Inspectierapport KDV Armhoefse Akker (KDV) Van Heutszstraat 1A 5018EV TILBURG Registratienummer 221674159 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Tilburg Datum inspectie: 09-03-2015 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 24-03-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 5 Inspectie-items... 6 Gegevens voorziening... 8 Gegevens toezicht... 8 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 9 2 van 9
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Kindercentrum Armhoefse Akker is onderdeel van Kinderstad. Het kindercentrum is gehuisvest in een schoolgebouw in de wijk Armhoefse Akkers. Het kindercentrum biedt opvang aan kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar oud. Binnen het kinderdagverblijf zijn er twee verticale groepen. Daarnaast wordt er ook buitenschoolse opvang aan geboden. Het gebouw is ingericht in een jaren '80 stijl. Hier zijn ook de groepsnamen van afgeleid: Dolly Dots, Klein Orkest (kdv) en Doe Maar (bso). Inspectiegeschiedenis: Het kinderdagverblijf is op 1 februari 2012 in exploitatie gegaan. 2012 t/m 2014: Tijdens de jaarlijkse inspectieonderzoeken is aan alle beoordeelde voorwaarden voldaan. Huidige inspectie: Tijdens de onaangekondigde inspectie op 9 maart 2015 is aan alle beoordeelde voorwaarden voldaan. Alle benodigde documenten waren aanwezig en inzichtelijk op de locatie of werden binnen de afgesproken termijn aan de toezichthouder toegestuurd. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u teruglezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 9
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (cursief) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang; 1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. Zorg dragen voor de overdracht van normen en waarden. Pedagogische praktijk De beroepskrachten handelen volgens de uitgangspunten en werkinstructies in het pedagogisch beleidsplan. Zij weten waarom ze zo handelen en wat de bedoeling ervan is in relatie tot de vier pedagogische basisdoelen. Emotionele veiligheid: Tijdens contactmomenten zijn de beroepskrachten meer dan de helft van de tijd gericht op de baby. Handelingen sluiten aan op de interactie met de baby. Bijvoorbeeld: De beroepskracht geeft een baby de fles. Zij gaat rustig op de bank zitten met de baby en reageert op signalen van de baby door zelf ook geluidjes te maken. De beroepskracht heeft korte interacties met de spelende kinderen, maar blijft met haar aandacht bij de baby. Persoonlijke competentie: De beroepskrachten tonen hun betrokkenheid door met aandacht naar individuele kinderen te luisteren en aan te sluiten op de inhoud en reikwijdte van wat een kind vertelt. Zij houden intussen contact met de rest van de groep, zonder dat de persoonlijke gerichtheid op het kind hieronder lijdt. Bijvoorbeeld: Een groepje meisjes zijn met de duplo blokken aan het spelen. Een meisje zegt tegen de beroepskracht: "Kijk eens wat ik gebouwd heb". De beroepskracht kijkt en zegt: "Wat mooi zeg, is dat de flat van de Petteflet?". Het meisje lacht en roept enthousiast: "Ja!, dat is de Petteflet". Sociale competentie: De beroepskrachten betrekken groepsgenootjes bij de baby's, en andersom. Bijvoorbeeld: Een baby zit aan tafel heeft geen speeltjes meer binnen handbereik. De beroepskracht vraagt een ouder kind de speeltjes van de grond te rapen en voor op tafel van de baby te leggen. Het kind raapt de speeltjes op en geeft het aan de baby, ook geeft zij de baby nog even een knuffel. Overdracht van waarden en normen: De beroepskrachten treden op een professionele manier op in de omgang met andere volwassenen, zoals collega's en ouders. Zij gaan respectvol met collega's en ouders om, zijn vriendelijk, luisteren en tonen begrip en betrokkenheid. Zij zijn zich bewust van hun uitstraling als mede-opvoeder en vertrouwenspersoon en maken dit zichtbaar in hun lichaamshouding, taalgebruik en omgangsvormen. Conclusie: Op basis van de observatie is gebleken dat op kinderdagverblijf Armhoefse Akker de emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden voldoende gewaarborgd is. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Pedagogische praktijktoets) 4 van 9
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een geldige verklaring omtrent het gedrag en een passende beroepskwalificatie voor het werken in de kinderopvang. De beroepskracht-kindratio zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag In verband met de continue screening zijn alle verklaringen omtrent gedrag (VOG) beoordeeld. Alle beroepskrachten beschikken over een recente VOG en zijn opgenomen in de continue screening. Passende beroepskwalificatie Alle werkzame beroepskrachten beroepskrachten beschikken over een passende diploma conform CAO Kinderopvang. Opvang in groepen Er worden twee stamgroepen opgevangen: - KLein Orkest, maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar (groepsruimte 55 m²) - Dolly Dots, maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar (groepsruimte 60,7 m²) Beide groepen maken gezamenlijk gebruik van de ruim opgezette buitenspeelruimte en van de hal. Soms worden er activiteiten georganiseerd in de hal. Dit kan omdat de beide groepsruimtes aansluiten op de hal en de hal uitsluitend gebruikt wordt door het kinderdagverblijf. Conclusie: De houder werkt volgens de gestelde eisen in de Wkpp ten aanzien van: Opvang in groepen. Beroepskracht-kindratio Op de dag van de inspectie en op de dagen van de steekproef wordt voldaan aan de beroepskracht-kind-ratio. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (week 7 t/m 10) Personeelsrooster (week 7 t/m 10) 5 van 9
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 6 van 9
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 9
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : KDV Armhoefse Akker Website : http://www.sbkinderopvang.nl Aantal kindplaatsen : 32 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Kinderopvang Tilburg B.V. Adres houder : Postbus 769 Postcode en plaats : 5000AT TILBURG KvK nummer : 18077078 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA TILBURG Telefoonnummer : 073-6404515 Onderzoek uitgevoerd door : T. Butler Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Tilburg Adres : Postbus 90155 Postcode en plaats : 5000LH TILBURG Planning Datum inspectie : 09-03-2015 Opstellen concept inspectierapport : 16-03-2015 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 24-03-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 24-03-2015 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 24-03-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 14-04-2015 8 van 9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 9 van 9