VERKENNEND BODEMONDERZOEK EN VERKENNEND ONDERZOEK ASBEST IN BODEM BOVENDIJK 49 TE MAASBOMMEL GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL



Vergelijkbare documenten
A-PDF Merger DEMO : Purchase from to remove the watermark

HISTORISCH BODEMONDERZOEK WISSELSTRAAT 6 TE VOLKEL

VERKENNEND ONDERZOEK NAAR ASBEST IN BODEM TIENRAIJSEWEG 26 TE MEERLO GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

VERKENNEND BODEMONDERZOEK EN VERKENNEND ONDERZOEK ASBEST IN PUIN (DEELLOCATIE A) OLYMPUS 1 TE ARNHEM GEMEENTE ARNHEM

VOORONDERZOEK BECKERSWEG (ONG.) TE VENLO GEMEENTE VENLO

VERKENNEND BODEMONDERZOEK PEELHEIDEWEG TE AMERICA GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

ACTUALISEREND VOORONDERZOEK LEKDIJK 25 TE AMEIDE GEMEENTE ZEDERIK

Hierbij doen wij u de resultaten toekomen van het nader bodemonderzoek op het sportpark De Koepel te Vught.

vooronderzoek Paradijs 49 te Elsendorp

HISTORISCH BODEMONDERZOEK (NEN 5725) ARENBOS 9 TE HEYTHUYSEN GEMEENTE LEUDAL

DHV B.V. Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

Rapport. Venderstraat 5 te Haler B1416. Bergs Advies BV Leveroyseweg 9A 6093 NE Heythuysen dhr. N. Maes. Definitief

VERKENNEND BODEMONDERZOEK EN VERKENNEND ONDERZOEK ASBEST IN BODEM HOSTERDSTRAAT 4 TE BEUNINGEN GEMEENTE BEUNINGEN

Het doel van het aanvullend onderzoek is het verkrijgen van aanvullende informatie over de verontreiniging.

Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel

Algemene informatie vooronderzoek

Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen

vooronderzoek Eindhovensebaan 9c te Nederweert

Engelenweide - Cuneraweg te Rhenen

INDICATIEVE DEPOTKEURING EN (NADER) ASBESTONDERZOEK TERREIN NUISVEEN 2 TE BORGER

INHOUDSOPGAVE BIJLAGEN:

VOORONDERZOEK ROODWEG - EPERWEG TE EPEN GEMEENTE GULPEN-WITTEM

: M. Scheffers en mevr. G.P.M. Scheffers - de Jong Oliviersweg achter 9A 5061 PL Oisterwijk

VOORONDERZOEK NIEUWE PEELDIJK 36 TE AMERICA

Verkennend bodem- en asbestonderzoek

VERKENNEND BODEMONDERZOEK EN VERKENNEND ONDERZOEK ASBEST IN PUIN/BODEM PLANGEBIED DE BRUG TE WASPIK GEMEENTE WAALWIJK

INHOUDSOPGAVE BIJLAGEN:

Gemeente Woensdrecht. Bestemmingsplan. Partiële herz. Buitengeb OLV ter Duinenlaan Onderzoeksrapporten

BIJLAGE 1 REGIONALE LIGGING ONDERZOEKSLOCATIE + KADASTRALE GEGEVENS

Aanvullend bodemonderzoek en asbestonderzoek

INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER

2001, RAPPORT: Verkennend bodemonderzoek, Kattestraat te Eindhoven PROJECTNUMMER: B

Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Poortstraat / Klinkerstraat te 's-heerenberg. Documentcode: 15M8031.RAP002.NL.RS

DOORLATENDHEIDSONDERZOEK WOUTERIJ 55 TE KOEWACHT

R02e bijlage 6 VOORONDERZOEK (NEN 5725) HOGE DUVEKOTSWEG (ONG.) TE AAGTEKERKE GEMEENTE VEERE

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

VOORONDERZOEK (NEN 5725) 2E TOCHTWEG 51 TE NIEUWERKERK AAN DEN IJSSEL GEMEENTE ZUIDPLAS

VERKENNEND ONDERZOEK ASBEST IN BODEM EN NADER BODEMONDERZOEK DE DEL 10 TE ROZENDAAL GEMEENTE ROZENDAAL

ACTUALISEREND VOORONDERZOEK HOEK ROTVENWEG - MELATENWEG TE HORST

Nedcool Beheer T.a.v. de heer G. Piels Provinciale weg JH Velddriel. Doetinchem, 7 oktober 2016

HISTORISCH BODEMONDERZOEK RECREATIEPARK POSTERBOS (LANDGOED AERWINKEL) TE POSTERHOLT GEMEENTE ROERDALEN

Tom van Garderen Baarn B.V. te Baarn

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie -

1 INLEIDING 2 2 LOCATIEGEGEVENS 3 3 OPZET ONDERZOEK 5 4 UITVOERING ONDERZOEK 6 5 TOETSING EN INTERPRETATIE 9 6 CONCLUSIE 10

Verkennend bodemonderzoek Pakopseweg 1 en 1a te Didam (gemeente Montferland)

Historisch bodemonderzoek

VOORONDERZOEK PLANGEBIED "TERRA NOVA" TE LOOSDRECHT GEMEENTE WIJDEMEREN

Verkennend bodemonderzoek

NADER ASBEST IN GROND-/PUINONDERZOEK. Middelaarseweg 2 Hoevelaken Kenmerk: J. Opdrachtgever: Gemeente Nijkerk. Datum rapport: Status:

: NEN 5740 ONV (onverdacht), NEN 5707 VED-H (Verdachte locatie met diffuse bodembelasting heterogeen verdeeld)

VOORONDERZOEK (NEN 5725) KORTEHOEVENSEWEG - A.M. VAN SCHUURMANPLEIN TE LEXMOND GEMEENTE ZEDERIK

Aanvullend onderzoek demping Zahnstraat 19 te Angeren

Historisch bodemonderzoek Verbindingsweg 2 te Overslag

HISTORISCH BODEMONDERZOEK FICARYSTRAAT (ONG.) TE BEUNINGEN

INHOUDSOPGAVE BIJLAGEN:

Verkennend Bodemonderzoek Westluidensestraat 38 e.o. te Tiel

Verkennend bodemonderzoek Beulakerweg 54 Giethoorn

Bureau Schmidt T.a.v. de heer R. Schmidt Westersingel CK LEEUWARDEN

VERKENNEND BODEMONDERZOEK 'T HEUST 49 TE WELL GEMEENTE MAASDRIEL

25 juni 2009 B

VERKENNEND BODEMONDERZOEK BOSWEG 4 TE BEMELEN GEMEENTE MARGRATEN

VERKENNEND BODEMONDERZOEK EN VERKENNEND ONDERZOEK ASBEST IN PUIN MIDDENDIJK 34 TE NIJBROEK GEMEENTE VOORST

VERKENNEND BODEMONDERZOEK. Groenstrook ter hoogte van Maerlant 1 t/m 9 Lelystad Kenmerk: A. Opdrachtgever: Gemeente Lelystad


HISTORISCH ONDERZOEK ONKELWEG 16 TE MELDERSLO

Nader asbestonderzoek in bodem Wolbertsdijk 13 te Wapenveld

Rapport. Vooronderzoek conform NEN 5725 Parallelweg 13a te Baexem PG Veghel. Parallelweg 13a te Baexem B1211

Sporen in Arnhem, actualiserend bodemonderzoek

RAPPORT VERKENNEND BODEMONDERZOEK HOGE HEILIGENWEG 17 TE AMMERZODEN Gemeente Ammerzoden, sectie M, nummer 748 PROJECT:

Bijlagenboek bij bestemmingsplan De Putter, Vlijmen

Bestemmingsplan Kasteeltuin - Neerhofstraat Bijlagenbundel ontwerp

Rapport. wonen limburg. BP Aan de Kreppel (fase 2) te Heythuysen. Vooronderzoek conform NEN 5725

HISTORISCH BODEMONDERZOEK VLASROOTSINGEL TE HEYTHUYSEN

2001, RAPPORT: Verkennend bodemonderzoek Dorshout (ong.) te Veghel (Plan Dorsveld) PROJECTNUMMER: B OPDRACHTGEVER: V.O.F.

Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus AB Lekkerkerk.

Gemeente Wijk bij Duurstede te Wijk bij Duurstede

HISTORISCH BODEMONDERZOEK (VOOR- ONDERZOEK) BROEKSTRAAT 2A TE HEUSDEN GEMEENTE ASTEN

RAPPORT VERKENNEND BODEMONDERZOEK CONFORM NEN 5740 en BRL SIKB 2000; protocol 2001/2002. Locatie: Moorsel 3 te Lierop. Projectnummer: AQU

Rapport. Nader bodemonderzoek Vennenrode te Goirle. Auteur(s) Opdrachtgever. ing. J.C.M. Lexmond. Woonstichting Leyakkers Postbus AB Rijen

DOORLATENDHEIDSONDERZOEK HERSTRAAT 42 T/M 48 TE HORST

Gijsbrecht!van!Aemstelstraat!221!! Haarlem!

BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp

NADER ONDERZOEK NAAR ASBEST IN BODEM L.J. COSTERSTRAAT 1 TE VENLO GEMEENTE VENLO

Asbestbodemonderzoek conform NEN 5707 voor de locaties toekomstige hoeveschuur en parkeerplaats/boomgaard op het adres Slakweg 5 te Maastricht.

RAPPORTAGE VERKENNEND BODEMONDERZOEK - PLANGEBIED LAREN IV, GEMEENTE LOCHEM

de heer S.P. Schimmel Postbus HB Tiel Geachte heer Schimmel,

omgevingsdienst HAAGLANDEN Beschikking Wet bodembesclierming - geval van bodemverontreiniging

Verkennend bodemonderzoek

6 VERANTWOORDING. Rapport nader bodemonderzoek asbest en lood 10 oktober 2011 Projectnummer pagina 15 van 16

Verkennend bodemonderzoek N298 te Hunnecum

Bijlage 1: Kwaliteitsaspecten van het onderzoek, de toegepaste methoden en strategieën en betrouwbaarheid/ garanties

SAMENVATTING INLEIDING AANLEIDING EN DOEL REFERENTIEKADER BETROUWBAARHEID OPBOUW RAPPORT...

HISTORISCH BODEMONDERZOEK (VOORONDERZOEK) SCHEPERSWEG ONG. TE HERTEN GEMEENTE ROERMOND

Vraagprijs) ) ,=)kosten)koper)

VERKENNEND BODEMONDERZOEK BOUWPLAN AELSERHOF TE ELSLOO

VERKENNEND BODEMONDERZOEK. DE HOEF 2, FASE 2 en 3 TE HEESCH GEMEENTE BERNHEZE

Mts. Slingerland-Van Beijnum Middenpolderweg LB Streefkerk

VERKENNEND BODEMONDERZOEK BIESSTRAAT (ONG.) TE HEYTHUYSEN GEMEENTE LEUDAL

VERKENNEND BODEMONDERZOEK. Wilheminaweg 3, 5, 7/7A en 9/9A Wageningen Kenmerk: A. Opdrachtgever: Gemeente Wageningen. Datum rapport: Status:

Transcriptie:

VERKENNEND BODEMONDERZOEK EN VERKENNEND ONDERZOEK ASBEST IN BODEM BOVENDIJK 49 TE MAASBOMMEL GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL

Verkennend bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in bodem Bovendijk 49 te Maasbommel in de gemeente West Maas en Waal Opdrachtgever Dusseldorp Inzameling en Recycling Postbus 31 713 AA Lichtenvoorde Project WMW.DUS.NEA Rapportnummer 135564 Status Eindrapportage Datum 26 september 213 Vestiging Opsteller Doetinchem Ing. J. Winkelhorst Paraaf Kwaliteitscontrole Ing. H. Boesveld Paraaf Kwaliteitszorg Econsultancy is lid van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer (VKB). De VKB is een vereniging van bodemadviesen onderzoeksbureaus en heeft als doel kwaliteitsborging en continue verbetering van de dienstverlening van haar leden op het gebied van bodembeheer. Het VKB keurmerk geeft opdrachtgevers de zekerheid dat het uitvoerend bureau werkt conform de eisen die de VKB aan haar leden stelt op het gebied van competenties en integriteit van medewerkers en het toepassen van vigerende normen en onderzoeksprotocollen. Econsultancy werkt volgens een dynamisch kwaliteitssysteem, zoals beschreven in het kwaliteitshandboek. Ons kwaliteitssysteem is gecertificeerd volgens de kwaliteitsborgingsnormen van de NENENISO 91:28. Betrouwbaarheid Dit bodemonderzoek is op zorgvuldige wijze uitgevoerd conform de toepasselijke en van kracht zijnde regelgeving. Een bodemonderzoek wordt in zijn algemeenheid echter uitgevoerd door het steekproefsgewijs bemonsteren van de bodem, waardoor het, op basis van de resultaten van een bodemonderzoek, onmogelijk is garanties af te geven ten aanzien van de milieuhygiënische bodemkwaliteit. Daarnaast betreft het bodemonderzoek een momentopname. Econsultancy accepteert derhalve op voorhand geen aansprakelijkheid ten aanzien van mogelijke beslissingen die de opdrachtgever naar aanleiding van het door Econsultancy uitgevoerde bodemonderzoek neemt. In dit kader dient ook opgemerkt te worden dat geraadpleegde bronnen niet altijd zonder fouten en volledig zijn. Daar Econsultancy voor het verkrijgen van historische informatie afhankelijk is van deze bronnen, kan Econsultancy niet instaan voor de juistheid en volledigheid van deze informatie. Eerland CERTIFICATION

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 1 2. VOORONDERZOEK... 1 2.1 Geraadpleegde bronnen... 1 2.2 Afbakening onderzoekslocatie vooronderzoek... 2 2.3 Historisch en huidig gebruik onderzoekslocatie... 2 2.4 Calamiteiten... 3 2.5 Uitgevoerd(e) bodemonderzoek(en) op de onderzoekslocatie... 3 2.6 Belendende percelen/terreindelen... 3 2.7 Terreininspectie... 3 2.8 Toekomstige situatie... 3 2.9 Informatie lokale of regionale achtergrondgehalten... 3 2.1 Bodemopbouw... 4 2.11 Geohydrologie... 4 3. CONCLUSIES VOORONDERZOEK (ONDERZOEKSOPZET)... 5 4. VELDWERK... 6 4.1 Uitgevoerde werkzaamheden... 6 4.2 Zintuiglijke waarnemingen... 7 4.2.1 Algemene bodemopbouw... 7 4.2.2 Visuele inspectie toplaag/maaiveld... 7 4.3 Grondwater... 8 5. LABORATORIUMONDERZOEK... 9 5.1 Uitvoering analyses... 9 5.2 Toetsingskader... 1 5.3 Resultaten grond en grondwatermonsters... 12 5.4 Interpretatie analyseresultaten... 13 6. SAMENVATTING, CONCLUSIES EN ADVIES... 14 BIJLAGEN: 1. Topografische ligging van de locatie 2a. Locatieschets 2b. Foto's onderzoekslocatie 2c. Kadastrale gegevens 3. Boorprofielen 4. Analysecertificaten 5. Toetsingskader Circulaire bodemsanering 6. Geraadpleegde bronnen 135564 WMW.DUS.NEA

1. INLEIDING Econsultancy heeft van Dusseldorp Inzameling en Recycling opdracht gekregen voor het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in bodem aan de Bovendijk 49 te Maasbommel in de gemeente West Maas en Waal. Het bodemonderzoek is uitgevoerd in het kader van de aanwezigheid van een illegaal laboratorium, waarvan sprake is geweest op de locatie. Het onderzoek is bedoeld om de potentiële negatieve effecten op de bodem in kaart te brengen die het gebruik als laboratorium heeft veroorzaakt. Tevens wordt de algemene kwaliteit van de bodem in kaart gebracht in het kader van de waardering van het onroerend goed. Het verkennend bodemonderzoek (NEN 574) heeft tot doel met een relatief geringe onderzoeksinspanning vast te stellen of op de onderzoekslocatie grond en/of grondwaterverontreiniging aanwezig is. Het verkennend onderzoek asbest in bodem (NEN 577) heeft tot doel vast te stellen of er op de onderzoekslocatie sprake is van een (bodem)verontreiniging met asbest. Het vooronderzoek is verricht conform de NEN 5725:29 "Bodem Landbodem Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek". Het bodemonderzoek is uitgevoerd conform de NEN 574:29 "Bodem Landbodem Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en partijen grond" en de NEN 577:23 "Bodem Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond". De visuele inspectie is uitgevoerd door medewerkers die gekwalificeerd zijn voor het protocol 218 van de BRL SIKB 2. Het veldwerk en de bemonstering zijn verricht onder certificaat op grond van de BRL SIKB 2 "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek", protocollen 21, 22 en 218. Econsultancy is onder meer gecertificeerd voor de protocollen 21, 21 en 218 van de BRL SIKB 2. In dat kader verklaart Econsultancy geen eigenaar van de onderzoekslocatie te zijn of te worden. De analyseresultaten zijn getoetst aan het toetsingskader van VROM (Circulaire bodemsanering 213), de bepalingsgrens asbest en aan de achtergrondwaarden voor grond uit de Regeling bodemkwaliteit (bijlage B, tabel 1), VROM, 27. Tevens is rekening gehouden met de achtergrondwaarden in de grond, zoals deze door de gemeente West Maas en Waal zijn vastgesteld. 2. VOORONDERZOEK 2.1 Geraadpleegde bronnen De informatie over de onderzoekslocatie is gebaseerd op de bij de gemeente West Maas en Waal aanwezige informatie (contactpersoon mevrouw A. ZeilstraSchimmer), informatie verkregen van de Omgevingsdienst Rivierenland (contactpersonen de heer J. Hoeksma en de heer P. Hoek), de opdrachtgever (de heer P. Dielen) en informatie verkregen uit de op 31 juli 213 uitgevoerde terreininspectie. Van de locatie en de directe omgeving zijn uit verschillende bronnen gegevens verzameld over: het historische, huidige en toekomstige gebruik; eventuele calamiteiten; eventueel eerder uitgevoerde bodemonderzoeken; de bodemopbouw en geohydrologie; verhardingen, kabels en leidingen. Bijlage 6 geeft een overzicht van de geraadpleegde bronnen. 135564 WMW.DUS.NEA Pagina 1 van 15

2.2 Afbakening onderzoekslocatie vooronderzoek Het vooronderzoek omvat de onderzoekslocatie en direct hieraan grenzende terreindelen binnen een afstand van 25 meter. De onderzoekslocatie (± 2. m²) ligt aan de Bovendijk 49, circa 1,5 kilometer ten noorden van de kern van Maasbommel in de gemeente West Maas en Waal (zie bijlage 1). Het perceel, waar de onderzoekslocatie deel van uitmaakt, is kadastraal bekend gemeente Appeltern, sectie R, nummer 471 (zie bijlage 2c). Volgens de topografische kaart van Nederland, kaartblad 39 G, (schaal 1:25.), bevindt het maaiveld zich op een hoogte van circa 5,6 m +NAP en zijn de coördinaten van de onderzoekslocatie X = 165.715, Y = 427.655. 2.3 Historisch en huidig gebruik onderzoekslocatie Volgens historisch kaartmateriaal uit de periode 1811 1832 was de locatie, alsmede de omgeving ervan, destijds in agrarisch gebruik (weide en lokaal bos) en werd niet bewoond. Tot circa 1925 is dit gebruik van de onderzoekslocatie niet wezenlijk veranderd. De Bovendijk is evenals de ten westen van de locatie aanwezige Heerstraat al een zeer oude (verbindings)weg. In de loop der tijd is deze dijkweg ook wel aangeduid als "Bandijk" of "Maasdijk". De onderzoekslocatie maakt deel uit van een 1,75 ha. groot agrarisch perceel dat aan de zuidzijde is bebouwd met een woonboerderij daterend van 1926 (± 17 m²) en twee schuren (± 155 m² en 245 m²). het dak van de noordelijke schuur is voorzien van golfplaten die hoogstwaarschijnlijk bestaan uit asbestcement. Het erfgedeelte heeft een oppervlakte van circa 2. m² en is locatie is grotendeels in gebruik als siertuin, behorend bij het woonhuis. De toerit naar het erf is voorzien van een klinkerverharding. Ten zuidwesten van het woonhuis, tussen de toerit en het woonhuis, is sprake van een strook met een puinverharding (deellocatie E). Op 21 maart 213 is, als gevolg van vrijkomende dampen (rookontwikkeling) door chemische reacties, bekend geworden dat er een XTClaboratorium in op de locatie was ondergebracht. Inspectie van onder meer een medewerker van de Omgevingsdienst Rivierenland heeft uitgewezen, dat er zich in de mestput van de op de noordzijde van het erf aanwezige schuur zich circa 7 m 3 van een zure oplossing (ph 1) bevindt. Er was bovendien sprake van een circa 15 cm dikke bezinklaag. In de overige twee mestputten van de schuur op het westelijke deel van het erf bevindt zich eveneens een hoeveelheid oplossing, maar de zuurgraad is neutraal en de sliblaag is er circa 5 cm. Tussen de woonboerderij en de noordelijke schuur zou gemorst (kunnen) zijn met chemicaliën (deellocatie C). Op het perceel is een bovengrondse HBOtank (6 liter) (deellocatie A) en een bovengrondse dieseltank (1. liter) (deellocatie B) in gebruik geweest. Beide opslagvoorzieningen zijn inmiddels niet meer aanwezig op de locatie. Voor zover bij de opdrachtgever en de gemeente West Maas en Waal bekend, heeft er op de onderzoekslocatie nimmer andere opslag van oliehoudende producten in ondergrondse of bovengrondse tanks plaatsgevonden. Gezien de ligging van de locatie in een kleigebied nabij een dijklichaam, mag verwacht worden dat met name de bovengrond plaatselijk bijmengingen met onder meer puindelen bevat. Er is voor zover bekend geen sprake geweest van een boomgaard (fruitteelt) op de onderzoekslocatie. In bijlage 2a is de huidige situatie op een locatieschets weergegeven. Bijlage 2b bevat enkele foto's van de onderzoekslocatie. 135564 WMW.DUS.NEA Pagina 2 van 15

2.4 Calamiteiten De rookontwikkeling die op 31 maart 213 werd vastgesteld, kan feitelijk niet als brand (calamiteit met een bodembedreigend karakter) bestempeld worden. Uit het dossier van de gemeente West Maas en Waal blijkt niet dat er zich in het verleden bodembedreigende calamiteiten hebben voorgedaan. 2.5 Uitgevoerd(e) bodemonderzoek(en) op de onderzoekslocatie Op de onderzoekslocatie zijn, voor zover bekend, geen bodemonderzoeken uitgevoerd. 2.6 Belendende percelen/terreindelen De onderzoekslocatie is gelegen in het buitengebied van Maasbommel. In bijlage 6 zijn de geraadpleegde informatiebronnen voor de omliggende terreindelen en belendende percelen binnen 25 meter van de onderzoekslocatie opgenomen. Aan de noordzijde van de onderzoekslocatie bevindt zich de toerit en de Bovendijk. In de overige richtingen grenst de onderzoekslocatie aan weilanden. Van de aangrenzende percelen zijn geen bodemonderzoeksgegevens bekend. Uit de verzamelde informatie blijkt dat er vanuit de omliggende percelen geen grensoverschrijdende verontreinigingen zijn te verwachten. 2.7 Terreininspectie Voorafgaand aan het bodemonderzoek is er een terreininspectie uitgevoerd. Deze is gericht op de identificatie van bronnen, die mogelijk hebben geleid of kunnen leiden tot een grond en/of grondwaterverontreiniging. De tijdens de terreininspectie aangetroffen situatie komt overeen met de locatiegegevens, zoals deze zijn opgenomen in paragraaf 2.3. Afgezien van de potentiële bronnen voor een grond en/of grondwaterverontreiniging, die in de voorgaande paragrafen zijn beschreven, zijn er tijdens de terreininspectie geen aanvullende potentiële bronnen aangetroffen. Op het maaiveld zijn geen asbestverdachte materialen waargenomen. 2.8 Toekomstige situatie De initiatiefnemer is voornemens de locatie te verkopen. 2.9 Informatie lokale of regionale achtergrondgehalten De gemeente West Maas en Waal heeft in samenwerking met 7 andere gemeenten in de regio (MARNgemeenten) een bodemkwaliteitskaart opgesteld (CSO, projectcode 11J23, 12 maart 212). Binnen de zone van de onderzoekslocatie zijn geen ten opzichte van de landelijke achtergrondwaarden verhoogde achtergrondgehalten vastgesteld. Regionaal komen verhoogde concentraties van metalen in het grondwater voor. 135564 WMW.DUS.NEA Pagina 3 van 15

2.1 Bodemopbouw De originele bodem bestaat volgens de bodemkaart van Nederland, kaartblad 39 Oost (schaal 1:5.), uit een kalkloze poldervaaggrond, die volgens de Stichting voor Bodemkartering voornamelijk is opgebouwd uit zware zavel en lichte klei. De afzettingen, waarin deze bodem is ontstaan, behoren geologisch gezien tot de Formatie van Echteld. 2.11 Geohydrologie De ondergrond van het plangebied maakt deel uit van een groot preglaciaal bekken, die gevormd en deels opgevuld is door voorlopers van de Rijn en de Maas. Tijdens het Pleistoceen werden in dit bekken hoofdzakelijk grove, grindhoudende zanden afgezet, veelal onder koude klimaatcondities. Ruwweg 2. jaar geleden lag een groot gedeelte van Nederland onder een vanuit Scandinavië naar het zuiden opgeschoven ijskap. De rand van het ijs bestond uit een aantal gletsjertongen. Aan weerszijden van deze ijsmassa's werden stuwwallen opgeduwd. De rivieren Rijn en Maas, die een stromingsrichting hadden van zuid naar noord, werden door deze ijskap gedwongen hun weg langs de zuidzijde van het ijs westwaarts naar de zee te zoeken. Daarbij werden enkele brede pradolina s of oerstroomdalen gevormd. Het grootste oerstroomdal lag ongeveer ter plaatse van het huidige gebied van de RijnMaas delta. In dit dal werden overwegend grove, grindhoudende zanden afgezet, die behoren tot de Formatie van Kreftenheye. Het smeltwater van het landijs stroomde aan de buitenzijde van de stuwwallen af richting het stroomdal van de Rijn en de Maas. Hierbij ontstonden aan de voet van de stuwwallen uitgestrekte puinwaaiers van glaciofluviatiele afzettingen, de zogenaamde Sandrs. Gedurende de laatste ijstijd, het Weichselien (ca. 12. 1. jaar geleden), bereikte het landijs Nederland niet. Toentertijd heerste er in Nederland wel een continentaal periglaciaal klimaat. De omstandigheden waren erg koud en droog, waardoor het landschap in Nederland bestond uit een poolwoestijn, waarin vrijwel geen vegetatie aanwezig was. Ter plaatse van het plangebied werden fluviatiele sedimenten afgezet in een vlechtend riviersysteem. Deze afzettingen worden gerekend tot de Formatie van Kreftenheye. Vanaf het begin van het Holoceen (laatste 1. jaar) kregen de Rijn en de Maas een meanderend patroon, waarbij binnen het stroomgebied voornamelijk klei en zand werd afgezet. Het eerste watervoerend pakket heeft een dikte van ± 4 m en wordt gevormd door de grove en grindrijke, matig fijne tot grofzandige afzettingen van de Formaties van Kreftenheye, Urk en Sterksel. Plaatselijk komen klei of leeminschakelingen voor. Op deze formaties liggen de fijne zanden en kleien, behorende tot de Formatie van Echteld, met een dikte van ± 5 m. Het eerste watervoerend pakket wordt aan de onderzijde begrensd door afzettingen van de Formatie van Kedichem. Deze eenheid bestaat overwegend uit fijne zanden en kleipakketten. De gemiddelde stand van het freatisch grondwater bedraagt ± 5, m +NAP, waardoor het grondwater zich naar verwachting bevindt op ±,6 m mv. Het water van het eerste watervoerend pakket stroomt volgens de isohypsenkaart van de Dienst Grondwaterverkenning van TNO, kaartblad 39 Oost (schaal 1:5.), in noordwestelijke richting. De onderzoekslocatie ligt niet in een grondwaterbeschermings en/of grondwaterwingebied. 135564 WMW.DUS.NEA Pagina 4 van 15

3. CONCLUSIES VOORONDERZOEK (ONDERZOEKSOPZET) Op basis van het vooronderzoek is ten behoeve van het bodemonderzoek is, een aantal deellocaties geïdentificeerd. In tabel I zijn de onderzoeksstrategieën die van toepassing zijn op de betreffende deellocaties weergegeven. Tabel I. Onderzoeksstrategie bodemonderzoek en puinlaag Deellocatie Oppervlakte Verwachte stoffen Onderzoeksprotocol/strategie A: vml. bovengrondse HBOtank B: vml. bovengrondse dieselolietank en tankplaats C: op morsen verdacht terreindeel D: erf < 1 m 2 grond: minerale olie grondwater: minerale olie ± 5 m 2 grond: minerale olie grondwater : minerale olie ± 15 m 2 (15 x 1 m) grond: (hulp)stoffen XTC grondwater : (hulp)stoffen XTC ± 2. m 2 grond: metalen, asbest grondwater : NEN 574 / VEP NEN 574 / VEP NEN 574 / VEP NEN 574 / VEDHE en NEN 577 / VEDHE E: puinlaag ± 75 m 2 (15 x 5 m) puinlaag: asbest NEN 5897 / HV Onderzoeksstrategieën volgens NEN574 / NEN 577 / NEN 5897: ONV : Onverdacht VEP : Verdacht, plaatselijke bodembelasting, uitgezonderd ondergrondse opslagtanks VEDHE : Verdacht, diffuse bodembelasting, heterogene verontreiniging HV : Halfverhardingslagen Met betrekking tot de productie van XTC zijn veelal de volgende (hulp en afval)stoffen aan de orde: zuren (zoutzuur, mierenzuur en/of zwavelzuur); aceton; ethanol en/of methanol; nikkel; ammoniak/ureum. Om een effect op de bodem door één of meerdere van de genoemde zuren vast te stellen, is de zuurgraad van de monsters bepaald. Hoewel er nog slurry in de aanwezige kelders aanwezig was, is aangenomen dat deze voorzieningen geen lekkage vertoonden. Op aangeven van het bevoegd gezag is, aanvullend op het aantal dat het protocol voorschrijft, een extra peilbuis geplaatst om eventuele lekkage aan de voormalige gierkelder aan te tonen. De slurry is inmiddels uit de kelderruimte verwijderd. 135564 WMW.DUS.NEA Pagina 5 van 15

4. VELDWERK 4.1 Uitgevoerde werkzaamheden Tijdens het opstellen van het boorplan is rekening gehouden met de doelstellingen en de richtlijnen, die geformuleerd zijn in de inleiding. Daarnaast is rekening gehouden met de onderzoeksprotocollen, zoals weergegeven in tabel I, en de ligging van kabels en leidingen. Bijlage 2a bevat de locatieschets met daarop aangegeven de situering van de boorpunten/gaten en de peilbuizen. In bijlage 3 zijn de bodemprofielen opgenomen. Aan de hand van de geldende onderzoeksstrategieën zijn de werkzaamheden uitgevoerd zoals die in tabel II zijn vermeld. Het veldwerk is op 31 juli en 8 augustus 213 uitgevoerd door de heer A.G.C. Rondeel en de heer A.F.W. Geven. Deze medewerkers van Econsultancy in Doetinchem staan geregistreerd als ervaren veldwerker voor het protocol 218 en/of 21 van de SIKB BRL 2 "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek". Tabel II. Uitgevoerde werkzaamheden Veldwerk Analyses Deellocatie Oppervlakte Borigen/ gaten/ peilbuizen Verharding Grond Grondwater A: bg. HBOtank < 1 m 2 1 (peilbuis) (*A) onverhard minerale olie (1x) olie/aromaten (1x) B: bg. dieselolietank en tankplaats ± 5 m 2 3 (1, m mv) 1 (peilbuis) (*A) klinkers minerale olie (1x) olie/aromaten (1x) C: op morsen verdacht terreindeel ± 15 m 2 (15 x 1 m) 3 (1, m mv) 1 (peilbuis) halfverharding XTCparameters (1x) (*D) XTCparameters (1x) D: erf (ook onder puinlaag, zie E) ± 2. m 2 11 (1, m mv) 1 (2, m mv) 3 (peilbuis) (*B) 15 (gaten) (*C) deels verhard met metselwerk, deels onverhard standaardpakket (3x) standaardpakket (2x) E: puinlaag (*A) (*B) (*C) (*D) ± 75 m 2 (15 x 5 m) 2 (gaten) (*C) grind De bovenkant van het peilfilter (met een lengte van 1 meter) is,5 m onder de grondwaterspiegel geplaatst. Omdat zintuiglijk is vastgesteld dat er geen sprake is van een mogelijke drijflaag, is de plaatsing van een aanvullende peilbuis voorzien van een snijdend filter, achterwege gebleven. vanwege de centrale ligging van deellocatie C heeft grondwateronderzoek gecombineerd met deellocatie C plaatsgevonden De gaten hebben een afmeting van,3 x,3 x,5 m en zijn gecombineerd uitgevoerd met de boringen van meerdere deellocaties. Het materiaal is enkel zintuiglijk beoordeeld op asbest (geen laboratoriumonderzoek) Bemonstering van grond ten behoeve van de bepaling van vluchtige parameters heeft plaatsgevonden met behulp van steekbussen. De boringen zijn verricht met behulp van een edelmanboor. Van het opgeboorde en opgegraven materiaal is een boorbeschrijving conform de NEN 514 gemaakt en zijn er grondmonsters genomen over trajecten van ten hoogste,5 m, waarbij bodemlagen met verontreinigingskenmerken of een afwijkende textuur separaat bemonsterd zijn. Ten behoeve van het verkennend onderzoek asbest is het opgegraven materiaal gezeefd over een 16 mm zeef en zintuiglijk beoordeeld. Indien van toepassing is een schatting gemaakt van het asbestgehalte per gat. Indien er asbestverdacht materiaal is aangetroffen, is dit verzameld. Voor de geplaatste peilbuizen geldt dat het onderste gedeelte van de peilbuis (het peilfilter) is geperforeerd en de ruimte tussen de wand van het boorgat en het peilfilter is opgevuld met filtergrind. Boven het filtergrind is een laag zwelklei aangebracht, zodat er géén verontreinigingen van bovenaf in de peilbuis kunnen migreren. De filterstelling is bepaald op basis van de grondwaterstand, zoals deze tijdens de veldwerkzaamheden op 31 juli 213 is ingeschat. 135564 WMW.DUS.NEA Pagina 6 van 15

De peilbuizen zijn direct na plaatsing afgepompt en na een wachttijd van minimaal een week is het grondwater bemonsterd, waarbij in het veld naast de troebelheid eveneens het geleidingsvermogen van het grondwater is bepaald. Het opgeboorde materiaal ter plaatse van de deellocaties A en B is tevens zintuiglijk beoordeeld op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen. Hierbij wordt opgemerkt dat gelet op de doelstelling van het onderzoek de veldwerkzaamheden op deze deellocaties niet conform de NEN 577 ("Bodem Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond") zijn uitgevoerd. De uitkomst van het onderzoek is bij deze deellocaties met betrekking tot de parameter asbest derhalve indicatief. 4.2 Zintuiglijke waarnemingen 4.2.1 Algemene bodemopbouw De bodem bestaat voornamelijk uit zwak tot matig zandige klei. Plaatselijk is de bovengrond bovendien zwak tot matig humeus en de ondergrond is lokaal zwak gleyhoudend. 4.2.2 Visuele inspectie toplaag/maaiveld In tabel III zijn enkele algemene gegevens met betrekking tot de visuele inspectie van de toplaag opgenomen. Tabel III. Visuele inspectie toplaag Aandachtsgebied Oppervlakte van geïnspecteerde locatie Conditie toplaag Beperkingen van de inspectie Weersomstandigheden Asbestverdacht materiaal op maaiveld aangetroffen? Opmerking 2. m² (onverharde terreindelen) Droog Hier en daar beperkt i.v.m. aanwezige vegetatie Neerslag < 1 mm/dag Zicht > 5 m Nee 4.2.3 Visuele inspectie opgegraven materiaal Ten behoeve van de visuele inspectie zijn met behulp van een schep 17 gaten gegraven en is het opgegraven materiaal gezeefd over een 16 mm zeef. Ten behoeve van het asbestonderzoek is het ontgraven materiaal systematisch zintuiglijk op asbestverdachte materialen gecontroleerd. De bovengrond is plaatselijk zwak tot matig puinhoudend. Lokaal zijn verhardingslagen aangetroffen bestaande uit volledig grind en/of puin. Ter plaatse van deellocatie E (vermeende puinlaag) bestaat de verhardingslaag voornamelijk uit grind. Hierdoor is formeel het voorgestelde onderzoek volgens de NEN 5897 niet meer passend gebleken. Deze deellocatie is voor wat betreft de parameter asbest in combinatie met deellocatie D onderzocht. Tijdens de inspectie is er, ter plaatse van de gaten D3 en D4 (traject vanaf maaiveld tot circa,35 m mv) asbestverdacht materiaal aangetroffen. Het materiaal is ter identificatie aangeboden aan het laboratorium. Verder zijn er zintuiglijk geen verontreinigingen waargenomen. 135564 WMW.DUS.NEA Pagina 7 van 15

4.3 Grondwater De grondwaterbemonstering is op 8 augustus 213 uitgevoerd door de heer A.F.W. Geven. Deze medewerker van Econsultancy in Doetinchem is in het kader van Kwalibo geregistreerd als gekwalificeerd medewerker voor het uitvoeren van Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek. De bemonstering is uitgevoerd conform de eisen uit het protocol 22 van de BRL SIKB 2 en de NEN 5744:211. De bemonstering heeft plaatsgevonden met inachtneming het voorgeschreven afpompvolume en afpompdebiet. Na afronding van het voorpompen is de troebelheid gemeten. Bij de bemonstering is gebruik gemaakt van schone kunststofslangen en is voorkomen dat er gas of luchtbellen in de monsters zijn gekomen. De watermonsters ten behoeve van de analyse op metalen zijn in het veld gefiltreerd. Tabel IV. Overzicht gegevens peilbuizen en veldmetingen grondwater Peilbuisnummer Situering peilbuis Filterstelling (m mv) Grondwaterstand 8 augustus 213 (m mv) Troebelheid (NTU) Geleidbaarheid (µs/cm) Temperatuur ( C) A1 deellocatie A 1,72,7 1,39 9,7 1.845 12,2 B1 deellocatie B 1,62,6 1,4 27,4 1.95 12,7 C1 centraal op deellocatie C 1,92,9 1,16 34,7 1.925 12,3 D1 westelijk op perceel 1,82,8 1,6 72,4 965 14,3 D3 zuidzijde gierkelder 1,82,8 1,12 19,7 1.4 12,2 D4 noordzijde gierkelder 1,82,8 1,7 17,8 1.185 14, Tijdens de grondwaterbemonstering zijn er zintuiglijk geen verontreinigingen aangetroffen. 135564 WMW.DUS.NEA Pagina 8 van 15

5. LABORATORIUMONDERZOEK 5.1 Uitvoering analyses Verkennend bodemonderzoek NEN 574 Alle grond en grondwatermonsters zijn aangeboden aan een laboratorium, dat erkend is door de Raad voor Accreditatie en AS3geaccrediteerd is voor milieuhygiënisch bodemonderzoek. De grond(meng)monsters en de grondwatermonsters zijn geanalyseerd op één van de volgende pakketten: standaardpakket grond: droge stof, lutum en organisch stof, metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), polychloorbifenylen (PCB), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) en minerale olie; olie grond: droge stof, organisch stof en minerale olie; olie water: minerale olie; standaardpakket grondwater: metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), vluchtige aromaten (BTEX), styreen, naftaleen, gehalogeneerde koolwaterstoffen (VOX) en minerale olie; XTCparameters: ph, nikkel, aceton, metanol, ethanol, ammoniak en ureum. Daar het niet geheel duidelijk is met welke zuren is gewerkt, is ter indicatie voor een verontreiniging veroorzaakt door zuren in het algemeen, de zuurgraad van de grondmonsters bepaald. Tabel V geeft een overzicht van de onderzochte grond(meng)monsters en de analysepakketten. Tabel V. Overzicht van de grond(meng)monsters en de analysepakketten Grond(meng) monster Traject (cm mv) Analysepakket Bijzonderheden A11 A1 (15) minerale olie en organische stof bovengrond locatie vml. HBOtank (zintuiglijk schoon) B11 B1 (5) minerale olie en organische stof bovengrond locatie vml. dieseltank (zwak puinhoudend) C42 C4 (24) nikkel aceton methanol ethanol zuurgraad ammoniak ureum organische stof bovengrond verdacht terreindeel (zintuiglijk schoon) MMD1 D6 (29) + D7 (28) + D7 (285) + D8 (19) +D9 (17) MMD2 D1 (3585) + D11 (2171) + D12 (25) + D12 (51) + D13 (58) MMD3 A1 (162) + C1 (69) + D1 (1 12) + D2 (914) + D3 (1419) standaardpakket standaardpakket standaardpakket bovengrond noordoostelijk terreindeel (zintuiglijk schoon) bovengrond zuidwestelijk terreindeel (zintuiglijk schoon) ondergrond gehele locatie (zintuiglijk schoon) 135564 WMW.DUS.NEA Pagina 9 van 15

Verkennend onderzoek asbest in bodem NEN 577 Gelet op de doelstelling van het onderzoek (het bepalen of de onderzoekslocatie wel of niet verdacht is voor de aanwezigheid van asbest), is een analyse van het bodemmateriaal niet strikt noodzakelijk. Van het aangetroffen asbestverdachte materiaal (fractie > 16 mm), aangetroffen in het opgegraven materiaal uit één gat, is een materiaalmonster aangeboden aan een laboratorium dat is erkend door de Raad voor Accreditatie. In het laboratorium is het aangeboden asbestverdachte materiaal kwalitatief geanalyseerd op de volgende componenten: asbestverdacht materiaal: serpentijns asbest (chrysotiel), amfibool asbest (amosiet, crocidoliet, anthophylliet, tremoliet en actinoliet) en (niet)hechtgebonden asbest. 5.2 Toetsingskader Verkennend bodemonderzoek NEN 574 De analyseresultaten zijn getoetst aan het toetsingskader van VROM (Circulaire bodemsanering 213) en aan de achtergrondwaarden voor grond uit de Regeling bodemkwaliteit (bijlage B, tabel 1), VROM, 27. Het toetsingskader voor de beoordeling van de gehalten van verontreinigingen is gegeven in de toetsingstabel en bevat voor grond drie te onderscheiden waarden met de verschillende niveaus: achtergrondwaarde: deze waarde ("AW") geeft de gehalten aan zoals die op dit moment voorkomen in de bodem van natuur en landbouwgronden, waarvoor geldt dat er geen sprake is van belasting door lokale verontreinigingsbronnen; tussenwaarde: deze waarde ("T") is de helft van de som van de achtergrondwaarde en de interventiewaarde. De tussenwaarde is de concentratiegrens waarboven in beginsel nader onderzoek moet worden uitgevoerd, omdat het vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bestaat; interventiewaarde: deze waarde ("I") geeft het niveau voor verontreinigingen in grond en grondwater aan waarboven ernstige vermindering of dreigende vermindering optreedt van de functionele eigenschappen, die de bodem heeft voor mens, plant of dier. Bij gehalten boven de interventiewaarde is er sprake van een sterke verontreiniging. Bij overschrijding van de interventiewaarde wordt vaak een nader onderzoek uitgevoerd om de ernst van de verontreiniging en de saneringsurgentie te bepalen. Wanneer het boven de tussenwaarde of interventiewaarde gelegen gehalte een natuurlijke oorsprong heeft, is uitvoering van vervolgonderzoek meestal niet noodzakelijk. In bijlage 5 is de toetsingstabel opgenomen uit de eerder genoemde circulaires. Deze bijlage bevat de achtergrondwaarden en de interventiewaarden, alsmede de berekeningswijze die moet worden gevolgd om deze waarden naar grondsoort te differentiëren. De achtergrondwaarden en de interventiewaarden voor de grond zijn berekend met behulp van de door het laboratorium bepaalde waarden voor het organische stof en lutumgehalte. De gebruikte analysetechnieken zijn weergegeven op de certificaten in bijlage 4a. Om de mate van verontreiniging aan te geven wordt de volgende terminologie gebruikt: Grond: niet verontreinigd: gehalte < achtergrondwaarde en/of detectielimiet; licht verontreinigd: gehalte > achtergrondwaarde en < tussenwaarde; matig verontreinigd: gehalte > tussenwaarde < interventiewaarde; sterk verontreinigd: gehalte > interventiewaarde. 135564 WMW.DUS.NEA Pagina 1 van 15

Grondwater: niet verontreinigd: concentratie < streefwaarde en/of detectielimiet; licht verontreinigd: concentratie > streefwaarde en < tussenwaarde; matig verontreinigd: concentratie > tussenwaarde < interventiewaarde; sterk verontreinigd: concentratie > interventiewaarde. Bij onderhavig onderzoek zijn specifieke onderzoeksparameters aan de orde, waardoor de toetsing aan de hand van de hierboven beschreven kaders, soms niet toegepast kan worden. Er zijn geen standaard toetsingswaarden beschikbaar voor bijvoorbeeld de zuurgraad van de bodem. Derhalve heeft de toetsing plaatsgevonden door te beoordelen of de gemeten zuurgraad van de bodem afwijkt van het verwachtingspatroon. Vanwege het ontbreken van referentiewaarden zijn bovendien de meetwaarden onderling vergeleken. Hierbij moet als uitgangspunt gehanteerd worden, dat er geen sprake is van een verontreniging met een homogene verspreidingsvorm en de meetpunten op enige afstand van elkaar verwijderd zijn. Verkennend bodemonderzoek asbest in bodem NEN 577 De analyseresultaten zijn getoetst aan de bepalingsgrens (= detectielimiet). 135564 WMW.DUS.NEA Pagina 11 van 15

5.3 Resultaten grond en grondwatermonsters Tabel VI geeft een overzicht van de parameters in de grond die de geldende toetsingskaders overschrijden. Tabel VI. Overschrijdingen toetsingskaders grond Grond(meng) monster Traject (cm mv) Gehalte > detectielimiet Gehalte > AW (licht verontreinigd) Gehalte > T (matig verontreinigd) Gehalte > I (sterk verontreinigd) A11 A1 (15) n.v.t. B11 B1 (5) n.v.t. C42 C4 (24) nikkel methanol (*A) MMD1 D6 (29) + D7 (28) + D7 (285) + D8 (19) + D9 (17) n.v.t. lood zink PAK MMD2 D1 (3585) + D11 (2171) + D12 (25) + D12 (51) + D13 (58) n.v.t. cadmium kobalt nikkel lood zink PAK MMD3 A1 (162) + C1 (69) + D1 (112) + D2 (914) + D3 (1419) n.v.t. nikkel zink (*A): Opgemerkt wordt dat de detectiegrens voor de parameter methanol hoger is dan de tussenwaarde, waardoor het formeel niet uit te sluiten is dat het monster verontreinigd is. Zie paragraaf 5.4 voor interpretatie van deze meetwaarde Tabel VII geeft een overzicht van de parameters in het grondwater die de geldende toetsingskaders overschrijden. Tabel VII. Overschrijdingen toetsingskader grondwater Grondwatermonster Situering peilbuis Zuurgraad (ph) Concentratie > detectiegrens Concentratie > S (licht verontreinigd) Concentratie > T (matig verontreinigd) Concentratie > I (sterk verontreinigd) A1 deellocatie A 7,1 n.v.t. B1 deellocatie B geen bepaling n.v.t. C1 centraal op deellocatie C 6,6 ammonium nikkel D1 westelijk op perceel 7, n.v.t. barium D3 zuidzijde gierkelder 6,8 n.v.t. D4 noordzijde gierkelder 6,9 n.v.t. barium Bijlage 4a bevat de door het laboratorium aangeleverde analysecertificaten. Bijlage 4b bevat de getoetste analyseresultaten. 135564 WMW.DUS.NEA Pagina 12 van 15

5.4 Interpretatie analyseresultaten Met name voor de analyse en meetresultaten in relatie tot het aantonen van bodemschade door de aanwezigheid van een XTClaboratorium, is een interpretatie gewenst. Uit de toetsingsresultaten blijkt dat de bovengrond matig verontreinigd is/kan zijn met methanol. Methanol kon, evenals ethanol en aceton, echter niet worden aangetoond in het betreffende monstermateriaal. De detectiegrens voor methanol ligt echter hoger is dan de tussenwaarde, waardoor het formeel niet uit te sluiten is dat het monster verontreinigd is met methanol. Op basis van de gehalten van de overige onderzoeksparameters wordt echter gesteld dat hiervoor geen aanwijzingen zijn. Ook de analyseresultaten en meetwaarden, die gericht waren op het grondwater, wijzen niet op een verontreiniging, veroorzaakt door morsen van de betreffende hulpstoffen. Derhalve wordt gesteld dat er geen aanwijzingen zijn dat het tijdelijk (oneigenlijke) gebruik van de locatie (XTClab) een negatieve invloed heeft gehad op de milieuhygiënische bodemkwaliteit. Voor nikkel geldt dat deze parameter wel is aangetoond boven de streefwaarde, echter dit metaal is in kleigebieden veelal van nature aanwezig in de bodem. Verspreid op de locatie zijn in de bodem eveneens licht verhoogde nikkelgehalten aangetoond (deellocatie D). Gezien de nikkelgehalten alle in dezelfde ordegrote zijn aangetoond, wordt een oorzakelijk verband met het XTClab uitgesloten. 135564 WMW.DUS.NEA Pagina 13 van 15

6. SAMENVATTING, CONCLUSIES EN ADVIES Econsultancy heeft in opdracht van Dusseldorp Inzameling en Recycling een verkennend bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in bodem uitgevoerd aan de Bovendijk 49 te Maasbommel in de gemeente West Maas en Waal. Het bodemonderzoek is uitgevoerd in het kader van de aanwezigheid van een illegaal laboratorium, waarvan sprake is geweest op de locatie. Het onderzoek is bedoeld om de milieuschade in kaart te brengen die het gebruik als laboratorium heeft veroorzaakt. Tevens is de algemene kwaliteit van de bodem in kaart gebracht in het kader van de waardering van het onroerend goed. De bodem bestaat voornamelijk uit zwak tot matig zandige klei. Plaatselijk is de bovengrond bovendien zwak tot matig humeus en de ondergrond is lokaal zwak gleyhoudend. Verkennend bodemonderzoek NEN 574 Op de onderzoekslocatie zijn de volgende deellocaties onderzocht: A: vml. bovengrondse HBOtank Zintuiglijk is in het opgeboorde materiaal geen verontreiniging aangetroffen die in verband kan worden gebracht met de voormalige opslag van huisbrandolie. De bovengrond en het grondwater zijn analytisch niet verontreinigd met minerale olie of aromaten. B: vml. bovengrondse dieseltank en tankplaats Zintuiglijk is in het opgeboorde materiaal geen verontreiniging aangetroffen die in verband kan worden gebracht met de voormalige dieselopslag en aftankactiviteiten. De bovengrond en het grondwater zijn analytisch niet verontreinigd met minerale olie of aromaten. C: op morsen verdacht terreindeel (productie XTC) Lokaal in de bovengrond zijn zintuiglijk bijmengingen met beton en bakstenen vastgesteld. In de ondergrond zijn zintuiglijk geen verontreinigingen aangetroffen. Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor een calamiteit of verspreiden van (hulp)stoffen die een rol spelen bij de XTCproductie. In het onderzochte grondmonster zijn geen gehalten aangetoond die aanwijzing vormen voor een verontreiniging die in verband gebracht kan worden met het tijdelijke gebruik als XTClaboratorium. Verder is op diverse meetpunten, ook buiten de contouren van deellocatie C, de zuurgraad gemeten van het grondwater. Uit de meetwaarden volgt dat er geen verdenkingen zijn dat de in gebruik genomen gierkelder lekkage heeft vertoond. D: overige terreindelen Op de onderzochte terreindelen is lokaal in het opgeboorde materiaal van de bovengrond zintuiglijk bijmengingen met bakstenen en grind aangetroffen. Verder zijn plaatselijk verhardingslagen bestaande uit puin aangetroffen. In het opgeboorde materiaal uit de ondergrond zijn zintuiglijk geen verontreinigingen aangetroffen. De bovengrond van de onderzoekslocatie is licht verontreinigd met diverse metalen en PAK. De ondergrond is licht verontreinigd met zink en nikkel. Betreffende nikkelverontreiniging in de grond wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een natuurlijke bron. In de pleistocene rivierafzettingen komt plaatselijk van nature pyriet voor. Bij oxidatie van pyriet (bijvoorbeeld ten gevolge van verzuring) kan nikkel als een van de sporenelementen vrij komen. Dit natuurlijke proces is waarschijnlijk de oorzaak voor de aangetroffen lichte nikkelverontreiniging. Het grondwater ter plaatse is licht verontreinigd met barium. Deze metaalverontreiniging is hoogstwaarschijnlijk te relateren aan regionaal verhoogde achtergrondconcentraties van metalen in het grondwater. 135564 WMW.DUS.NEA Pagina 14 van 15

Verkennend onderzoek asbest in bodem NEN 577 Er zijn op basis van het vooronderzoek, tijdens de terreininspectie en bij de uitvoering van de veldwerkzaamheden aanwijzingen gevonden, die aanleiding geven een asbestverontreiniging op de locatie te verwachten. Dit in verband met de aanwezige bijmengingen in de bovengrond met puindelen. Het onderscheiden van af te bakenen terreindelen met aanwezige halfverhardingslagen is niet goed mogelijk. Daardoor is deellocatie E (als locatie met een halfverhardingslaag) komen te vervallen, en heeft gecombineerd onderzoek met deellocatie D plaatsgevonden. Er zijn op het maaiveld geen asbestverdachte/asbesthoudende materialen aangetroffen. In het opgegraven en gezeefde materiaal van de gaten D3 en D4 zijn in de baksteen en grindhoudende bovengrond enkele stukken asbestverdacht plaatmateriaal aangetroffen. Laboratoriumonderzoek heeft aangetoond dat het materiaal crocidoliet en/of chrysotiel bevat. Het plaatmateriaal is als hechtgebonden aangemerkt. In het opgeboorde materiaal van de overige gaten en boringen zijn geen asbestverdachte materialen waargenomen. Conclusies en advies De vooraf gestelde hypothese, dat de onderzoekslocatie voor de parameter asbest als "onverdacht" kan worden beschouwd wordt, op basis van aangetoond asbesthoudend materiaal, verworpen. In het kader van het in beeld brengen van de milieuhygiënische bodemkwaliteit is met betrekking tot de parameter asbest de verontreinigingssituatie nog niet afdoende in beeld gebracht. Er zijn geen indicaties over een mogelijke oorzaak of bron. Derhalve zal een nader onderzoek asbest in bodem uitgevoerd moeten worden. Om continuïteitsredenen wordt het raadzaam geacht op voorhand een nader onderzoek asbest in bodem onder verhoogde veiligheidscondities (3T) in te stellen. Voor de overige onderzoeksparameters geldt dat de vooraf gestelde hypotheses ((heterogeen) verdacht) voor de deellocaties A, B en C moeten worden verworpen en voor deellocatie D worden aanvaard. Met het uitgevoerde bodemonderzoek is de bodemkwaliteit van de onderzoekslocatie afdoende in beeld gebracht. Gelet op de aard en mate van de lichte verontreinigingen, bestaat er géén reden voor een nader onderzoek. Econsultancy Doetinchem, 26 september 213 135564 WMW.DUS.NEA Pagina 15 van 15

TITEL: topografische ligging van de locatie PROJECT: WMW.DUS.NEA NUMMER: 135564 SCHAAL: 1:25. DATUM: 249213 KAART BLAD: 39 G BIJLAGE: 1

D6 foto 5 schapenstal locatiegrens deellocatie D D7 D4 deellocatie C gierkelder inhoud (2. l.) stal weiland vml. bovengrondse dieseltank (1. l) in lekbak D5 deellocatie B D3 B1 B3 B2 B B4 C4 foto 2 C3 erf C1 C2 garage drijfmest put inhoud (15. l.) tuin D8 vml. bovengrondse HBOtank (6 l.) in lekbak foto 6 achterhuis drijfmest put inhoud (16. l.) foto 4 Deellocatie A A1 stal D2 drijfmest put inhoud (16. l.) D1 woonhuis (nr. 49) nieuwbouw/ uitbreiding garage LEGENDA: boring tot 1, m mv E E2 tuin boring tot 2, m mv peilbuis D1 deellocatie E foto 3 gat asbestonderzoek 3x3 cm;,5 m mv + boring tot,5 m mv gat asbestonderzoek 3x3 cm;,5 m mv + boring tot 1, m mv gat asbestonderzoek 3x3 cm;,5 m mv + peilbuis D12 E1 tuin D11 D9 braakliggend grind tegels foto 1 D13 Bovendijk klinkers asfalt beton talud weiland TITEL: m locatieschets: Bovendijk 49 te Maasbommel 12,5 m A3 bebouwing PROJECT: WMW.DUS.NEA NUMMER: 135564 SCHAAL: 1:25 DATUM: 269212 standplaats + richting fotoname GETEKEND: RDe BIJLAGE: 2a

Bijlage 2b Foto's onderzoekslocatie Foto 1. Foto 2. 135564 WMW.DUS.NEA

Bijlage 2b Foto's onderzoekslocatie Foto 3. Foto 4. 135564 WMW.DUS.NEA

Bijlage 2b Foto's onderzoekslocatie Foto 5. Foto 6. 135564 WMW.DUS.NEA

Bijlage 2c Kadastrale gegevens

Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: 135564 33 52 34 512 35 513 514 3 23 519 534 42 28 1 29 518 54 41 533 535 4 43 517 47 532 53139 539 44 5338 538 45 54848 527 537 476 46 5 49 536 546 547 51 36 545 528 58 543 53 544 463 6 54 57 515 541 52955 542 475 56 516 2 Molenwegje Molenwegje 158 473 472 471 474 51 321 49 456 322 47 323 4 324 457 325 327 326 m 2 m 1 m 12345 25 Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 3 juli 213 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers Schaal 1:2 Kadastrale gemeente Sectie Perceel APPELTERN R 471 Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

Omgevingskaart Klantreferentie: 135564 m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: 125 Hier bevindt zich Kadastraal object APPELTERN R 471 Bovendijk 49, 6627 KT MAASBOMMEL De auteursrechten en databankenrechten zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster.

Bijlage 3 Bodemprofielen

Bodemprofielen Pagina 1 van 5 Boring/gat: A1 Boring/gat: B1 5 1 2 4 1 tegel Zand, zeer grof, zwak siltig, matig grindig, geen oliewater reactie, lichtbeige, Edelmanboor Klei, sterk zandig, geen oliewater reactie, licht grijsbruin, Edelmanboor 5 1 2 5 braak Klei, matig zandig, zwak grindig, zwak puinhoudend, geen oliewater reactie, grijsbruin, Edelmanboor Klei, zwak zandig, matig gleyhoudend, geen oliewater reactie, oranjegrijs, Edelmanboor 1 3 1 Klei, matig zandig, matig gleyhoudend, geen oliewater reactie, bruingrijs, Edelmanboor 1 3 1 Klei, zwak siltig, geen oliewater reactie, donkergrijs, Edelmanboor 15 4 16 Klei, zwak zandig, geen oliewater reactie, neutraalgrijs, Edelmanboor 15 4 15 Klei, zwak siltig, geen oliewater reactie, lichtgrijs, Edelmanboor 2 2 2 Klei, zwak siltig, geen oliewater reactie, neutraal beigegrijs, Edelmanboor 24 25 Klei, zwak siltig, geen oliewater reactie, lichtgrijs, Edelmanboor 25 26 27 Boring/gat: B2 Boring/gat: B3 3 grind Edelmanboor 5 tegel Edelmanboor 1 Klei, matig zandig, matig grindig, grijsbruin, Edelmanboor 1 Klei, matig zandig, zwak grindig, geen oliewater reactie, grijsbruin, Edelmanboor 4 5 2 Klei, matig zandig, zwak grindig, zwak gleyhoudend, oranjegrijs, Edelmanboor 5 2 5 Klei, sterk zandig, zwak gleyhoudend, geen oliewater reactie, grijsbruin, Edelmanboor 1 1 1 1 Projectcode: 135564 Projectnaam: WMW.DUS.NEA Opdrachtgever: Dusseldorp Inzameling en Recycling Boormeester: A.G.C. Rondeel Locatie: Bovendijk 49, Maasbommel Getekend volgens NEN 514

Bodemprofielen Pagina 2 van 5 Boring/gat: B4 Boring/gat: C1 5 1 1 2 3 6 1 grind Edelmanboor Klei, sterk zandig, matig grindig, zwak puinhoudend, grijsbruin, Edelmanboor Klei, sterk zandig, zwak grindig, zwak gleyhoudend, beigebruin, Edelmanboor 5 1 1 2 3 4 5 6 14 4 9 11 erf Klei, matig zandig, zwak humeus, matig grindhoudend, zwak betonhoudend, pid (), donker bruingrijs, Schep Klei, matig zandig, grind, pid (), bruingrijs, Edelmanboor Klei, matig zandig, pid (), lichtbruin, Edelmanboor Klei, zwak zandig, pid (), lichtbruin, Edelmanboor Zand, matig grof, zwak siltig, zwak grindig, pid (), lichtbeige, Edelmanboor 14 15 7 Klei, matig zandig, zwak gleyhoudend, pid (), neutraalgrijs, Edelmanboor 19 2 Klei, zwak zandig, pid (), lichtgrijs, Edelmanboor 23 Klei, zwak zandig, pid (), donkergrijs, Edelmanboor 25 29 Boring/gat: C2 Boring/gat: C3 5 1 2 3 26 Klei, sterk zandig, matig humeus, zwak ijzerhoudend, zwak grindhoudend, zwak wortelhoudend, pid (), grijsbruin, Schep Klei, matig zandig, zwak gleyhoudend, pid (), licht oranjebruin, Edelmanboor 5 1 2 3 25 6 braak Klei, sterk zandig, matig humeus, matig grindhoudend, zwak baksteenhoudend, zwak wortelhoudend, pid (), grijsbruin, Schep Klei, matig zandig, zwak humeus, pid (), neutraalbruin, Edelmanboor Klei, zwak zandig, pid (), donkergrijs, Edelmanboor 1 1 1 1 Projectcode: 135564 Projectnaam: WMW.DUS.NEA Opdrachtgever: Dusseldorp Inzameling en Recycling Boormeester: A.G.C. Rondeel Locatie: Bovendijk 49, Maasbommel Getekend volgens NEN 514

Bodemprofielen Pagina 3 van 5 Boring/gat: C4 Boring/gat: D1 1 2 8 2 klinker Zand, zeer grof, zwak siltig, sterk grindig, pid (), grijsbeige, Schep Klei, matig zandig, zwak humeus, pid (), lichtbruin, Edelmanboor 1 2 8 15 4 klinker Edelmanboor Zand, matig grof, zwak siltig, zwak grindig, beigegrijs, Edelmanboor Uiterst puinhoudend, roodgrijs, Edelmanboor, gebroken puin 5 5 Klei, zwak siltig, grijsbruin, Edelmanboor 3 3 1 1 1 4 1 12 Klei, zwak zandig, zwak gleyhoudend, bruingrijs, Edelmanboor Klei, matig zandig, sterk grindig, neutraalgrijs, Edelmanboor 15 5 17 6 Klei, matig zandig, zwak grindig, beigegrijs, Edelmanboor 2 25 26 Klei, zwak zandig, zwak grindig, donkergrijs, Edelmanboor 28 Boring/gat: D2 Boring/gat: D3 1 grind Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk grindig, grijsbruin, Edelmanboor 1 gras Klei, sterk zandig, matig baksteenhoudend, sterk asbesthoudend, zwak grindhoudend, grijsbruin, Schep 35 5 2 4 Klei, matig zandig, zwak gleyhoudend, oranjebruin, Edelmanboor 5 2 3 6 Klei, matig zandig, zwak humeus, neutraalbruin, Edelmanboor Zand, zeer fijn, sterk siltig, lichtbruin, Edelmanboor 9 9 1 Klei, zwak zandig, donkergrijs, Edelmanboor 1 Klei, sterk zandig, neutraalbruin, Edelmanboor 3 4 13 15 14 Klei, zwak siltig, lichtgrijs, Edelmanboor 15 Klei, zwak zandig, lichtgrijs, Edelmanboor 4 5 2 2 2 24 25 Klei, zwak siltig, donkergrijs, Edelmanboor 28 Projectcode: 135564 Projectnaam: WMW.DUS.NEA Opdrachtgever: Dusseldorp Inzameling en Recycling Boormeester: A.G.C. Rondeel Locatie: Bovendijk 49, Maasbommel Getekend volgens NEN 514

Bodemprofielen Pagina 4 van 5 Boring/gat: D4 Boring/gat: D5 1 28 braak Klei, sterk zandig, matig humeus, zwak asbesthoudend, matig grindhoudend, zwak baksteenhoudend, grijsbruin, Schep 1 braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig, brokken klei, licht grijsbeige, Schep 5 2 6 Klei, sterk zandig, matig humeus, grijsbruin, Edelmanboor Klei, matig zandig, neutraalbruin, Edelmanboor 5 2 48 Zand, matig fijn, zwak siltig, matig grindig, licht grijsbeige, Edelmanboor 1 3 1 1 14 15 4 Klei, zwak zandig, zwak plantenhoudend, donkergrijs, Edelmanboor 18 2 Klei, zwak zandig, zwak gleyhoudend, licht grijsbruin, Edelmanboor 25 26 Klei, zwak siltig, neutraalgrijs, Edelmanboor 28 Boring/gat: D6 Boring/gat: D7 1 braak Klei, zwak zandig, matig humeus, matig wortelhoudend, sterk grindhoudend, donkerbruin, Schep 1 braak Klei, zwak zandig, matig humeus, sterk wortelhoudend, sterk grindhoudend, donkerbruin, Schep 29 28 5 2 3 6 Klei, zwak zandig, matig humeus, zwak grindhoudend, oranjebruin, Edelmanboor Klei, zwak siltig, zwak humeus, matig gleyhoudend, bruinoranje, Edelmanboor 5 2 3 5 Klei, zwak zandig, matig humeus, zwak grindhoudend, oranjebruin, Edelmanboor Klei, zwak zandig, matig gleyhoudend, grijsoranje, Edelmanboor 1 1 1 1 Boring/gat: D8 Boring/gat: D9 1 19 braak Klei, zwak zandig, matig humeus, zwak grindhoudend, matig wortelhoudend, donkerbruin, Schep 1 17 braak Klei, zwak zandig, matig humeus, zwak grindhoudend, matig wortelhoudend, donkerbruin, Schep 2 Klei, zwak zandig, matig gleyhoudend, licht oranjebruin, Edelmanboor 2 Klei, zwak siltig, zwak gleyhoudend, bruinoranje, Edelmanboor, Gestaakt op wortels 5 5 55 3 1 1 Projectcode: 135564 Projectnaam: WMW.DUS.NEA Opdrachtgever: Dusseldorp Inzameling en Recycling Boormeester: A.G.C. Rondeel Locatie: Bovendijk 49, Maasbommel Getekend volgens NEN 514

Bodemprofielen Pagina 5 van 5 Boring/gat: D1 Boring/gat: D11 5 1 2 3 23 35 grind Volledig grind, matig puinhoudend, Schep Klei, zwak zandig, donker blauwgrijs, Edelmanboor Klei, zwak siltig, zwak humeus, matig grindhoudend, oranjebruin, Edelmanboor 5 1 2 21 braak Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak kleihoudend, zwak grindhoudend, matig wortelhoudend, donkerbruin, Schep Klei, zwak zandig, zwak humeus, lichtbruin, Edelmanboor 75 9 1 4 11 Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak grindig, licht grijsbruin, Edelmanboor Boring/gat: D12 Boring/gat: D13 1 6 2 baksteen Ramguts Volledig beton, Ramguts Klei, zwak siltig, zwak humeus, zwak gleyhoudend, donker bruingrijs, Edelmanboor 1 8 15 klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, matig grindig, licht beigegrijs, Schep Volledig puin, Ramguts 5 2 5 2 5 8 Klei, zwak zandig, zwak humeus, matig grindhoudend, donker grijsbruin, Edelmanboor 1 1 1 3 Klei, zwak siltig, matig humeus, sterk grindhoudend, donker grijsbruin, Edelmanboor 12 Boring/gat: E1 Boring/gat: E2 1 21 grind Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sterk grindhoudend, zwak baksteenhoudend, grijsbruin, Schep 1 16 grind Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sterk grindhoudend, grijsbruin, Schep Klei, matig zandig, donkergrijs, Edelmanboor Klei, matig zandig, zwak humeus, donker grijsbruin, Edelmanboor 5 2 5 2 1 1 1 1 Projectcode: 135564 Projectnaam: WMW.DUS.NEA Opdrachtgever: Dusseldorp Inzameling en Recycling Boormeester: A.G.C. Rondeel Locatie: Bovendijk 49, Maasbommel Getekend volgens NEN 514