdat ik er zelf opzit. Ik ga iets vertellen over de volgende onderwerpen.

NMPRS klassenlijst 2014

Advies accommodatiekeuze Inline-skatebaan

Transcriptie:

De geschiedenis van het schaatsen Wanneer, hoe en waar het schaatsen ooit is begonnen, dat weet niemand precies. Wel weten we, dat mensen al ver voor het jaar 0 geslepen dierenbotten onder hun voeten bonden, en zo over het ijs gleden. Een echte schaatsslag maken was met zulke schaatsen nog niet mogelijk, dus gebruikten mensen stokken met punten eraan, of zelfs de wind om vooruit te komen. Op veel plaatsen in Europa zijn zulke schaatsen van dierenbotten teruggevonden. De oudste is opgegraven in de omgeving van Bern (Zwitserland) en is ongeveer 4000 jaar oud. Het eerste duidelijke beeld van een zwierende schaatser, is te zien in de houtsnede van Johannes Brugmans, Lidwina s val. Kijk maar eens goed op de achtergrond van het plaatje. pag. 1 DE EERSTE WEDSTRIJDEN Al snel werden schaatsen niet meer alleen gebruikt om over het ijs van de ene naar de andere plaats te komen, maar ook om wedstrijden te rijden. Rond 1180 schreef de Engelsman Thomas Becket bijvoorbeeld al, dat twee mensen op schaatsen in volle vaart op elkaar aanrennen, als wedstrijdje. De eerste bekende hardrijders zijn Adam Hurdrider en Cornelis IJnzes van Cubaard. Die laatste won rond 1800 bij een kortebaanwedstrijd in Sneek een zilveren tabaksdoos! De meeste wedstrijden waren voor mannen of paren, pas later mochten ook vrouwen wedstrijden rijden. OPRICHTING KNSB Hardrijderijen, zoals schaatswedstrijden vroeger werden genoemd, werden steeds populairder. Rond 1850 werden overal in Nederland ijsverenigingen opgericht, die zorgden voor een ijsbaan waarop in de winter wedstrijden konden worden gehouden. In 1882 werd door tien van die ijsverenigingen een landelijke bond opgericht. Die bestaat nu nog steeds: de KNSB. In 1891 organiseerde de Amsterdamsche Sportclub het eerste wereldkampioenschap, al heeft de Internationale Schaats Unie (die bestond toen nog niet) pas in de vorige eeuw officiële wereldkampioenschappen erkend. Wie de eerste wereldkampioen was? De Amerikaan Jos Donoghue. In 1892 werd de voorloper van de ISU opgericht, waarvan de voorzitter Pim Mulier werd. Pim Mulier staat in Nederland bekend als één van de belangrijkste personen in de sport zoals we die nu kennen. Al snel werd een Nederlander een absolute wereldtopper. Jaap Eden uit Haarlem werd in

1893, 1895 én 1896 wereldkampioen. Voor die tijd was zijn schaatstechniek heel erg goed. Maar tot 1950 waren het vooral de buitenlandse schaatsers die veel titels pakten. Na de Tweede Wereldoorlog kwam daar verandering in. In 1952 pakten Kees Broekman en Wim van der Voort de eerste Nederlandse Olympische medailles. Daarna behoorde Nederland steeds meer tot de wereldtop in het schaatsen. Tien jaar later werd dan ook de eerste 400 meter-kunstijsbaan in Nederland geopend. Daardoor konden Nederlanders nu in eigen land regelmatig trainen, ook als er geen natuurijs lag. Die baan bestaat nu nog steeds: de Jaap Edenbaan in Amsterdam. Zoals je misschien weet is de Jaap Edenbaan niet overdekt. Dat komt omdat pas in 1986 de eerste ijsbanen een dak kregen. Het voordeel daarvan is dat de omstandigheden beter beheersbaan zijn en dat iedereen daarmee eerlijke kansen heeft. Én dat er snellere tijden worden gereden. De misschien wel bekendste schaatsers uit de Nederlandse geschiedenis zijn Ard Schenk en Kees Verkerk. Zij domineerden wereldwijd tussen 1964 en 1972 en stonden al gauw bekend als Ard en Keessie. Latere winnaars van internationale titels zijn bijvoorbeeld Bart Veldkamp, Rintje Ritsma en Sven Kramer. Bij de vrouwen was Stien Kaiser de eerste wereldkampioene uit Nederland (in 1965), later volgden Atje Keulen-Deelstra en Yvonne van Gennip. Die laatste won bij de Olympische Winterspelen in Calgary maar liefst drie gouden medailles! Met bijvoorbeeld Annamarie Thomas en Ireen Wüst haalde Nederland bij de vrouwen ook later nog veel succes. Op de langebaan zijn er verschillende onderdelen waarop wedstrijden worden gereden. Zo kennen we het allrounden, waarbij een kampioenschap wordt verreden over vier afstanden: Mannen: 500, 1500, 5000 en 10.000 meter. Vrouwen: 500, 1500, 3000 en 5000 meter. Verder zijn er kampioenschappen op losse afstanden (ook op de Olympische Spelen wordt er alleen maar om losse afstanden gestreden), en kampioenschappen sprint, waarbij alleen de 500 en 1000 meter worden gereden. Nog niet zo oud is ook het onderdeel ploegenachtervolging, het enige teamonderdeel in het langebaanschaatsen. Dit werd in 2006 in Turijn voor het eerst bij de Olympische Spelen gereden. pag. 2

Voorbereiding Voordat je gaat schaatsen, is het net als in iedere andere sport belangrijk dat je goed bent voorbereid. Je hebt niets aan de beste kleding en de scherpste schaatsen als je niets aan voorbereiding hebt gedaan. En dat is helemaal niet zo moeilijk als het klinkt. Als je regelmatig traint, ben je al druk bezig met voorbereiden. Je werkt bijvoorbeeld aan je techniek en aan je conditie, zodat je je schaatsdiploma kunt halen, een goede wedstrijd kunt rijden of een hele toertocht kunt uitschaatsen. Bij veel clubs kun je ook aan zomertraining doen. Dat kan fietsen, skeeleren of hardlopen zijn, maar ook bijvoorbeeld speciale schaatsoefeningen. Je bent dan aan het einde van de zomer al goed voorbereid op de winter omdat je de spieren die je met schaatsen gebruikt, in de zomer ook al hebt gebruikt. De schaatshouding en beweging is voor een mens eigenlijk niet natuurlijk, dus is het goed om daar veel op te oefenen. Belangrijke punten om aan te werken in je voorbereiding op het schaatsen zijn: - Uithoudingsvermogen - Kracht - Snelheid - Lenigheid - Coördinatie - Mentaliteit Warming-up en cooling-down Sporten, en dus ook schaatsen, is leuk en vooral ook gezond. Maar je moet er ook rekening mee houden dat er altijd een risico is op blessures. Gelukkig kunnen veel blessures voorkomen worden. Dat kan al door vóórdat je gaat schaatsen, een warming-up te doen. Letterlijk betekent dat: opwarmen. Je warmt je spieren op voordat je je echt gaat inspannen. Een goede warming-up bestaat uit drie onderdelen: - (Rustig) inlopen - Specifieke schaatsoefeningen (passen, sprongen en rekken) - Inrijden op het ijs Na de training is het tijd om weer af te koelen: cooling-down. Een cooling-down brengt je lichaam geleidelijk weer tot rust, zodat je geen spierpijn krijgt. Even uitlopen en wat rekken is vaak al genoeg om je spieren weer op de normale spanning terug te brengen. Vergeet tot slot niet dat het ook belangrijk is om, als je hard hebt getraind, rust te houden! pag. 3

Schaatsmateriaal Het belangrijkste onderdeel van de schaatsuitrusting vormen natuurlijk je schaatsen zelf. Zorg in ieder geval altijd dat je goed passende schaatsen hebt, waarin je normale (niet te dikke) sokken kunt dragen. Schaatsen in je eigen schoenmaat zijn meestal prima. Soorten schaatsen De meeste kinderen beginnen rond hun zevende jaar met schaatsen op houtjes of easygliders. Dat zijn eigenlijk een soort onderstellen met een ijzer eronder, die je vast kunt binden onder je eigen (sport)schoenen. Voor hele jonge kinderen bestaan er zulke onderstellen met twee of drie ijzertjes, zodat ze steviger staan. Later kun je overstappen op noren. Je hebt hoge en lage noren: hoge noren zijn vooral bedoeld om bij hoge snelheid een goede bocht te kunnen lopen, zonder dat je schoen het ijs raakt. Lage noren zijn dan weer heel goed op natuurijs, omdat ze stabieler zijn. Als je wedstrijden gaat rijden, kun je vanaf ongeveer je twaalfde overstappen op klapschaatsen. Die zitten aan de achterkant niet vast aan de schoen, maar klappen open als je een slag maakt. De bedoeling daarvan is om je slag op het ijs wat langer te maken. Onderhoud Het is belangrijk om goed voor je schaatsen te zorgen. Vooral de ijzers vragen wat onderhoud. Omdat de ijzers scherp moeten zijn om goed te kunnen afzetten, moeten ze regelmatig geslepen worden. Dat kan bij de schaatswinkel gedaan worden, maar kun je ook zelf leren. Daarvoor heb je in ieder geval een slijpblok, een slijpsteen en een afbraamsteentje nodig. Draag als je niet op het ijs staat (dus als je naar het ijs toeloopt of van het ijs afgaat) altijd beschermers onder je schaatsen, anders worden je ijzers bot en moet je veel sneller weer slijpen. Dat heeft als gevolg dat je ijzers veel korter meegaan. Verder moet je je schaatsen altijd goed afdrogen als je van het ijs komt, want als het ijs dat erop zit smelt kunnen je ijzers gaan roesten. Af en toe moeten schaatsen ook gerond worden. De ijzers zijn aan de onderkant een beetje rond geslepen, zodat je goed kunt sturen. Dat ronden gebeurt met een speciale machine, dus dat moet je bij de schaatswinkel laten doen. Als je echt goed kunt schaatsen en veel wedstrijden rijdt, kun je je ijzers ook iets met de bocht mee laten krommen om meer raakvlak met het ijs te krijgen. Kunstschaatsen en schaatsen voor shorttrack hebben iets andere kenmerken. Zo hebben kunstschaatsen veel kortere ijzers met puntjes aan de voorkant waarmee je goed kunt springen en draaien. Shorttrackschaatsen zijn heel erg stevig en hebben ze ijzers iets links van het midden staan. pag. 4

Schaatskleding Goede kleding is bij het schaatsen heel belangrijk. Het beschermt je als je valt en houdt je warm. Het moet natuurlijk ook lekker zitten: het mag niet knellen, maar ook niet flapperen. Als je gaat schaatsen moet je aan een aantal dingen denken. Op het ijs is het natuurlijk koud, maar je moet niet vergeten dat je bij het sporten (en dus ook bij het schaatsen) snel zweet en dus vocht verliest. Je kunt dus beter ook niet teveel kleding dragen. Het beste kun je verschillende laagjes aandoen, en een makkelijk draagbaar tasje meenemen zodat je kleding uit kunt trekken als je het te warm krijgt. Veel schaatsers trekken eerst een shirt aan, gemaakt van een stof die de huid goed laat ademen en die zweet snel afvoert. Daaroverheen gaat hun wedstrijdpak. Dat is heel strak en van een bepaalde stof gemaakt, die ervoor zorgt dat de lucht er tijdens het schaatsen makkelijk langs glijdt. Aerodynamisch, heet dat. Als je gaat jeugdschaatsen, hoef je natuurlijk niet zo n strak wedstrijdpak aan. Er bestaan voor trainingen bijvoorbeeld salopetten, dat zijn broeken van een strakke, rekbare stof met een bovenstuk dat over de schouders gaat. Daaronder kun je een trui aandoen, eroverheen een sportjack. Als het echt heel koud is kun je een lange onderbroek aandoen. Om je benen warm te houden voor- en nadat je het ijs op gaat, zijn er speciale ritsbroeken. Die kun je aan de zijkant helemaal openritsen, zodat je ze aan en uit kunt trekken terwijl je je schaatsen al aan hebt. Het is goed om een muts of haarband te dragen, nog slimmer is het om een helm op te zetten. Er bestaan zelfs helmen die op mutsen lijken, zoals de smartcap. En - heel belangrijk - vergeet natuurlijk nooit je handschoenen! Natuurlijk ziet de kleding van een kunstschaatser, shorttracker of marathonschaatser er anders uit. pag. 5

Langebaanschaatsen De meest bekende schaatsdiscipline is in Nederland zonder twijfel het langebaanschaatsen. Het is niet voor niets één van de meest bekeken sporten op de Nederlandse televisie. De wedstrijden worden gereden op een 400 meter-baan, waarop twee banen (een binnen- en een buitenbaan) worden uitgelegd. Per rit komen er twee schaatsers aan de start, die iedere ronde van baan wisselen. Je kunt je tenslotte voorstellen, dat de rijder in de buitenbaan anders elke keer de grotere bocht moet maken en dus een langere afstand rijdt dan zijn tegenstander in de binnenbaan. Het doel van een langebaanwedstrijd is om de snelste tijd neer te zetten van alle ritten. Er zijn verschillende soorten kampioenschappen in het langebaanschaatsen: Allroundkampioenschappen Bij een Nederlands, Europees of Wereldkampioenschap allround schaatsen de deelnemers vier afstanden verdeeld over twee of drie dagen. Voor vrouwen zijn dat de 500, 1500, 3000 en 5000 meter, voor mannen de 500, 1500, 5000 en 10.000 meter. Dit wordt ook wel eens de grote vierkamp genoemd. Je moet dus best goed kunnen sprinten, maar ook een goede 10 kilometer kunnen rijden. Per afstand worden de gereden tijden omgerekend naar punten. De winnaar is degene, die na vier afstanden het laagste aantal punten heeft. Sprintkampioenschappen Bij een kampioenschap sprint wordt er, net als op het allroundkampioenschap, in twee dagen vier keer gereden. De 500 meter en de 1000 meter - dat zijn tenslotte de sprintafstanden - worden elk twee keer geschaatst. Ook hier wordt er een totale tijd gemaakt, omgerekend in punten, om de uiteindelijke winnaar te bepalen. Afstandskampioenschappen Op de afstandskampioenschappen wordt er geen eindklassement gemaakt over verschillende afstanden, maar wordt elke afstand apart gereden. Je ziet hier vaak per afstand specialisten aan de start. Dat betekent dat de 500 meter, alleen wordt gereden door iemand die écht goed kan sprinten. Diegene zul je op de 10 kilometer niet tegenkomen; dat is juist een afstand voor de stayers. Bijna elke schaatser heeft wel een lievelingsafstand, omdat hij juist op die afstand goed is of het een leuke afstand vindt. Ook op de Olympische Spelen wordt er per afstand om de titels gestreden. Er bestaan nog veel meer wedstrijden, zoals de World Cup (dat is een competitie die een heel seizoen duurt), maar ook wedstrijden op nationaal en regionaal niveau. Voor jeugd zijn er vaak ook wedstrijden speciaal om je persoonlijke records op verschillende afstanden te verbeteren. Ploegenachtervolging De ploegenachtervolging is een van de jongste onderdelen in het langebaanschaatsen. Het is het enige teamonderdeel dat ook op kampioenschappen en op de Olympische Spelen wordt gereden. Per land start er een team van drie schaatsers. Aan elke kant van de baan start één team. Het is belangrijk dat de schaatsers goed op elkaar ingespeeld zijn en de pag. 6

taken tijdens de rit goed verdelen. Meestal wisselen de schaatsers steeds van plaats, zodat niet één persoon steeds voorop rijdt en alle wind moet vangen. Maar als een van de schaatsers veel beter is dan zijn teamgenoten, moet hij soms wat meer werk doen. Op de Olympische Spelen wordt er gereden volgens het afvalsysteem: per rit gaat het snelste team naar de volgende ronde, tot er nog maar twee over zijn die de finale rijden. Op het WK Afstanden wordt de ploegenachtervolging gewoon op tijd gereden, het snelste team van alle ritten wint. pag. 7

Kortebaanschaatsen Het kortebaanschaatsen is één van de vormen van schaatsen, die je misschien niet zo vaak ziet. Dat komt doordat het eigenlijk alleen maar wordt gedaan als er natuurijs ligt. Maar wist je dat kortebaanschaatsen ouder is dan langebaanschaatsen? Al voor het jaar 1800 werden er wedstrijden gehouden, vooral in het noorden van het land. Er kwamen vaak duizenden mensen kijken. Kortebaanschaatsen doe je op een rechte baan, zonder bochten dus, van 140 (vrouwen) of 160 meter (mannen). Wedstrijden kunnen op verschillende manieren worden gehouden. - Volgens het afvalsysteem, waarbij steeds per tweetal de beste na twee ritten doorgaat naar de volgende ronde, tot aan de finale. - Op tijd, waarbij steeds een van tevoren afgesproken aantal deelnemers met de snelste tijd doorgaat naar de volgende ronde, tot er nog vier rijders over zijn. Die vier rijden elk één keer tegen elkaar en wie alle ritten wint óf de snelste totale tijd rijdt wint de wedstrijd. - Een combinatie van de vorige twee, waarbij eerst op tijd wordt gereden en er dan een vooraf afgesproken aantal rijders volgens het afvalsysteem doorgaan. Supersprint Omdat er niet elke winter natuurijs ligt, werd in 1990 de supersprint bedacht. Supersprintwedstrijden worden gehouden op een kunstijsbaan. Iedere deelnemer rijdt twee keer 100 meter (een recht stuk) en twee keer 300 meter (een recht stuk, een bocht en nog een recht stuk). pag. 8

Jeugdschaatsen Voor kinderen is schaatsen een ontzettend leuke sport. Om naar te kijken, en vooral om te doen! Als er natuurijs ligt, maar ook om af en toe eens met vrienden naar de ijsbaan te gaan óf om echt voor te trainen en misschien wel wedstrijden te rijden. Als je nog maar net begint met schaatsen en les neemt bij een (kunst-)schaatsvereniging, zul je beginnen om spelenderwijs te leren. Je krijgt les van een jeugdschaatsbegeleider of - leider, op uren die speciaal voor jeugd gereserveerd zijn. Oefeningen die je bijvoorbeeld gaat doen zijn: op één of twee benen glijden, slalommen (tussen pionnen door schaatsen), remmen, diepzitten en overstappen in de bocht. Met kunstschaatsen leer je later ook pirouettes en sprongen te maken. Het klinkt gek, maar meestal leer je ook om goed te vallen. Dat is belangrijk, omdat je dan weet hoe je je het minste kunt bezeren als je een keertje valt. Soms zijn er leuke activiteiten als jeugd-elfstedentochten, clinics van topschaatsers en clubwedstrijden. Als je het leuk hebt gevonden om aan het jeugdschaatsen mee te doen, kun je meestal gelijk doorstromen naar een trainings- of wedstrijdgroep van een vereniging in de buurt. KNSB Vaardigheidspaspoort en KNSB Vaardigheidsbandjes Als je een heel seizoen schaatsles hebt gehad, ben je natuurlijk benieuwd wat je nou eigenlijk precies kunt. Daarvoor gebruiken we in Nederland op de meeste ijsbanen het KNSB Vaardigheidspaspoort. Je start met niveau 1 en het allerhoogste niveau is 7. Wat je per niveau allemaal moet kunnen doen, kun je hier terugkijken op video s die we per niveau hebben laten maken. Per niveau hebben we ook leuke KNSB Vaardigheidsbandjes (zie afbeelding). Meer informatie over het KNSB Vaardigheidspaspoort http://www.schaatsen.nl/kpnjuniorschaatsclub/vaardigheidspaspoort Yvonne van Gennip, die bij de Olympische Winterspelen in Calgary maar liefst drie gouden medailles won, is ook ooit begonnen met Jeugdschaatsen. Voor het kunstrijden zijn er ook verschillende diploma s: I, II, III, IV en V. Je moet voor die diploma s in ieder geval voor- en achteruit kunnen schaatsen, kunnen remmen en slalommen, en verder nog een aantal specifieke oefeningen voor het kunstschaatsen kunnen doen. Bijvoorbeeld sprongen, zweefstanden of pirouettes maken. KPN Junior Schaatsclub www.kpnjuniorschaatsclub.nl pag. 9

Ook de KNSB organiseert vaak leuke activiteiten voor kinderen, met de KPN Junior Schaatsclub. De KPN Junior Schaatsclub geeft clinics op basisscholen met bekende oudtopschaatsers als Barbara de Loor en Annamarie Thomas. Ook zijn er vaak leuke prijsvragen waar je aan kunt meedoen en bijvoorbeeld deelname aan een kidspersconferentie met bekende schaatsers kunt winnen, aan een meet&greet kunt meedoen of kunt helpen met medaille-uitreikingen. Je kunt lid worden van de KPN Junior Schaatsclub op www.kpnjuniorschaatsclub.nl pag. 10

Marathonschaatsen Er is een schaatsmarathon die elke Nederlander wel kent: de Elfstedentocht, die over 200 kilometer Fries natuurijs voert. En hoewel die Tocht der Tochten zo bekend is, is hij in de geschiedenis maar 15 keer gereden. De laatste was in 1997. Wedstrijden Omdat er niet altijd genoeg natuurijs ligt om een Elfstedentocht of andere grote tochten te schaatsen, gebeurt marathonschaatsen nu vaak op de kunstijsbanen of in het buitenland. Bij het marathonschaatsen gaan alle deelnemers tegelijkertijd van start en wint de schaatser die na afstanden van 40 tot soms dus wel 200 kilometer als eerste over de streep komt. Soms is er aan het einde van zo n wedstrijd een grote groep schaatsers (dat noem je een peloton ) over, die uiteindelijk sprint om de winst. Maar het gebeurt ook vaak dat er vroeger in de wedstrijd door een aantal rijders wordt aangevallen en er maar één of een paar schaatsers nog om de winst kunnen rijden. Het is dus een hele tactische sport, waarvoor je veel conditie nodig hebt. Marathonschaatsen is vooral populair in Nederland. Buitenlanders die marathonwedstrijden willen rijden, komen dan ook vaak naar Nederland om in de competitie mee te doen. Hier heb je verschillende gesponsorde teams die tegen elkaar strijden. Het is dus ook belangrijk om de wedstrijden met je teamgenoten samen aan te gaan. KPN Marathon Cup De KPN Marathon Cup is de belangrijkste Nederlandse competitie op kunstijs. Er zijn elk seizoen rond de 15 wedstrijden. Per wedstrijd krijg je punten, en wie aan het einde van het seizoen de meeste punten heeft verzameld is de winnaar van het klassement. Daarnaast heb je ieder jaar nog een Nederlands Kampioenschap Marathon op kunstijs. Zodra er genoeg natuurijs ligt kunnen er marathonwedstrijden buiten worden verreden. Het is ieder jaar een felle strijd waar het ijs dik genoeg is, en wie dus de eerste marathon op natuurijs mag organiseren. Verder kan er ook een NK op natuurijs worden gehouden, en heb je bepaalde tochten die klassiekers worden genoemd. Tot slot gaan veel marathonschaatsers ieder jaar naar de Weissensee, een meer in Oostenrijk waar de alternatieve Elfstedentocht wordt gereden, of naar andere plaatsen in het buitenland waar wel natuurijs te vinden is. Want dat vinden de meeste marathonschaatsers toch wel het mooiste! pag. 11

Shorttrack Misschien wel de spectaculairste schaatsdiscipline is shorttrack. Shorttrack betekent letterlijk korte baan. Het wordt dan ook gedaan op een ijshockeybaan, waarop met blokken een baantje van 111,12 meter wordt neergelegd. De allereerste shorttrackwedstrijd werd in 1905 in Canada gehouden. Bij shorttrack is het doel niet om de snelste tijd neer te zetten, maar juist om rechtstreeks van je tegenstanders te winnen. De schaatsers gaan daarbij vaak zo hard en schuin door de bochten, dat ze hun hand even op het ijs zetten om hun evenwicht te bewaren en niet te vallen. Er wordt gereden in ritten van vier tot zes schaatsers, waarbij steeds de beste twee of drie doorgaan naar de volgende ronde. Als er zo uiteindelijk nog maar vier (of zes) rijders over zijn, strijden die tegen elkaar in de finale om de winst. De afstanden die worden gereden zijn 500, 1000 en 1500 meter. Bij grote kampioenschappen wordt er nog een superfinale gereden over 3000 meter, met een tussensprint na negen ronden. Aflossing Het teamonderdeel bij shorttrack noem je de aflossing of relay. Het is een soort estafette, waarbij teams van vier tegen elkaar strijden over een afstand van 3000 (vrouwen) of 5000 meter (mannen). Iedere schaatser rijdt steeds 1 à 2 ronden. Daarna komt zijn teamgenoot voor hem in de baan en krijgt door een duw gelijk veel snelheid mee om vervolgens zelf weer 1-2 rondjes te rijden. Ook bij de aflossing heb je voorrondes, soms halve finales en natuurlijk finales waarin de sterkste teams tegen elkaar moeten schaatsen. Wedstrijden Bij Europese en Wereldkampioenschappen shorttrack rijden alle schaatsers de drie officiële afstanden: 500, 1000 en 1500 meter. Per afstand krijgen de rijders die de hoogste finale hebben behaald punten. Tot slot rijden alle schaatsers die finalepunten hebben verzameld (maar maximaal acht rijders) een superfinale over 3000 meter. Daarin kun je nogmaals finalepunten halen door de tussensprint na negen ronden te winnen, en natuurlijk door de rit te winnen. Wie er na vier afstanden de meeste punten heeft is de winnaar. Bij de Olympische Spelen gaat het een beetje anders. Hier worden alle afstanden apart gereden en is er geen totaalklassement. Wie de 500 meter wint, is gewoon Olympisch Kampioen over 500 meter. Shorttrack is pas sinds 1992 Olympisch. In de 80 er jaren van de vorige eeuw waren de Nederlandse shorttrackers wereldtop. Dat liep daarna terug, toen landen als Zuid-Korea, China, Amerika en Canada veel beter werden. Maar nu in Nederland weer druk bezig aan een opmars, zo werd Sjinkie Knegt in 2012 de eerste Nederlandse Europees Kampioen ooit. Andere bekende namen zijn Jorien ter Mors, Annita van Doorn en Niels Kerstholt. Materiaal Vanwege de kleine baan ziet het materiaal van een shorttrack-schaatser er anders uit dan bij een langebaanschaatser. Het ijzer is ronder geslepen en meer gekromd, om de krappe bocht beter door te komen. Ook staat het ijzer daarom een beetje links van het midden en staan de schaatsen hoger op het ijzer zodat de schoen het ijs niet raakt als je heel schuin pag. 12

door de bocht gaat. Om blessures te voorkomen dragen shorttrackers verder handschoenen, knie- en scheenbeschermers, een nekbeschermer en natuurlijk een helm. Hoe beter je wordt, hoe belangrijker goede bescherming is. Er bestaan zelfs hele snijvaste pakken zodat je niet gesneden kunt worden bij een val. IJzers zijn tenslotte scherp! pag. 13

Kunstrijden Het kunstrijden kun je verdelen in verschillende onderdelen: solorijden (voor dames en heren), paarrijden, ijsdansen en precision skating. Al sinds 1896 worden er wereldkampioenschappen gehouden. Wie denkt dat kunstschaatsen een typische vrouwensport is, heeft het mis; dat eerste wereldkampioenschap was alleen voor mannen. Pas 12 jaar later mochten ook vrouwen en paren meedoen aan het WK. Wist je dat kunstrijden de eerste Olympische ijs- en sneeuwsport was? Solorijden Zoals de naam het al zegt, bij het solorijden schaatst er altijd één man of vrouw tegelijk. Bij wedstrijden rijdt iedere deelnemer een korte en een vrije kür. Zo n kür is een soort optreden waarin je op muziek laat zien wat je allemaal kunt. Bij de korte kür heb je daar 2 minuten en 40 seconden voor. In die tijd moet je een aantal afgesproken elementen laten zien, bijvoorbeeld sprongen, pirouettes of zweefstanden. De ISU (Internationale Schaats Unie) bepaalt welke onderdelen je moet laten zien en hoe moeilijk die moeten zijn. Je mag het natuurlijk moeilijker maken; als je een bepaalde sprong minimaal drievoudig moet springen, mag je hem ook viervoudig springen. In de vrije kür, die voor vrouwen 4 minuten en voor mannen 4 minuten en 30 seconden duurt, hebben de schaatsers veel meer vrijheid. Ze worden niet alleen beoordeeld op de kwaliteit van de onderdelen, maar op de hele opbouw van de kür, de originaliteit en bijvoorbeeld hoe goed de kür bij de muziek past. Je mag de muziek trouwens bij beide küren zelf kiezen, er mag alleen niet in gezongen worden! Om te bepalen wie de wedstrijd gewonnen heeft, zit er een jury die punten geeft. Bekende kunstschaatssters uit Nederland waren Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel, Dianne de Leeuw (zij won zilver op de Olympische Spelen in 1976), Karen Venhuizen en tegenwoordig Manouk Gijsman. Paarrijden Ook bij het paarrijden kun je het aan de naam al raden; een man en een vrouw schaatsen samen hun kür. Zoals je je vast wel kunt voorstellen, kun je met zijn tweeën veel meer doen. Zo kennen we in het paarrijden de lifts, waarbij de man de vrouw optilt, vaak wel tot boven zijn hoofd. Je hebt ook geworpen sprongen, waarbij de man als het ware de vrouw in de lucht gooit, en de vrouw vervolgens goed moet landen. Ook kun je met zijn tweeën hele mooie pirouettes maken. Beide schaatsers moeten bij het paarrijden heel goed op elkaar ingespeeld zijn, elkaar door en door kennen en helemaal op elkaar vertrouwen. Bij het paarrijden worden de wedstrijden ook gehouden over een korte en een vrije kür, net zoals bij het solorijden. IJsdansen Het lijkt misschien een beetje verwarrend, maar ijsdansen is niet hetzelfde als paarrijden. Er wordt weliswaar ook in paren van één man en één vrouw geschaatst, maar er zit heel veel verschil in! IJsdansen lijkt veel meer op stijldansen. De paren mogen geen geworpen sprongen doen en ook boven het hoofd liften mag niet. Elke beweging moet gebeuren volgens de afgesproken ijsdansfiguren. De paren mogen elkaar bovendien niet langer dan vijf seconden loslaten. Kortom; ijsdansen is een heel technisch onderdeel van het pag. 14

kunstschaatsen. Bij wedstrijden rijden de paren een korte dans en een vrije dans. Precision skating Bij precision skating wordt er niet met één of twee schaatsers tegelijk gereden, maar met een hele groep van 12 tot soms wel 32 schaatsers. Zo n groep rijdt een kür en moet daarbij zoveel mogelijk als eenheid optreden. Er worden allerlei patronen gemaakt en die moeten zo soepel mogelijk in elkaar overvloeien. pag. 15

Schoonrijden Schoonrijden wordt vaak verward met kunstrijden, maar dat is echt iets heel anders. Het schoonrijden is iets typisch Nederlands, en bestaat zelfs al langer dan kunstrijden. Er bestaan bijvoorbeeld groepen die in ouderwetse kledingdracht aan schoonrijden doen, en bijvoorbeeld demonstraties geven. Het doel van schoonrijden is het maken van de perfecte schaatsslag, zwieren wordt dat ook wel genoemd. Het ziet er heel sierlijk uit en dat is ook precies de bedoeling. In 1902 werd het eerste Nederlands Kampioenschap gehouden, in 1946 wordt de Landelijke Vereniging van Schoonrijders opgericht, die verantwoordelijk is voor alle belangen van de schoonrijders in Nederland. Schoonrijden gebeurt zowel individueel (mannen en vrouwen), als ook in paren. De paren moeten in drie figuren rijden: hand in hand, gekruist en achter elkaar. De scherpe kanten van het ijzer onder de schaats zijn heel erg belangrijk bij het heen en weer zwieren over het ijs. Je moet, nadat je je schaats recht op het ijs hebt geplaatst, eerst soepel op de buitenkant van het ijzer glijden, en dan met een lang gestrekte boog weer teruggaan op de binnenkant van het ijzer. Daarna zet je je andere voet weer meer. Je bovenlichaam gaat mee in de beweging van het been waarop je glijdt, maar je moet ook je hoofd in één lijn met het lichaam houden. Het is moeilijker dan het lijkt dus! pag. 16

Inline-skaten Als aan het einde van de winter de ijsbanen (bijna) allemaal dichtgaan, kun je meestal de hele zomer niet schaatsen, denk je misschien. Maar als je die ijzers onder je schoenen wegdenkt en er wieltjes voor in de plaats neemt, dan kun je gaan inline-skaten. Maar inlineskaten is niet alleen bedoeld om te trainen voor het schaatsen. Er bestaat ook een internationale bond (de FIRS), kampioenschappen en de sport probeert al meerdere jaren de Olympische status te krijgen. Toch is het skaten voortgekomen uit het schaatsen; rond 1700 werd de eerste skate bedacht, waarbij de ijzers van schaatsen waren vervangen door een frame met wieltjes. Wedstrijden Het inline-skaten is heel erg divers. Zo heb je tijdritten, zoals op de langebaan. Maar je hebt ook ritten met meerdere skaters tegelijk, die de winst willen pakken, zoals bij shorttrack. Je hebt korte sprintafstanden, maar je hebt ook marathons. Daarnaast bestaan er afval- en puntenkoersen, en tot slot heb je aflossingswedstrijden voor teams. We onderscheiden wedstrijden op de piste en op de weg; de piste is een echte skatebaan van bijvoorbeeld 200 meter. Net zoals een schaatsbaan is deze helemaal symmetrisch. Met de weg wordt niet helemaal letterlijk de weg bedoeld; het is meestal een parcours uitgelegd op bijvoorbeeld een parkeerterrein. Er morgen heuvels in zitten, en in ieder geval mag de baan niet helemaal symmetrisch zijn. Voor de marathon kan er een parcours van meerdere kilometers worden uitgelegd, bijvoorbeeld in een stadscentrum. De marathonwedstrijd is, net als een hardloopmarathon, 42 kilometer lang. Naast die grote nationale en internationale wedstrijden, bestaan er ook veel wedstrijden voor jeugd. In bijna elke regio is er wel een jeugdcompetitie, waarin je meerdere malen per zomerseizoen kan deelnemen. Materiaal en veiligheid Natuurlijk heb je om te kunnen inline-skaten een paar goede skates nodig. Veel toppers hebben onderstellen met vier wieltjes. Wieltjes zijn te krijgen in allerlei soorten en maten. Bij de schaats-/skatewinkel kunnen ze je helpen de goede uit te kiezen. Wist je dat er zelfs verschillende wieltjes zijn voor droog en nat weer? Daarnaast is het belangrijk om goed aan je veiligheid te denken. Op ijs kun je naar vallen, maar op straat natuurlijk ook. Draag daarom altijd een helm, knie-, pols- en elleboogbeschermers. pag. 17