verhalen laten laten leven



Vergelijkbare documenten
SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO Historisch Overzicht

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

Vijf redenen waarom dit waar is

Doel van Bijbelstudie

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

Geloven in Jezus Christus

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?


Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

Jezus, het licht van de wereld

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

De kern van het christelijk geloof

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4

Wat zegt Paulus in Romeinen 7:7-12?

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VROUW BIJ DE PUT

De drie-engelenboodschap, ACTUEEL!

Waarom zou ik geloven?

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open

Jezus volgen! Echt? Het evangelie naar Johannes 6: dinsdag 2 juni 2015

Leerlingen hand-out stadswandeling Amsterdam

Enkele vragen aan Kristin Harmel

DANIËL EN DE LEEUWENKUIL

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2015

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

GROEPSOPDRACHT: Bespreek met elkaar welke relatieverbanden in de Bijbel genoemd worden:

ARREST IN JERUZALEM. Les 11 voor 15 september 2018

1 Korintiërs 12 : 27. dia 1

Vanwaar Hij komen zal. Geschreven door D. J. Steensma zaterdag, 09 april :19

Met welk doel wil God Zijn kinderen leiden?

"En Kaïn sprak met zijn broer Abel. En het gebeurde, toen zij op het veld waren, dat Kaïn zijn broer Abel aanviel en hem doodde.

LEIDERSCHAP: Christus, het Hoofd Dienend leiderschap. ORGANISATIE: Leer Discipline (kerkelijke tucht) ZENDING.

Over de website en de boodschappen

Wondertekenen in het Johannesevangelie

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

Neem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven.

Toespraak 4 mei 2010 dodenherdenking Ds. A.J. Haak 1

Gehele lied 2x zingen 1. We zijn hier bij elkaar om de Koning te ontmoeten. We zijn hier bij elkaar om te eren onze Heer.

Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst

Want: In Hem (Jezus) hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom van zijn genade.

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-14-1-b

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

SCHOOLONDERZOEK GESCHIEDENIS

De Bijbel open (22-09)

6 Stefanus gevangengenomen

Filippenzen 1. Begin van de brief

Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood?

Ontmoetingskerk Laren NH 1 mei Johannes 14

Dit product wordt u aangeboden door ComputerBijbel ( ComputerBijbel Alle rechten voorbehouden 1/6

De rijkdom van het evangelie

Hoe lees je de bijbel

COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft (Joh. 7:3 8)

40-dagendagboek. Discipelen van Jezus. Leren dienen in de gaven van de Geest. Kees de Vlieger. Een Kerygma studie

Getuige zijn geeft de opdracht tot verantwoording, tot verantwoordelijkheid. Jij daar, ja jij, zeg het maar, waarvan ben jij nu getuige?

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler?

Liturgische teksten en gebeden

HC zd. 42 nr. 31. dia 1

Wat is op deze vragen jullie antwoord? (antwoord)

Onze Vader. Amen.

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Wat is Reiki? De bijbel en Reiki zijn het er allebei over eens dat de mens bestaat uit een GEEST een ZIEL en een LICHAAM.

Preek de Wet van Mozes

5 Dit is de boodschap die we van Hem gehoord hebben en u bekend maken: dat God licht is en in Hem totaal geen duisternis is.

GROTE VERRASSING Efeze 3:9; Colosse 1:26

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

Hartstocht voor je financiën

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

Pinksteren oogst van de vruchten. Bij Exodus 20 : Handelingen 2 : 1-11

Kennismakingsvragen:

Er waren twee dingen waar Jezus vaak op wees in Zijn bediening geloof in God en de kracht van de Heilige Geest.

Deze handreiking is van:

OVERDENKING Wij volgen een leesrooster en daarin staat de tekst uit Deuteronomium aangegeven. Ik heb dat netjes gevolgd. Maar ik heb twee verzen meer

DOPEN. Th ema s N i e u w L e v e n M a as tri ch t. Geloven = dopen

Het verschil tussen veiligheid en zekerheid Ben ik een echte gelovige?

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b

Het Christendom in Rome

Samenvattingen Geloof ABC

Pastoor Reneerkens. De volgende mensen zijn er ook bij:

(Deel van) Zijn Lichaam

Protestantse Gemeente Kralingen Hoflaankerk, 26 juli de zondag van de zomer. PELGRIMAGE NAAR ROME In het spoor van apostel Paulus

Het verhaal van William Booth

Openingsgebeden INHOUD

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Wesleyaanse geloofsfundamenten voor de 21 e eeuw

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Eindexamen filosofie vwo I

Mag ik jou een vraag stellen?

INFORMATIE OVER HET GEBRUIK VAN KINDERBIJBELS VOOR GEZINNEN MET JONGE KINDEREN

Kapstok. Proces van Geestelijke Groei. Dick Slikker

Deze handreiking is van:

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het Christendom. Naam:

Pastoraat wat is dat?

Transcriptie:

Anita Farkas levens- levens verhalen verhalen laten laten laten Leven leven Leven De Bijbelonderzoeksters van het vrouwen concentratiekamp St.-Lambrecht

Anita Farkas Levensverhalen laten leven De Bijbelonderzoeksters van het vrouwenconcentratiekamp St.-Lambrecht

INHOUD Voorwoord 9 Woord vooraf en dankwoord 12 introductie 16 Inleiding 16 Onderzoeksthema 17 Bronnen 20 Oral history en haar betekenis 22 1 Geschiedenis van Jehovah s Getuigen 26 Over de geloofsgemeenschap van Jehovah s Getuigen 26 Ontstaan en ontwikkeling van de geloofsgemeenschap 27 De geschiedenis van de vervolging in Duitsland 31 Vervolging van Jehovah s Getuigen in Europa 48 Verzet van Jehovah s Getuigen 57 Jehovah s Getuigen in concentratiekampen 63

2 vrouwelijke Getuigen van Jehovah in concentratiekamp Ravensbrück 67 De situatie van de Bijbelonderzoeksters in vrouwen concentratiekamp Ravensbrück 67 Ligging en organisatie 67 Opleidingsinstituut voor SS-bewaaksters 70 De levensomstandigheden van de vrouwelijke gevangenen 71 3 Het klooster St.-Lambrecht 82 Korte introductie tot de geschiedenis van het kloos ter St.-Lambrecht en de situatie voor de Anschluss in 1938 82 De inbeslagneming van het klooster door de natio naalsocialisten en de verdere ontwikkeling tot SS-landgoed 84 Het door het militair gezag aangestelde bestuur 105 Het mannenconcentratiekamp 111 4 Het vrouwen concentratiekamp St.-Lambrecht 133 Oprichting van een vrouwenconcentratiekamp in het klooster 133 Transport van de vrouwelijke gevangenen 135 Kampbewaking 136 Structuur van de kampgemeenschap 140 Huisvesting en hygiëne 142 Kleding 144 Voedsel 145 Arbeid 148 Ziekten en ziekenzorg 154 Contacten met andere sociale groepen 157

Kampstraffen 164 Geloofsactiviteiten 165 Grootte van het vrouwelijke gevangenencommando 166 Bevrijding 168 Reizen naar de verschillende geboortelanden 172 5 De vrouwen van St.-Lambrecht: hun levensverhalen 175 Vrouwelijke Getuigen van Jehovah uit Nederland 175 Petronella Katharina (Katja/Toos) Berkers-Van Lierop 175 Gerdina Huisman-Rabouw 182 Jansje (Jans) Hoogers-Elbertsen 190 Corstiaantje (Sjaan) Pronk-van den Oever 197 Froukje Volp-Rinzema 204 Vrouwelijke Getuige van Jehovah uit België 210 Maria Floryn-Hernalsteen 210 Vrouwelijke Getuigen van Jehovah uit Duitsland 216 Alwine Blöbaum-Schlomann 216 Ella Hempel-Zippel 221 Franziska Herold-Ziegler 225 Helene Leopold 226 Anna Schädlich 226 Emma Schüler 226 Paula Johanna Auerbach-Uhlig 227 Ella Ulbrich 230 Magdalena Willibald-Sedlmeier 230 Meta Klara Winkler 234

Vrouwelijke Getuigen van Jehovah uit Oostenrijk 237 Hedwig Hummel-Weninger 238 Therese Schreiber 241 Vrouwelijke Getuigen van Jehovah uit Polen 246 Anna Czudek 246 Antonia Kurcewski 246 Febronia Makurat 247 Elisabeth (Lisbeth) Schütt 247 Paula (Paulina) Wölfle 248 6 Trauma door het verleden 254 Opvatting over traumatisering door concentratiekampen 254 Historische terugblik 254 Over het begrip trauma 255 Over het psychoanalytisch begrip van trauma s door gevangenschap in een concentratiekamp 257 Traumatiseringsfasen 259 Overlevingsstrategieën tijdens acute traumatisering 263 Traumatheorie 266 Kenmerken van trauma s 269 Traumaverwerking langetermijngevolgen van traumatisering 270 Biochemisch model voor de verklaring van traumawerking 273 7 Resultaten 275

noten 295 geraadpleegde archieven 327 bibliografie 328 afkortingen 336 verantwoording afbeeldingen 338 verklarende woordenlijst 339 de auteur 342 dank 343

Het is gebeurd, en dus kan het wederom gebeuren: daarin ligt de kern van dat wat wij te zeggen hebben. Primo Levi 8

Voorwoord Dit boek gaat over een onbekend hoofdstuk uit de geschiedenis van de naziterreur. Het nationaalsocialistische regime had in Stiermarken (Oostenrijk) een be nedictijnenklooster in beslag genomen. In 1943 werd het als dependance van Ravensbrück ingericht. Het klooster behield zijn naam, maar kreeg een geheel nieuwe functie: St.-Lambrecht, concentratiekamp voor vrouwen. Wegens de kleinschaligheid en de korte bestaansduur is informatie over St.-Lambrecht en de andere bijkampen in Stiermarken schaars. Bronnen en archiefstukken zijn nauwelijks op deze kleine kampen gericht. Daarnaast zijn er in de studie naar oorlogservaringen tot het begin van deze eeuw andere prioriteiten gesteld. Bovendien behoren de gevangenen van het vrouwenconcentratiekamp tot de vergeten slachtoffers van het nationaalsocialisme: drieëntwintig vrouwelijke leden van de geloofsgemeenschap van Jehovah s Getuigen, die eerder ook bekend stonden als Bijbelonderzoekers. Dit boek is een vertaling van een Oostenrijks proefschrift geschreven door Anita Farkas. De oorspronkelijke uitgave (2004) kwam tot stand met steun 9

van CLIO, Vereniging voor historische en culturele vorming in Oostenrijk. De voorzitter daarvan, Heimo Halbrainer, schreef in het voorwoord: In het publieke geheugen hebben de 23 Bijbelonderzoeksters die in St.-Lambrecht dwangarbeid moesten verrichten geen sporen nagelaten. Zo wijst vandaag in het klooster St.-Lambrecht niets erop dat hier drie jaar lang bijkampen van de concentratiekampen Ravensbrück, Dachau en Mauthausen hebben bestaan. Ook bij de lokale bevolking hebben de vrouwen van het kamp, in tegenstelling tot de Spaanse gevangenen van het mannenconcentratiekamp, nauwelijks sporen nagelaten. [ ] Deze onbekendheid met de vrouwelijke gevangenen moest Dietmar Seiler naar aanleiding van zijn onderzoek al in het midden van de jaren negentig constateren, toen een inwoonster uit de plaats St.-Lambrecht pas tijdens het interview voor het eerst iets over het vrouwenconcentratiekamp vernam. Uit dit zwarte gat van de herinnering, waarin na 1945 niet alleen de vrouwen van St.-Lambrecht gevallen zijn, heeft Anita Farkas nu de geschiedenis van het klooster in de jaren 1938 tot 1945 tevoorschijn gehaald. Ze heeft zich daarbij gericht op de verdrongen geschiedenis van het vrouwenconcentratiekamp St.-Lambrecht, en in het bijzonder op die 23 vrouwen die daar op grond van hun religieuze overtuiging tot arbeid werden gedwongen. 10

Omdat vijf van de 23 gevangenen afkomstig zijn uit Nederland en één uit België, zijn de ervaringen in St.-Lambrecht van blijvend belang voor ons taalgebied. Met deze uitgave wordt dan ook beoogd de levensverhalen van de vrouwen bij de Nederlandstalige lezer te laten leven, nu en in de toekomst. Amsterdam, april 2012 11

Woord vooraf en dankwoord Met dit onderzoek ben ik in 2001 begonnen. Het werd in de herfst van 2003 als proefschrift op het vakgebied van de pedagogische wetenschappen aan de universiteit van Klagenfurt aanvaard en ten behoeve van de uitgave van 2004 bijgewerkt. Nieuwe inzichten, die intussen zijn opgedaan, zijn verwerkt. Over mensen die tijdens de nazitijd werden vervolgd en hebben ge leden is al veel gepubliceerd. Dit boek doet verslag van religieuze personen die vanwege hun geloof in God vervolgd werden. Na decennia van discriminatie is de geloofsgemeenschap van Jehovah s Getuigen, eerder ook bekend onder de naam Bijbelonderzoekers, sinds 11 juli 1998 in Oostenrijk een door de staat erkend religieus genootschap. De maatschappelijke kijk op deze religieuze gemeenschap varieert van open-geïnteresseerd tot wantrouwend-afwijzend. Vaak treedt men de gelovigen met duidelijke scepsis tegemoet; hun prediking van huis tot huis kan niet altijd op acceptatie en tolerantie rekenen. In de nazitijd werden ze door de nation aalsocialistische machthebbers met genadeloze hardvochtigheid vervolgd. Dit kon de geloofstrouw van de gemeenschap echter niet breken. De Getuigen van Jehovah kenden een grote religieuze saamhorigheid en verzetten zich gezamenlijk tegen wat het fascistisch-dictatoriale Derde 12

Rijk van hen eiste. Deze verbondenheid stelde de geloofsgemeenschap in staat zelfs het leed van de concentratiekampen te doorstaan. Dit boek vertelt de geschiedenis van een kleine groep vrouwelijke Getuigen van Jehovah, van wie de levensverhalen en vervolgingsgeschiedenis tot op heden nog geen plaats in de geschiedschrijving hebben gekregen. Als vrouwelijke ex-gevangenen van St.-Lambrecht behoorden ze tot de vergeten vrouwen in de geschiedenis. Dit proefschrift brengt hun levensverhalen terug in het hier en nu en daardoor krijgen ze een plaats in het collectieve geheugen van onze maatschappij. Als vrouwen en geloofszusters vormden de gevangenen van het con centratiekamp St.-Lambrecht een minderheid in een dubbele betekenis. Het lot van de vrouwelijke slacht offers van het naziregime, alsook van de religieus vervolgden, heeft in het wetenschappelijk onderzoek veel minder belangstel ling genoten dan dat van hun mannelijke lotgenoten. Voor mij, geen Getuige van Jehovah, vormde het onderzoeksveld een on bekend terrein. Ik zag me tijdens mijn studie geconfronteerd met veel eigen vooroordelen en reserves tegenover de geloofsgroep. Angsten en aarzelingen moesten overwonnen worden. Bij een aantal van mijn gesprekken met de overlevenden werd er door een tolk vertaald en terugvertaald. De communicatiemechanismen die hierbij optraden, maakten verklaring en bewerking noodzakelijk. Mijn kritische distantie ten aanzien van de geloofsleer en de organisatiestructuur van het Wachttorengenootschap is on veranderd gebleven. Tegelijkertijd voel ik een diep respect voor die Jehovah s Getuigen, die onder de zware onderdrukking van het naziregime hun eerbied voor het leven niet hebben verloren. In hun standvastigheid waren 13

14 zij een voorbeeld in menselijkheid waarnaar zij ook handelden. Ik ben erg dankbaar dat ik vrouwelijke Getuigen van Jehovah heb mogen leren kennen, die me op alle mogelijke manieren bij mijn activiteiten hebben on dersteund en gemotiveerd. Door dit werk in de openbaarheid te brengen moeten de Bijbelonderzoeksters van St.-Lambrecht alle erkenning krijgen die maar mogelijk is. Mijn uiteenzetting van dit thema moet echter ook een leemte opvullen in de kennis over het nationaalsocialistische verleden van Stiermarken, waar naast zes concentratiekampen voor mannen ook een vrouwenconcentratiekamp in St.-Lambrecht bestond. De geschiedenis van dit bijkamp van Ravensbrück en Mauthausen, die onlosmakelijk met de levensverhalen van 23 uitgebu ite vrouwen uit verschillende landen verbonden is, moet aan de vergetelheid ontrukt worden. Deze geschiedenis wordt hierdoor weer een deel van het collectieve geheugen van de maatschappij. Dit project was zonder ondersteuning en vele waardevolle suggesties niet mogelijk geweest. Ik dank in het bijzonder mijn beide wetenschappelijke be geleiders, prof.dr. Peter Gstettner en prof.dr. Karl Stuhlpfarrer voor hun uit gebreide en geduldige adviezen over mijn werk. Ik wil ook Heidi Gsell (historisch archief Jehovah s Getuigen in Wenen) en Meinard Tydeman (historisch archief Wachttorengenootschap Emmen) harte lijk danken. Zij maakten het mogelijk interviews te houden met Nederlandse overlevenden van het concentratiekamp St.-Lambrecht en stelden reeds ver zameld archiefmateriaal van de Wachttorenorganisatie ter beschikking.

Mijn zus Sonja Sommersguter dank ik hartelijk voor de talrijke controles van mijn manuscripten, Judith Langwieser voor haar voortreffelijke vertaalwerk van video-interviews uit het Nederlands. Speciale dank ben ik verschuldigd aan de voormalige gevangenen Jans Hoo gers, Gerdina Huisman en Toos Berkers. De gesprekken met hen maakten het mogelijk het voornaamste deel van de geschiedenis van het vrou wenconcentratiekamp St.-Lambrecht te reconstrueren. Ook Cobie Pronk, die eveneens tot een interview bereid was, ben ik zeer erkentelijk. Verder wil ik Margarete Günter bedanken, die bereid was tot een gesprek en me ook een rondleiding gaf in het klooster St.-Lambrecht. Ze vertelde me haar herinneringen en stelde bovendien beeldmateriaal ter publicatie beschikbaar. Mijn grootste dank gaat uit naar mijn echtgenoot Peter Farkas, die me bege leidde, motiveerde en me op alle mogelijke manieren heeft ondersteund. In het bijzonder bedank ik hem voor de constructieve gesprekken en discussies, die me hebben geïnspireerd en het me tegelijkertijd mogelijk maakten mijn evenwicht te bewaren tijdens de vaak tijd- en energieverslindende studies. Aan hem wil ik dit werk opdragen. Anita Farkas 15

introductie Inleiding Na de machtsovername van de nationaalsocialisten ontwikkelden zij in hun machtsgebied een maatschappelijk microklimaat, waarin discriminatie van ongewenste groeperingen uitmondde in genadeloze vervolging en vernietiging. Voor veel vrouwen begon hiermee een lijdensweg door gevangenissen en concentratiekampen. De gevolgen hiervan - voor zover die overleefd werden - lieten op zowel de geschiedenis van de vrouwen als groep als op hun individuele levensverhalen een onuitwisbare indruk achter. Tot de eerste vrouwelijke vervolgden behoorden Jehovah s Getuigen, die net als politiek non-conformistische vrouwen bij de nazi s opvielen en steeds heviger werden vervolgd. De religieuze overtuiging van de Bijbelonderzoeksters, zoals de vrouwelijke Getuigen van Jehovah bekendstonden, gebood de gelovigen een levensstijl van strikte geweldloosheid; ze concentreerde zich op de geboden van de Bijbel en de erkenning van één enkele autoriteit in de vorm van hun God, Jehovah. Daarmee raakten Jehovah s Getuigen, die hun religi euze overtuiging in praktijk brachten, in conflict met het nationaalsocialistische regime. Het gevolg was een stelselmatige en wrede vervolging van de religi euze groepering. Veel Bijbelonderzoeksters werden jarenlang van hun vrijheid beroofd en economisch uitgebuit, en men probeerde hun 16

geloofstrouw te breken. De vrouwen ondergingen permanente vernederingen en ontmense lijking in de concentratiekampen van de nazi s. Velen van hen overleefden het naziregime en haar vernietigingsmachine niet. Dat er in de deelstaat Stiermarken naast zes buitenkampen van Mauthausen voor mannelijke kampgevangenen ook een concentratiekamp voor vrouwen in St.-Lambrecht was, opgericht als bijkamp van Ravensbrück, is een historisch feit dat bijna spoorloos uit het regionale geheugen is ver dwenen. In het collectieve bewustzijn is het niet aanwezig, daar herinneringstekens aan dit vrouwencon centratiekamp en de daarmee verbonden levensen lijdensverhalen volledig ontbreken. Er is geen gedenkplaat die het lot van de slachtoffers uit het verleden onder de aandacht brengt, waardoor zij beroofd worden van een plaats in het heden en in de toekomst. Het is mijn intentie om deze situatie te veranderen en ook het algemene publiek hierop te attenderen, bijvoorbeeld door de oprichting van een zichtbaar gedenkteken. Onderzoeksthema Het onderzoeksthema vormt het vrouwenconcentratiekamp St.-Lambrecht in Opper-Stiermarken dat opvalt doordat de groep gevangenen uitsluitend bestond uit Bijbelonderzoeksters. Mijn wetenschappelijke in te resse gaat uit naar zowel de geschiedkundige als de psychologische gezichtspunten. Beide zijn in het onderzoeksthema onlosmakelijk met elkaar verbonden, want de geschiedenis van de Holocaust is verantwoordelijk voor zowel het collectieve als individuele trauma. Uitgangspunt is een specifieke concentratiekampsituatie die op een concrete wijze door bepaalde karakteristieken op de gevangen Getuigen van 17

18 Je hovah inwerkte. Daarbij neem ik aan dat de leden van deze groepering hun geestelijke en morele integriteit konden bewaren, maar tegelijkertijd psychisch en fysiek letsel opliepen. In deze context worden vragen beantwoord over de specifieke kenmerken van het vrouwenconcentratiekamp St.-Lambrecht, zoals: hoe verschilden de ervaringen van de gevangenen met die van het hoofdkamp Ravensbrück? En wat is er over het verzet in het concentratiekamp te zeggen? Verder moet de betekenis van het werk waartoe men de Bijbelonderzoeksters dwong, worden vastgesteld. Daar de vestiging van het vrouwenconcentratiekamp geen verband lijkt te hebben met het een jaar eerder gestichte mannenconcentratiekamp, rijst bovendien de vraag naar de redenen van de oprichting van het vrouwenkamp en naar het effect ervan op het mannenconcentratiekamp. Bij voorbaat staat vast dat de homogeniteit van de gevangenen in het concen tratiekamp St.-Lambrecht een belangrijk kenmerk is waardoor de psychische situatie van de individuele Bijbelonderzoeksters blijvend beïnvloed werd. Mijn psychologische vraagstelling betreft allereerst de tekenen van schending van de identiteit en de effecten van traumatische ervaringen, gegeven de voor geschiedenis van het individu. Ook wordt de psychische verwerking tijdens gevangenschap en na de bevrijding beschouwd. Tevens is belangrijk te weten hoe de overlevenden de verschillen met het hoofdkamp beoordeelden. Uitgaande van deze vraagstelling zal dit proefschrift de microkosmos van het con centratiekamp reconstrueren en daardoor inzichtelijk maken. Er is niet gekeken naar de waarneming van het vrouwenkamp van buitenaf,

bijvoorbeeld door de plaatselijke bevolking, daar deze niet relevant is voor de beantwoording van de onderzoeksvragen. Na de beschrijving van de bronnen en de onderzoeksmethoden volgt een kort overzicht (hoofdstuk 1) over de geloofsgemeenschap van Jehovah s Getuigen en hun geloofsleer, over de oprichting van de organi satie en over de geschiedenis van hun vervolging gedurende het nationaalso cialisme. Het gehele gevangenencommando uit het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück werd overgeplaatst naar het zogenaamde werkkamp in Stier marken. Daarom behandelt hoofdstuk 2 de situatie in het hoofdkamp, speciaal van de Bijbelonderzoeksters die later op de transportlijst naar St.-Lambrecht kwamen. Deze beschrijving is een belangrijk en noodzakelijk facet om inzicht te krijgen in de traumatisering van de betrokkenen, die volgens specifieke fasen verloopt. Het daarop volgende hoofdstuk zet de geschiedenis uiteen vanaf de inbeslagname van het klooster St.-Lambrecht door de nationaalsocialisten tot aan de omvorming tot SS-landgoed. Verder komt het door het militaire gezag aangestelde bestuur en de oprichting van het mannenconcentratiekamp St.-Lambrecht ter sprake, omdat deze zaken direct verband houden met het vrouwenconcentratiekamp en in deze context van belang zijn. In hoofdstuk 4 zal, voor zover het mondelinge en schriftelijke bronnenmateriaal dat toelaat, de geschiedenis van het vrouwenconcentratiekamp met een zo groot mogelijke precisie worden gereconstrueerd. De levensverhalen van alle 23 voormalige gevangenen van St.-Lambrecht in hoofdstuk 5 zal een gedenkteken vormen voor deze slachtoffers van het naziregime. Geen 19

van deze vrouwen behoort te worden vergeten, ook al is van een enke ling weinig biografisch materiaal beschikbaar. Het afsluitende hoofdstuk schetst een relatie tussen de opvattingen over traumatisering door concentratiekampen en de resultaten van de interviews. Bronnen Vooral bij de hoofdstukken die Jehovah s Getuigen als geloofsgemeenschap beschrijven en waarin de theorieën over het ontstaan van traumatisering worden behandeld, wordt van wetenschappelijke en literaire publicaties gebruik gemaakt. Daarnaast wordt op schriftelijk en mondeling bronnenmateriaal teruggegrepen. Bij het dateren van de omvorming van het klooster St.-Lambrecht tot SS- land goed vormden archiefstukken de basis. Deze bevinden zich in het voor malig Berlin Document Center, dat na de overname door het Bondsarchief in Berlijn vooral de personeelsdossiers van nationaalsocialistische functionaris sen beheert. Ook de herstelaktes die betrekking hebben op de benedictijner kloosterbezittingen zijn te zien in het deelstaatarchief van Stiermarken en zijn bij dit onderzoek betrokken. Aantekeningen van vervolgende instanties zoals de Gestapo, de SS of de kamp lei ding van het vrouwenkamp St.-Lambrecht zijn nauwelijks aanwezig. Even schaars zijn aantekeningen van de kampleiding van Ravensbrück over St.-Lam brecht. Transportlijsten van het gevangenencommando van St.-Lambrecht bestaan niet (meer). Op verschillende lijsten met namen duiken echter ver wijzingen op naar de Bijbelonderzoeksters van St.-Lambrecht en ook naar een bewaakster. 20

Documenten in het archief van het museum Mauthausen gaan vooral over het mannenconcentratiekamp. Bronnen over het vrou wenkamp zijn schaars. Dat is ook het geval in het kloosterarchief van de benedictijnenabdij St.-Lambrecht. Veel uitvoeriger was het bronnenmateriaal in de vijf historische archieven van Jehovah s Getuigen in de landen waaruit de gevangenen van het vrouwen concentratiekamp St.-Lambrecht afkomstig waren. De veruit grootste hoeveelheid documenten over de slachtoffers bevond zich in het historisch archief van het Wachttorengenootschap in Emmen, Ne derland. De daar werkzame archivaris Meinard Tydeman is het dankzij ijverig verzamelen gelukt allerlei documenten in veiligheid te brengen. Van de vijf Nederlandse overlevenden zijn nog aanwezig: kampidentiteitsbewijzen, brieven, per soonsbewijzen en verblijfsverklaringen, afgegeven door de bezettingsmachten na de bevrijding. Ook zijn er foto s en handgeschreven levensverhalen van de voormalige gevangenen. Het archief in Emmen gaf mij de beschikking over video-interviews, 1 gehouden met de betreffende vrouwen. Ook het aanwezige documentatiemateriaal van de historische Wachttorenarchieven in Duitsland, België en Oostenrijk is ruim voldoende. Alleen het archief van de geloofsorganisatie in Warschau beschikt niet over materiaal dat bruikbaar was ter completering van het werk. Overige informatie is afkomstig uit andere archieven, die achter in dit boek vermeld staan. Een bijzondere plaats nemen de door mij gehouden interviews met de nog levende vrouwelijke Getuigen in. Deze interviews vonden plaats in Neder land in oktober 2002. Bij de beschrijvend biografische interviews werd 21

een psychoanalytisch georiënteerde gesprekstechniek gehanteerd. Hierdoor was het mogelijk mij een beeld te vormen van de psychische en fysieke effecten van kampgevangenschap op deze vrouwen en het verschafte me tegelijkertijd inzicht in de feitelijke kampsituatie. Meinard Tydeman vertaalde de gesprekken simultaan. De interviews wer den op band gezet en vormen getranscribeerd bronnenmateriaal. Door interviews met twee andere tijdgenoten was het mogelijk aanvullende informatie te verkrijgen over de kampsituatie van St.-Lambrecht. Een van de gesprekken werd gevoerd met Margarete Messnarz-Günter, die haar herinneringen beschreef vanuit het oogpunt van iemand die door de nazi s was tewerkgesteld. Het tweede vraaggesprek kon ik houden met het voormalige hoofd van de huishouding van het SS-landgoed. Zij vertelde haar verhaal vanuit het perspectief van degenen die de Bijbelonderzoeksters te werk stelden. Oral history en haar betekenis Zonder de getuigenverslagen was het onmogelijk geweest om de geschiedenis van het vrouwenconcentratiekamp St.-Lambrecht te reconstrueren. In dit verband krijgt de methode van oral history een spe ciale betekenis. In tegenstelling tot historische documenten uit archieven, die beschikbaar zijn voor wetenschappelijke bewerking, is het tevoorschijn halen van mondelinge geschiedenis gebonden aan een proces van interactie tussen personen. Dit proces vindt in het heden plaats en vereist andere vormen van vastlegging. Mijns inziens is het oproepen van kennis van Holocaustoverlevenden maatschappelijk belangrijker dan de genoemde schriftelijke 22

bronnen uit de tijd van de gebeurtenissen. Om die reden wil ik hier enkele opvattingen van de psy choanalyticus Dori Laub ten aanzien van oral history en het ontstaan van mondeling bronnenmateriaal bij mijn onderzoek betrekken. Mondeling doorgegeven geschiedenis van overlevenden van de concentratie kampen bestaat, afgezien van herinneringen die vervormd zijn door de huidige levensomstandigheden van de verteller, in hoofdzaak uit getuigenissen. De toehoorder, in dit geval de interviewster, wordt een ge tuige van het getuigenis. Het getuigenis is dus geen kant-en-klare historische tekst, maar een proces dat alleen in een veilige sfeer ontstaan kan. De aanwezigheid van de toehoorder, in de persoon van de interviewster, moet de verteller ertoe aanmoedigen diep door te dringen in zichzelf en zijn herinneringen. 2 In de vertelsituatie, die zoals opgemerkt een veilige omgeving moet vormen, kunnen traumatische ervaringen naar boven komen die de overlevende vaak voor het eerst ter sprake brengt. Ook tijdens de door mij gevoerde gesprekken met de Nederlandse vrouwelijke Getuigen van Jehovah had ik deze ervaring. Mijn tolk bevestigde dat de geïnterviewden nieuwe inhoud vertelden en nieuwe reacties gaven. 3 Het vertellen van concentratiekampervaringen aan een invoelende toehoorder geeft de overlevende ook de gelegenheid om tijdens het getuigenis een dialoog met het Ik te herstellen. 4 De empathische houding van de toehoorder brengt het Ik als psychische structuur tevoorschijn, wat bij concentratiekampgevangenen gepaard gaat met de vernietiging van het innerlijke Jij. 5 23

Tijdens het vertellen legt de overlevende getuigenis af van het door de geschiedenis veroorzaakte trauma, dat aldus Laub ondanks de overweldigende gebeurtenissen voor de betrokkenen nog geen werkelijkheid is ge worden. Om die reden vertellen overlevenden over hun ervaringen in gevangenschap vaak alsof ze slechts getuige waren van het gebeurde en er niet persoonlijk door getroffen waren. Tijdens het proces van horen en gehoord worden wordt de traumatische belevenis pas kenbaar. Dit betekent dat de toehoorder rechtstreeks bij het tot stand komen van deze kennis betrokken is, omdat deze in die vorm nog niet bestond. 6 De interviewer, die als een onbeschreven blad wordt gebruikt om daarop de gebeurtenis te verwoorden, is dus een vormend element tijdens het getuigen van concentratiekampervaringen. De toehoorder bewaart tijdens het vertellen zijn eigen positie en perspectief. Als er in hem (pseudo-)identificaties met het slachtoffer ontstaan, dan moeten deze als afweermechanismen herkend en beschouwd worden. Op de eerste plaats vormt de toehoorder een middel tot externalisering en dus tot historisering van de gebeurtenissen. De interviewer, die tot een getuige van het afgelegde traumatische getui genis gemaakt wordt, ziet zich tijdens het verhaal en de ontstane overdrachtsreacties geconfronteerd met zijn eigen kwetsbaarheid, vergankelijkheid en de vraag naar de zin van het leven. De psychoanalyticus Dori Laub formuleert deze waarnemingen aldus: Overlevenden jagen ons angst aan, omdat ze ons aan een huiveringwekkend, traumatisch verleden herinneren en dus ook getuigenis afleggen van ons historisch verleden. 7 24

De overlevenden die positief staan tegenover het leven dat voortkwam uit ver val en verdwijning van de oude cultuur (wat ook het geval was met de vrouwelijke Getuigen van Jehovah die ik leerde kennen), belichamen onbewust een culturele shockervaring, die tot nu toe nog niet in de maatschappij kon worden geïntegreerd. 8 Mannelijke en vrouwelijke wetenschappers die de (laatste nog geboden) gelegenheden benutten om gesprekken met de overlevenden te voeren, kunnen bijdragen aan externalisering en historisering van de concentratiekampervaringen. Ook kunnen ze de door een trauma getroffenen sterken in hun herinneringen en hen helpen om zich van het trauma te bevrijden. Het getuigenis dat door het gebruik van de oral history -methode ontstaat, verplicht ook om de doorgegeven kennis over de gebeurtenis in een zodanige vorm aan de maatschappij ter beschikking te stellen dat blijvende leerproces sen mogelijk zijn. Misschien wordt het bijgevolg ook mogelijk de culturele shockervaring die Laub onderscheidt in de waarneming van de Holocaustslachtoffers, in de maatschappij te integreren. Oral history is dus niet slechts een methode om mondeling bron nenmateri aal veilig te stellen. Ze is ook een instrument om toegang tot de overlevenden te krijgen en brengt de geschiedenis via de authentieke vertelling tot leven. Daarmee draagt ze bij tot het tot stand komen en waarborgen van een histo risch bewustzijn en geeft ze, als een door haar voortgebracht product, een deel van het collectieve geheugen aan de maatschappij terug. 25

1 Geschiedenis van Jehovah s Getuigen Over de geloofsgemeenschap van Jehovah s Getuigen De onafhankelijke religieuze groepering van Jehovah s Getuigen kan ingedeeld worden bij het chiliasme. 9 Uitgaande van de nieuwtestamentische Openbaring van Johannes (20:1-10) vindt het chiliasme zijn oorsprong in het vroege christendom. De eerste christenen verwachtten door middel van Jezus nog voor het einde der tijden de oprichting van een duizendjarig aards vrederijk met het herstel van het paradijs op aarde en de terugkeer tot de oorspronkelijke toestand. 10 Beelden van een verenigde wereld in de eindtijd, en het heden als een tijd van strijd en beproeving karakteriseren het chiliastische denken; in de komende maatschappij van het duizendjarig rijk wordt gelijkheid verwacht. 11 Volgens de godsdienstgeschiedenis neemt men in het bijzonder bij christelijke randgroepen en minderheden chiliastische speculaties waar. In het tijdperk van de Verlichting verdwenen chiliastische denkwijzen vrijwel. Ze doken pas weer op in de 19e eeuw in Noord-Amerika en Engeland binnen revolutionair-socialistische en religieuze bewegingen. 12 Een van de jongste chiliastische groeperingen is de geloofsgemeenschap van Jehovah s Getuigen, die zich oorspronkelijk aan het einde van de jaren 26

zeventig van de 19e eeuw Ernstige Bijbelonderzoekers noemde. Het centrale thema van hun religieuze wereldbeeld is het geloof in een apocalyptische overwinning met de vernietiging van de antichrist. Een opvatting dat de geschiedenis is voorbestemd met een lineair tijdsverloop vormt de basis voor deze chiliastische verwachting. De door een eindtijd gekenmerkte leer van deze onafhankelijke geloofsgemeenschap is gericht op het verkondigde koninkrijk Gods, dat onder leiding van Jezus Christus alle problemen van de mensheid zal oplossen door de oprichting van zijn vrederijk. Volgens Jehovah s Getuigen wordt het einde van de tegenwoordige tijd bepaald door de beslissende strijd van Har-Magedon, waarbij God de macht van het Kwaad verslaat waarna het duizendjarig rijk van Christus onmiddellijk volgt. 13 In dit nieuwe paradijs op aarde zullen de ware aanbidders van Jehovah leven en 144.000 gezalfden met Christus in de hemel regeren. Ontstaan en ontwikkeling van de geloofsgemeenschap Rond 1870 bracht de Amerikaanse, presbyteriaans opgevoede zakenman Charles Taze Russell 14 een kleine Bijbelstudiegroep bijeen, die zich Ernstige Bijbelonderzoekers noemde. Aan het einde van de jaren zeventig van dezelfde eeuw verscheen voor het eerst het tijdschrift Zion s Watch Tower, dat tot het centra le orgaan van de nieuwe religieuze beweging werd verklaard. In 1881 werd de Watch Tower Bi ble and Tract Society gesticht. Sedert het begin van de 20e eeuw heeft deze haar hoofdkantoor in het stadsdeel Brooklyn (New York). Sinds het begin van de jaren negentig probeerde Russell zijn leer op het Europese continent te verbreiden. Ter vereniging van alle gelo- 27